202
ONDERHOUDSSCHEMA
Banden op conditie en slijtage controleren en bandensp.event. herstellen\
Werking verlichting (koplampen, richtingaanwijzers, waarschuwings-
knipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje, waarschuwings-\
/controlelampjes, enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers controleren en sproeiermonden afstellen\
Stand wisserbladen controleren en wisserbladen op slijtage controleren
Werking waarschuwingslampje voor versleten remblokken
van de schijfremmen voor controleren
Remblokken achter op conditie en slijtage controleren (schijfremmen)
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie, bodemplaat\
-
bescherming uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen (stof-
kappen, hoezen, enz), en rubber slangen van het rem- en brandstofsystee\
m
Conditie van diverse en/of poly-V-aandrijfriemen visueel controleren
Handrem controleren/afstellen
Klepspeling controleren/afstellen (jtd-motor)
Uitlaatgasemissie/-rook controleren bij dieselmotoren (jtd-motor)
Brandstoffilter vervangen (jtd-motor)
20 40 60 80 100 120 140 160 180
x 1000 km
ç çççç ççç ç
ç çççç ççç ç
ç çççç ççç ç
ç çççç ççç ç
ç çççç ççç ç
çç çç
ç çççç ççç ç çç ç
çç çç
çç ç ç ç çç çç
ç çççç ççç ç
JAARLIJKS
INSPECTIE -
SCHEMA
Voor auto’s waarmee jaarlijks min-
der dan 20.000 km wordt gereden
(bijvoorbeeld ongeveer 10.000 km) is
er een jaarlijks inspectieschema dat
het volgende bevat:
– Banden op conditie en slijtage con-
troleren en bandenspanning eventueel
herstellen (inclusief het reservewiel)
– Werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, waarschuwings -
knipperlichten, bagageruimte, interieur,
dashboardkastje, waarschu wings-/
con trolelampjes, enz.) controleren
– Werking ruitenwissers/-sproeiers
controleren en sproeiermonden af-
stellen
– Stand wisserbladen controleren en
wisserbladen op slijtage controleren
– Remblokken voor (schijfremmen)
op conditie en slijtage controleren
– Visueel de conditie controleren van:
motor, versnellingsbak, aandrijfassen,
uitlaat, brandstof- en remleidingen,
204
Belangrijk Tijdens het
bijvullen mogen de vloei-
stoffen met verschillende
specificaties niet gemengd worden:
als de specificaties van de vloei-
stoffen verschillen, kan de auto
ernstig beschadigd worden.
rubber delen (stofkappen, hoezen,
enz.) en rubber slangen van rem- en
brandstofsysteem
– Acculading controleren
– Visueel de conditie controleren van
de diverse aandrijfriemen
– Vloeistofniveaus controleren en
eventueel bijvullen (motorkoelsys -
teem, remsysteem, ruitensproeiers,
accu, enz.).
– Motorolie verversen
– Motoroliefilter vervangen
– Stof-/pollenfilter vervangen
AANVULLENDE
WERKZAAMHEDEN
Iedere 1.000 km of voor een lange
reis controleren en eventueel bijvul-
len:
– niveau van de koelvloeistof
– niveau van de remvloeistof/ -
vloeistofniveau hydraulische kop-
pelingbediening
– niveau van de olie van de stuur-
bekrachtiging – niveau van de ruitensproeiervloei-
stof
– conditie en spanning van de ban-
den.
Gebruik bij voorkeur producten die
speciaal zijn afgestemd op de LAN-
CIA-modellen (zie “Vullingstabel” in
het hoofdstuk “Technische gege-
vens”).
Iedere 3.000 km het motoroliepeil
controleren en eventueel bijvullen.
Bij het gebruik van de
bagageruimte mogen de
maximale waarden niet
worden overschreden (zie hoofd-
stuk “Technische gegevens”). De
vervoerde lading en de wijze van
belading beïnvloeden de weglig-
ging, ook als de rijhoogte door het
systeem constant wordt gehouden.
230
fig. 11
P4T0186
Het slot vergrendelt als de centrale
portiervergrendeling wordt bediend.
Gebruik voor het openen van de ach-
terklep de handgreep Cboven het slot.
ACHTERKLEP OPENEN MET
AFSTANDSBEDIENING De achterklep kan worden geopend
door knopje D (fig. 12) op de contact-
sleutel in te drukken.BAGAGERUIMTE
Bij het gebruik van de ba-
gageruimte mogen de maxi-
male gewichten niet worden
overschreden (zie hoofdstuk “Tech-
nische gegevens”). Controleer bo-
vendien of de bagageruimte goed ge-
laden is en bevestig de lading even-
tueel met riemen of spanbanden aan
de daarvoor bestemde ringen. Zo
wordt voorkomen dat een voorwerp
bij bruusk remmen naar voren
schiet en letsel veroorzaakt.
OPENEN (fig. 10-11)
Trek voor het openen van de achter -
klep schakelaar A omhoog of steek de
sleutel in het slot Ben draai de sleutel in
stand 1.
De afstand die de schokdempers no-
dig hebben om de rijhoogte weer op
de voorgeschreven waarde te brengen
ligt tussen 300 en 1000 meter,
afhankelijk van de conditie van het
wegdek.
Het systeem zorgt er bovendien voor
dat de koplampen altijd goed zijn af-
gesteld.
fig. 10
P4T0249
fig. 12
P4T0265
236
neer, waardoor er een vlakke laad -
vloer ontstaat in de bagageruimte.
Zitplaatsen achter in normale
stand zetten
1) Plaats de veiligheidsgordels aan
de zijkant, zet de rugleuning weer
recht op en controleer of hij goed vast -
gehaakt zit.
2) Klap vervolgens de zitting terug en
controleer of de veiligheidsgordels niet
gedraaid zitten tussen de zittingen en
de rugleuningen.
3) Monteer de hoofdsteunen weer.
4 ) Monteer het scheidingsnet in het
interieur (indien aanwezig), de hoe-
denplank en de rolhoes weer zoals in
de betreffende paragrafen is be -
schreven. BELANGRIJK
Als u zware voor -
werpen vervoert en u ‘s nachts rijdt,
moet u controleren of de hoogterege-
laars op de koplampen in de juiste
stand staan (zie paragraaf “Koplam-
pen”).
fig. 34
P4T0206
fig. 33
P4T0205
fig. 31
P4T0204
fig. 32
P4T0260
Bagageruimte vergroten
1) Trek de handgreep A (fig. 31)in
het midden van iedere achterzitting in
de rijrichting en klap de zitting naar
voren in de richting van de pijl.
2) Verwijder de hoofdsteunen van de
rugleuningen achter (zie paragraaf
“Hoofdsteunen”) en plaats ze in de
daarvoor bestemde ruimte van de op-
geklapte zitting (fig. 32).
3) De rugleuning kan ontgrendeld
worden door de handgreep op de zij -
kant van de rugleuningen omhoog te
trekken:
B (fig. 33) = rechter rugleuning
C (fig. 34) = linker rugleuning.
4) Plaats de veiligheidsgordels aan
de zijkant en klap de rugleuningen
239
GLOEILAMP
VERVANGEN
BELANGRIJKLees voordat u een
gloeilamp vervangt de opmerkingen
en de voorzorgsmaatregelen in het
hoofdstuk “Noodgevallen”.
PLAFONDVERLICHTING
MIDDENACHTER
Gloeilamp (type C, 12V-C10W) ver-
vangen:
1) Licht het plafondlampje met een
schroevendraaier in punt A (fig. 42)
op. 2
) Verwijder het lampje B (fig. 43)
door het uit de contacten aan de
zijkant los te maken en vervang het
lampje.
3) Monteer het plafondlampje:
plaats eerst de zijde C en druk ver-
volgens op de andere zijde totdat het
lampje vastzit. BAGAGERUIMTEVERLICHTING
(fig. 44)
Gloeilamp (type C, 12V-C10W) ver-
vangen:
1) Verwijder het lampenglas door
met een schroevendraaier de borgveer
A in te drukken.
2) Verwijder het lampje B door het
los te maken uit de contacten aan de
zijkant en vervang het lampje.
3) Monteer het lampenglas: plaats
eerst de zijde C en druk vervolgens op
de andere zijde totdat de borgveer A
is vastgehaakt.
fig. 41
P4T0212
fig. 42
P4T0214
fig. 43
P4T0215
fig. 44
P4T0216
Interieur (onderhoud)..............................224
Interieurverlichting ..................................121
- gloeilamp plafondverlichting
achter ve rvangen ....................................185
- gloeilamp plafondverlichting
voor vervangen ........................................184
Kentekenplaatverlichting
- gloeilamp vervangen..............................183
Kilometerteller ..........................................48
Kinderen (veilig vervoeren) ........................35
Kinderveiligheidsslot ................................131
Klimaatregeling ........................................98
Koelvloeistoftemperatuurmeter ..................47
Koplampen
- lichtbundel afstellen ..............................140
- mistlampen voor afstellen ......................141
- stand koplampen corrigeren ..................140
Koplampsproeiers
- bediening ..............................................113
- koplampsproeiers ..................................221
- vloeistofniveau ......................................210
Koppeling (technische gegevens) ..............250
Kostenbesparing en beperking van uitstoot van schadelijke uitlaatgassen ......................158
- algemene aan wijzingen..........................158
- gebruiksomstandigheden ......................159
- rijstijl ....................................................159
Krik (sedan) ............................................171
Krik (SW)................................................238
Lak (tips voor het behoud van) ............2 22
Lancia CODE ............................................15
Dashboard ............................................13
Dashboardkastje ...................................... 122
Derde remlicht
- gloeilamp ve rvangen (sedan) ................ 183
- gloeilamp ve rvangen (SW) ....................240
Diefstalalarm ............................................18
- afstandsbediening ....................................19
- batterijen afstandsbediening vervangen ..24
- ministeriële goedkeuring ..................25-277
- uitschakelen ...................................... 20-23
Dieselfilter
- condens aftappen ..................................213
Differentieel
- technische gegevens ..............................250
Dimlicht
- bediening ..............................................111
- gloeilamp vervangen..............................179
- lichtbundel afstellen ..............................141
Dop van de bran dstoftank........................ 138
Dorpelverlichting
- gloeilamp vervangen..............................186
Dynamo ..................................................255
Economisch en milieu bewust rijden ......160
Elektrische rui tbediening ........................131
- centrale ruitbediening............................130
Elektrische ruitbed iening achter..............132
Elektrische installatie
(technische gegevens) ..............................255
Elektronische re geleenheden .................... 216
EOBD-systeem ........................................141
Extra accessoi res......................................164
Gebruik van de auto en praktische tips 146
Gereedsc hap .................................... 171-238
Gewichten ........................................ 259-260
Gloeilamp (vervangen) ............................176
- algemene aanw ijzingen..........................177
- typen ...................................... 152-177-178
Goedkeuring afst andsbediening................277
Gordelspanne rs ..........................................39
Grootlicht
- bediening ..............................................111
- gloeilamp ve rvangen..............................179
Grootlichtsignaal (bediening) ..................1 12
Handrem...................................... 116-252
Hendels aan het stuur
- hendel links ..........................................111
- hendel rechts ........................................112
Hoedenplank (SW) ..................................232
Hoofdsteunen ............................................28
Hulpverwarmi ng......................................1 10
ICS van Lancia ........................................57
Identificatiegegevens ................................243
Imperiaal/skidrager
- bevestigingshaken (sedan) ....................140
- bevestigingshaken (SW) ........................237
Inbouwvoorbereiding mob iele telefoon ....139
Inbouwvoorbereiding Telepass ................139
Instrumenten ............................................46
- lichtsterkteregeling ................................115
Instrumentenpaneel ..................................45
- lichtsterkteregeling ................................115
274
275
Lichtbundel afstellen
- koplampen ............................................141
- mistlampen voor..................................141
Luchtfilter ..............................................212
Lybra Statio n Wagon ..............................226
Mistachterlicht
- bediening ..............................................114
- gloeilamp vervangen (sedan) ................182
- gloeilamp vervangen (SW) ....................241
Mistlampen voor
- bediening ..............................................114
- gloeilamp vervangen ..............................181
- lichtbundel afstellen ..............................141
Mobiele telefoon ...................................... 139
Motor
- brandstofsysteem ..........................248-249
- distributie ...................................... 246-247
- identificatiecode ....................................245
- inspuiting/ontsteking ............................248
- koelsysteem .......................................... 250
- motorcode ............................................243
- smeersyst eem ........................................ 250
- technische gegevens ......................246-247
Motor starten
- benzinemotor starten ............................147
- dieselmotor starten ................................148
- motor opwarmen na het starten ............149
- motor uitzetten......................................149
- noodstart ..............................................167
- rollend st arten................................ 149-169
- start-/contactslot ....................................14
- starten met een hulpaccu ......................168 Motorkap
................................................136
Motorolie
- motorolieve rbruik..................................263
- oliepeil controleren ................................209
- specificaties .................................... 264-265
Motoroliepeil............................................ 209
Motorolieverbruik ....................................263
Muntenbakje............................................124
Niveau van de koelvloeistof van het
motorkoelsyst eem.................................... 210
Niveaus (contro leren)..............................206
Noodgevallen ..........................................166
Oliepeil van de stuurbe krachtiging ........211
Onderhoud van de auto............................200
- aanvullende werkz aamheden................204
- geprogrammeerd onderhoud ..................201
- jaarlijks inspectieschema ......................204
- onderhoudsschema ................................202
Opbergvakken .................................. 125-231
Opendak ..................................................127
Opkrikken van de auto............................196
Parkeren ..............................................150
Pasjeshoude r............................................124
Periodieke controles en voor lange reizen..164
Plaatje met lakgegevens .......................... 243
Plafondverlichting voor en achter
- bediening ..............................................121
- gloeilamp ve rvangen...................... 184-185
Plafondverlichting middenachter (SW) ....228 - gloeilamp ve
rvangen..............................239
Portieren
- centrale portiervergrendeling ................129
- centrale ruitbediening............................130
- dorpelverlichting ..................................131
- kinderveiligheidsslot ..............................131
Prestaties ................................................258
Regensensor (ruit enwissers) .................. 113
Relais ......................................................187
Remlichten
- gloeilamp vervangen (sedan) ................182
- gloeilamp vervangen (SW) ....................240
Remmen
- vloeistofniveau ......................................211
- voetrem ................................................252
Remvloeistof/vloeistof koppeling-
bediening ................................................211
Richtingaanwijzers (pijlen)
- bediening ..............................................111
- gloeilamp achter ve rvangen (sedan)......182
- gloeilamp achter vervangen (SW)..........240
- gloeilamp op voorspatbord vervangen....181
- gloeilamp voor vervangen ......................180
Rolhoes (SW) ..........................................232
Rubber slange n ........................................219
Ruiten (reinigen) ....................................223
Ruitensproeiers
- bediening ..............................................112
- ruitenspro eiers......................................221
- vloeistofniveau ......................................210
Ruitenwissers
- bediening ..............................................112