Page 2 of 128

1. Airbag bestuurder.Claxon.
2. Verlichtingsschakelaars en richtingaanwijzers.
3. Stuurkolomschakelaar autoradio.
4. Instrumentenpaneel.
5. Schakelaar ruitenwissers/- sproeiers/bediening
boordcomputer.
6. Alarmknop.
7. Schakelaar centrale vergrendeling.
8. Schakelaar alarmknipper- lichten.
9. Multifunctioneel display.
10. Lichtsensor.
11. Schakelaar Elektronisch Stabiliteits Programma/Anti SlipRegeling (ESP/ASR)*. 12. Middelste verstelbare roos-
ters verwarming/ ventilatie
en regeling luchtopbrengst.
13. Voorruitontwaseming.
14. Inbouwruimte luidspreker (tweeter).
15. Zijruitontwaseming.
16. Verstelbaar zijventilatie- rooster verwarming/ venti- latie en regeling luchtop-brengst.
17. Airbag passagierszijde.
18. Dashboardkastje.
19. Autoradio RB3 of RD3.
20. Schakelaars stoelverwar- ming.
21. CD-wisselaar.
22. Bediening verwarming/ airconditioning.
23. Asbak v——r.
24. Uitstroomopening voor beenruimte achter. 25. 12 V-aansluiting.
26. Versnellingshendel.
27. Bekerhouder.
28. Handrem.
29. Afvalbak.
30. Muntenvakje.
Uitschakeling airbag aan passagierszijde.
31. Stuur-/contactslot.
32. Stuurkolomschakelaar.
33. Zekeringenkast.
34. Schakelaars elektrisch bediende buitenspiegels. Schakelaars elektrisch bediende ruiten. Blokkeerschakelaar elektrisch
bediende ruiten achter.
35. Koplampverstelling.
36. Snelheidsregelaar.
* In de loop van het jaar.
3UW 307 IN EEN OOGOPSLAG
Page 11 of 128
52
54
12UW 307 IN EEN OOGOPSLAG
VERWARMING/ AIRCONDITIONING
Regeling luchtverdeling.
1
Bediening luchttoevoer.
2
Temperatuurregeling.
3
Achterruitverwarmingen verwarming buitenspiegels.
4
Regeling luchtopbrengst.
5
Bediening airconditio-ning.
6
Nr. Symbool Functie
Page 12 of 128
56
13UW 307 IN EEN OOGOPSLAG
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
Nr. Symbool Functie
Regeling luchtopbrengst. Regeling luchtverdeling.
1 23 4 56 7 89 Bediening
luchttoevoer. Bediening air conditioning. Systeem uit.
Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels.
Temperatuurregeling. Automatisch programma "comfort". Automatisch programma "zicht".
Page 54 of 128
UW 307 IN DETAIL
54
AIRCONDITIONING*
1. Airconditioning De airconditioning kan tijdens alle seizoe- nen gebruikt worden. Het systeem stelt uin staat de temperatuur in het interieur Ôszomers te verlagen en zorgt in de winterbij temperaturen boven 0 ¡C voor eensnelle ontwaseming van beslagen ruiten. Druk de schakelaar in, hetverklikkerlampje gaat bran-den. De airconditioning werkt niet alsde knop voor de regeling van deluchtopbrengst op "OFF" staat. Opmerking:
Condensvorming in de
airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein plasje water onderde auto vormt, dit is een normaalverschijnsel. 2. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen.
Page 55 of 128

4. Regeling luchtopbrengstDraai de knop in ŽŽnvan
de vier standen om de
gewenste luchtopbrengst te verkrijgen.
5. Toevoer van buitenlucht De luchtrecirculatie wordtingeschakeld door op deknop 5te drukken. Deze
stand dient om de toevoer
van buitenlucht bij stank en stofover-last af te sluiten. Als deze stand gebruikt wordt terwijl de airco is ingeschakeld, wordt decapaciteit van de airco vergroot. Als deze stand bij vochtig weer wordt gebruikt, bestaat het risico dat de rui-ten beslaan. Zet de knop 5, zodra de omstandig-
heden dit toelaten, weer in de stand toevoer buitenlucht, om het beslaanvan de ruiten te voorkomen. Hierbijdooft het verklikkerlampje.3. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruit en zijruiten (ontwasemen -ontdooien). Ga voor het snel ontwase-
men van de voorruit en de zijruiten als volgt te werk:
Ð stel de temperatuur en de luchtop- brengst in op maximaal,
Ð sluit de middelste ventilatieroos- ters,
Ð schuif de knop van de luchttoe- voerregeling 5in de stand
"Toevoer van buitenlucht" (zodra knop 5wordt losgelaten, gaat het
verklikkerlampje branden),
Ð schakel de airconditioning in door op de toets A/C te drukken.
Luchtstroom naar voorruit,portierruiten en beenruimte.
Luchtstroom naar de been-ruimte. Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middelsteventilatieroosters). Belangrijkevoorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
dan door uw PEUGEOT-servicepuntcontroleren.
6. Achterruitverwarming
Druk de schakelaar bij draaiende motor in om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels* in te schakelen.
De achterruitverwarming gaat na ca.12 minuten automatisch uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterruitverwarming opnieuwgedurende 12 minuten in te schakelen. Druk de schakelaar nogmaals in om de achterruitverwarming eerder uit teschakelen. Opmerking: de airconditioning
veroorzaakt condensvorming, waar- door er na het uitschakelen van deairconditioning een plasje wateronder de auto kan ontstaan. Dit iseen normaal verschijnsel.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL 55
Page 56 of 128
UW 307 IN DETAIL
56
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING*
Automatische werking
1. Temperatuurregeling De gekozen temperatuur wordt weergegeven. Drukop de pijltjestoetsen omde instelling te wijzigen.Instelling op ongeveer 21biedt een optimaal com-fort. 2. Automatisch programma
"comfort"
Druk op de toets "AUTO".Het systeem regelt deluchtgesteldheid in hetinterieur automatisch aande hand van de ingestelde
temperatuur. Hiervoor regelt het sys-
teem de temperatuur, de luchtop-brengst, de luchtverdeling naar deluchtroosters en schakelt het indiennodig de airconditioning in. 3. Automatisch programma
"zicht"
In sommige gevallen kanhet programma "comfort"niet toereikend blijken omde ruiten condens- en ijsvrij
te houden (vocht, veel inzittenden,vorst...). Kies dan het programma"zicht" om de ruiten snel te ontwase-men.
Page 57 of 128

Handmatig verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De ove-rige functies worden automatischgeregeld. Bij het indrukken van de
toets "AUTO" zal het systeem weervolledig automatisch functioneren.
4. AirconditioningBij het indrukken van deze toets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. Deaanduiding "ECO" ver-
schijnt op de display. Druk de toetsnogmaals in om de automatischewerking van de airconditioning tehervatten. De aanduiding "A/C" ver-
schijnt op de display. Opmerking Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een kleinplasje water onder de auto vormt, ditis een normaal verschijnsel. 5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaaldemalen in om de luchtstroomte verdelen naar:
Ð de voorruit (ontwasemen of ont- dooien),
Ð de voorruit en de beenruimte,
Ð de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters en de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters.
6. Luchtopbrengst De luchtopbrengst kan vergroot of ver-
kleind worden doorrespectievelijk de toet-sen + of - in te drukken.
7. Toevoer van buitenlucht
Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd.Deze stand, aangegeven
op de display, dient om de
toevoer van buitenlucht bij stank enstofoverlast af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toetsnogmaals in om de automatischetoevoer van buitenlucht te hervatten. 8. Uit
Bij het indrukken van de toets "OFF" wordt het sys-teem volledig uitgescha-keld.
9. Achterruitverwarming Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels* in te schakelen.De verwarming wordt auto-
matisch uitgeschakeld. Druk de toetsnogmaals in om de achterruitverwar-ming eerder uit te schakelen. Opmerking: De airconditioning
veroorzaakt condensvorming, waar- door er na het uitschakelen van deairconditioning een plasje wateronder de auto kan ontstaan. Dit iseen normaal verschijnsel.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL 57
Page 86 of 128

INDELING VAN HET INTERIEUR
1 - DashboardkastjeHet dashboardkastje is afsluitbaar.
Trek aan de handgreep om het dashboardkastje te openen.De verlichting van het dashboardkastje treedt in werking zodra het wordt geopend.Het dashboardkastje wordt via een afsluitbare* ventilatiebuis voorzien van dezelfde airconditioning als het interieur en
bevat drie aansluitingen* voor een videorecorder.
Bovendien zijn er in het dashboardkastje speciale ruimtes gecre‘erd voor een flesje mineraalwater, een pen, dit instruc- tieboekje, een bril, munten, enz.
2 - Asbak v——r Trek aan het deksel om de asbak te openen. Druk om de asbak te legen na het openen op de lip en trek de asbak omhoog.
3 - Opbergruimte
4 - 12 V-aansluiting De 12 V-aansluiting is van het type aansteker, is voorzien van een dop en kan worden gebruikt als het contact in de stand
accessoires (1e stand van de sleutel) of AAN staat.
5 - Portiervak
6 - Opbergruimte / beker-/flessenhouder
7 - Muntenbakje
8 - Afvalbak Open de afvalbak helemaal om deze te legen (tot voorbij het zware punt) en trek aan de bak om deze eruit te nemen.Maak de bak weer aan het deksel vast om hem terug te zetten.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL 83