DAU03338
INLEIDING
Welkom in de wereld van Yamaha rijders!
Als bezitter van een TDR125 profiteert u van YamahaÕs ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabri-
ceren van producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft
verworven.
Neem de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u alle voordelen van uw TDR125 optimaal
kunt benutten. Deze gebruikershandleiding geeft instructies over bediening, inspectie en onderhoud van de
motorfiets, terwijl ook wordt beschreven hoe u uzelf en anderen persoonlijk letsel en schade kunt besparen.
De vele tips in deze handleiding helpen u bovendien om uw motorfiets in optimale conditie te houden. Als er ten-
slotte toch nog vragen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u vele veilige en plezierige ritten toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 1
4-1
DAU01114
CONTROLES VOOR HET STARTEN
1
2
34
5
6
7
8
9
De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en
wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het weg-
vallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele
inspectie uit te voeren en bovendien de volgende punten te controleren.
DAU03439
Controlelijst voor gebruik
ONDERDEELCONTROLESPAGINA
Brandstof¥Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
¥Vul zo nodig brandstof bij.
¥Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-7Ð3-9
Tweetakt motorolie¥Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
¥Vul zo nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
¥Controleer de machine op olielekkage.3-10
Versnellingsbakolie¥Controleer het olieniveau in het versnellingsbakhuis.
¥Vul zo nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.6-8Ð6-10
Koelvloeistof¥Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
¥Vul zo nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
¥Controleer het koelsysteem op lekkage.6-10Ð6-13
Voorrem¥Controleer de werking.
¥Als de voorrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
¥Controleer de vrije slag van de remhendel.
¥Stel zo nodig bij.
¥Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
¥Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
¥Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.3-7, 6-21, 6-23Ð6-24
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 28
4-2CONTROLES VOOR HET STARTEN
1
2
34
5
6
7
8
9
Achterrem¥Controleer de werking.
¥Als de achterrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
¥Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
¥Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
¥Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.3-7, 6-22Ð6-24
Koppeling¥Controleer de werking.
¥Smeer de kabel als dat nodig is.
¥Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
¥Stel zo nodig bij.3-6, 6-20Ð6-21
Gasgreep¥Controleer of de werking soepel is.
¥Smeer de gasgreep, de behuizing en de kabel als dat nodig is.
¥Controleer de vrije slag.
¥Stel zo nodig bij.6-17, 6-28
Bedieningskabels¥Controleer of de werking soepel is.
¥Smeer als dat nodig is.6-27
Aandrijfketting¥Controleer of de ketting correct is aangespannen.
¥Stel zo nodig bij.
¥Controleer de conditie van de ketting.
¥Smeer als dat nodig is.6-25Ð6-27
Wielen en banden¥Controleer op schade.
¥Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
¥Controleer de bandspanning.
¥Corrigeer als dat nodig is.6-17Ð6-20
Rem- en schakelpedalen¥Controleer of de werking soepel is.
¥Smeer de pedaalscharnierpunten als dat nodig is.6-29
Rem- en koppelingshendels¥Controleer of de werking soepel is.
¥Smeer zo nodig de hendelscharnierpunten.6-29
Zijstandaard¥Controleer of de werking soepel is.
¥Smeer zo nodig het scharnierpunt.6-29Ð6-30 ONDERDEELCONTROLESPAGINA
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 29
4-3
OPMERKING:Voordat de motorfiets wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. ZoÕn inspectie neemt maar weinig
tijd in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard.
DWA00033
X@Wanneer functies vermeld in de Controlelijst voor Gebruik niet naar behoren werken, laat dan een inspectie uitvoeren en
eventueel repareren voordat u de machine gebruikt.CONTROLES VOOR HET STARTEN
1
2
34
5
6
7
8
9
Framebevestigingen¥Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
¥Zet zo nodig vast.Ñ
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars¥Controleer de werking.
¥Corrigeer als dat nodig is.3-2Ð3-6
Zijstandaardschakelaar¥Controleer de werking van het startspersysteem.
¥Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kijken.3-15Ð3-17 ONDERDEELCONTROLESPAGINA
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 30
6-26
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU03752
Doorbuiging aandrijfketting bijstellen
1.Draai de wielasmoer los en draai
dan de borgmoer los aan beide uit-
einden van de swingarm.
2.Draai om de aandrijfketting strakker
te stellen de stelmoer op beide uit-
einden van de swingarm in de rich-
ting a. Draai om de aandrijfketting
losser te stellen de stelmoer op
beide uiteinden van de swingarm in
de richting ben druk vervolgens het
achterwiel naar voren.
1
4
2
3
a
b1.Wielasmoer
2.Borgmoer
3.Stelmoer
4.Uitlijnmerktekens
DAU03006
Smeren van de aandrijfkettingDe aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders
zal de ketting snel slijten, met name in
vochtige of stoffige gebieden. Onderhoud
de ketting als volgt.
DC000097
<>De aandrijfketting moet worden
gesmeerd nadat de motorfiets is
gewassen of ermee in de regen is
gereden.1.Reinig de aandrijfketting met petro-
leum en een zacht borsteltje.
DCA00053
<>Om beschadiging van de o-ringen te
voorkomen, mag de aandrijfketting
niet worden gereinigd met een stoom-
reiniger of hogedrukreiniger of met
niet-geschikte ontvetters.
OPMERKING:Gebruik voor een goede wieluitlijning de
uitlijnmerktekens aan beide zijden van de
swingarm, om zeker te zijn dat beide stel-
moeren dezelfde positie hebben.
DC000096
<>Een slecht gespannen aandrijfketting
overbelast de motor en andere vitale
delen van de motorfiets, waardoor de
ketting kan slippen of breken. Om dit
te voorkomen moet de spanning van
de aandrijfketting binnen het voorge-
schreven bereik blijven.3.Draai de borgmoeren vast en zet
dan de wielasmoer vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
104 Nm (10,4 m0kg)
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 61
1
2
3
4
5
6
7
8
9
7-3
Na reinigen
1.Droog de motorfiets met een zeem-
leren lap of een vochtabsorberende
doek.
2.Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3.Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrij-
stalen delen te doen glanzen, ook
het uitlaatsysteem. (Zelfs thermische
verkleuringen op roestvrijstalen uit-
laatsystemen kunnen door oppoet-
sen worden verwijderd.)
4.Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen
delen, ook op verchroomde en ver-
nikkelde componenten, om zo corro-
sie te voorkomen.
5.Gebruik een reinigingsspray als uni-
verseel schoonmaakmiddel om
eventueel nog achtergebleven vuil te
verwijderen.
6.Werk kleine lakbeschadigingen bij
veroorzaakt door steenslag e.d.
7.Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.8.Laat de motorfiets volledig drogen
alvorens te stallen of af te dekken.
DWA00001
X@8Controleer of er geen olie of was
aanwezig is op de wielen of de
remmen. Reinig de remschijven
en remvoeringen zo nodig met
een normale remschijfreiniger of
aceton en spoel de banden
schoon met lauw water en een
zachte zeep.
8Test eerst de remwerking en het
weggedrag in bochten alvorens
de motorfiets werkelijk te gaan
gebruiken.
DCA00013
<>8Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
8Breng oliespray of was nooit aan
op rubber of kunststof delen,
behandel deze met een daartoe
bestemd verzorgingsmiddel.
8Vermijd het gebruik van schuren-
de poetsmiddelen, deze tasten de
lak aan.OPMERKING:Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 81