FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-3
3
DAU00138
Motorstop-schakelaar
De motorstop-schakelaar is een veilig-
heids-schakelaar voor gebruik onder
noodomstandigheden, zoals wanneer de
motorfiets is omgevallen of bij problemen
met de gasklep. Draai de schakelaar naar
“ ” als u de motor wilt starten. In noodge-
vallen draait u de schakelaar naar “ ”.
DAU00134
Lichtschakelaar
Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal het dimlicht, de meterverlichting
en de achterverlichting ingeschakeld wor-
den. Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal de koplamp ook ingeschakeld
worden.
DAU00143
Startschakelaar “ ”
Als u de startschakelaar indrukt zal de start-
motor de motor doen ronddraaien.
DC000005
LET OP:@ Zie, alvorens de motor te starten, de pa-
ragraaf met aanwijzingen over het star-
ten. @
DAU00149
Brandstof (reserve)-schakelaar “FUEL”
Laat deze schakelaar normaal op “ON”
staan, als u rijdt. Als u tijdens het rijden zon-
der benzine komt, draait u de schakelaar
naar “RES”. Stop bij het eerstkomende
benzinestation om bij te tanken en zet daar-
na de schakelaar weer op “ON”.OPMERKING:@ Als de hendel naar reserve “RES” wordt ge-
draaid, blijft er ongeveer 2,5 L benzine in de
tank over. @
DAU00152
KoppelingshendelDe koppelingshendel is bevestigd aan het
linkerhandvat van het stuur, en het ontste-
kingsblokkeersysteem is ingebouwd in het
koppelingshendel-handvat. Om te ontkop-
pelen, trekt u de koppelingshendel in. Om
de koppeling weer te laten opkomen laat u
de koppelingshendel weer langzaam van
het stuur weg gaan. Voor een soepele be-
diening is het het beste om de koppe-
lingshendel snel in te trekken en langzaam
te laten opkomen. (Zie de paragraaf met de
aanwijzingen over het starten, voor een be-
schrijving van het circuit van het ontste-
kingsblokkeersysteem).
1. Motorstop-schakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startschakelaar “ ”
4. Brandstof (reserve)-schakelaar “FUEL”
1. Koppelingshendel
D_3bt_Functions.fm Page 3 Friday, July 2, 1999 11:52 AM
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-10
3
DAU00331
Kontrole van de zijstandaard/
koppelings-
onderbrekingsschakelaarKontroleer, aan de hand van de onder-
staande informatie, de zijstandaard-onder-
brekingsschakelaar en de koppelings-
onderbrekingsschakelaar op een juiste
werking.CD-11D
CD-11D
DW000045
WAARSCHUWING
@ Mocht er iets mis zijn met het onderbre-
kingscircuit, raadpleeg dan onmiddellijk
een Yamaha dealer. @
DRAAI DE KONTAKTSLOT-SCHAKE-
LAAR NAAR “ON” EN DE
MOTORSTOPSCHAKELAAR NAAR
“”.ER IS EEN VERSNELLING INGE-
SCHAKELD EN DE ZIJSTANDAARD IS
OPGEKLAPT.TREK DE KOPPELINGSHENDEL IN
EN DRUK OP DE
STARTSCHAKELAAR.DE MOTOR START.
DE MOTOR SLAAT AF.KLAP DE ZIJSTANDAARD UIT.DE KOPPELING-ONDERBREKINGS-
SCHAKELAAR IS IN ORDE.DE ZIJSTANDAARD-ONDERBRE-
KINGSSCHAKELAAR IS IN ORDE.
D_3bt_Functions.fm Page 10 Friday, July 2, 1999 11:52 AM
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
5-2
5
COPY CF-34D
DRAAI DE KONTAKTSLOT-SCHAKELAAR
NAAR “ON” EN DE MOTORSTOPSCHAKELAAR
NAAR “ ”.
DRUK OP STARTSCHAKELAAR. DE MOTOR
SLAAT AAN.KLAP DE ZIJSTANDAARD OMHOOG EN SCHA-
KEL EEN VERSNELLING IN.
ER IS EEN VERSNELLING INGESCHAKELD EN
DE ZIJSTANDAARD IS OPGEKLAPT:TREK DE KOPPELINGSHENDEL IN EN START
MOTOR MET DE STARTSCHAKELAAR. DE
MOTOR SLAAT AAN.
U KUNT MET DE MOTORFIETS RIJDEN.
U KUNT MET DE MOTORFIETS RIJDEN.
DE VERSNELLING STAAT IN VRIJ EN DE ZIJ-
STANDAARD IS NEERGEKLAPT:
D_3bt_Operation.fm Page 2 Friday, July 2, 1999 11:53 AM
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
5-3
5
1. Draai de kontaktslot-schakelaar naar
“ON” en de motorstop-schakelaar
naar “ ”.
2. Zet de versnelling in vrij.OPMERKING:@ Als de versnelling in vrij staat, dient het vrij-
stand-kontrolelampje op te lichten. Als het
kontrolelampje niet oplicht, raadpleeg dan
een Yamaha dealer voor kontrole. @3. Open de chokeknop (choke) en draai
de gashendel volledig dicht.
4. Start de motor door de startschakelaar
in te drukken.OPMERKING:@ Als de motor niet onmiddellijk aanslaat, laat
de startschakelaar dan los, wacht enkele
sekonden en probeer het nogmaals. Om de
accu te sparen, dient u de startmotor nooit
langer dan 10 sekonden achtereen te laten
draaien. @
5. Als de motor eenmaal loopt, zet u de
chokeknop (choke) voor de helft terug.OPMERKING:@ Voor een lange levensduur van de motor
dient u de motor voor wegrijden warm te la-
ten lopen. Geef nooit vol gas als de motor
nog koud is. @6. Als de motor volledig is opgewarmd,
zet u de chokeknop (choke) helemaal
dicht.OPMERKING:@ De motor is voldoende opgewarmd als
deze goed op de gashendel reageert wan-
neer de chokeknop (choke) volledig uit
staat. @
DAU01258
Starten van een warme motorAls de motor warm is, hoeft u de chokeknop
(starter) niet te gebruiken.
DC000046
LET OP:@ Alvorens de motorfiets voor de eerste
maal te gebruiken, is het raadzaam de
paragraaf “Inrijden” aandachtig door te
lezen. @
D_3bt_Operation.fm Page 3 Friday, July 2, 1999 11:53 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-7
6
DAU02942
MotorolieKontroleren van het oliepeil
1. Plaats de motorfiets op een vlakke on-
dergrond en zorg dat deze recht staat.
Laat de motor enkele minuten warm-
draaien.OPMERKING:@ Let op dat de motorfiets horizontaal staat
als u het oliepeil kontroleert. Als de motor-
fiets iets overhelt, kan dit leiden tot een ver-
keerde aflezing. @
2. Stop de motor en kontroleer het olie-
peil door het kijkvenster, rechtsonder
in het carterdeksel.OPMERKING:@ Wacht, na het afzetten van de motor, enke-
le minuten met het kontroleren van het olie-
peil. @3. Het oliepeil dient zich tussen tussen
de minimum- en maximum-merkte-
kens te bevinden. Als er zich te weinig
olie in de motor bevindt, vul dan olie bij
tot aan het aangegeven nivo.Verversen van de motorolie en vervan-
gen van het oliefilter-element
1. Start de motor en laat deze enkele mi-
nuten warmdraaien.
2. Stop de motor, plaats een opvangbak
onder het motorblok en verwijder de
olievuldop.
1. Oliepeil-afleesglas
2. Maximum-merkteken
3. Minimum-merkteken
1. Motorolie-vuldop
D_3bt_Periodic.fm Page 7 Friday, July 2, 1999 11:54 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-13
6
DAU01168
Afstelling stationair toerentalOPMERKING:@ Voor deze procedure dient u een diagnose-
toerenteller te gebruiken. @1. Sluit de toerenteller aan. Start de mo-
tor en laat deze enkele minuten lang
warmdraaien met een toerental van
1.000 à 2.000 tpm. Laat de motor af
en toe met een wat hoger toerental lo-
pen 4.000 à 5.000 tpm. De motor is
warm als deze snel op de beweging
van de gasgreep reageert.2. Stel het stationair toerental nu op het
voorgeschreven toerental af, door de
gasklepstelschroef te verdraaien.
Draai de schroef in richting
a om het
toerental te verhogen en in richting
b
om het toerental te verlagen.
OPMERKING:@ Als u het toerental niet op de voorgeschre-
ven waarde krijgt, raadpleeg dan een
Yamaha dealer. @
DAU00635
Kontroleren van de vrije speling
van de gaskabelDe gaskabel dient een voorgeschreven
vrije speling van 3 ~ 5 mm te hebben bij het
handvat. Als de vrije speling incorrect is,
laat de speling dan afstellen door een
Yamaha dealer.
1. GasstopschroefStandaard stationair toerental:
1.150 ~ 1.250 tpm
a. Vrije slag
D_3bt_Periodic.fm Page 13 Friday, July 2, 1999 11:54 AM
10-INDEXAAanbevolen snelheden voor op- en
terugschakelen
(alleen voor Zwitserland)........................5-4
Accu ......................................................6-25
Achterrempedaal .....................................3-4
Afstellen van de klepspeling ...................6-14
Afstellen van de pedaalhoogte en de
vrije slag van het achterrempedaal ...... 6-18
Afstellen van de vrije slag van de
voorremhendel.....................................6-17
Afstelling stationair toerental ..................6-13
Afstelling van de achterschokbreker......... 3-9
Afstelling van de carburateur..................6-12
Afstelling van de remlicht-schakelaar ..... 6-19
Afstelling van de vrije slag van de
koppelingshendel.................................6-17BBanden ..................................................6-14
Bedieningselementen/instrumenten ......... 2-3
Benzine....................................................3-5
Benzinetankdop .......................................3-5
Bougies....................................................6-5
Brandstof(reserve)-schakelaar .................3-3CChokeknop (choke) “ ”.......................... 3-6GGereedschapsset.....................................6-1
Grootlicht/dimlicht-schakelaar ..................3-2
Grootlicht-kontrolelampje .........................3-1
HHelmhouder............................................. 3-8IIdentifikatie-nummer ................................ 9-1
Identifikatienummer van de sleutel........... 9-1
Inhaal-schakelaar .................................... 3-2
Inrijden .................................................... 5-5
Inspektie en smering van de kabels ....... 6-21
Inspektie van de stuurinrichting ............. 6-24
Inspektie van de voorvork ...................... 6-23KKlaxon-schakelaar ................................... 3-2
Kontaktslot-schakelaar ............................ 3-1
Kontrolelampjes....................................... 3-1
Grootlicht-kontrolelampje ................... 3-1
Richtingsaanwijzer-kontrolelampje ..... 3-1
Vrijstand-kontrolelampje ..................... 3-1
Kontroleren van de vrije speling van de
gaskabel.............................................. 6-13
Kontrole van de remvoeringen voor
en de remschoenen achter.................. 6-19
Kontrole van de zijstandaard/
koppelings-onderbrekings-
schakelaar........................................... 3-10
Kontrole van het remvloeistofnivo .......... 6-20
Kontrole voor het rijden............................ 4-1
Koppelingshendel .................................... 3-3LLichtschakelaar ....................................... 3-3
Lijst voor het opsporen van storingen .... 6-30
Linker aanzicht ........................................ 2-1
Luchtfilter ...............................................6-10MModelplaatje ............................................9-2
Motorfiets-identifikatienummer .................9-1
Motorolie ..................................................6-7
Motorstop-schakelaar...............................3-3OOlie voor de eindoverbrenging .................6-9
Onderhoud ...............................................7-1
Opslag .....................................................7-4PParkeren ..................................................5-6
Periodiek onderhoud en eenvoudige
reparaties...............................................6-2RRechter aanzicht ......................................2-2
Richtingaanwijzer-schakelaar ...................3-2
Richtingsaanwijzer-kontrolelampje ...........3-1SSchakelen ................................................5-4
Smeren van de voorremhendel en
koppelingshendel .................................6-22
Smeren van het rempedaal en
versnellingspedaal ...............................6-22
Smering van de achterwiel-ophanging ...6-23
Smering van de gaskabel en van de
gashendel ............................................6-22
Smering van de zijstandaard ..................6-23
Snelheidsmeter ........................................3-2
Starten van de motor................................5-1
D_3btIX.fm Page 1 Friday, July 2, 1999 11:57 AM
INDEX
Starten van een warme motor.................. 5-3
Startschakelaar ....................................... 3-3
Stuurschakelaars ..................................... 3-2
Brandstof(reserve)-schakelaar ........... 3-3
Grootlicht/dimlicht-schakelaar ............ 3-2
Inhaal-schakelaar ............................... 3-2
Klaxon-schakelaar.............................. 3-2
Lichtschakelaar .................................. 3-3
Motorstop-schakelaar......................... 3-3
Richtingaanwijzer-schakelaar ............. 3-2
Startschakelaar .................................. 3-3
Stuurslot .................................................. 3-6TTechnische gegevens.............................. 8-1
Tips voor het beperken van het
benzineverbruik ..................................... 5-5VVeiligheid heeft voorrang ......................... 1-1
Verhelpen van storingen ........................ 6-29
Versnellingspedaal .................................. 3-4
Vervangen van de gloeilamp van de
koplamp .............................................. 6-27
Vervangen van de richtingaanwijzerlamp
en het achterlicht ................................. 6-29
Vervangen van zekeringen .................... 6-27
Verversen van de remvloeistof .............. 6-21
Voorremhendel ........................................ 3-4
Vrijstand-kontrolelampje .......................... 3-1WWielen ................................................... 6-16
Wiellagers.............................................. 6-24
ZZadel....................................................... 3-7
Zijstandaard ............................................ 3-9
D_3btIX.fm Page 2 Friday, July 2, 1999 11:57 AM