UW 206 CC IN DETAIL61
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaaldelijk in om de luchtstroom te ver-delen naar:
Ð de voorruit (ontwasemen en ontdooien).
Ð de voorruit en de beenruimte.
Ð de beenruimte.
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters en de beenruimte.
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters.
7. Toevoer van buitenlucht Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd. Dezestand, aangegeven op het
display, dient om de toevoer van bui-tenlucht bij stank en stofoverlast af tesluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toets nog-maals in om de automatische toevoervan buitenlucht te hervatten.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van deze toetswordt de airconditioning uitge-schakeld. De aanduiding "ECO"
verschijnt op het display. Druk de
toets nogmaals in om de automatische wer-king van de airconditioning te hervatten. De
aanduiding "A/C" verschijnt op het display.
8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF" wordt het sys-teem volledig uitgeschakeld.
De temperatuur zal dan niet meer opti-maal zijn. Het systeem wordt weer opnieuw met de laatste instellingen ingeschakelddoor op de toets "OFF", "AUTO"of
"Zicht" te drukken.
9. Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen. De
verwarming wordt automatisch uitge-schakeld. Druk de toets nogmaals inom de achterruitverwarming eerder uitte schakelen. Opmerking: Deze functie is uitge-
schakeld wanneer het dak in de baga- geruimte is opgeborgen. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door uw PEUGEOT-service-punt controleren.
Handmatige bediening Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De overi-ge functies worden automatisch gere-geld. Bij het indrukken van de toets
"AUTO" zal het systeem weer volledigautomatisch functioneren.
6. LuchtopbrengstDe luchtopbrengst kanvergroot of verkleindworden door respectie-
velijk de toets + of Ð in te drukken.
Opmerking Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een kleinplasje water onder de auto vormt, dit iseen normaal verschijnsel. Om het beslaan van de ruiten te voor- komen is het raadzaam de stand"ECO" bij koud of vochtig weer niet tegebruiken.
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL
68
VEILIGHEIDSGORDELS De veiligheidsgordels omdoen
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting. Veiligheidsgordels v——r met pyrotechnische gordelspanners en gordelkrachtbegrenzers Dankzij de toepassing van veiligheids- gordels met gordelspanners en gor-delkrachtbegrenzers is de veiligheidvan de voorste inzittenden bij frontaleaanrijdingen nog verder verbeterd. Degordelspanners dienen om, afhanke-lijk van de kracht van de aanrijding, deveiligheidsgordels stevig tegen delichamen van de inzittenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordelspan- ners werken alleen als het contact isaangezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegen hetlichaam van de inzittende getrokkenwordt.
Veiligheidsgordels achter De zitplaatsen achter zijn voorzien van twee driepuntsgordels met oprolauto-maat.
De gordel heeft het mees- te effect als deze strak omhet lichaam gedragenwordt.
De gordelspanners kunnen,afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de airbag in het instrumentenpaneel gaat bijhet afgaan van de gordelspannersbranden. Laat het systeem na een aanrij- ding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt. Het systeem is ontworpen om 10 jaar volledig operationeel tezijn. Laat het voor uw veiligheid binnen 10 jaar na aankoop van de auto
door een PEUGEOT-servicepuntcontroleren.
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL
82
Binnenspiegel De binnenspiegel kent 2 standen:
Ð dagstand (normaal),
Ð nachtstand (antiverblinding).De spiegel kan in de dag- en nacht- stand gezet worden met behulp vanhet hendeltje aan de onderzijde. ELEKTRISCH VERSTELBAREBUITENSPIEGELS Draai knop
1naar links of rechts om de
desbetreffende spiegel te selecteren. Duw knop 1in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen. Elektrisch inklapbare spiegels Draai, als het contact aan is, knop 1in
stand A.
Het uiteinde van het glas van de buitenspiegel aan bestu-urderszijde is asferisch (ditgedeelte is door middel van
een stippellijn afgetekend) om de"dode hoek" op te heffen.
De weergegeven objecten in despiegels aan bestuurders- en pas-sagierszijde lijken verder af dan zein werkelijkheid zijn. Hiermee moet rekening worden gehouden om de afstand tenopzichte van achteropkomend ver-keer goed in te schatten.
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL87
Schakelprogramma's U kunt kiezen uit drie schakelpro- gramma's:
Ð Automatisch (normaal gebruik).
Ð Sport.
Ð Sneeuw.Door een druk op de toets
Aof B
selecteert u respectievelijk het pro-
gramma Sport of Sneeuw. Het gese-lecteerde programma wordt op hetinstrumentenpaneel weergegeven.Druk nogmaals op de schakelaar omweer op het normale programma overte schakelen. Automatisch (normaal gebruik)Het inschakelen van de versnellingen geschiedt automatisch afhankelijk vandiverse parameters, zoals:
Ð de rijstijl.
Ð het profiel van de weg.
Ð de belading van de auto.De versnellingsbak kiest voortdurend uit de diverse in het geheugen opge-slagen programma's welke het meestgeschikt is voor de rijomstandigheden. Programma Sport Het programma Sport geeft automa- tisch voorrang aan een dynamischerijstijl. Programma Sneeuw Het programma Sneeuw biedt in stand D
een soepele rijstijl, aangepast aan
gladde wegen, om de aandrijving en destabiliteit te verbeteren. Er wordt vanuitde 2e
versnelling weggereden en er
wordt iets eerder teruggeschakeld. Bijzonderheden
Ð Bij langdurig remmen schakelt de versnellingsbak automatisch terug om sterker op de motor af te remmen.
Ð Om de veiligheid te verbeteren schakelt de versnellingsbak nietnaar een hogere versnelling als uhet gaspedaal plotseling los laat
(b.v. als u schrikt voor een obstakel).
Ð Om de luchtverontreiniging te ver- minderen is er een speciaal pro-gramma voor deze versnellingsbak,waardoor de motor na een koudestart zo snel mogelijk de ideale tem-peratuur bereikt.
Kickdown Om kortstondig de maximale accelera- tie te verkrijgen zonder de stand vande selectiehendel te wijzigen dient hetgaspedaal volledig te worden inge-trapt. De versnellingsbak schakeltautomatisch terug of handhaaft deingeschakelde versnelling totdat demotor het maximum toerental bereikt.Elke storing in het systeem wordt aangegeven door hetafwisselend knipperen vande verklikkerlampjes Sport
en Sneeuw op het instrumentenpa-neel. In dit geval werkt de versnel-lingsbak met een noodprogramma. Ukunt dan een hevige schok waarne-men bij het selecteren vanuit stand P
naar Rof vanuit stand Nnaar R(zon-
der gevaar voor de versnellingsbak). Rijd niet harder dan 100 km/h.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. Als de motor stationair draait met een ingeschakelde versnelling, kruipt deauto zonder dat gas wordt gegeven. Geef geen gas bij het selecteren van een versnelling als de auto stilstaat. Houd de voet op het rempedaal bij het selecteren van een versnelling bij stil-staande auto. Geef geen gas als er geremd wordt bij een ingeschakelde versnelling.
Trek de handrem aan en selecteer stand P , indien er werkzaamheden moeten wor-
den uitgevoerd bij draaiende motor. Gebruik geen kickdown op een glad wegdek. Zet de selectiehendel nooit in stand N
als de auto rijdt.Zet de selectiehendel nooit in stand P
of Rals de auto niet volledig stilstaat.
Laat geen kinderen alleen in de auto achter als de motor draait.
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL89
ANTI SPIN REGELING (ASR) EN ELEKTRONISCH
STABILITEITS PROGRAMMA(ESP) Deze systemen staan in verbinding
met het ABS en zijn hier een aanvullingop.
Het ASR-systeem past de aandrijf- kracht aan om het doorspinnen van dewielen te voorkomen via de remmenvan de aangedreven wielen en de
motor. De ASR zorgt ook voor meerkoersstabiliteit bij het accelereren. Het ESP-systeem grijpt automatisch via het remsysteem en de motor in alsde koers van de auto afwijkt van dedoor de bestuurder gewenste richting.Uitschakelen van het ASR/ESP-systeem. In bijzondere omstandigheden (als de
auto vastzit in de modder, sneeuw, inmulle grond,...) kan het nuttig zijn hetASR- en ESP-systeem uit te schake-len, zodat de wielen kunnen slippen enweer grip kunnen krijgen.
Druk op de schakelaar "ESP
OFF" , die zich links onder het
stuurwiel bevindt.
Het verklikkerlampje van de schakelaar gaat branden enhet pictogram verschijnt: hetASR/ESP-systeem is uitge-schakeld.
Het systeem wordt opnieuw: automatisch ingeschakeld als het contact opnieuw wordt aangezet.
automatisch ingeschakeld vanaf
50 km/h.
handmatig ingeschakeld doornogmaals op de schakelaar tedrukken.
Werking van het ASR- en ESP-systeem
Als ŽŽn van deze twee syste-men is ingeschakeld, knippert
het desbetreffende pictogram. Controle van werking
Bij een storing in de systemenzal het verklikkerlampje van deschakelaar gaan knipperen enhet pictogram verschijnen incombinatie met een geluidssig-
naal en de melding "ESP/ ASR buiten
werking" op het multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepuntom het systeem te laten controleren.
Het ESP-systeem zorgtvoor meer veiligheid tijdenshet rijden. De bestuurdermag zich echter nooit latenverleiden tot het nemen van
meer risico's of het te hard rijden. De goede werking van het systeem wordt verzekerd door de naleving vande voorschriften van de constructeurop het gebied van wielen (banden envelgen), onderdelen van het remsys-teem, elektronische onderdelen als-mede de montageprocedure en hetuitvoeren van werkzaamheden door
een PEUGEOT-servicepunt. Laat het systeem na een aanrijding
controleren door een PEUGEOT-servicepunt.
07-10-2002
PRAKTISCHE INFORMATIE105
Zekeringenkast dashboard Draai de schroef een kwart omwente- ling met een muntstuk los en verwijderde afdekplaat om bij de zekeringen tekomen. De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringenkastonder het dashboard. Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord enverholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringenkast.
Gebruik de tang
A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd dooreen zekering met dezelfde stroomsterkte.
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap.
07-10-2002
Goed Defect
Tang A
PRAKTISCHE INFORMATIE105
Zekeringenkast dashboard Draai de schroef een kwart omwente- ling met een muntstuk los en verwijderde afdekplaat om bij de zekeringen tekomen. De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringenkastonder het dashboard. Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord enverholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringenkast.
Gebruik de tang
A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd dooreen zekering met dezelfde stroomsterkte.
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap.
07-10-2002
Goed Defect
Tang A
Zekering AmpFuncties
1 15 A Stoelverwarming - sirene alarm
4 20 A
Multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - verlichting bagageruimte - autoradio - regensensor
5 15 A Diagnosesysteem automatische transmissie
6 10 A Koelvloeistofniveaumeter - automatische transmissie - autoradio - stuurwielsensor (ESP)
7 15 A Dubbele bediening lesauto - naderhand ingebouwd alarmsysteem - regensensor
9 30 A Hydraulische pomp
10 40 A Verwarming buitenspiegels 11 15 A Ruitenwissers
12 30 A Elektrisch bediende ruiten voor
14 10 A Servicecentrale motor - airbags - stuurkolomschakelaars
15 15 A
Instrumentenpaneel - multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - airconditioning - autoradio
16 30 A Bediening centrale portiervergrendeling
20 10 A Remlicht rechts
21 15 A Remlicht links - derde remlicht
22 30 A Plafonnier voor - verlichting dashboardkastje - aansteker
S1 Shunt Shunt parc PRAKTISCHE INFORMATIE
106
07-10-2002