Page 68 of 124

UW 206 CC IN DETAIL69
Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in com- binatie met een geluidssignaal de mel-ding
"Batterij afstandsbediening
leeg" op het multifunctionele display.
Draai de schroef los en wip het huis meteen muntstuk bij het oog los om de bat-terij te vervangen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het ver- vangen van de batterij niet werkt,moet deze opnieuw geprogrammeerdworden.
SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de portieren, de achterklep (openen) ende tankdop
onafhankelijk van elkaar
vergrendeld of ontgrendeld worden,kunnen het stuurslot en het slot vanhet dashboardkastje worden bedienden kan de airbag aan passagierszijdeworden uitgeschakeld. Centrale vergrendelingMet behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier: Ð
kunnen de portieren en het kofferdek- sel gelijktijdig vergrendeld worden,
Ð kunnen de portieren gelijktijdig ont- grendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleen ontgren-deld worden met de sleutel in hetslot van het kofferdeksel.
Wanneer een van de portieren is geo- pend, werkt de centrale vergrendelingniet. Afstandsbediening Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd.
Vergrendelen Druk op de knop
Aom de auto te ver-
grendelen. Het vergrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2 secondenbranden van de richting-aanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de portieren te
ontgrendelen. Het ontgrendelen wordt bevestigddoor het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerkingen: Als de auto is vergren-
deld en per ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat binnen 30 seconden eenvan de portieren wordt geopend, wordtde auto automatisch weer vergren-deld. Druk de knop van de afstandsbedie- ning niet buiten het bereik van de autoin. Hierdoor kan het systeem buitenwerking raken. In dat geval moet deafstandsbediening opnieuw gepro-grammeerd worden. Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
Druk op de knop A, de plafonnier
gaat branden en de knipperlichten knipperen gedurende enkeleseconden.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geo- pend terwijl de sleutel nog in het contactsteekt, klinkt er een geluidssignaal.
Herprogrammeren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
07-10-2002
Page 72 of 124
UW 206 CC IN DETAIL
72
MOTORKAPSTEUN Plaats de stang in de uitsparing om de motorkap te ondersteunen. Druk de stang in de houder alvorens de motorkap te sluiten. Sluiten Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat deze aan het einde van de slagin het slot vallen. Controleer of demotorkap goed vergrendeld is.
MOTORKAP OPENEN Binnenzijde:
trek aan de hendel aan
de linker zijde onder het dashboard. Buitenzijde: druk de veiligheidshaak
omhoog en til de motorkap op. BRANDSTOF TANKEN Het tanken dient met
afgezette motor
te geschieden. Steek de sleutel in het slot en draai deze linksom.
Trek de tankdop uit de vulopening.Op een label staat de voorgeschreven soort brandstof aangegeven. Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto nooit meer dan 3 keer auto-matisch uitspringen. Indien dit welgebeurt kunnen er storingen optreden. De inhoud van de brandstoftank
bedraagt ca. 47 liter.
07-10-2002
Page 85 of 124
UW 206 CC IN DETAIL85
DASHBOARDKASTJE
Het dashboardkastje is afsluitbaar.
Trek aan de handgreep om het dash- boardkastje te openen. De verlichting van het dashboardkast- je gaat dan branden. 1.
Vak voor boorddocumentatie.
2. Bekerhouder.
3. Pennenhouder.
4. Brillenvak.
5. Kaartenvak.
6. Muntenvak. FLESSENHOUDER
Tussen de twee rugleuningen achterin is een flessenhouder aangebracht.
Trek aan de bovenzijde van het deksel om deze te openen.SJOROGEN Gebruik de 4 sjorogen op de vloer van de bagageruimte om uw bagage ste-vig vast te zetten. BAGAGENET Bevestig het bagagenet aan de sjor- ogen om uw bagage vast te zetten.
07-10-2002
Page 90 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
90
AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd (behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld).
Storing airbag voor Als dit verklikkerlampje gaat branden in combinatie meteen geluidssignaal en de mel-
ding "Storing Airbag" op het multi-
functionele display, raadpleeg dan een
PEUGEOT-servicepunt om het sys-teem te laten controleren.
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels metgordelkrachtbegrenzers. De elektronische schoksensors regis- treren een plotselinge vertraging vande auto: als de drempelwaarde voorhet in werking treden wordt overschre-den, worden de airbags onmiddellijkopgeblazen en beschermen de inzit-tenden van de auto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor een afdoen-de bescherming; de kracht van deaanrijding is afhankelijk van het soortobstakel en de snelheid van de autoop dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:
Het uit het kussen ont-
snappende gas kan enigszins irriteren. Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijdealtijd uit als u een kinderzitje met derug in de rijrichting op de voorstoelplaatst.
Zet het contact uit, steek de sleutel in de schakelaar voor uitschakelenvan de airbag aan passagierszijde1, draai deze in de stand "OFF"en
verwijder de sleutel zonder de standvan de schakelaar te veranderen.
Het verklikkerlampje op het in-strumentenpaneel brandtzolang de airbag is uitgescha-keld.
* Volgens land van bestemming.
07-10-2002
Page 92 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
92
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥ Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten (laat aan passagierszijde niet uw voeten op het dashboard rusten).
¥ Zorg dat er zich geen obstakels bevinden tussen de airbag en de inzittenden. Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-servicepunt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
¥ De systemen zijn ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat ze voor uw veiligheid binnen 10 jaar na aan- koop van de auto door een PEUGEOT-servicepunt controleren.
Airbags voor
¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Zij-airbags
¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
07-10-2002
Page 94 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
92
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥ Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten (laat aan passagierszijde niet uw voeten op het dashboard rusten).
¥ Zorg dat er zich geen obstakels bevinden tussen de airbag en de inzittenden. Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-servicepunt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
¥ De systemen zijn ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat ze voor uw veiligheid binnen 10 jaar na aan- koop van de auto door een PEUGEOT-servicepunt controleren.
Airbags voor
¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Zij-airbags
¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
07-10-2002
Page 107 of 124
PRAKTISCHE INFORMATIE105
Zekeringenkast dashboard Draai de schroef een kwart omwente- ling met een muntstuk los en verwijderde afdekplaat om bij de zekeringen tekomen. De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringenkastonder het dashboard. Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord enverholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringenkast.
Gebruik de tang
A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd dooreen zekering met dezelfde stroomsterkte.
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap.
07-10-2002
Goed Defect
Tang A
Page 108 of 124
PRAKTISCHE INFORMATIE105
Zekeringenkast dashboard Draai de schroef een kwart omwente- ling met een muntstuk los en verwijderde afdekplaat om bij de zekeringen tekomen. De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringenkastonder het dashboard. Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord enverholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringenkast.
Gebruik de tang
A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd dooreen zekering met dezelfde stroomsterkte.
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap.
07-10-2002
Goed Defect
Tang A