Page 9 of 133
BRANDSTOFVULKLEP Het openen en sluiten van de tankdop geschiedt met behulp van de con- tactsleutel, buiten de centrale vergrendeling om. Brandstof tanken
Tank uitsluitend bij afgezette motor. Op de klep is een houder voor de vuldop aangebracht. Een sticker aan de binnenzijde van de klep vermeldt de voorgeschreven brandstofsoorten.
De inhoud van de brandstoftank bedraagt ongeveer 50 liter.Verklikkerlampje brandstofreserve Het verklikkerlampje brandstofreserve geeft aan dat de hoeveelheid brandstof in de tank minder dan 6 liter is.
OPENEN MOTORKAP Binnenzijde:
trek aan de hand-
greep.
8188
1
UW 306 CABRIOLET IN EEN OOGOPSLAG 9
9
Buitenzijde: Druk de veiligheidshaak 1omhoog
en til de motorkap op.
Page 10 of 133
46
1
12
UW 306 CABRIOLET IN EEN OOGOPSLAG11
ELEKTRISCH BEDIENDE CABRIOLETKAP Openen
- Zet het contact aan.
- Ontgrendel de kap en trek de voorzijde van de kap met de handgrepen aan de zijkantenongeveer 25 cm omhoog.
- Druk op de schakelaar 2tot de
kap gesloten is.
Sluiten
- Zet het contact aan in stand M
en open de portierruiten.
- Druk op de schakelaar 2tot de
kap gesloten is.
- Vergrendel de beide handgre- pen 1aan de zijkanten.
Page 11 of 133
100
1
B
A
UW 306 CABRIOLET IN EEN OOGOPSLAG13
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
P.Parkeerstand.
R. Achteruit.
N. Neutraal vrij.
D. Rijden: automatisch schakelen van de 4 versnellingen.
3. Automatisch schakelen van de eerste 3 versnellingen.
2. Automatisch schakelen van de eerste 2 versnellingen.
1. Selectie van alleen de eerste versnelling. Het selecteren van de 1e versnelling gebeurt als in stand 2op scha-
kelaar 1wordt gedrukt.
Stand van de selectiehendel De stand van de selectiehendel wordt op het instrumentenpaneelweergegeven.
Starten Zet de selectiehendel in de stand N
of Pom te kunnen starten. Trap
het rempedaal in tijdens hetstarten en bij het selecteren vaneen schakelstand.
A. Sportief programma.
B. Programma Sneeuw.
Page 12 of 133
56
123
123
45
UW 306 CABRIOLET IN EEN OOGOPSLAG
12
5 - Luchtrecirculatie.
VENTILATIE/VERWARMING/AIRCONDITIONING
1 - Luchtopbrengstregeling.
2 - Temperatuurregeling. 3 - Luchtverdeling.
Luchtstroom naar de voorruit en zijruiten. Luchtstroom naar de voorruit, portierruiten en beenruimte. Luchtstroom naar de beenruimte.
Luchtstroom alleen naar de linker, rechter en middelste ventilatieroosters.
4 - Aircoschakelaar.
Page 13 of 133

ONDERHOUD VAN UW 306 CABRIOLET
18
UIT TE VOEREN ONDERHOUD Door de lange intervallen hoeft u de werkplaats minder vaak te bezoeken.
¥ Voor modellen met benzinemotor: elke 30.000 km of elke twee jaar. Door de lange intervallen tussen de onderhoudscontroles is het noodzakelijk het motoroliepeil regelmatig te con- troleren: het is normaal dat er tussen twee verversingen motorolie bijgevuld moet worden. Daarom nodigt PEUGEOT u uit voor een tussentijdse controle tussen elke onderhoudsbeurt.
De onderhoudsintervalindicator geeft niet aan wanneer deze controle moet worden uitgevoerd. Voor modellen met benzinemotor is dit na maximaal 15000 km. Een PEUGEOT-monteur voert een kortdurende controle uit. Bovendien worden, indien nodig, vloeistoffen bijgevuld (olie, koelvloeistof, sproeiervloeistof tot 2 liter). Een te laag oliepeil kan ernstige schade aan de motor veroorzaken: controleer daarom het motoroliepeil tenminste elke 3000 of 5000 km, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Deze nieuwe benadering van het onderhoud is mogelijk geworden door de doorontwikkeling van onze auto's en van de smeer- middelen:
DAAROM IS HET VERPLICHT MOTOROLIèN TE GEBRUIKEN DIE GEHOMOLOGEERD ZIJN EN AANBEVOLEN WORDEN DOOR DE CONSTRUCTEUR.
Page 14 of 133

ONDERHOUD VAN UW 306 CABRIOLET19
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De airbag(s) en de pyrotechnische gordelspanners dienen elke 10 jaar vervangen te worden. De remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het pollenfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles) gecon- troleerd te worden. Opmerking:
periodiek vervangen van de koelvloeistof is niet nodig
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden: ¥Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer (b.v. taxi).
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan +30 ¡C.
¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan -15 ¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 20.000 km of elk jaar.
Page 15 of 133

92
UW 306 CABRIOLET IN DETAIL
5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer denormale kilometerstand en de standvan de dagteller aan.
ONDERHOUDSINTERVALINDICATOR
Deze geeft aan hoeveel kilometer u nog verwijderd bent van de eerstvol-gende onderhoudsbeurt volgens hetonderhoudsschema.
Werking
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje (een sleutel die onderhoudswerk-zaamheden symboliseert) gedurende 5 seconden branden. De kilometerteller geeftnu de resterende kilometers (afgerond) totde eerstvolgende beurt aan.
De afstand tot de eerstvolgendebeurt is minder dan 1000 km. De afstand tot de eerstvolgende beurt isoverschreden.
Elke keer als het contact wordt aangezet,gaat het lampje gedurende 5 seconden knip-peren en geeft de teller knipperend het aantalkilometers aan dat er teveel gereden is.
Voorbeeld:
er is nog 4800 km af te
leggen tot de eerstvolgende onder-houdsbeurt. Bij het aanzetten van hetcontact en gedurende 5 secondendaarna geeft de teller aan:
5 seconden na het aanzetten van hetcontact geeft de teller weer denormale kilometerstand aan, maar hetlampje blijft branden. De kilometerto-taalstand en de stand van de dagtel-ler worden aangegeven.
5 seconden na het aanzetten van hetcontact geeft de teller weer denormale kilometerstand aan, maar hetlampje blijft branden. Dit om aan te geven dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden uitge-voerd moeten worden. De kilometer-totaalstand en de stand van de dag-teller worden aangegeven.
Voorbeeld:
er had 300 km eerder een onder-
houdsbeurt uitgevoerd moeten worden. Zeerbinnenkort moeten de onderhoudswerk-zaamheden uitgevoerd worden.
Bij het aanzetten van het contact en gedu-rende 5 seconden daarna geeft de teller aan:
Voorbeeld: er is nog 900 km af te
leggen tot de eerstvolgende onder-houdsbeurt. Bij het aanzetten van het contact en gedurende 5 seconden daarna geeftde teller aan:
Page 16 of 133

193
UW 306 CABRIOLET IN DETAIL
- Zet het contact aan.
- De kilometerteller begint 10 seconden
terug te tellen.
- Laat de knop los voordat de teller stopt.
- De onderhoudsintervallen worden aangegeven.
- Elke keer als de knop 1kort wordt
ingedrukt, wordt de instelling gewij- zigd.
Wijzigen van onderhoudsintervallen
- zet het contact af.
- druk op de knop 1en houd deze
ingedrukt. Voorbeeld:
- Als de juiste instelling wordt weer-
gegeven, druk dan gedurende 10 seconden (teller telt terug) op deknop 1om de instelling te bevesti-
gen. Op 0 zetten
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elke
onderhoudsbeurt weer op 0. Als u zelfde onderhoudsbeurt heeft uitgevoerd,kan de onderhoudsintervalindicator opde volgende wijze op 0 gezet worden:
- Zet het contact af.
- Druk op de knop
1en houd deze
ingedrukt.
- Zet het contact aan.
- De kilometerteller begint 10 seconden terug te tellen.
- Houd de knop 1gedurende
10 seconden ingedrukt.
- De teller geeft [= 0]aan en het
lampje gaat UIT.
Onderhoudsintervallen Als de auto onder bijzondere omstan- digheden wordt gebruikt, moet hetonderhoudsschema voor bijzonderegebruiksomstandigheden wordenaangehouden (zie ÒGarantie-voor-waarden en OnderhoudscontroleÓ). Opmerking:
als de maximale tijd
tussen 2 beurten is verstreken voordat het aantal kilometers wordt bereikt,dan gaat het lampje branden en geeftde teller 0 aan.