Page 89 of 133

A
B
A
B
ONDERHOUD VAN UW 306 CABRIOLET
26
NIVEAUS CONTROLEREN Motor Controle van het motorolieniveau Regelmatig controleren en tussen twee verversingen eventueel oliebijvullen.
(Maximum olieverbruik:
0,5 liter per 1000 km.) De controle dient bij koude motor en horizontaal geplaatste wagen te ge-schieden. 2 merktekens op de peilstok:
A= maxi.
B = mini. Olie verversen
Volgens het PEUGEOT-onderhouds- schema.
- Oliepeilstok (handbediend). Het
oliepeil mag nooit boven het max. merkteken Auitkomen.
- Olieniveaumeter in het instrumen- tenpaneel.
Keuze van de viscositeitgraad De olie dient in ieder geval aan de voorgeschreven kwaliteitsnormen tevoldoen. Oliefilter
Vervang het oliefilterelement regel- matig, volgens het onderhouds-schema. Afgewerkte olie
Vermijd langdurig contact met de huid. Gooi geen afgewerkte olie in afvoer- systemen, in het water of op de grond.
Voor het behoud van de bedrijfszeker- heid van de motor en het emissiere-gelsysteem mag in geen geval eenmiddel aan de motorolie worden toe-gevoegd. Remvloeistof
- Het niveau dient steeds boven het
merkteken DANGER van het reser- voir te staan.
- Raadpleeg bij een sterke daling van het remvloeistofniveau onmiddellijk
uw PEUGEOT-servicepunt.
Olie verversen
- De remvloeistof dient volgens de voorgeschreven intervallen te worden ververst.
- Gebruik remvloeistof die door de constructeur is goedgekeurd enaan de DOT4-normen voldoet.
Koelvloeistof Gebruik uitsluitend de door de constructeur goedgekeurde koel-vloeistof. De koelventilator zorgt voor koeling van de koelvloeistof als de motorwarm is: wacht voor werkzaamhedenaan het koelsysteem tenminste 1 uurnadat de motor is afgezet, omdat deventilator ook nog kan (gaan) werkenals de sleutel uit het contactslot is ver-wijderd en omdat het koelsysteemonder druk staat. Draai bij pech de dop tot het eerste tandje los om de druk te laten ont-
snappen. Als de druk weg is, verwijderdan de dop en vul koelvloeistof bij.
Page 90 of 133

ONDERHOUD VAN UW 306 CABRIOLET27
Reservoir stuurbekrachtiging Open het reservoir bij koude motor (omgevingstemperatuur), het vloei-stofniveau dient boven het MINI endichtbij het MAXI merkteken te staan. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers* Gebruik voor een optimale reiniging en voor uw eigen veiligheid uitsluitend
door PEUGEOT goedgekeurde pro-ducten (4,4 liter of 6 liter metkoplampsproeiers). Accu Laat uw accu voor de winter door een
PEUGEOT-servicepunt controleren. Luchtfilter Periodiek vervangen is een vereiste. Als u in stofrijke gebieden rijdt, moethet luchtfilter twee keer zo vaak ver-vangen worden. Remblokken De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer, veel korte ritten en bijeen sportieve rijstijl. Hierdoor kan hetnoodzakelijk blijken om de remblok-
ken vaker, tussen twee onderhouds-
controles door, te laten controleren. Handgeschakeldeversnellingsbak Niet verversen. Controleer het niveau volgens het onderhoudsschema van
de constructeur. Automatische transmissie Niet verversen. Laat het niveau door
een PEUGEOT-servicepunt volgenshet onderhoudsschema en de voor-geschreven procedure controleren.
Gebruik uitsluitend doorAutomobiles PEUGEOTgoedgekeurde producten. Om de werking van belang-
rijke organen als de stuurbekrach- tiging en het remsysteem te opti-maliseren, selecteert en biedt PEUGEOT specifieke productenaan. Brandstofafsluiter* Bij een zware aanrijding wordt de brandstoftoevoer door de brandtstof-afsluiter onderbroken. Druk op de knop van de brandstof- afsluiter bij de linker veerpoot onderde motorkap om de brandstoftoevoerte herstellen.
* Volgens uitvoering.
Page 91 of 133

ONDERHOUD VAN UW 306 CABRIOLET27
Reservoir stuurbekrachtiging Open het reservoir bij koude motor (omgevingstemperatuur), het vloei-stofniveau dient boven het MINI endichtbij het MAXI merkteken te staan. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers* Gebruik voor een optimale reiniging en voor uw eigen veiligheid uitsluitend
door PEUGEOT goedgekeurde pro-ducten (4,4 liter of 6 liter metkoplampsproeiers). Accu Laat uw accu voor de winter door een
PEUGEOT-servicepunt controleren. Luchtfilter Periodiek vervangen is een vereiste. Als u in stofrijke gebieden rijdt, moethet luchtfilter twee keer zo vaak ver-vangen worden. Remblokken De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer, veel korte ritten en bijeen sportieve rijstijl. Hierdoor kan hetnoodzakelijk blijken om de remblok-
ken vaker, tussen twee onderhouds-
controles door, te laten controleren. Handgeschakeldeversnellingsbak Niet verversen. Controleer het niveau volgens het onderhoudsschema van
de constructeur. Automatische transmissie Niet verversen. Laat het niveau door
een PEUGEOT-servicepunt volgenshet onderhoudsschema en de voor-geschreven procedure controleren.
Gebruik uitsluitend doorAutomobiles PEUGEOTgoedgekeurde producten. Om de werking van belang-
rijke organen als de stuurbekrach- tiging en het remsysteem te opti-maliseren, selecteert en biedt PEUGEOT specifieke productenaan. Brandstofafsluiter* Bij een zware aanrijding wordt de brandstoftoevoer door de brandtstof-afsluiter onderbroken. Druk op de knop van de brandstof- afsluiter bij de linker veerpoot onderde motorkap om de brandstoftoevoerte herstellen.
* Volgens uitvoering.
Page 92 of 133
STUURWIEL IN HOOGTE VERSTELLEN Druk op de hendel om het stuur- wiel te ontgrendelen. Zet het stuurwiel in de gewenste stand en trek aan de hendel omhet stuurwiel te vergrendelen.
ELEKTRISCH BEDIENDE SPIEGELS Draai de knop Anaar links of rechts om de desbetreffende
spiegel te selecteren. Duw de knop in de 4 richtingen om de spiegel af te stellen.
96
12
34
A
94
ELEKTRISCH BEDIENDE RUITEN
1. Schakelaar ruitbediening aan bestuurderszijde Handbediening: duw of trek de schakelaar tot het zware punt. De ruit stopt
zodra de toets wordt losgelaten.Automatische bediening: duw of trek de schakelaar voorbij het zware
punt. De ruit opent of sluit volledig.De automatische bediening werkt alleen als de motor draait.
2. Schakelaar ruitbediening aan passagierszijde
3. Schakelaar ruitbediening links achter
4. Schakelaar ruitbediening rechts achter
UW 306 CABRIOLET IN EEN OOGOPSLAG
8
Page 93 of 133
BRANDSTOFVULKLEP Het openen en sluiten van de tankdop geschiedt met behulp van de con- tactsleutel, buiten de centrale vergrendeling om. Brandstof tanken
Tank uitsluitend bij afgezette motor. Op de klep is een houder voor de vuldop aangebracht. Een sticker aan de binnenzijde van de klep vermeldt de voorgeschreven brandstofsoorten.
De inhoud van de brandstoftank bedraagt ongeveer 50 liter.Verklikkerlampje brandstofreserve Het verklikkerlampje brandstofreserve geeft aan dat de hoeveelheid brandstof in de tank minder dan 6 liter is.
OPENEN MOTORKAP Binnenzijde:
trek aan de hand-
greep.
8188
1
UW 306 CABRIOLET IN EEN OOGOPSLAG 9
9
Buitenzijde: Druk de veiligheidshaak 1omhoog
en til de motorkap op.
Page 94 of 133
82
5
3
21
4
82
UW 306 CABRIOLET IN EEN OOGOPSLAG
10
HOOFDSTEUNEN VOOR- ACHTER
- In hoogte verstellen: verschui-ven.
- Hoek verstellen: kantel de hoofdsteun.
Hoofdsteunen verwijderen: schuif de hoofdsteun in de hoogste standen druk op de pal.
VOORSTOELEN VERSTELLEN
1 Verstelling in lengterichting.
2 Rugleuningverstelling.
3 Hoogteverstelling bestuurdersstoel: trek de telescoopgreep naar
voren en kantel de greep om de stoel te verstellen.
4 Verstellen lendesteun.
5 Toegang tot achterbank.
Page 95 of 133
46
1
12
UW 306 CABRIOLET IN EEN OOGOPSLAG11
ELEKTRISCH BEDIENDE CABRIOLETKAP Openen
- Zet het contact aan.
- Ontgrendel de kap en trek de voorzijde van de kap met de handgrepen aan de zijkantenongeveer 25 cm omhoog.
- Druk op de schakelaar 2tot de
kap gesloten is.
Sluiten
- Zet het contact aan in stand M
en open de portierruiten.
- Druk op de schakelaar 2tot de
kap gesloten is.
- Vergrendel de beide handgre- pen 1aan de zijkanten.
Page 96 of 133
56
123
123
45
UW 306 CABRIOLET IN EEN OOGOPSLAG
12
5 - Luchtrecirculatie.
VENTILATIE/VERWARMING/AIRCONDITIONING
1 - Luchtopbrengstregeling.
2 - Temperatuurregeling. 3 - Luchtverdeling.
Luchtstroom naar de voorruit en zijruiten. Luchtstroom naar de voorruit, portierruiten en beenruimte. Luchtstroom naar de beenruimte.
Luchtstroom alleen naar de linker, rechter en middelste ventilatieroosters.
4 - Aircoschakelaar.