Page 18 of 102

3-2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03733.(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achter-
licht, de kentekenverlichting en het par-
keerlicht branden, maar alle overige elek-
trische systemen zijn uitgeschakeld. De
sleutel kan worden uitgenomen.
Om het contactslot naar “
.” te draaien:
1. Draai de sleutel naar “LOCK”.
2. Draai de sleutel iets linksom tot hij
stuit.
3. Draai de sleutel nog verder linksom
en druk tegelijkertijd in tot hij vast-
klikt.
DCA00043
<>
Gebruik de parkeerverlichting niet
gedurende langere tijd, anders kan de
accu ontladen raken.
Als de motorolie werd ververst voordat
het controlelampje olieverversingstermijn
brandde (dus voordat de intervalperiode
voor olieverversing was verstreken), moet
het controlelampje na de olieverversing
worden teruggesteld om het eerstvolgen-
de tijdstip voor olieverversing weer cor-
rect aan te geven. (Zie pagina 6-15 voor
de juiste werkwijze.)
Het elektrisch circuit van het controle-
lampje kan via de volgende procedure
worden getest.
1. Zet de noodstopschakelaar in “#”
en draai de sleutel naar “ON”.
2. Kijk of het controlelampje een paar
seconden oplicht en dan dooft.
3. Als het controlelampje niet gaat
branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
DAU00056
ControlelampjesControlelampjes
DAU03797Controlelampje “7” voor oliever-
versingstermijnControlelampje voor olieverversingstermijn
Dit controlelampje gaat aan zodra de eer-
ste 1.000 km zijn afgelegd en gaat vervol-
gens telkens na 5.000 km branden, om
zo aan te geven dat het tijd is om de
motorolie te verversen.
Nadat de motorolie is ververst moet het
controlelampje olieverversingstermijn
worden teruggesteld. (Zie pagina 6-15
voor de juiste werkwijze.)
1234
1. Controlelampje “7” voor
oileverversingstermijn
2. V-snaarvervanging controlelampje
“V-BELT”
3. Controlelampje grootlicht “&”
4. Controlelampjes richtingaanwijzers
“4” en “6”
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 17
Page 19 of 102

3-3
OPMERKING:
Het controlelampje olieverversingstermijn
kan gaan knipperen als gas wordt gege-
ven terwijl de scooter op de middenbok
staat; dit wijst dan echter niet op een sto-
ring.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU04424V-snaarvervanging controlelampje
“V-BELT”Controlelampje V-snaarvervanging
Dit controlelampje gaat telkens na
20.000 km branden, dan moet de V-snaar
worden vervangen.
Het elektrisch circuit van het controle-
lampje kan via de volgende procedure
worden getest.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “#” is gezet.
2. Als het controlelampje niet gaat
branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
1234
1. Controlelampje “7” voor
oileverversingstermijn
2. V-snaarvervanging controlelampje
“V-BELT”
3. Controlelampje grootlicht “&”
4. Controlelampjes richtingaanwijzers
“4” en “6”
DAU00063Controlelampje grootlicht “&”Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is inge-
schakeld.
DAU04121Controlelampjes richtingaanwijzers
“4” en “6”Controlelampjes richtingaanwijzers
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is
gedrukt.
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 18
Page 59 of 102

6-15
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Terugstellen van controlelampje olie-
verversingstermijn.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de terugstelknop gedurende
twee tot vijf seconden ingedrukt.
3. Laat de terugstelknop los, het con-
trolelampje olieverversingstermijn
zal nu uitgaan.
1
1. Terugstelknop (druktype) “Oil Change”
DAU04253
KettingkastolieKettingkastolie
De kettingkastolie moet als volgt worden
ververst op de tijdstippen aangegeven in
het periodieke onderhoud- en smeersche-
ma.
1. Verwijder het paneel F. (Zie pagina
6-8 voor het verwijderen en aan-
brengen van het paneel).
2. Zet een opvangbak onder de aan-
drijfkettingkast om de gebruikte olie
op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug om de olie uit de kettingkast af
te tappen.
1
2
1. Olievuldop kettingkastolie
2. Aftapbout kettingkastolie
OPMERKING:
Als de motorolie werd ververst voordat
het controlelampje olieverversingstermijn
brandde (dus voordat de periodieke inter-
valperiode voor olieverversing was vers-
treken), moet het controlelampje na de
olieverversing worden teruggesteld om
het eerstvolgende tijdstip voor olieverver-
sing correct aan te geven. Volg de hierbo-
ven beschreven werkwijze ook om het
controlelampje olieverversingstermijn
terug te stellen voordat de olieverver-
singstermijn was verstreken, maar kijk
wel of het controlelampje ca. 1,4 seconde
brandt nadat de terugstelknop is losgela-
ten; zo niet, herhaal dan de procedure.
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 58