FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Contactslot/stuurslot-unit ..................................... 3-1
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ....... 3-2
Multifunctioneel display ........................................ 3-6
Toerenteller ........................................................ 3-11
Antidiefstal-alarm (optie) .................................... 3-11
Stuurschakelaars .............................................. 3-11
Koppelingshendel .............................................. 3-13
Schakelpedaal ................................................... 3-13
Remhendel ........................................................ 3-13
Rempedaal ........................................................ 3-14
Vuldop brandstoftank ......................................... 3-14
Brandstof ........................................................... 3-15Tankbeluchtingsslang ........................................ 3-16
Uitlaatkatalysator .............................................. 3-16
Zadels ............................................................... 3-17
Helmbevestiging ................................................ 3-18
Opbergcompar timent ........................................ 3-19
Afstellen van de voorvork .................................. 3-19
Afstellen van de schookdemperunit .................. 3-21
Bagageriembevestiging ..................................... 3-23
EXUP-systeem .................................................. 3-24
Zijstandaard ...................................................... 3-24
Startspersysteem .............................................. 3-25
U5PWD1.book Page 1 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
DW000016
WAARSCHUWING
_ Draai de contactsleutel nooit naar “OFF”
of naar “LOCK” terwijl de motorfiets
rijdt; elektrische systemen worden dan
afgeschakeld en mogelijk zult u zo de
macht over het stuur verliezen of een
ongeval veroorzaken. Zorg altijd dat de
motorfiets stilstaat voordat u de sleutel
naar “OFF” of naar “LOCK” draait. _
DAU04920
(Parkeren)
Het stuurslot is vergrendeld en het achter-
licht, de kentekenverlichting en de parkeer-
lichten branden. De alarmknipperlichten en
de richtingsaanwijzers kunnen worden aan-
gezet, maar alle overige elektrische syste-
men zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “” te kunnen draaien.
DCA00043
LET OP:_ Gebruik de parkeerverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. _
DAU03034
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU04121
Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en “”
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt.
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Controlelampje rechter richtingaanwijzer
“”
2. Controlelampje “” voor brandstofniveau
3. Waarschuwingslampje “” voor olieniveau
4. Controlelampje “” voor vrijstand
5. Waarschuwingslampje motorstoring “”
6. Controlelampje grootlicht “”
7. Controlelampje linker richtingaanwijzer “”
U5PWD1.book Page 2 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU00101
Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
DC000003
LET OP:_ Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller aanwijst in de rode zone.
Rode zone: 11.750 tpm en hoger _
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere infor-
matie.
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU04553
Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Druk deze schakelaar in om met de kop-
lampen een lichtsignaal te geven.
DAU03888
Dimlichtschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” voor groot-
licht en op “” voor dimlicht.
1. Toerenteller
2. Rode toerentellerzone
1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar “/”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “/”
4. Claxonschakelaar “”
5. Schakelaar “” voor alarmverlichting
U5PWD1.book Page 11 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “/”
Druk deze schakelaar naar “” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU00129
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU03826
Schakelaar “” voor alarmverlichting
Met de contactsleutel in de stand “ON” of
“” wordt deze schakelaar gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting worden gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
DC000006
LET OP:_ Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. _
DAU03890
Noodstopschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU00143
Startknop “”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:_ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. _1. Noodstopschakelaar “/”
2. Startknop “”
U5PWD1.book Page 12 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-36
6
DAU04876*
Zekeringen vervangen De hoofdzekering en de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem be-
vinden zich onder het rijderzadel. (Zie
pagina 3-17 voor instructies over verwijde-
ren en aanbrengen van het rijderzadel.)
Het zekeringenkastje met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevindt zich on-
der paneel B. (Zie pagina 6-7 voor het ver-
wijderen en aanbrengen van het paneel).
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
DC000103
LET OP:_ Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-
den. _3. Draai de contactsleutel in “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering radiatorkoelvin
5. Circuitzekering kilometerteller/klok
(reservezekering)
6. Zekering richtingaanwijzer/alarmverlichting
7. Reservezekering (× 3)
1. Hoofdzekering
2. Zekering elektronisch brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering elektronisch brandstofinjec-
tiesysteem
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 50 A
Koplampzekering: 20 A
Zekering
signaleringssysteem: 10 A
Zekering radiatorkoelvin: 15 A
Zekering
ontstekingssysteem: 15 A
Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem: 15 A
Zekering richtingaanwijzer/
alarmverlichting: 10 A
Circuitzekering
kilometerteller/klok
(reservezekering): 10 A
U5PWD1.book Page 36 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
SPECIFICATIES
8-4
8
Elektrische installatie
Ontstekingssysteem TCI ontsteking (digitaal)
Laadsysteem
Type Wisselstroom-dynamo
Standaard
Vermogen 14 V, 32 A 5.000 tpm
Accu
Model GT12B-4
Gloeilampen,
Capaciteit 12 V, 10 Ah
Type koplampHalogeen lamp
Gloeilampen voltage, wattage × aantal
Koplamp 12 V, 60/55 W × 2
Remlicht/achterlicht L.E.D.
Richtingaanwijzer 12 V, 10 W × 4
Stadslicht 12 V, 5 W × 2
Kentekenverlichting 12 V, 5 W × 1
Instrumentenverlichting L.E.D.
Controlelampje voor vrijstand L.E.D.
Controlelampje grootlicht L.E.D.
Controlelampje richtingaanwij-
zers L.E.D.
Controlelampje voor brand-
stofniveau L.E.D.
Waarschuwingslampje voor
olieniveau L.E.D.Waarschuwingslampje motor-
storing L.E.D.
Controlelampje motortoerental L.E.D.
Zekeringen
Hoofdzekering 50 A
Koplampzekering 20 A
Zekering signaleringssysteem 10 A
Zekering radiatorkoelvin 15 A
Zekering ontstekingssysteem 15 A
Circuitzekering kilometerteller/
klok (reservezekering) 10 A
Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem 15 A
Zekering richtingaanwijzer/
alarmverlichting 10 A
U5PWD1.book Page 4 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
INDEXAAandrijfketting, smeren .......................... 6-30
Accu ...................................................... 6-34
Antidiefstal-alarm ................................... 3-11BBagageriembevestiging ......................... 3-23
Banden .................................................. 6-21
Bougies, controleren ................................6-8
Brandstof ............................................... 3-15
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig..... 5-3CClaxonschakelaar .................................. 3-12
Contactslot/stuurslot-unit..........................3-1
Controlelampje brandstofniveau...............3-3
Controlelampje grootlicht .........................3-4
Controlelampje motortoerental .................3-4
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ..........................3-2
Controlelampjes richtingaanwijzers ..........3-2
Controlelampje vrijstand...........................3-4
Controlelijst voor gebruik..........................4-1DDimlichtschakelaar ................................. 3-11
Doorbuiging aandrijfketting .................... 6-29
Afstellen ........................................... 6-29
Controleren....................................... 6-29EEXUP-systeem ...................................... 3-24
GGasgreep en gaskabel,
controleren en smeren ........................ 6-31
Gaskabel, afstellen van vrije slag........... 6-20
Gereedschapsset .................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-39
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-39HHelmbevestiging .................................... 3-18IIdentificatienummers ............................... 9-1
Identificatienummer sleutel ...................... 9-1
Inrijperiode............................................... 5-3KKabels, controleren en smeren .............. 6-31
Klepspeling, afstellen............................. 6-20
Koelvloeistof .......................................... 6-13
Controleren ...................................... 6-13
Verversen ........................................ 6-14
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-37
Koppelingshendel .................................. 3-13
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .... 6-24LLichtsignaalschakelaar .......................... 3-11
Locaties van onderdelen.......................... 2-1
Luchtfilterelement, vervangen ................ 6-17
MModelinformatiesticker .............................9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ....................6-9
Multifunctioneel display ............................3-6NNoodstopschakelaar ..............................3-12OOmrekentabel ..........................................8-5
Ondersteunen van de motorfiets ............6-40
Opbergcompartiment .............................3-19PParkeren ..................................................5-4
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema ...............................6-2RRemblokken, controleren .......................6-26
Rem- en koppelingshendel,
controleren en smeren .........................6-31
Remhendel ............................................3-13
Remlicht/achterlicht ................................6-38
Remlichtschakelaar, afstellen.................6-26
Rempedaal ............................................3-14
Rempedaal, smeren...............................6-32
Rempedaalstand, afstellen .....................6-25
Remvloeistofniveau, controleren ............6-27
Remvloeistof, verversen.........................6-28
Richtingaanwijzerschakelaar ..................3-12
U5PWD1.book Page 1 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
INDEX
SSchakelaar voor alarmverlichting ........... 3-12
Schakelen van versnellingen ................... 5-2
Schakelpedaal ....................................... 3-13
Schakelpunten
(alleen voor Zwitserland) ....................... 5-3
Schokdemperunit, afstellen ................... 3-21
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling.................................................... 7-4
Starten van de motor ............................... 5-1
Startknop ............................................... 3-12
Startspersysteem................................... 3-25
Stationair motortoerental ....................... 6-19
Storingzoeken ....................................... 6-45
Storingzoekschema’s ............................ 6-46
Stroomlijn- en framepanelen,
verwijderen en aanbrengen ................... 6-5
Stuurschakelaars................................... 3-11
Stuursysteem, controle .......................... 6-33TTankbeluchtingsslang ............................ 3-16
Toerenteller ........................................... 3-11UUitlaatkatalysator ................................... 3-16VVeiligheidsinformatie................................ 1-1
Verzorging ............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer .................... 9-1
Voorvork, afstellen ................................. 3-19
Voorvork, controleren ............................ 6-33
Vuldop brandstoftank ............................ 3-14WWaarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur ....................... 3-4
Waarschuwingslampje motorstoring........ 3-4
Waarschuwingslampje olieniveau ........... 3-3
Wiel (achter).......................................... 6-43
Aanbrengen ..................................... 6-44
Verwijderen...................................... 6-43
Wielen ................................................... 6-24
Wiellagers, controleren.......................... 6-34
Wiel (voor)............................................. 6-41
Aanbrengen ..................................... 6-42
Verwijderen...................................... 6-41ZZadels ................................................... 3-17
Duozadel ......................................... 3-17
Rijderzadel....................................... 3-17
Zekeringen, vervangen ......................... 6-36
Zijstandaard .......................................... 3-24
Zijstandaard, controleren en smeren ..... 6-32
U5PWD1.book Page 2 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM