Page 91 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
89
In de stand "OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventuele aanrijding niet. Zet de schakelaar weer op "ON"
zodra het kinderzitje van de voorstoel wordt verwijderd zodat de airbag weeris ingeschakeld. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenverklikkerlampje op het instrumenten-paneel in combinatie met een ge-luidssignaal en een melding op het
functionele display. Als dit lampje bij aangezet contact (2e stand) gaat branden in combinatie meteen geluidssignaal en de melding"Airbag passagierszijde uitgescha-keld" op het multifunctionele display,
betekent dit dat de airbag aan passa-gierszijde is uitgeschakeld (stand"OFF" ).Zij-airbags* Deze zijn aan de zijde van de portie- ren in de rugleuningen van de voor-stoelen aangebracht. Ze worden onafhankelijk van elkaar geactiveerd bij aanrijdingen van opzijwaarbij een kans bestaat op ernstigletsel aan buik, borst of hoofd. Controle van werking Het goed functioneren van het
systeem wordt aangegeven door een verklikkerlampje in het instrumenten-paneel. Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact gedurende 6 seconden branden. Als het verklikkerlampje:
Ð niet brandt na het aanzetten van het contact of,
Ð niet uitgaat na 6 seconden of,
Ð gedurende 5 minuten knippert en dan permanent brandt,
dient u uw PEUGEOT-servicepunt te raadplegen.
* Volgens uitvoering
Page 106 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
103
Zekeringen vervangen De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap. Zekeringenkast dashboard Draai de schroef een kwart omwente- ling met een muntstuk los en verwijderde afdekplaat om bij de zekeringen tekomen.Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord enverholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringenkast.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd dooreen zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed
Defect
* Volgens uitvoering.Zekering Amp Functies*
1 15A Stoelverwarming - sirene alarm
4 20A
Multifunctioneel display - elektronische eenheidnavigatiesysteem - ver-lichting bagageruimte -autoradio - regensensor
5 15A Diagnosesysteem automatische trans-missie
6 10A Koelvloeistofniveau- meter - automa-tische transmissie -autoradio
Page 107 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
103
Zekeringen vervangen De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap. Zekeringenkast dashboard Draai de schroef een kwart omwente- ling met een muntstuk los en verwijderde afdekplaat om bij de zekeringen tekomen.Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord enverholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringenkast.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd dooreen zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed
Defect
* Volgens uitvoering.Zekering Amp Functies*
1 15A Stoelverwarming - sirene alarm
4 20A
Multifunctioneel display - elektronische eenheidnavigatiesysteem - ver-lichting bagageruimte -autoradio - regensensor
5 15A Diagnosesysteem automatische trans-missie
6 10A Koelvloeistofniveau- meter - automa-tische transmissie -autoradio
Page 108 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
104
Zekering AmpFuncties*
7 15A Dubbele bediening lesauto - naderhand ingebouwd alarmsysteem - regensensor
9 30A Hydraulische pomp
10 40A Verwarming buitenspiegels 11 15A Ruitenwissers
12 30A Elektrisch bediende ruiten voor
14 10A Servicecentrale motor - airbags - stuurkolomschakelaars
15 15A
Instrumentenpaneel - multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - airconditioning - autoradio
16 30A Bediening centrale portiervergrendeling
20 10A Remlicht rechts
21 15A Remlicht links - derde remlicht
22 30A Plafonnier voor - verlichting dashboardkastje - aansteker
S1 Shunt Shunt parc
* Volgens uitvoering.
Page 111 of 123

PRAKTISCHE INFORMATIE
107
Accu Laden met behulp van een acculader:
Ð maak de accupoolklemmen los,
Ð volg de aanwijzingen van de fabrikant op de acculader,
Ð sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (Ð) kabel,
Ð controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn meteen (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en de klemmen.
Starten met een hulpaccu:
Ð sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu's,
Ð sluit de groene of zwarte kabel op de (Ð) pool van de hulpaccu aan,
Ð sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel op een zo ver mogelijk van de accu verwijderd massapunt van de te starten auto aan.
Stel de startmotor in werking en start de motor.
Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los. Spaarstand Nadat de motor is afgezet, als het contact in de stand accessoires staat,wordt een aantal elektrische voorzienin-gen (ruitenwissers, ruitbediening, plafon-niers, autoradio, enz.) na een half uurautomatisch uitgeschakeld, om te voor-komen dat de accu ontladen raakt. Op dat moment verschijnt de melding "Spaarstand actief"
op het multi-
functionele display. Als de accu ontladen is, kan de motor niet gestart worden.
- Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor.
- Laad de accu niet op zonder de accukabels los te nemen.
- Zet, elke keer nadat de accukabels zijn aangesloten, het contact AAN en wacht 1 minuut alvorens de motor te starten, zodat de elektronische
systemen ge•nitialiseerd kunnen worden. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt als er zich na deze handeling toch nog problemen voor-doen.
Het is raadzaam de accu los te koppelen als uw auto
langer dan een maand buiten gebruik is.