Page 95 of 128

Storing airbag voorAls dit pictogram verschijnt op het instrumentenpaneelin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Storing Airbag" op
het multifunctionele display, laat hetsysteem dan controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels metgordelkrachtbegrenzers. De elektronische schoksensors registreren een plotselinge vertra-ging van de auto: als de drempel-waarde voor het in werking tredenwordt overschreden, worden de air-bags onmiddellijk opgeblazen enbeschermen ze de inzittenden vande auto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de krachtvan de aanrijding is afhankelijk vanhet soort obstakel en de snelheidvan de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking: Het uit de airbags ont-
snappende gas kan enigszins irriteren. AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd, behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld.
Uitschakelen airbag aanpassagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszij-de altijd uit als u een kinderzitjemet de rug in de rijrichting op devoorstoel plaatst.
Zet het contact uit, steek de sleu- tel in de schakelaar uitschakelingairbag aan passagierszijde 1en
draai deze in de stand " OFF" en
neem de sleutel uit de schake-
laar.
Het verklikkerlampje op het instru-mentenpaneel brandt zolang de air-bag is uitgeschakeld.
* Volgens land van bestemming.
UW 307 IN DETAIL 91
Page 97 of 128

Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten (laat aan passagierszijde uw voeten niet op het dashboard rusten).
¥ Zorg dat er zich geen obstakels (bijvoorbeeld accessoires of huisdieren) bevinden tussen de airbag en de inzitten-den. Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag ver-wonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-service-punt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
¥ De systemen zijn ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat ze daarna door een PEUGEOT-service-punt vervangen.
Airbags voor ¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Zij-airbags* ¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT- servicepunt.
Window-airbags* ¥ Bevestig nooit iets op de stijlen of op de hemelbekleding, dit zou bij het afgaan van de window-airbags kunnen lei- den tot verwondingen aan het hoofd.
¥ Schroef nooit de handgrepen van het dak los; deze maken deel uit van de bevestiging van de window-airbags.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL93
Page 99 of 128

Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten (laat aan passagierszijde uw voeten niet op het dashboard rusten).
¥ Zorg dat er zich geen obstakels (bijvoorbeeld accessoires of huisdieren) bevinden tussen de airbag en de inzitten-den. Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag ver-wonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-service-punt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
¥ De systemen zijn ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat ze daarna door een PEUGEOT-service-punt vervangen.
Airbags voor ¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Zij-airbags* ¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT- servicepunt.
Window-airbags* ¥ Bevestig nooit iets op de stijlen of op de hemelbekleding, dit zou bij het afgaan van de window-airbags kunnen lei- den tot verwondingen aan het hoofd.
¥ Schroef nooit de handgrepen van het dak los; deze maken deel uit van de bevestiging van de window-airbags.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL93
Page 112 of 128

ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard (bestuurders-zijde) en onder de motorkap. De reservezekeringen en de tang A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringen-kast onder het dashboard.
Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst de oorzaak van de sto-ring op te sporen en te (laten) verhel-pen. De nummers van de zekeringenzijn aangegeven op de zekeringen-kast. Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering altijd door een zekering metdezelfde stroomsterkte. Zekeringen dashboard
Draai met een muntstuk de schroef een kwart omwentelinglos en kantel het deksel om bij dezekeringen te komen.
PRAKTISCHE INFORMATIE
106
GoedTang ADefect Zekering Amp Functies*
1 10 A Mistachterlicht.
2 15 A Ruitenwisser achter.
4 15 A Ruitbediening v——r, schuifdak.
5 15 A Remlicht links en voor trekhaak.
7 20 A Plafonnier achter, plaffonnier v——r, kaartleeslampjes,
aansteker, verlichting dashboardkastje.
Page 115 of 128

ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard (bestuurders-zijde) en onder de motorkap. De reservezekeringen en de tang A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringen-kast onder het dashboard.
Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst de oorzaak van de sto-ring op te sporen en te (laten) verhel-pen. De nummers van de zekeringenzijn aangegeven op de zekeringen-kast. Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering altijd door een zekering metdezelfde stroomsterkte. Zekeringen dashboard
Draai met een muntstuk de schroef een kwart omwentelinglos en kantel het deksel om bij dezekeringen te komen.
PRAKTISCHE INFORMATIE
106
GoedTang ADefect Zekering Amp Functies*
1 10 A Mistachterlicht.
2 15 A Ruitenwisser achter.
4 15 A Ruitbediening v——r, schuifdak.
5 15 A Remlicht links en voor trekhaak.
7 20 A Plafonnier achter, plaffonnier v——r, kaartleeslampjes,
aansteker, verlichting dashboardkastje.
Page 128 of 128
TECHNISCHE GEGEVENS121
IDENTIFICATIE VAN UW 307
A. Constructeursplaatje
B. Serienummer op de carrosserie.
C. Serienummer op het dashboard.
D. Banden en kleurcode van de lak. De sticker Dop de portierstijl bij de scharnieren van het bestuurdersportier geeft de volgende informatie:
Ð de maat van de velgen en banden,
Ð de door de constructeur goedgekeurde bandenmerken,
Ð de bandenspanning (deze moet minstens eens per maand bij koude banden gecontroleerd worden) ,
Ð de kleurcode van de lak.
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24