7UW IN EEN OOGOPSLAG
STARTEN De vier standen van de sleutel in het contact-/stuurslot zijn:STOP:
contact afgezet.
1e stand, Accessoires:
contact afgezet, maar acces-soires functioneren wel.
2e stand, Contact aan:
het contact is aangezet.
Starten:
de startmotor wordt in werkinggezet. Stuurslot Ontgrendel, indien nodig, het stuurslot alvorens te starten.
Verdraai het stuurwiel enigszinsterwijl tegelijkertijd de sleutelwordt gedraaid.
Trap bij het starten het koppeling- spedaal in om het aanslaan tevergemakkelijken. Starten van de motor
Trap het gaspedaal niet in.Stel de startmotor in werking en laat de sleutel los zodra demotor aanslaat.
SLEUTELS Met behulp van de sleutels kunnen
het slot van het kofferdeksel (openen),het slot van de tankdop, het stuurslot,en het slot van het dashboardkastjeonafhankelijk
worden bediend en
kan de airbag aan passagierszijdeworden uitgeschakeld. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier:
Ð kunnen de portieren en het kof- ferdeksel gelijktijdig vergren- deld worden,
Ð kunnen alleen de portieren gelijktijdig ontgrendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleen met desleutel in het slot van het koffer-deksel ontgrendeld worden.
AfstandsbedieningDruk op de knop Aom
de portieren en de ach-terklep te vergrende-len. Dit wordt bevestigd door het gedurendeongeveer twee secon-den branden van derichtingaanwijzers. Druk op de knop B
om de portieren op afstand te ont- grendelen. Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden snel knipperen vande richtingaanwijzers.
* Afhankelijk van bestemming
68
Belast nooit een motor die koud is.
Laat de motor nooit in eenafgesloten ruimte draaien. Breng nooit wijzigingen aan het stuurslot aan.