Page 57 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-12
6
OPMERKING:_ l
Het olieniveau in het cardanhuis moet
worden gecontroleerd terwijl de motor
koud is.
l
Zorg dat de motorfiets rechtop staat bij
het controleren van het motorolieni-
veau. Wanneer de motorfiets iets
schuin staat, kan het olieniveau al fou-
tief worden afgelezen.
_2. Verwijder de olievulplug en controleer
het olieniveau in het cardanhuis.
OPMERKING:_ Het olieniveau moet bij de rand van de vulo-
pening staan. _3. Als de olie onder de rand van de vulo-
pening staat, vul dan genoeg olie van
de aanbevolen soort bij tot het correc-
te niveau.
Verversen van de cardanolie
1. Plaats een bakje onder het cardanhuis
om de gebruikte olie op te vangen.
2. Verwijder de olievulplug en de aftap-
plug om de olie uit het cardanhuis af te
tappen.
3. Breng de olieaftapplug voor het car-
danhuis aan en zet hem vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
4. Vul de aanbevolen cardanolie bij tot
aan de rand van de vulopening.
OPMERKING:_ GL4 is een kwaliteitsaanduiding. Een car-
danolie met de aanduiding GL5 of GL6 mag
ook worden gebruikt. _5. Breng de olievulplug aan en zet vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
6. Controleer het cardanhuis op olielek-
kage. Zoek ingeval van lekkage naar
de oorzaak.
1. Aftapplug cardanolie
2. Vulplug cardanolie
3. Correct olieniveau
Aanhaalmoment:
Aftapplug cardanolie:
23 Nm (2,3 m·kg)
Aanbevolen cardanolie:
Zie pagina 8-2
Oliehoeveelheid:
0,19 L
Aanhaalmoment:
Vulplug cardanolie:
23 Nm (2,3 m·kg)
D_5bn.book Page 12 Wednesday, October 4, 2000 7:41 PM
Page 58 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-13
6
DAU00586*
Reinigen van het
luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Reinig het luchtfilterelement vaker als u
in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
1. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen.
2. Trek het luchtfilterelement los.3. Geef een paar tikjes tegen het luchtfil-
terelement om het meeste stof en vuil
te verwijderen en blaas dan het nog
achtergebleven vuil weg met perslucht
zoals afgebeeld. Vervang het luchtfil-
terelement als dit beschadigd is.4. Steek het luchtfilterelement in het
luchtfilterhuis zoals in de afbeelding.1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef (´ 3)
1. Luchtfilterelement
1. Houder luchtfilterelement
2. Uitsteeksel
3. Sleuf
D_5bn.book Page 13 Wednesday, October 4, 2000 7:41 PM
Page 59 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
6
DC000082*
LET OP:_ l
Controleer of het luchtfilterelement
correct in het luchtfilterhuis is ge-
plaatst.
l
Laat de motor nooit draaien zonder
dat het luchtfilterelement aanwezig
is, dat kan leiden tot overmatige
slijtage bij de zuigers en/of de cilin-
ders.
_5. Monteer het deksel van het luchtfilter-
huis door de merkstrepen in lijn te
brengen en installeer dan de schroe-
ven.
DAU00630
Afstellen van de carburateurs De carburateurs vormen een belangrijk on-
derdeel van de motor en moeten zeer pre-
cies worden afgesteld. Laat daarom de
meeste carburateurafstellingen over aan
een Yamaha dealer die over de benodigde
vakkennis en ervaring beschikt. De afstel-
ling die in het volgende hoofdstuk is be-
schreven, wordt echter als onderdeel van
het routineonderhoud beschouwd en kan
wel door de eigenaar worden uitgevoerd.
DC000095
LET OP:_ De carburateurs zijn afgesteld en uitge-
breid getest in de fabriek van Yamaha.
Als deze afstellingen worden gewijzigd
zonder dat voldoende technische kennis
aanwezig is, kan de werking van de mo-
tor achteruitgaan of wordt de motor be-
schadigd. _
1. Uitlijnmerktekens
D_5bn.book Page 14 Wednesday, October 4, 2000 7:41 PM
Page 60 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
6
DAU01168
Afstellen van het stationair
toerental Het stationair toerental moet als volgt wor-
den gecontroleerd en eventueel afgesteld
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.OPMERKING:_ Een diagnosetoerenteller is nodig om deze
afstelling uit te voeren. _1. Bevestig de toerenteller aan de bou-
giekabel.
2. Start de motor en laat gedurende en-
kele minuten warmdraaien op 1.000–
2.000 tpm, terwijl het toerental nu en
dan wordt verhoogd tot 4.000–
5.000 tpm.OPMERKING:_ De motor is voldoende warm als deze snel
reageert op de gasbediening. _
3. Controleer het stationair toerental en
stel dit zo nodig volgens de specificatie
af door de gasklepstelschroef te ver-
draaien. Draai de schroef richting
a
om het stationair toerental te verhogen.
Draai de schroef richting
b om het sta-
tionair toerental te verlagen.
OPMERKING:_ Als het voorgeschreven stationair toerental
niet haalbaar is volgens de hierboven be-
schreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren. _
DAU00635
Afstellen van de vrije slag van de
gaskabel De vrije slag van de gaskabel dient 4–6 mm
te bedragen bij de gasgreep. Controleer de
vrije slag van de gaskabel regelmatig en
laat zo nodig afstellen door een Yamaha
dealer.
1. Gasklepstelschroef
Stationair motortoerental:
1.150–1.250 tpm
a. Vrije slag gaskabel
D_5bn.book Page 15 Wednesday, October 4, 2000 7:41 PM
Page 61 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
6
DAU00637
Afstellen van de klepspeling De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU03362
Banden Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw motorfiets.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit worden
gecontroleerd en eventueel worden bijge-
steld.
DW000082
WAARSCHUWING
_ l
De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is
aan de omgevingstemperatuur).
l
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagage en accessoires dat voor dit
model is vastgesteld.
_XVS650CE-01D
CE-07D
1. Bandwang
a. Bandprofieldiepte
Bandenspanning
(gemeten op koude banden)
Belasting* Voor Achter
Tot 90 kg
200 kPa
(2,00 kg/cm
2,
2,00 bar)225 kPa
(2,25 kg/cm
2,
2,25 bar)
90 kg–maximale
200 kPa
(2,00 kg/cm
2,
2,00 bar)250 kPa
(2,50 kg/cm
2,
2,50 bar)
Maximale belasting* 180 kg
* Totaal gewicht van motorrijder, passagier, bagage
en accessoires
D_5bn.book Page 16 Wednesday, October 4, 2000 7:41 PM
Page 62 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
6
XVS650ACE-01D
CE-07D
DWA00012
WAARSCHUWING
_ De aanwezigheid van bagage is van gro-
te invloed op het weggedrag, de rem- en
rij-eigenschappen en de veiligheid van
uw motor, neem dus de volgende voor-
zorgen in acht. l
DE MOTORFIETS NOOIT OVERBE-
LADEN! Rijden met een overbela-
den motorfiets kan leiden tot
beschadiging van de banden, con-
troleverlies of ernstig letsel. Zorg
dat het totale gewicht van de motor-
rijder, de passagier, de bagage en
de gemonteerde accessoires nooithet voorgeschreven maximumlaad-
gewicht voor de machine over-
schrijdt.
l
Vervoer geen los verpakte spullen
die tijdens de rit kunnen gaan
schuiven.
l
Bevestig de zwaarste spullen op
veilige wijze dicht bij het midden
van de motorfiets en verdeel het ge-
wicht over beide zijden.
l
Pas de luchtdruk in de wielophan-
ging en de bandspanning aan op
het te vervoeren gewicht.
l
Controleer vóór iedere rit de condi-
tie en spanning van de banden.
_
Inspectie van banden
Voor elk rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op het
midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band on-
middellijk door een Yamaha dealer worden
vervangen.CE-08DOPMERKING:_ De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht. _
Bandenspanning
(gemeten op koude banden)
Belasting* Voor Achter
Tot 90 kg
225 kPa
(2,25 kg/cm
2,
2,25 bar)225 kPa
(2,25 kg/cm
2,
2,25 bar)
90 kg–maximale
225 kPa
(2,25 kg/cm
2,
2,25 bar)250 kPa
(2,50 kg/cm
2,
2,50 bar)
Maximale belasting* 200 kg
* Totaal gewicht van motorrijder, passagier, bagage
en accessoires
Minimale bandprofiel-
diepte (voor en achter)1,6 mm
D_5bn.book Page 17 Wednesday, October 4, 2000 7:41 PM
Page 63 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-18
6
DW000079
WAARSCHUWING
_ l
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een motor met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts ef-
fect op de rijstabiliteit, waardoor u
de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
l
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt.
_Bandeninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met tubeless
banden.
DW000078
WAARSCHUWING
_ l
De banden op de voor- en achter-
wielen horen van hetzelfde merk en
dezelfde constructie te zijn, anders
is het weggedrag van de motor mo-
gelijk niet normaal.
l
Na uitgebreide testen zijn alleen de
hieronder vermelde banden voor
dit model goedgekeurd door
Yamaha Motor Co., Ltd.
_CE-10D
CE-10DDAU00681
WAARSCHUWING
_ l
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een motor met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts ef-
fect op de rijstabiliteit, waardoor u
de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
l
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt.
l
Het is sterk af te raden een lekke
binnenband te plakken. Als het niet
anders kan, moet de band zeer
zorgvuldig worden geplakt en dan
zo snel mogelijk worden vervangen
door een nieuwe band van goede
kwaliteit.
_
VOOR (XVS650)
Merk Maat Model
Bridgestone 100/90-19 57S L309
Dunlop 100/90-19 57S F24
ACHTER (XVS650)
Merk Maat Model
Bridgestone 170/80-15 M/C 77S G546
Dunlop 170/80-15 M/C 77S K555
VOOR (XVS650A)
Merk Maat Model
Bridgestone 130/90-16 67S G703
Dunlop 130/90-16 67S D404F
ACHTER (XVS650A)
Merk Maat Model
Bridgestone 170/80-15 M/C 77S G702
Dunlop 170/80-15 M/C 77S D404G
D_5bn.book Page 18 Wednesday, October 4, 2000 7:41 PM
Page 64 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
6
DAU00685
Spaakwielen Let bij de voorgeschreven wielen op het
volgende voor een optimale prestatie, le-
vensduur en veilige werking van uw motor-
fiets.l
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging of kromheid en de spaken
op losheid. Laat ingeval van schade
het wiel door een Yamaha dealer ver-
vangen. Probeer het wiel nooit zelf te
repareren, hoe klein de reparatie ook
is. Vervang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
l
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren,
of kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden tot
gevolg hebben.
l
Rijd niet te snel direct na het verwisse-
len van een band. Het bandoppervlak
dient eerst te zijn ingereden voordat
het zijn optimale eigenschappen ver-
krijgt.
DAU00694
Afstellen van de vrije slag van de
koppelingshendel De vrije slag van de koppelingshendel moet
10–15 mm bedragen, zoals weergegeven.
Controleer de vrije slag van de koppe-
lingshendel regelmatig en stel zo nodig als
volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel los.
2. Draai de stelbout richting
a voor meer
vrije slag van de koppelingshendel.
Draai de stelbout richting
b voor min-
der vrije slag van de koppelingshen-
del.3. Als de voorgeschreven vrije slag van
de koppelingshendel werd gehaald
zoals hierboven beschreven, zet dan
de borgmoer vast en sla de rest van
de afstelprocedure over; zo niet, ga
dan als volgt verder.
4. Draai de stelbout bij de koppe-
lingshendel richting
a om de koppe-
lingskabel losser te stellen.
5. Draai de borgmoer bij het carter los.
6. Draai de stelmoer richting
a voor
meer vrije slag van de koppelingshen-
del. Draai de stelmoer richting
b voor
minder vrije slag van de koppe-
lingshendel.1. Borgmoer
2. Stelbout vrije slag koppelingshendel
c. Vrije slag van koppelingshendel
1. Stelmoer vrije slag koppelingshendel
2. Borgmoer
D_5bn.book Page 19 Wednesday, October 4, 2000 7:41 PM