Page 25 of 104

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.OPMERKING:_ De tankdop kan alleen worden aangebracht
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct aangebracht en ver-
grendeld is. _
DW000024
WAARSCHUWING
_ Controleer of de tankdop correct is aan-
gebracht alvorens te gaan rijden. _
DAU03753
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals ge-
toond.
DW000130
WAARSCHUWING
_
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
_
DAU00185
LET OP:_ Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-
len. _
DAU04202*
DCA00102*
LET OP:_ Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan motoronderdelen
als kleppen, zuigerringen, uitlaatsys-
teem, etc. _
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
17 L
Reservehoeveelheid:
4,5 L
U5PBD1.book Page 8 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM
Page 26 of 104

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan brandstof van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
DAU02969
Brandstofkraan Via de brandstofkraan wordt de brandstof
van de tank naar de carburateurs gevoerd
en bovendien gefilterd.
De standen van de hendel van de brand-
stofkraan worden als volgt toegelicht en ge-
toond in de afbeeldingen.
OFF
Met de hendel van de brandstofkraan in
deze stand is de brandstoftoevoer afgeslo-
ten. Draai de hendel van de brandstofkraan
altijd in deze stand als de motor uit staat.ON
Met de hendel van de brandstofkraan in
deze stand stroomt brandstof naar de car-
burateurs. Draai de hendel van de brand-
stofkraan naar deze stand om de motor te
starten en te gaan rijden.1. Spits uiteinde over “OFF”OFF: gesloten stand
1. Spits uiteinde over “ON”ON: normale stand
U5PBD1.book Page 9 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM
Page 27 of 104

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
RES
Dit is de reservestand. Met de hendel van
de brandstofkraan in deze stand is de re-
servehoeveelheid brandstof beschikbaar.
Draai de hendel van de brandstofkraan
naar deze stand wanneer u tijdens het rij-
den zonder brandstof komt te staan. Vul in
zo’n geval zo snel mogelijk brandstof bij en
vergeet daarna niet de hendel van de
brandstofkraan weer terug naar “ON” te
draaien!
DAU02973
Chokehendel “” Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de chokehendel richting
a om de
choke aan te zetten.
Beweeg de chokehendel richting
b om de
choke uit te zetten.
DCA00038
LET OP:_ Gebruik de startcarburateur (choke) niet
langer dan 3 minuten, anders zal de uit-
laatpijp mogelijk door extreme hitte ver-
kleuren. Bovendien treedt
naverbranding op in de uitlaat als de
choke te lang wordt gebruikt. Zet in zo’n
geval de startcarburateur (choke) uit. _
1. Spits uiteinde over “RES”
RES: reserve -stand
1. Chokehendel “”
U5PBD1.book Page 10 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM
Page 28 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU01710
Zadels (XVS1100)Duozadel
Verwijderen van het duozadelVerwijder de moer en trek dan het duozadel
omhoog.Aanbrengen van het duozadel
Steek het uitsteeksel aan de voorzijde van
het duozadel in de zadelbevestiging zoals
afgebeeld, plaats het zadel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de moer aan.Motorrijderzadel
Verwijderen van het motorrijderzadel
1. Verwijder het duozadel.
2. Verwijder de bouten en de steun en
trek dan het motorrijderzadel omhoog.
1. MoerXVS1100
1. Uitsteeksel
2. ZadelbevestigingXVS1100
1. Bout (× 2)
2. SteunXVS1100
U5PBD1.book Page 11 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM
Page 29 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
Aanbrengen van het motorrijderzadel1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde
van het motorrijderzadel in de zadel-
bevestiging zoals afgebeeld en plaats
dan het zadel in de oorspronkelijke po-
sitie.
2. Breng de losgehaalde steun en de
bouten aan.
3. Installeer het duozadel.OPMERKING:_ Controleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden. _
DAU03202
Zadels (XVS1100A)Duozadel
Verwijderen van het duozadelVerwijder de bout en trek dan het duozadel
omhoog.Aanbrengen van het duozadel
Steek het uitsteeksel aan de voorzijde van
het duozadel in de zadelbevestiging zoals
getoond, plaats het zadel in de oorspronke-
lijke positie en breng dan de bout aan.
1. Uitsteeksel (× 2)
2. Zadelbevestiging (× 2)XVS1100
1. BoutXVS1100A
1. Uitsteeksel
2. ZadelbevestigingXVS1100A
U5PBD1.book Page 12 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM
Page 30 of 104

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
Motorrijderzadel
Verwijderen van het motorrijderzadel1. Verwijder het duozadel.
2. Verwijder de bout en trek dan het rij-
derzadel omhoog.Aanbrengen van het motorrijderzadel
1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde
van het rijderzadel in de zadelbevesti-
gingen zoals getoond, plaats het zadel
in de oorspronkelijke positie en breng
dan de bout aan.
2. Installeer het duozadel.OPMERKING:_ Controleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden. _
DAU00260
Helmbevestiging Steek de sleutel in het slot en draai deze
dan zoals afgebeeld om de helmbevesti-
ging te openen.
Vergrendel de helmbevestiging door deze
in de oorspronkelijke positie te plaatsen en
dan de sleutel uit te nemen.
DW000030
WAARSCHUWING
_ Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt en een
ongeval niet uitgesloten is. _
1. BoutXVS1100A
1. Uitsteeksel (× 2)
2. Zadelbevestiging (× 2)XVS1100A
1. Helmbevestiging
U5PBD1.book Page 13 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM
Page 31 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
DAU01869
Opbergcompartiment Het opbergcompartiment bevindt zich aan
de linkerzijde van de motorfiets.Om het opbergcompartiment te openen
1. Schuif het slotplaatje open, steek de
sleutel in het slot en draai hem dan
rechtsom.2. Trek de kap van het opbergcomparti-
ment naar buiten zoals afgebeeld.1. Deksel opbergcompartiment
2. Slotplaatje deksel opbergcompartiment
1. Slot opbergcompartiment
1. Deksel opbergcompartiment
U5PBD1.book Page 14 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM
Page 32 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
Om het opbergcompartiment te sluiten
1. Plaats de kap van het opbergcompar-
timent in de oorspronkelijke positie,
zoals afgebeeld.
2. Draai de sleutel linksom, neem de
sleutel uit en sluit dan het slotplaatje.
DAU03194
Afstellen van de
schokdemperunit De schokdemperunit bevindt zich onder het
motorrijderzadel en is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.
DC000015
LET OP:_ Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimuminstel-
waarden te verdraaien. _Stel de veervoorspanning als volgt af.
1. Verwijder het motorrijderzadel. (Zie
pagina 3-11 [XVS1100] of 3-13
[XVS1100A] voor instructies over ver-
wijderen en aanbrengen van het rij-
derzadel.)2. Verwijder elke drukclip uit de bevesti-
gingssteun voor de ontstekingsmodu-
le door ze op het midden in te drukken
en dan los te trekken.
1. Deksel opbergcompartiment
1. Drukclip (× 3)
U5PBD1.book Page 15 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM