Page 65 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
6
DC000103
LET OP:_ Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-
den. _3. Draai de contactsleutel in “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te testen.
DAU04189
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op deze motorfiets heeft een
halogeen gloeilamp. Vervang de koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.1. Schroef (× 2)
1. Stekker koplampbedrading
U5KRD1.book Page 33 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 66 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
6
3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
DW000119
WAARSCHUWING
_ Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit
niet is afgekoeld. _4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
DC000105
LET OP:_ Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders
kan de doorzichtigheid van het glas, de
lichtintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-
ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekje
gedrenkt in alcohol of thinner. _5. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
1. Kap van koplampgloeilamp
1. Gloeilamphouder
1. Hier niet aanraken.
U5KRD1.book Page 34 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 67 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-35
6
6. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
7. Vraag zo nodig een Yamaha dealer de
koplamplichtbundel af te stellen.
DAU01623
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen 1. Verwijder de lamplens van het rem-
licht/achterlicht door de schroeven los
te draaien.2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe-
ven aan te brengen.
DC000108
LET OP:_ Zet de schroeven niet overdreven strak
vast, anders kan de lamplens breken. _
1. Schroef (× 2)
1. Gloeilamp remlicht/achterlicht
U5KRD1.book Page 35 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 68 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-36
6
DAU03218
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-
gaanwijzer door de schroeven los te
halen.2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe-
ven aan te brengen.
DC000108
LET OP:_ Zet de schroeven niet overdreven strak
vast, anders kan de lamplens breken. _
DAU01579
Ondersteunen van de motorfiets Dit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of, als
geen andere standaard voorhanden
is, door een krik te plaatsen onder het
frame aan de voorzijde van het achter-
wiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
1. Schroef (× 2)
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
U5KRD1.book Page 36 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 69 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-37
6
Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de swingarm.
DAU03737
Voorwiel Verwijderen van het voorwiel
DW000122
WAARSCHUWING
_
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
_1. Maak de snelheidsmeterkabel los van
het voorwiel.2. Draai de klembout op de voorwielas
los.
3. Verwijder de rubber dop en haal dan
de wielas los.
4. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-36.
5. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
DCA00048
LET OP:_ Bekrachtig de rem niet terwijl het wiel
samen met de remschijf is verwijderd,
anders worden de remblokken tegen el-
kaar vastgeklemd. _
1. Snelheidsmeterkabel
1. Klembout voorwielas
2. Rubber dop
3. Wielas
U5KRD1.book Page 37 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 70 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-38
6
DAU04352
Aanbrengen van het voorwiel
1. Monteer de wielnaaf en het de tand-
wieloverbrenging voor de snelheids-
meter zodanig aan elkaar dat de
nokjes in de sleuven vallen.
2. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
_OPMERKING:Controleer of er voldoende afstand bestaat
tussen de remblokken alvorens de rem-
schijf ertussen te schuiven; de sleuf in de
tandwieloverbrenging voor de snelheids-
meter moet over de aanslag op de vorkpoot
vallen. _3. Steek de wielas naar binnen.
4. Laat het voorwiel zakken zodat dit op
de grond rust.
5. Zet de wielas en de wielasklembout
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment en breng dan de rubber dop
aan.6. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
7. Sluit de snelheidsmeterkabel aan. 1. Aanslag snelheidsmeterunit
Aanhaalmomenten:
Wielas:
59 Nm (5,9 m·kgf)
Klembout voorwielas:
20 Nm (2,0 m·kgf)
U5KRD1.book Page 38 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 71 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-39
6
DAU03189
Achterwiel Verwijderen van het achterwiel
DW000122
WAARSCHUWING
_
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
_1. Draai de wielasmoer los en de moer
van de remankerstang bij de reman-
kerplaat.
2. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-37.
3. Haal de remankerstang los van de re-
mankerplaat door de moer en de bout
te verwijderen.
4. Verwijder de stelmoer voor vrije rem-
pedaalslag en haal dan de rempedaal-
stang los van de remnokhefboom.5. Draai de borgmoer los en draai de
stelmoer voor kettingspanning los aan
beide uiteinden van de swingarm.
6. Verwijder de wielasmoer en trek dan
de voorwielas los.
7. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
OPMERKING:_ De aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-
ren en aan te brengen. _8. Verwijder het wiel.
1. Wielasmoer
2. Remankerstang
3. Remankerstangmoer en bout
4. Rempedaalstang
5. Stelmoer vrije slag rempedaal
1. Wielas
2. Stelmoer van de doorbuiging aandrijfketting
3. Borgmoer
U5KRD1.book Page 39 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 72 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-40
6
DAU04487
Aanbrengen van het achterwiel
1. Steek de wielas in vanaf de linkerzijde
en breng dan de wielasmoer aan.
2. Breng de aandrijfketting aan over het
achtertandwiel en stel dan de aandrijf-
ketting strak. (Zie pagina 6-25 voor de
werkwijze bij spannen van de aandrijf-
ketting.)
3. Laat het achterwiel zakken zodat dit
op de grond rust.
4. Monteer de rempedaalstang aan de
remnokhefboom en breng dan de stel-
moer voor vrije rempedaalslag aan op
de rempedaalstang.
5. Koppel de remankerstang aan de re-
mankerplaat door de bout en de moer
aan te brengen en zet dan de moer
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment.6. Draai de wielasmoer vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
7. Stel de stand en de vrije slag van het
rempedaal af. (Zie pagina 6-20 voor
afstelprocedures voor de stand en de
vrije slag van het rempedaal.)
DW000103
WAARSCHUWING
_ Controleer de werking van het remlicht
na het afstellen van de vrije rempedaal-
slag. _
DAU01008
Storingzoeken Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in mo-
torvermogen.
In het volgende storingzoekschema is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de ervaring en
vakkennis om het nodige onderhoud aan de
machine correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn. Aanhaalmoment:
Bevestigingsmoer remankerstang:
23 Nm (2,3 m·kgf)
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
104 Nm (10,4 m·kgf)
U5KRD1.book Page 40 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM