UW 307 SW IN DETAIL35
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY Multifunctioneel display B Presentatie Dit kan de volgende informatie weer- geven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (het symbool
¡C knippert bij kans op gladheid),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren (portieren, motorkap),
- waarschuwingen (bijv.: "acculading niet in orde") of berichten (bijv.: "air- bag passagier uitgeschakeld") dietijdelijk worden weergegeven, kun-nen worden gewist door op de knop1 of 2te drukken,
- de boordcomputer (zie desbetref- fende hoofdstuk).Instellen van parameters Druk de knop 1in en houd deze
gedurende 2 seconden ingedrukt.
Vervolgens kunnen door het indruk- ken van de knop 1de verschillende
parameters geselecteerd worden: - de taal,- de snelheidseenheden (km of mijl),- de temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit),
- de tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur),- de uren,- de minuten,
- het jaar,- de maand,- de dag.Door het indrukken van de knop 2
kan de geselecteerde parameter worden gewijzigd. Houd de knopingedrukt om de gegevens in eenhoger tempo in te stellen. Als de knoppen gedurende 10 seconden niet wordt ingedrukt, geefthet display het vorige scherm weeren zijn de wijzigingen opgeslagen.
Om veiligheidsredenenmag de bestuurder hetmultifunctionele displayalleen bedienen als deauto stilstaat.
BassenDruk, als er "BASS"op het display wordt weergegeven, op de toets Eof Fom de bassen in te stellen.
- "BASS -9" minimum instelling bassen,
- "BASS 0" normale stand,
- "BASS +9" maximum instelling bassen.
Toonregeling Druk, als er "TREB"op het display wordt weergegeven, op de toets Eof Fom de hoge tonen in te stellen.
- "TREB -9" minimum instelling hoge tonen,
- "TREB 0" normale stand,
- "TREB +9" maximum instelling hoge tonen.
Loudness-functieMet deze functie kunnen de bassen en hoge tonen bij een gering volume versterkt worden. Druk op de toetsen Eof Fom de functie in of uit te schakelen.
Faderregeling Druk, als er "FAD"op het display wordt weergegeven, op de toets Eof F.
Met de toets Ewordt het volume v——r versterkt.
Met de toets Fwordt het volume achter versterkt.
BalansregelingDruk, als er "BAL"op het display wordt weergegeven, op de toets Eof F.
Met de toets Ewordt het volume rechts versterkt.
Met de toets Fwordt het volume links versterkt.
Automatische volumeregelingMet deze functie wordt het volume automatisch aangepast aan het geluidsniveau ten gevolge van de snelheid van de auto. Druk op de toets Eof Fom de functie in- of uit te schakelen.
UW 307 SW IN DETAIL 41
RDS Gebruik van de RDS-functie (Radio Data Systeem) op FM De RDS -functie biedt de mogelijkheid om naar een zender te luisteren, ongeacht de verschillende frequenties die voor deze
zender gebruikt worden in de diverse regio's.
Druk kort op de toets "RDS"om de functie in of uit te schakelen.
Op het multifunctionele display verschijnt: - "RDS" als deze functie is ingeschakeld,
- "(RDS)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van de zender aangegeven. Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds de sterkste zender die hetzelfde programma uitzendt.
Verkeersinformatie Druk op de toets "TA"om deze functie in of uit te schakelen.
Op het display verschijnt: - "TA" als deze functie is ingeschakeld,
- "(TA)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Als deze functie is ingeschakeld, wordt de geluidsbron die op dat moment te horen is (radio, cassette, CD of CD-wisselaar) onderbroken om voorrang te verlenen aan de ontvangen verkeersinformatie. Druk op de toets "TA"om de verkeersinformatie te onderbreken, de functie is dan uitgeschakeld.
N.B.: het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale volume van de radio. U kunt dit instellen met de volumeknop. De instelling wordt opgeslagen en gebruikt bij volgende berichten.
Regionale functie (REG) Sommige gekoppelde zenders zenden op bepaalde tijdstippen op dezelfde frequentie verschillende, regionale programma's uit. Met deze functie kan een regionaal programma worden beluisterd. Houd hiervoor de toets "RDS"langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen.
UW 307 SW IN DETAIL
44
RDS Gebruik van de RDS-functie (Radio Data Systeem) op FM De RDS -functie biedt de mogelijkheid om naar een zender te luisteren, ongeacht de verschillende frequenties die voor deze
zender gebruikt worden in de diverse regio's.
Druk kort op de toets "RDS"om de functie in of uit te schakelen.
Op het multifunctionele display verschijnt: - "RDS" als deze functie is ingeschakeld,
- "(RDS)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van de zender aangegeven. Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds de sterkste zender die hetzelfde programma uitzendt.
Verkeersinformatie Druk op de toets "TA"om deze functie in of uit te schakelen.
Op het display verschijnt: - "TA" als deze functie is ingeschakeld,
- "(TA)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Als deze functie is ingeschakeld, wordt de geluidsbron die op dat moment te horen is (radio, cassette, CD of CD-wisselaar) onderbroken om voorrang te verlenen aan de ontvangen verkeersinformatie. Druk op de toets "TA"om de verkeersinformatie te onderbreken, de functie is dan uitgeschakeld.
N.B.: het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale volume van de radio. U kunt dit instellen met de volumeknop. De instelling wordt opgeslagen en gebruikt bij volgende berichten.
Regionale functie (REG) Sommige gekoppelde zenders zenden op bepaalde tijdstippen op dezelfde frequentie verschillende, regionale programma's uit. Met deze functie kan een regionaal programma worden beluisterd. Houd hiervoor de toets "RDS"langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen.
UW 307 SW IN DETAIL
44
UW 307 SW IN DETAIL55
Handmatig verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De ove-rige functies worden automatischgeregeld. Bij het indrukken van de
toets "AUTO" zal het systeem weervolledig automatisch functioneren.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van deze toets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. De aan-duiding "ECO" ver-
schijnt op de display. Druk
de toets nogmaals in om de automa-tische werking van de airconditioningte hervatten. De aanduiding "A/C"
verschijnt op de display. Opmerking Condensvorming in de airconditio- ning kan ertoe leiden dat er zich eenklein plasje water onder de autovormt, dit is een normaal verschijnsel.
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde malen in om de luchtstroomte verdelen naar:
Ð de voorruit (ontwasemenof ontdooien), Ð de voorruit en de beenruimte,
Ð de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven-
tilatieroosters en de beenruimte,
Ðde linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters.
6. Luchtopbrengst De luchtopbrengst kan vergroot of ver-kleind worden doorrespectievelijk de
toetsen + of - in te drukken.
7. Toevoer van buitenlucht
Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd.Deze stand, aangegeven
op de display, dient om de toevoervan buitenlucht bij stank en stofover-last af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toetsnogmaals in om de automatischetoevoer van buitenlucht te hervatten. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF" wordt het sys-teem volledig uitgescha-keld.
9. Achterruitverwarming Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.De verwarming wordt auto-
matisch uitgeschakeld. Druk de toetsnogmaals in om de achterruitverwar-ming eerder uit te schakelen.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat te hou-den. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door uw PEUGEOT-ser-vicepunt controleren. Opmerking: laat de ventilatieroos-
ters open staan voor een optimale werking van de airconditioning.
Codekaart Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veili- ge plaats buiten de auto.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geo- pend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in com- binatie met een geluidssignaal de mel-ding
"Batterij afstandsbediening
leeg" op het multifunctionele display.
Neem de schroef los en wip het huismet een muntstuk bij het oog los om debatterij te vervangen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het ver- vangen van de batterij niet werkt, moetdeze opnieuw geprogrammeerd wor-den. Herprogrammeren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk meteen op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. Deafstandsbediening werkt nu
weer.
UW 307 SW IN DETAIL 71
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteemzodra het contact wordt afgezet envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code bes-chikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblok-kering, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem
zal,
als het contact wordt aangezet (2e stand van de sleutel), het verklikker-lampje van de centrale vergrende-lingsschakelaar op het middelstegedeelte van het dashboard snelgaan knipperen in combinatie meteen geluidssignaal en de melding"Storing elektronische startblok-kering" op het multifunctionele dis-
play. De auto kan dan niet gestart worden.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Codekaart Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veili- ge plaats buiten de auto.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geo- pend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in com- binatie met een geluidssignaal de mel-ding
"Batterij afstandsbediening
leeg" op het multifunctionele display.
Neem de schroef los en wip het huismet een muntstuk bij het oog los om debatterij te vervangen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het ver- vangen van de batterij niet werkt, moetdeze opnieuw geprogrammeerd wor-den. Herprogrammeren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk meteen op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. Deafstandsbediening werkt nu
weer.
UW 307 SW IN DETAIL 71
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteemzodra het contact wordt afgezet envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code bes-chikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblok-kering, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem
zal,
als het contact wordt aangezet (2e stand van de sleutel), het verklikker-lampje van de centrale vergrende-lingsschakelaar op het middelstegedeelte van het dashboard snelgaan knipperen in combinatie meteen geluidssignaal en de melding"Storing elektronische startblok-kering" op het multifunctionele dis-
play. De auto kan dan niet gestart worden.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
PORTIEREN Openen van buitenaf Openen van binnenuit
Met de portiergreep van de voorportieren kunnen gelijktijdig ook de andere portierenen de achterklep worden ontgrendeld. Met de portiergreep van de achterportieren wordt daarentegen alleen het desbetref-fende portier ontgrendeld. Opmerking: De portieren kunnen niet met
de portiergrepen worden geopend op het moment dat de supervergrendeling isingeschakeld.
Vergrendelen/ontgrendelen van binnenuit Druk op de knop A.
Met deze knop kunnen de portieren en de achterklep worden vergren-deld en ontgrendeld. Opmerking: Op het moment dat de
supervergrendeling is ingeschakeld, kunnen de portieren niet worden ont-grendeld met knop A. Gebruik dan
de afstandsbediening om te ontgren-delen.
Waarschuwingsmelding "portier open" Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een portier niet goed is geslo-ten, wordt u gedurende enkeleseconden gewaarschuwd door hetknipperen van het verklikkerlampjeverplicht stoppen "STOP"in combi-
natie met een geluidssignaal en het
desbetreffende pictogram op het
multifunctionele display. Kindersloten Beide achterportieren zijn voorzien van een kinderslot om het openenvan binnenuit te verhinderen.
Draai de knop een kwart omwen- teling met de contactsleutel.
UW 307 SW IN DETAIL
74