3-4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU04426
SnelheidsmeterunitSnelheidsmeterunit
De snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter, een kilometerteller
en een ritteller. De snelheidsmeter toont
de actuele rijsnelheid. De kilometerteller
toont de totale afgelegde afstand. De rit-
tellers tonen de afstand afgelegd sinds de
tellers het laatst werden teruggesteld op
nul.
123
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller
3.“TRIP”-toets
DAU02950
BrandstofniveaumeterBrandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
naald beweegt naar “E” (Empty) naarma-
te het brandstofniveau daalt. Vul zo snel
mogelijk brandstof bij als de naald bij de
rode lijn staat.
OPMERKING:
Voorkom dat de brandstoftank geheel
droog komt te staan.
1
2
1. Brandstofniveaumeter
2. Rode lijn
Door indrukken van de “Trip”-toets wisselt
de weergave tussen kilometerteller-mode,
“ODO”- en ritteller-mode “TRIP”. Om de
ritteller terug te stellen wordt overgescha-
keld naar “Trip”-weergave, waarna de
“TRIP”-toets gedurende minstens
1 seconde wordt ingedrukt. De ritteller
kan samen met de brandstofniveaumeter
worden gebruikt om de afstand te schat-
ten die met een volle brandstoftank kan
worden afgelegd. Deze informatie stelt u
in staat de volgende tankstops te plan-
nen.
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 19
6-23
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU04403
BandenBanden
Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optima-
le prestatie, levensduur en veilige werking
van uw scooter.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en eventueel worden
bijgesteld.
DW000082
X@
8 8
De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld terwijl
de banden koud zijn (wanneer de
temperatuur van de banden gelijk
is aan de omgevingstemperatuur).
8 8
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en
het totale gewicht van rijder, pas-
sagier, bagage en accessoires dat
voor dit model is vastgesteld.
schrijdt.
8 8
Vervoer geen los verpakte spullen
die tijdens de rit kunnen gaan
schuiven.
8 8
Bevestig de zwaarste spullen op
veilige wijze dicht bij het midden
van de scooter en verdeel het
gewicht over beide zijden.
8 8
Pas de luchtdruk in de wielophan-
ging en de bandspanning aan op
het te vervoeren gewicht.
8 8
Controleer vóór iedere rit de con-
ditie en spanning van de banden.
DWA00040
X@
De aanwezigheid van bagage is van
grote invloed op het weggedrag, de
rem- en rij-eigenschappen en de veilig-
heid van uw motor, neem dus de vol-
gende voorzorgen in acht.
8 8
DE SCOOTER NOOIT OVERBELA-
DEN! Rijden met een overbeladen
scooter kan leiden tot beschadi-
ging van de banden, controlever-
lies of ernstig letsel. Zorg dat het
totale gewicht van de motorrijder,
de passagier, de bagage en de
gemonteerde accessoires nooit
het voorgeschreven maximum-
laadgewicht voor de scooter over-
Bandenspanning
(gemeten op koude banden)
Belasting* Voor Achter
Tot 90 kg
200 kPa
(2,00 kgf/cm2,
2,00 bar)225 kPa
(2,25 kgf/cm2,
2,25 bar)
90 kg–maximale225 kPa
(2,25 kgf/cm2,
2,25 bar)250 kPa
(2,50 kgf/cm2,
2,50 bar)
Maximale belasting* 183kg
* Totaal gewicht van motorrijder, passagier, bagage
en accessoires
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 66
6-24
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Inspectie van banden
Voor elk rit moeten de banden worden
gecontroleerd. Als de bandprofieldiepte
op het midden van de band de vermelde
limiet heeft bereikt, de band spijkers of
stukjes glas bevat of wanneer de wang
van de band scheurtjes vertoont, moet de
band onmiddellijk door een Yamaha
dealer worden vervangen.
OPMERKING:
De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem
altijd de lokale voorschriften in acht.
1a
1. Bandwang
a. Bandprofieldiepte
DAU00683
X@
8 8
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen.
Rijden op een motor met versle-
ten banden is niet alleen verbo-
den, maar dit heeft ook een aver-
echts effect op de rijstabiliteit,
waardoor u de macht over het
stuur zou kunnen verliezen.
8 8
De vervanging van onderdelen
van wielen en remmen, inclusief
banden, dient te worden overgela-
ten aan een Yamaha dealer, die
over de nodige vakkundige kennis
en ervaring beschikt.
Bandeninformatie
Deze scooter is uitgerust met gietwielen
en tubeless banden.
DW000078
X@
8 8
De banden op de voor- en achter-
wielen horen van hetzelfde merk
en dezelfde constructie te zijn,
anders is het weggedrag van de
motor mogelijk niet normaal.
8 8
Na uitgebreide testen zijn alleen
de hieronder vermelde banden
voor dit model goedgekeurd door
Yamaha Motor Co., Ltd.
Minimale bandprofiel-
diepte (voor en achter)1,6 mm
VOOR
Merk Maat Model
DUNLOP 120/70-14M/C 55S D305FA
BRIDGESTONE120/70-14M/C 55S HOOP B03
ACHTER
Merk Maat Model
DUNLOP 150/70-14M/C 66S D305
BRIDGESTONE150/70-14M/C 66S HOOP B02
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 67