Page 125 of 168
26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
118
1.
Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers*.
3. Reservoir koelvloeistof. 4.
Reservoir remvloeistof.
5. Accu.
6. Luchtfilter. 7.
Motoroliepeilstok.
8. Reservoir motorolie.
* Volgens land van bestemming.
1,6 liter 16-kleppen BENZINEMOTOR
Page 126 of 168
26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE119
1.
Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers*.
3. Reservoir koelvloeistof. 4.
Remvloeistofreservoir.
5. Accu.
6. Luchtfilter. 7.
Motoroliepeilstok.
8. Reservoir motorolie.
* Volgens land van bestemming.
2 liter 16-kleppen BENZINEMOTOR
Page 127 of 168
26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
120
1.
Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Reservoir ruitensproeiervloeistof en koplampsproeiers*.
3. Reservoir koelvloeistof. 4.
Remvloeistofreservoir.
5. Accu.
6. Luchtfilter. 7.
Motoroliepeilstok.
8. Reservoir motorolie.
* Volgens land van bestemming. **
In de loop van het jaar, volgens landvan bestemming.
2 liter 16-kleppen BENZINEMOTOR (180 pk**)
Page 128 of 168
26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE121
1.
Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers*.
3. Reservoir koelvloeistof. 4.
Reservoir remvloeistof.
5. Accu.
6. Luchtfilter. 7.
Motoroliepeilstok.
8. Reservoir motorolie.
9. Handopvoerpomp.
* Volgens land van bestemming.
1,4 liter HDI TURBODIESELMOTOR
Page 129 of 168
26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
122
1.
Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers*.
3. Reservoir koelvloeistof. 4.
Remvloeistofreservoir.
5. Accu.
6. Luchtfilter. 7.
Motoroliepeilstok.
8. Reservoir motorolie.
* Volgens land van bestemming.
1,9 liter DIESELMOTOR
Page 130 of 168
26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE123
1.
Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers*.
3. Reservoir koelvloeistof. 4.
Reservoir remvloeistof.
5. Accu.
6. Luchtfilter. 7.
Motoroliepeilstok.
8. Reservoir motorolie.
* Volgens land van bestemming.
2 liter HDI TURBODIESELMOTOR
Page 131 of 168

26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
124
NIVEAUS CONTROLEREN Motorolieniveau Regelmatig controleren en tus- sen twee verversingen eventu-eel olie bijvullen. (Maximum olie-verbruik: 0,5 liter per 1 000 km.)
De controle dient bij koude motoren horizontaal geplaatste wagente geschieden, met behulp van deolieniveaumeter in het instrumen-tenpaneel of de oliepeilstok.
Oliepeilstok
2 merktekens op de peilstok: A=maxi.
Het oliepeil mag nooit boven dit merkteken uitkomen.
B=mini.
Voor het behoud van debedrijfszekerheid van demotoren en de emissie-regelsystemen mogen ingeen geval additievenaan de motorolie wor-den toegevoegd.
Olie verversen
Volgens de aanwijzingen in de "PEUGEOT ONDERHOUDSCON-TROLES" .
Opmerking: Vermijd langdurig huid-
contact met afgewerkte olie. Keuze van de viscositeitgraad De olie dient in ieder geval aan de voorgeschreven kwaliteitsnormen tevoldoen. Niveau remvloeistof:
Ð Het niveau dient steeds tussen de
merktekens DANGER en MAXI van het reservoir te staan.
Ð Raadpleeg bij een sterke daling van het vloeistofniveau onmiddel-
lijk uw PEUGEOT-servicepunt.
Vervangen:
Ð De vloeistof dient volgens de voor- geschreven intervallen te worden ververst.
Ð Gebruik remvloeistof die door de constructeur wordt aanbevolen enaan de DOT4-normen voldoet.
Opmerking: Remvloeistof is een
erg bijtend middel. Vermijd elk con-tact met de huid. Koelvloeistofniveau Gebruik uitsluitend door de construc- teur aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de tempe-ratuur van de koelvloeistof geregeld
door de koelventilator. Wacht voorwerkzaamheden aan het koelsysteemtenminste 1 uur nadat de motorgedraaid heeft, omdat de koelventilatornog kan (gaan) werken als de sleuteluit het contactslot is verwijderd en hetkoelsysteem onder druk staat.
Draai de dop eerst 2 omwentelingenlos om de druk te laten dalen en tevoorkomen dat de hete koelvloeistof
uit het koelsysteem spuit. Trek, alsde druk eenmaal gedaald is, de doplos en vul het systeem bij. Opmerking: De koelvloeistof
behoeft niet te worden ververst. Afgewerkte producten Gooi geen afgewerkte olie, rem- vloeistof of koelvloeistof in het riool,in het water of op de grond. Vloeistofniveau stuurbekrachtiging Open het reservoir bij koude motor (omgevingstemperatuur),het vloeistofniveau dient bovenhet MINI en dichtbij het MAXImerkteken te staan.
Vloeistofniveau ruiten- en koplampsproeiers* Gebruik voor een optimale reiniging en voor uw eigen veiligheid uitslui-
tend door PEUGEOT aanbevolenproducten.
* Volgens land van bestemming
Page 132 of 168

26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE125
CONTROLES Accu Laat uw accu voor de winter door een
PEUGEOT-servicepunt controleren. Luchtfilter en interieurfilter Laat de filters periodiek vervangen. Als de omgeving daartoe aanlei-ding geeft, moeten de filters tweekeer zo vaak worden vervangen. Remblokken De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooralbij stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk blij-
ken om de remblokken vaker, tus-
sen twee onderhoudscontroles door,te laten controleren. Handrem Als de handrem een te grote slag heeft of als het systeem mindergoed werkt, moet de handrem, zelfstussen twee onderhoudscontrolesworden afgesteld. Laat het systeem controleren door
een PEUGEOT-servicepunt. Handgeschakeldeversnellingsbak Niet verversen. Controleer het niveau volgens het onderhouds-
schema van de constructeur. Automatische transmissie Niet verversen. Laat het niveau
door een PEUGEOT-servicepuntvolgens het onderhoudsschemavan de constructeur controleren. Oliefilter
Vervang het oliefilterelement regel- matig, volgens het onderhouds-schema.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT aanbevolenproducten. Om de werking van
belangrijke organen als de stuurbekrachtiging en het rem-systeem te optimaliseren,selecteert en biedt PEUGEOTspecifieke producten aan.
BRANDSTOFTANK LEEG (DIESEL) In het geval van een lege brandstof- tank is het noodzakelijk het brand-stofsysteem te ontluchten: 1,4 liter HDI-motor
Ð Vul de brandstoftank met mini- maal vijf liter diesel,
Ð Bedien de handpomp van de ontluchting tot u brandstof in de transparante slang onder demotorkap ziet komen,
Ð Houd de sleutel in de stand "D" (starten) tot de motor aanslaat.