
UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG1
Blz.
Stoelen 88 - 102
Schakelaars op stuurkolom 110 - 116
Instrumentenpanelen 28 - 29
Ventilatie, airconditioning 82 - 87
Spiegels 118 - 119
Blz.
Controles 136 - 140
Toegang tot de auto 103 - 109
Brandstofvulklep 109
Lampen vervangen 145 - 147
Wiel verwisselen 141 - 144
In dit boekje worden alle mogelijke uitrustingen beschreven. Afhankelijk van de uitvoering en van de specifieke uitrustingen per land waarvoor de auto bestemd is, kan voor iedere geleverde auto slechts een gedeelte van alle uitrustingen van toepassing zijn.
14-04-2003

14-04-2003
1 -Airbag bestuurder. Claxon.
2 - Verlichtingsschakelaars enrichtingaanwijzers.
3 - Stuurkolomschakelaar autoradio.
4 - Instrumentenpaneel.
5 - Schakelaar ruitenwissers/- sproeiers/bediening boord-
computer.
6 - Alarmknop.
7 - Schakelaar centrale vergrendeling.
8 - Schakelaar alarmknipper-lichten.
9 - Multifunctioneel display.
10 - Middelste verstelbare venti-latieroosters en regelingluchtopbrengst.
11 - Voorruitontwaseming.
12 - Inbouwruimte luidspreker(tweeter).
13 - Zijruitontwaseming. 14 -
Verstelbaar zijventilatieroos- ter en regeling luchtop-brengst.
15 - Airbag passagierszijde.
16 - Dashboardkastje.
17 - Autoradio RB3, RD3 of
RT3.
18 - Schakelaars stoelverwar-ming.
19 - CD-wisselaar.
20 - Bediening ventilatie/aircon-ditioning.
21 - Asbak v——r.
22 - Uitstroomopening voor
beenruimte achter.
23 - 12 V-aansluiting..
24 - Versnellingshendel.
25 - Bekerhouder.
26 - Handrem.
27 - Afvalbak.
28 - Uitschakeling airbag aanpassagierszijde*. 29 -
Schakelaar blinderingspa- neel panoramadak.
30 - Stuur-/contactslot.
31 - Motorkapontgrendeling.
32 - Stuurkolomschakelaar.
33 - Zekeringenkast.
34 - Schakelaars elektrischbedienbare buitenspiegels.Schakelaars elektrischbedienbare ruiten.Blokkeerschakelaar elek-trisch bedienbare ruiten
achter.
35 - Koplampverstelling.
36 - Bediening snelheidsrege-
laar.
* Volgens land van bestemming.
3UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG

4UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
14-04-2003
DE SLEUTELS Met de sleutels kunnen de sloten van zowel de voorportieren, debrandstofvulklep, het dashboard-kastje, de uitschakeling van deairbag aan de passagierszijde enkan het contactslot wordenbediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportierkunnen alle portieren en de ach-terklep worden ver- en ontgren-deld, kan de supervergrendelingworden ingeschakeld en kunnende buitenspiegels worden in- enuitgeklapt. Als ŽŽn van de voorportieren of de achterklep is geopend, werkt decentrale vergrendeling niet. Ditwordt aangegeven door eengeluidssignaal als wordt gepro-beerd te vergrendelen met deafstandsbediening. Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd.De afstandsbediening
Vergrendelen ➜
Druk op de knop Aom de
auto te vergrendelen.Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de rich-tingaanwijzers.
Opmerking: Door lang op de knop
A te drukken, worden niet alleen de
portieren en de achterklep vergren-deld, maar worden ook automa-tisch de ruiten gesloten. Auto's met supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het van binnenuiten van buitenaf openen vande portieren.
➜Door ŽŽn keer op de knop Ate
drukken wordt de supervergrende-ling ingeschakeld.
Dit wordt bevestigd door het geduren-de ongeveer twee seconden brandenvan de richtingaanwijzers. Opmerking: Door lang op de knop Ate
drukken wordt niet alleen de superver- grendeling ingeschakeld, maar wordenook automatisch de ruiten gesloten. Door binnen vijf seconden na het inschakelen van de supervergrende-ling nogmaals op de knop Ate druk-
ken wordt de normale vergrendelingingeschakeld.
Dit wordt bevestigd door het geduren-de ongeveer twee seconden brandenvan de richtingaanwijzers.
Ontgrendelen Druk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen. Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwij-zers.
Opmerking: Als de auto is vergren-
deld en per ongeluk wordtontgrendeld zonder dat bin-nen 30 seconden een vande portieren wordt geopend,wordt de auto automatischweer vergrendeld.
STARTEN
STOP: Het contact is afgezet.1 e
stand, accessoires:
Het contact is afgezet, maar de acces-soires kunnen wel functioneren.
2e
stand, contact aan:
Het contact staat aan.Starten:De startmotor wordt in werkinggezet.
103

14-04-2003
Beveiliging tegen beknellen: Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit, stopt de ruit en
gaat deze weer open.
ELEKTRISCH BEDIENBARE BUITENSPIEGELS
10UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN 1 - Schakelaar ruitbediening aan bestuurderszijde. 2 - Schakelaar ruitbediening aan passagierszijde.
3 - Schakelaar ruitbediening rechts achter.
4 - Schakelaar ruitbediening links achter.
5 - Blokkeerschakelaar elektrisch bedienbare ruiten achter.STUURWIEL IN HOOGTE EN DIEPTE VERSTELLEN Trek, als de auto stilstaat, aan
de hendel Aom het stuurwiel
te ontgrendelen.
Verstel het stuurwiel in hoogte en/of in diepte.
Vergrendel het stuurwiel doorde hendel Avolledig in te
drukken.
Handbediening: Duw of trek de schakelaar tot
aan het zware punt. De ruit stopt zodra de schake- laar wordt losgelaten. Automatische bediening:
Duw of trek de schakelaar
voorbij het zware punt. De ruit opent of sluit volledig.
11 7
Plaats de knop 6naar links of
rechts om de desbetreffende spiegel te selecteren.
Duw de knop 7in de 4 rich-
tingen om de spiegel af testellen.
Plaats de knop 6weer in de
middelste stand. Tijdens het parkeren kunnen de
buitenspiegels handmatig ingeklaptworden, maar ook elek-trisch met behulp van deknop 6of automatisch bij
het vergrendelen.
11 8120

14-04-2003
13
Nr. Symbool Functie
UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
AIRCONDITIONING
84
Regeling luchtverdeling.
1
Bediening
luchttoevoer.
2
Temperatuurregeling.
3
Achterruitverwarmingen verwarming buitenspiegels.
4
Regeling luchtopbrengst.
5
Bediening airconditioning.
6

14-04-2003
14
Nr. Symbool Functie
UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
86
Regeling luchtopbrengst. Regeling luchtverdeling.
1 23 4 56 7 8 9 Bediening
luchttoevoer. Bediening airconditioning. Systeem uit.
Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels.
Temperatuurregeling. Automatisch programma "comfort". Automatisch programma "zicht".

DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES25
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES TYPE A EN C EN DE TUSSENTIJDSE CONTROLES
Type
Werkzaamheden Omschrijving van de werkzaamhedenGarantiecontroleACTussentijdse controle
VERVERSEN- Motorolie verversen. - Brandstoffilter aftappen (alleen diesel). - Oliefilter. - Brandstoffilter* (alleen benzine). VERVANGEN- Brandstoffilterelement (alleen diesel). - Luchtfilterelement. - Bougies (alleen benzine). - Motorolie (controleren + bijvullen). - Olie handgeschakelde versnellingsbak (controleren + bijvullen). - Niveau elektrolyt in accu (controleren + bijvullen) indien niet onderhoudsvrij. NIVEAU- Ruitensproeiervloeistof (controleren + bijvullen). - Koelvloeistof (controleren + bijvullen). - Remvloeistof (controleren + bijvullen). - Stuurbekrachtigingsvloeistof (controleren + bijvullen, volgens uitvoering). - Werking verlichting en signalering. - Staat van ruiten, koplampreflectoren, lampglazen en spiegels. - Claxon. - Ruitensproeiers. - Staat van ruitenwisserbladen. - Staat en spanning van aandrijfriemen. - Werking van handrem. - Afdichting en staat van hydraulische circuits (slangen en carters). CONTROLE- Staat van rubber stofhoezen. - Remblokken. - Staat en speling van wiellagers, spoorstangen, kogels, silent blocs. - Afdichting van schokdempers. - Slijtage van remvoeringen achter. - Staat en spanning van banden (incl. reservewiel). - Emissieregeling, volgens wettelijke voorschriften (alleen benzine). - Rookgastest (alleen diesel). - Interieurfilter (volgens uitvoering). - Visuele controle van de gehele auto door een PEUGEOT-monteur.
SERVICE*- Huurauto (indien overeengekomen).
PROEFRIT
: Alle rijomstandigheden : Bijzondere rijomstandigheden * Volgens land van bestemming.14-04-2003

14-04-2003
UW 307 SW IN DETAIL85
4. Regeling luchtopbrengst
Draai de knop van stand 1
naar stand 4om de
gewenste luchtopbrengst te verkrijgen.
5. Toevoer van buitenlucht Bij het indrukken van knop5wordt de lucht in het inte-
rieur gerecirculeerd. Hetverklikkerlampje gaat bran-
den. Deze stand dient om de toevoervan buitenlucht bij stank en stofover-last af te sluiten. Als deze stand gebruikt wordt terwijl de airco is ingeschakeld, wordt decapaciteit van de airco vergroot. Als deze stand bij vochtig weer wordt gebruikt, bestaat het risico dat de rui-ten beslaan. Zet de knop 5, zodra de omstandig-
heden dit toelaten, weer in de stand toevoer buitenlucht, om het beslaanvan de ruiten te voorkomen. Hierbijdooft het verklikkerlampje.
3. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruit enzijruiten (ontwasemen - ont-dooien).
Ga voor het snel ontwasemen vande voorruit en de zijruiten als volgt tewerk:
- Stel de temperatuur en de luchtop- brengst in op maximaal.
- Sluit de middelste ventilatieroos- ters.
- Zet de knop van de luchttoevoerre- geling 5in de stand "Toevoer van
buitenlucht" (zodra knop 5wordt
losgelaten, gaat het verklikker- lampje uit).
- Schakel de airconditioning in door op de toets A/C te drukken.
Luchtstroom naar voorruit,portierruiten en beenruimte.
Luchtstroom naar de been-ruimte. Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middel-ste ventilatieroosters). 6. Achterruitverwarming en ver-
warming buitenspiegels
Druk de schakelaar bijdraaiende motor in om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.
De achterruitverwarming gaat na ca.12 minuten automatisch uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterruitverwarming opnieuwgedurende 12 minuten in te schakelen. Het is mogelijk de achterruitverwar- ming eerder uit te schakelen door deschakelaar nogmaals in te drukken. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat te hou-den. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door uw PEUGEOT-servi-cepunt controleren.