ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN 5-1
ZF020A1-HX ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN Om van de bedrijfszekerheid van uw Hyundai
verzekerd te zijn moeten regelmatigverschillende onderhoudswerkzaamhedenworden uitgevoerd. Hoewel dezewerkzaamheden door de constructie en detechniek tot een minimum zijn verminderd, blijvenechter enkele werkzaamheden uiterst belangrijk.Laat het onderhoud uitvoeren inovereenstemming met de garantiebepalingendie gelden voor uw nieuwe Hyundai. Raadpleeghet serviceboekje voor meer informatie omtrentde garantie.
ZF020B1-AX ONDERHOUDHet nodige onderhoud voor uw Hyundai kan in
drie groepen worden gesplitst:
o Periodiek onderhoud
o Dagelijks uit te voeren controles
o Eenvoudige onderhoudswerkzaamheden die u zelf kunt uitvoeren.
ZF020C1-BXPeriodiek onderhoud Dit is het onderhoud zoals inspectiebeurten, afstellingen en het vervangen van onderdelenzoals beschreven in de onderhoudstabellenvanaf bladzijde 5-2.
Deze werkzaamheden moeten worden
uitgevoerd op de voorgeschreven termijnenteneinde de garantie te behouden. Wij adviserenmet nadruk de onderhoudswerkzaamheden doorde getrainde vakmensen van uw Hyundai deal-er te laten uitvoeren.
Hierbij worden originele Hyundai-onderdelen
gebruikt. Andere merken of equivalenteprodukten kunnen worden gebruikt zonderinvloed te hebben op de garantie, maar overtuigu er in een dergelijk geval van dat dezeprodukten gelijkwaardig zijn aan de kwaliteitvan de originele Hyundai-onderdelen.Raadpleeg het serviceboekje voor meerinformatie.
ZF020D1-FX Dagelijkse controles Dit zijn de controles die dagelijks moeten worden
uitgevoerd voordat u met uw Hyundai gaat rijden. Deze controles zijn beschreven opbladzijde 6-3.
ZF020E1-AX Eenvoudige onderhoudswerk- zaamheden Voor deze werkzaamheden is slechts weinig
gereedschap vereist en het kost weinig tijd. Raadpleeg voor meer informatie omtrent ditonderhoud hoofdstuk 6. ZF020F1-AX Enkele tips Bewaar kopieën van de werkorders voor de
onderhoudswerkzaamheden in het dashboardkastje. Aan de hand hiervan bent u instaat te bewijzen dat het voorgeschrevenonderhoud op tijd is verricht. Dit is vooral vanbelang in geval van garantie.
ZF030A2-FX REGELMATIG ONDERHOUD Laat de onderhoudswerkzaamheden op de
voorgeschreven termijnen uitvoeren.
In verband met eventuele garantie-aanspraken
is het aan te bevelen de nota's van het uitgevoerde onderhoud aan de diversecomponenten te bewaren.
Raadpleeg bladzijde 5-4 voor de
onderhoudsvoorschriften die gelden voor zwarebedrijfsomstandigheden.
ZF010A1-AX
5. ONDERHOUDS-
VOOR-SCHRIFTEN
5
efholl-5.p65 6/20/2008, 10:43 AM
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1-9
ZB060E1-AX Lendesteun (Indien gemonteerd) (alleen bestuurdersstoel)
B080E03Y
1
2
De lendesteun wordt harder door de knop naar
voren te draaien en zachter door deze knop naar achteren te draaien. ZB060F1-AX Hoogte van voorstoel verstellen (Indien gemonteerd)(alleen bestuurdersstoel)
B080F02Y
Voor het verstellen van de zittinghoogte moet
de draaiknop in de gewenste richting worden gedraaid. B090A01Y-AXT ELEKTRISCH BEDIENDE BESTUURDERSSTOEL (indien aanwezig) De stand van de bestuurdersstoel kan worden
ingesteld met de knop aan de linkerzijde van de stoel. Stel de stand van de stoel zodanig in dathet stuurwiel, de pedalen en debedieningsorganen op het dashboard goedbereikbaar zijn. VOORZICHTIG: Bedien de twee knoppen niet tegelijkertijd.
WAARSCHUWING:
o Verander de stand van de stoel niet tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de controleover de auto verliezen waardoor eendodelijk ongeval, letsel of schade kanontstaan.
o Zit niet onnodig dicht bij de airbag (i.v.m. een betere bescherming tijdens eenaanrijding).
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
9
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1-19
N.B.:
o Zowel de gordelspanner voor de bestuurder als de voorpassagier worden onder bepaalde omstandigheden bij eenfrontale aanrijding geactiveerd. Degordelspanners kunnen alleen wordengeactiveerd, of als de frontale aanrijdingernstig genoeg is, samen met de airbags.
o Bij het activeren van de gordelspanners is er een hard geluid hoorbaar en komtfijne stof (dat op rook kan lijken) vrij in deauto. Dit is normaal en niet gevaarlijk.
o Hoewel het ongevaarlijk is kan de huid door de fijne stof geïrriteerd raken enmoet het niet gedurende langere tijdworden ingeademd. Daarom moeten dehanden en het gezicht zorgvuldig wordengewassen nadat bij een aanrijding degordelspanners zijn geactiveerd.
LET OP:
o Omdat de sensor voor het activeren van de SRS airbag met de veiligheidsgordelmet gordelspanner is verbonden, gaat deSRS airbag controlelamp in hetinstrumentenpaneel gedurende ca. 6seconden knipperen nadat het contact inde stand "ON" is gezet; daarna moet delamp doven.
o Deze lamp gaat ook branden als de werking van de veiligheidsgordels metgordelspanners niet in orde is, ook als ergeen storing is in het SRS airbag systeem. Als de SRS airbag controlelamp niet gaat
branden zodra het contact in de stand "ON" wordt gezet, als hij na ca. 6seconden blijft knipperen, of als hij tijdenshet rijden gaat branden, moet de werkingvan de veiligheidsgordel metgordelspanner of het SRS airbag systeemzo snel mogelijk door een Hyundai dealerworden gecontroleerd.
WAARSCHUWING:
o De gordelspanners zijn ontworpen om maar eenmaal te werken. Nadat de gordelspanners zijn geactiveerd, moetende gordels met gordelspanners wordenvervangen. Alle veiligheidsgordels, vanelk type, moeten altijd worden vervangenals ze tijdens een aanrijding zijngedragen.
o Het mechanisme van de gordelspanner wordt bij het activeren zeer warm. Raakde gordelspanner de eerste minuten nahet activeren niet aan.
o Tracht niet om de veiligheidsgordel met gordelspanner zelf te controleren of tevervangen. Laat dit door een Hyundaidealer uitvoeren.
o Tik niet tegen de veiligheidsgordel met gordelspanner.
o Tracht niet om onderhoud of reparaties aan de veiligheidsgordel metgordelspanner uit te voeren.
o Als de gordel met gordelspanner onjuist wordt behandeld en de genoemdewaarschuwingen (niet tegen de SB110A2-FX AIRBAGSYSTEEM
B240A01Y
Airbageenheid voor bestuurderszijde
Uw Hyundai is uitgerust met een airbagsysteem.
Dit is herkenbaar aan het opschrift "SRS Air Bag" op de afdekking van de airbag in hetstuurwiel en de afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde. gordelspanner tikken, deveiligheidsgordel met gordelspanner nietwijzigen, controleren, vervangen,onderhoud of reparaties uit voeren) nietworden opgevolgd, kan dit een onjuistewerking van gordelspanner tot gevolghebben of kan hij ongewild in werkingtreden en ernstige verwondingenveroorzaken.
o Tijdens het rijden moeten de veiligheidsgordels zowel door debestuurder als de passagiers wordengebruikt.
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
19
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1-20
B240B02Y SB110B2-FX Componenten en werking van airbagsysteem
SSA1110B
Het airbagsysteem bestaat uit de volgende componenten:
- Airbageenheid voor bestuurderszijde
- Airbageenheid voor passagierszijde
- SRS onderhoudsindicatie (SRI)
- SRS airbagmoduul (SRSCM)
o De airbags, vóór, worden niet geactiveerd
bij aanrijdingen van opzij of van achteren of bij het over de kop slaan. Bovendienworden ze niet geactiveerd bij frontalebotsingen die beneden de drempelwaardeliggen.
o De airbags worden geactiveerd bij frontale aanrijdingen met een voldoende grotebotskracht.
o Voor een maximale veiligheid bij alle typen aanrijdingen moeten alle inzittenden,inclusief de bestuurder, altijd deveiligheidsgordel dragen. Dit geldt ookindien hun zitplaats is voorzien van eenairbag.
De airbags zijn aangebracht onder de afdekking
van het stootvlak in het stuurwiel en de afdekkingboven het dashboardkastje aan passagierszijde.De airbag zorgt ervoor dat de bestuurder en/ofde voorpassagier bij een frontals aanrijdingmeer bescherming wordt geboden dan alleenmet behulp van de veiligheidsgordels mogelijkis.
N.B.: Lees de informatie t.a.v. de airbag op de
stickers aan de achterzijde van de zonneklep en in het dashboardkastije.
WAARSCHUWING:
o De airbag is bedoeld als aanvulling op de driepuntsgordels van de bestuurder enda voorpassagier en niet als eenvervanging hiervoor. Daarom moet tijdenshet rijden te allen tijde deveiligheidsgordel worden gedragen. Deairbag treedt alleen in werking bij eenfrontale aanrijding met een dusdanigesnelheid dat de kans op verwondingengroot is.
o De airbags treden alleen in werking bij een aanrijding onder een hoek die kleineris dan 30°, gezien vanaf de lengte-as vande auto. De airbags treden niet in werkingbij een aanrijding van opzij, van achterenof bij het over de kop slaan van de auto.
o De frontairbags worden bij een lichte aanrijding niet geactiveerd, omdat deveiligheidsgordels dan voldoendebescherming bieden. Over de kop slaan
Aanrijdingvan opzij
Aanrijding van achteren
efholl-1.p65
6/20/2008, 10:34 AM
20
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1-21
SSA1110D
ATTENTIE: Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of ophet dashboard worden geplaatst. Dooreventuele lekkage van de luchtverfrisser opdeze delen (instrumentenpaneel, dashboardof aanjager) kunnen ze worden beschadigd.Als de vloeistof van de luchtverfrisser op
deze delen komt moeten ze direct met waterworden gereinigd.
SSA1110C
De SRS onderhoudsindicatie (SRI) in het
instrumentenpaneel knippert ca. 6 seconden nadat de contactsleutel in de stand "ON" isgedraaid of nadat de motor is gestart en dooftvervolgens.
De airbageenheden bevinden zich in het midden
van het stuurwiel en achter de afdekking bovenhet dashboardkastje aan passagierszijde. Alshet airbagmoduul een frontale aanrijding vaneen bepaalde kracht registreert, worden deairbags automatisch geactiveerd.
Bij het in werking treden doorbreekt de airbag
de breukpunten in het stootvlak van hetstuurwiel, hierna wordt het stootvlak geheelgeopend en wordt de airbag volledig opgeblazen. Het airbagmoduul controleert bij aangezet con-tact continu alle omstandigheden om te bepalenof een frontale aanrijding of een aanrijding ondereen hoek ernstiug genoeg is om de airbag inwerking te laten treden.
Een volledig opgeblazen airbag in combinatie
met een correct gedragen veiligheidsgordel zalde voorwaartse beweging van de bestuurder ofde voorpassagier dempen, waardoor de kansop verwondingen aan het hoofd of hetbovenlichaam wordt verminderd.
Nadat de airbag is opgeblazen, zal hij
onmiddellijk weer beginnen met leeglopen, zodatde bestuurder weer naar voren kan kijken en dewagen kan besturen.
WAARSCHUWING:
o Het in werking treden van de airbag gaat gepaard met een luide knal, terwijl eveneens enige rook vrijkomt. Dit isnormaal en is niet gevaarlijk. De rook diebij het in werking treden van de airbagvrijkomt kan echter huidirritatieveroorzaken. Na een aanrijding waarbijde airbag in werking is getreden, moetende handen en het gezicht grondig metlauwwarm water en een milde zeepworden gewassen.
o Het airbagsysteem werkt alleen met het contactslot in de stand "ON". Als deonderhoudsindicatie niet gaat brandenof continu brandt nadat ze ca. 6 secondenheeft geknipperd bij aangezet contact ofwanneer de motor is gestart, of gaatbranden tijdens het rijden, is er een stor-ing in het airbagsysteem. Laat dit zo snelmoeglijk controleren door een Hyundaidealer.
Airbag voor passagierszijde
efholl-1.p65
6/20/2008, 10:34 AM
21
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1-24 moeten bepaalde veiligheidsvoor- schriften worden opgevolgd. Uw Hyun-dai dealer is met dezeveiligheidsvoorschriften bekend en kanu de noodzakelijke informatieverstrekken. Als deze voorschriften enprocedures niet worden opgevolgd, kandit persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
o Bij verkoop van de wagen moet de nieuwe eigenaar van deze belangrijke informatieop de hoogte worden gebracht en moetdeze handleiding in de wagenachterblijven als deze aan de nieuweeigenaar wordt overhandigd.
reinigingsmiddelen kunnen een negatiefeffect hebben op het stootvlak van hetstuurwiel alsmede op de goede werkingvan systeem.
o Er mogen geen voorwerpen over of bij de airbageenheden op het stuurwiel, hetinstrumentenpaneel of de afdekkingboven het dashboardkastje aanpassagierszijde worden geplaatst, omdateen dergelijk voorwerp letsel kanverooraken bij een aanrijding die ernatiggenoeg is om de airbags in werking telaten treden.
o Als de airbag in werking is getreden, moet deze worden vervangen door eenofficiële Hyundai dealer.
o Aan de diverse componenten en aan de bedrading van het airbagsysteem mogengeen werkzaamheden worden uitgevoerd,terwijl deze ook niet mogen wordenlosgemaakt. Als dit wel gebeurt, kan ditpersoonlijk letsel tot gevolg hebbenomdat de airbag abusievelijk in werkingkan treden of niet in werking kan treden.
o Op de rechter voorstoel mag geen veiligheidssysteem voor kinderenworden gemonteerd. Op de voorstoelmag nooit een kinderstoeltje wordengeplaatst.Het kind kan letsel oplopen als de airbagbij een aanrijding wordt geactiveerd.
o Als componenten van het airbagsysteem tot schroot worden verwerkt, of als dewagen tot schroot wordt verwerkt,
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
24
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1-25
B250A04Y-GXT INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN
HEF-042B
12
3
4 5
67 89
10 11
12
13 14 15 161718 19 20 21 22 23 24
LET OP: Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het
dashboard worden geplaatst. Door eventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistofvan de luchtverfrisser op deze delen komt moeten ze direct met water worden gereinigd. 1. Hefboom motorkapontgrendeling
2. Elektrobox instrumentenpaneel
3. Multischakelaar verlichting
4. Ontgrendelingshefboom stuurkolom
5. Claxon en bestuurdersairbag
(Indien gemonteerd)
6. Schakelaar ruitewissers/-sproeiers
7. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
8. Digitale klok
9. Bedieningsorganen verwarming/airconditioning
10. Airbag voor passagierszijde (Indien gemonteerd)
11. Dash board kastje
12. TCS-schakelaar (Indien gemonteerd)
13. Regelknop instrumentenverlichting
14. Schakelaar mistachterlicht (Indien gemonteerd)
15. Schakelaar koplampafstelling
(Indien gemonteerd)
16. Schakelaar koplampsproeiers (Indien gemonteerd)
17. Schakelaar automatische snelheidsregeling (Indien gemonteerd)
18. Aansluitcontact
19. Asbak
20. Stoelverwarming (Indien gemonteerd)
21. Aansteker
22. Keuzehandel/versnellingshandel
23. Handremhefboom
24. Bekerhouder N.B.: De schakelaarplaatsing van nr. 12 tot nr. 17
kan overeenkomstig de opties zijn aangepast.
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
25
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1-39
B500A01YB490A02Y
Interieurverlichting
YB250C2-AX INTERIEURVERLICHTING De interieurverlichting wordt bediend d.m.v. drie
schakelaars. Deze zijn:
o MIDDELSTE SCHAKELAARSTAND De interieurverlichting gaat branden zodra
een portier wordt geopend en (onafhankelijk van de stand van de contactsleutel). Deinterieurverlichting dooft ca, 5 sec na hetsluiten van het portier.
oON In de "ON" -stand blijft de interieurverlichting
branden.
oOFF In de "OFF" -stand brandt de
interieurverlichting niet; ook niet bij hetopenen van een portier. Met zonnedak Zonder zonnedak
ZB260A1-HX DASHBOARDKASTJE
ATTENTIE:Om verwondingen te voorkomen in geval
van een aanrijding of bij plotseling afremmen, moet het dashboardkastje tijdenshet rijden gesloten zijn.
o Druk voor het openen van het dashboardkastje op de knop.
o Het dashboardkastje kan worden vergrendeld (en ontgrendeld) met de sleutel (indien van toepassing). FB340C1-FX BRIL OPBERG KASTJE (Indien gemonteerd) Het bril opberg kastje bevind zich boven tegen
het dak. Door te drukken aan de voorkant van het kastje gaat het automatisch open of dicht. WAARSCHUWING:
Open het bril opberg kastje niet tijdens het
rijden, dit belemmert het zicht in de achteruitkijk spiegel.
HEF-174
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
39