Page 7 of 94

Reinigen van het luchtfilterelement........................6-13
Afstellen van de carburateur..................................6-15
Afstellen van het stationair toerental......................6-16
Vrije slag van de gaskabel afstellen......................6-17
Banden..................................................................6-17
Gietwielen..............................................................6-20
Afstellen van de vrije slag van de
koppelingshendel.................................................6-20
Afstellen van de vrije slag van de remhendel........6-21
De stand van het rempedaal afstellen...................6-22
Afstellen van de remlichtschakelaar achterrem.....6-22
Controleren van de remblokken voor- en achter...6-23
Controleren van remvloeistofniveau......................6-24
Verversen van remvloeistof...................................6-25
Doorbuiging aandrijfketting....................................6-25
Smeren van de aandrijfketting...............................6-26
Controleren en smeren van de kabels...................6-27
Controleren en smeren van gasgreep en
gaskabel..............................................................6-28
Afstellen van de Autolube pomp............................6-28
Controleren en smeren van rem- en
schakelpedalen....................................................6-29
Controleren en smeren van de rem- en
koppelingshendel.................................................6-29
Controleren en smeren van de zijstandaard..........6-29
Smeren van achterwielophanging.........................6-30
Controleren van de voorvork.................................6-30
Controle van stuursysteem....................................6-31Controleren van wiellagers....................................6-32
Accu.......................................................................6-32
Zekering vervangen...............................................6-33
Koplampgloeilamp vervangen...............................6-34
Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen..........6-35
Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen.............6-36
Ondersteunen van de motorfiets...........................6-37
Voorwiel.................................................................6-37
Achterwiel..............................................................6-39
Storingzoeken........................................................6-41
StoringzoekschemaÕs.............................................6-42
VERZORGING EN STALLING VAN DE
MOTORFIETS.............................................................7-1
Verzorging...............................................................7-1
Stalling.....................................................................7-4
SPECIFICATIES.........................................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE......................................9-1
Identificatienummers................................................9-1
Identificatienummer sleutel......................................9-1
Voertuigidentificatienummer....................................9-1
Modelinformatiesticker.............................................9-2
INHOUDSOPGAVE
789
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 6
Page 70 of 94

6-34
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
2
1
2
1
1.Stekker koplampbedrading
2.Gloeilampkap
DAU01079
Koplampgloeilamp vervangenDe koplampen op deze motorfiets hebben
halogeen gloeilampen. Vervang een kop-
lampgloeilamp als volgt als deze is door-
gebrand.
1.Verwijder het stroomlijnpaneel A.
(Zie pagina 6-6 voor de werkwijze bij
verwijderen en aanbrengen van het
stroomlijnpaneel.)
2.Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de kap over de koplamp-
gloeilamp.
3.Verwijder de gloeilamphouder vol-
gens de instructies hierna en verwij-
der dan de defecte gloeilamp.
OPMERKING:De werkwijze bij verwijderen is afhankelijk
van het type gloeilamphouder dat op uw
motorfiets is gebruikt.
DW000119
X@Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare produc-
ten uit de buurt van een koplampgloei-
lamp en raak het lampglas niet aan
zolang dit niet is afgekoeld.4.Breng een nieuwe gloeilamp aan en
zet deze dan vast met de gloeilamp-
houder.Type
1Type 2
Type 3Type 4 Draaaien
Loshaken
LoshakenDraaaien
DC000103
<>Gebruik geen zekering met een hoger
ernstige schade aan het elektrisch
systeem en mogelijk brandgevaar te
vermijden.3.Draai de sleutel in ÒONÓ en schakel
alle elektrische circuits uit om te zien
of de apparatuur werkt.
4.Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch systeem te tes-
ten.
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 69
Page 71 of 94
6-35
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU01078
Gloeilamp in remlicht/-
achterlicht vervangen1.Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-12
voor instructies over verwijderen en
aanbrengen van het zadel.)
2. Verwijder het paneel A. (Zie pagina
6-6 voor het verwijderen en aan-
brengen van het paneel).
DC000105
<>Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van het
glas, de lichtintensiteit en de levens-
duur nadelig worden be•nvloed. Wrijf
eventuele verontreinigingen en vinger-
afdrukken op het gloeilampglas weg
met een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.5.Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de stekker aan.
6.Breng het stroomlijnpaneel aan.
a
a.Hier niet aanraken
7.Vraag zo nodig een Yamaha dealer
de koplamplichtbundel af te stellen.
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 70