242
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
Selecteer het "Aanpassingen"-tabblad in de lijst.
Druk op het veld "Displays".
Er wordt een pagina weergegeven die in 2 delen is
verdeeld.
U kunt op elk moment op de toets HOME drukken
om deze pagina af te sluiten.
Het scherm personaliseren
Druk op het potlood in het "Aanraakscherm aanpassen"-gedeelte.
U ziet nu hoe de verschillende widgets op de
beginpagina (HOME) zijn georganiseerd.
Een Widget is een verkleind venster van
een app of dienst.
Een Widget toevoegen
Om een Widget toe te voegen drukt u op
" W
idget" links op het scherm.
Of
Druk op een van deze toetsen op het scherm.
Selecteer de gewenste Widget.
Druk op de pijl Terug om terug te keren naar de vorige pagina.
De widgets op een beginpagina
organiseren (HOME)
Wanneer u een Widget wilt verplaatsen, houdt u
deze ingedrukt en sleept u hem naar de gewenste
locatie.
Een pagina toevoegen
Om een pagina toe te voegen drukt u op
" Pagina
" links op het scherm.
Druk op de pijl Terug om terug te keren naar de vorige pagina.
EenWidget verwijderen
Om een Widget naar de prullenbak te verplaatsen houdt u deze ingedrukt en
versleept u hem naar de prullenbak.
Het instrumentenpaneel
personaliseren
Druk op het potlood in het "Informatie voor de bestuurder aanpassen"-gedeelte.
De aanpassing van de organisatie van de
verschillende Widget wordt in realtime op het
instrumentenpaneel weergegeven.
Een Widget is een verkleind venster van
een app of dienst.
Een Widget toevoegen
Om een Widget toe te voegen drukt u op
" W
idget" links op het scherm.
Of
Druk op een van deze toetsen op het scherm.
Selecteer de gewenste Widget.
Druk op de pijl Terug om terug te keren naar de vorige pagina.
EenWidget verwijderen
Om een Widget naar de prullenbak te verplaatsen houdt u deze ingedrukt en
versleept u hem naar de prullenbak.
Personalisering i-Toggles
(afhankelijk van de uitrusting)
Open op het middelste scherm de pagina met de
toets die u wilt toevoegen.
Deze snelkoppelingen worden gebruikt voor toegang tot een app (pagina voor
bijvoorbeeld de airconditioning of radio) of om
een handeling uit te voeren (zoals de
temperatuur op 21° instellen of een
geselecteerde contactpersoon uit het
telefoonboek bellen).
Houd de snelkoppeling die u wilt vervangen ingedrukt.
Er wordt een venster op het middelste scherm
weergegeven met daarop alle beschikbare
snelkoppelingen in vakjes.
U krijgt ook een melding over de volgende stap die
u moet doen.
Selecteer de nieuwe gewenste snelkoppeling. Deze
wordt gekopieerd in i-Toggles en vervangt de eerder
geselecteerde snelkoppeling. U wordt ook met een
melding geïnformeerd.
Druk op deze toets of de hoofdtoets "Thuis" om deze functie af te sluiten.
243
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10Stuurkolomschakelaars
Spraakbediening:Kort indrukken, gesproken commando's van
het systeem (afhankelijk van de uitrusting).
Lang indrukken, gesproken commando's van de
smartphone die met het systeem is verbonden
door middel van Bluetooth
® of Mirror Screen®
(Apple®CarPlay®/Android Auto).Geluidsvolume verhogen.
Geluidsvolume verlagen.
Door lang op de toets voor het verlagen
van het geluidsvolume te drukken, wordt het geluid
gedempt.
Schakel het geluid weer in door op één van de twee
volumetoetsen te drukken.
Inkomende oproep (kort indrukken): oproep aannemen.
Tijdens gesprek (kort indrukken): ophangen.
Inkomende oproep (lang indrukken): oproep
weigeren.
Geen gesprek
bezig(kort indrukken): het
oproepenlogboek openen van de telefoon die
via
Bluetooth
® is verbonden.
Mirror Screen® verbonden (kort indrukken): de
geprojecteerde weergave van de telefoonapp van
uw Mirror Screen
®-apparaat openen.Radio: automatisch zoeken naar de vorige / volgende zender (in de lijst
met radiozenders gesorteerd op naam of
frequenties).
Media: vorige / volgende nummer. Bladeren in de
lijsten.
Telefoon: bladeren door het oproepenlogboek van
de telefoon.
Kort drukken: valideer een selectie. Als er geen
sprake is van een selectie: weergeven van de lijsten.
Applicaties
Druk op de startpagina op deze toets om het overzicht van de apps te openen.
Druk op elke willekeurige pagina met drie of meer vingers op het touchscreen om het
overzicht van de apps te openen.
Help Toegang tot het instructieboekje en bekijken
van de trainingsvideo's.
Media Selecteren van een geluidsbron of
radiozender.
Mirror Screen®
Smartphone verbonden via Mirror Screen®:
toegang tot de geprojecteerde weergave van
Apple
®CarPlay® of Android Auto.
Smartphone niet verbonden: toegang tot het menu
om een smartphone te verbinden.
Navigatie (afhankelijk van de uitvoering)
Invoeren van instellingen voor het navigatiesysteem
en kiezen van een bestemming.
De in real time beschikbare diensten gebruiken,
afhankelijk van de uitvoering.
Gesproken commando's (afhankelijk van de uitvoering)
Gebruiken van de spraakherkenning van het
systeem of van de smartphone via het systeem.
Telefoon Telefoon niet verbonden: toegang tot het
menu om een telefoon te verbinden.
Telefoon verbonden: toegang tot het
oproepenlogboek, de contacten en de
telefooninstellingen.
Twee verbonden telefoons: toegang tot de inhoud
van de telefoon met prioriteit met de mogelijkheid
om de prioriteit van de telefoon te wijzigen.
Instellingen Belangrijkste instellingen van het
audiosysteem, het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel.
Gesproken commando's
Eerste handelingen
(afhankelijk van de uitrusting)
De spraakherkenning biedt de keuze uit minimaal
20 talen (Frans, Duits, Brits Engels, Amerikaans
Engels, Arabisch, Braziliaans, Chinees, Deens,
Spaans, Hebreeuws, Italiaans, Japans, Nederlands,
Noorwegen, Pools, Portugees, Russisch, Zweeds,
Tsjechisch, Turks) die beschikbaar zijn via het
mobiele netwerk, in overeenstemming met de
taal die eerder in het systeem is geselecteerd en
ingesteld.
244
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
Het systeem ondersteunt twee talen die worden
gebruikt wanneer er wordt gereden in gebieden die
niet door een mobiel netwerk worden gedekt.
Deze talen, die ingebouwde talen worden genoemd,
zijn in het systeem gedownload.
Als de gekozen taal niet is gedownload, verschijnt
er een melding op het scherm zodra het mobiele
netwerk voor het eerst geen verbinding meer heeft
en wordt aangeboden om de taal te downloaden.
Download deze nieuwe taal van tevoren via het
Wi-Fi-netwerk om deze in alle gebieden te kunnen
gebruiken (zet het contact aan zonder de motor te
starten).
Voer de downloadprocedure uit die op het scherm
wordt weergegeven.
Wanneer deze nieuwe taal wordt gedownload,
wordt de ingebouwde taal die het minst is gebruikt,
verwijderd.
Informatie - Het systeem
gebruiken
Wanneer gesproken commando's zijn ingeschakeld, moet u uw commando na het
geluidssignaal geven.
Voor commando's in verschillende fasen vindt
interactie met het systeem plaats om het eerste
verzoek te voltooien.
Sommige commando's worden na 7 seconden
automatisch gevalideerd.
Als het systeem uw commando niet kan uitvoeren,
wordt dit aangegeven door een gesproken bericht
en een melding op het scherm.
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer het "Spraakassistent"-tabblad in de lijst.
Inschakelen/uitschakelen:
–
"Detecteer (activeringswoord)": om de
stemherkenning op te roepen met het trefwoord "OK
Peugeot".
–
"Gebruik van gegevens": om onze aanbieder
toestemming te geven om uw gegevens opnieuw te
gebruiken zodat hij ondersteuning op het gebied van
spraakherkenning en spraakassistentie wereldwijd
kan verbeteren.
Spraakassistent/Gebruik van gegevens De locatie van het voertuig en de
stemopnames worden niet geregistreerd; alleen
teksttranscripties van uw gesprekken met de
spraakassistent worden bewaard, nadat ze zijn
gepseudonimiseerd.
De spraakherkenning openen
Gesproken commando's kunnen worden gebruikt op elke schermpagina op
voorwaarde dat er geen andere functies actief zijn
die prioriteit hebben (achteruitrijden, noodoproep of
pechhulpoproep, telefoongesprek of wanneer de
spraakherkenning van een andere smartphone al
wordt gebruikt).
De spraakherkenning kan als volgt worden geopend:
►
Zeg
"OK Peugeot".
of
►
Druk op de toets op het stuurwiel.
of
► Druk op de toets op het touchscreen.
Houd rekening met het volgende om ervoor te zorgen dat het systeem uw gesproken
commando's altijd herkent:
–
Spreek met een normale stem de woorden
natuurlijk en volledig uit, zonder uw stem te
verheffen.
–
Na het openen van de spraakherkenning
met de toets op het stuurwiel of de toets op
het touchscreen moet u altijd wachten op de
pieptoon (geluidssignaal) voordat u begint
te praten. Er klinkt geen piep wanneer de
spraakherkenning met “OK Peugeot" wordt
geopend.
–
V
oor een optimale werking raden wij u aan om
de ruiten en het schuif- / kanteldak (afhankelijk
van de uitvoering) te sluiten om geluiden van
buiten te voorkomen. Schakel ook de ventilatie
uit.
–
V
raag de andere passagiers om stil te zijn
voordat u gesproken commando's geeft.
Voorbeeld van een gesproken commando voor de airconditioning:
"zet de ventilator harder"
"Zet de airconditioning aan"
"ik heb het te heet"
Voorbeeld van een gesproken commando voor radio en media:
"Ik wil naar michael jackson luisteren"
"schakel over naar radio"
"stem af op 88.5"
249
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10Als het probleem aanhoudt, verwijder alle
opgeslagen verbindingen op de smartphone en
in het systeem voordat u een nieuwe verbinding
maakt.
Voor een optimale draadloze verbinding raden
we aan om uw smartphone uit de buurt van
andere Wi-Fi-netwerken te houden waarmee
automatisch verbinding kan worden gemaakt.
Bij verbinding via de kabel moet u de draadloze
Android Auto-functie, in het menu Instellingen,
Android Auto in de app van uw smartphone
uitschakelen.
Sluit de smartphone aan op het systeem met behulp van de USB-aansluiting die
compatibel is met Mirror Screen
®.
Android Auto wordt een paar seconden nadat
de USB-verbinding tot stand is gekomen
gestart. Voor de eerste verbinding moet een
bevestigingsprocedure op de smartphone worden
uitgevoerd. Hiervoor moet de auto stilstaan.
De smartphone wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is aangesloten.
Bij de verbinding via kabel moet u voorkomen dat
de kabel loskomt, vooral wanneer u door tolpoorten
rijdt.
Er is slechts één USB-aansluiting voor de Mirror Screen®-verbinding (Android Auto);
zie het hoofdstuk "Ergonomie en comfort
- Voorzieningen ".
Voor de beste prestaties raden wij u aan
om de originele USB-kabels (bij voorkeur zo
kort mogelijke kabels) van uw apparaten te
gebruiken.
De draadloze verbinding van een Android Auto-
smartphone kan worden gestart via het menu
" Apparaten".
Schakel eerst de draadloze Android Auto
®-functie
van de smartphone in, in het menu Instellingen van
de app "Android Auto" van uw smartphone.
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer het "Connectiviteit"-tabblad in de lijst.
Selecteer "Apparaten" om het apparaat weer te geven dat moet worden verbonden
met Android Auto.
Als het apparaat niet eerder met het systeem
verbonden is geweest, moet het worden gekoppeld
(zie het hoofdstuk "Bluetooth
®-verbinding").
Het systeem detecteert of de smartphone
compatibel is met Android Auto en stelt voor om
deze te verbinden na het koppelingsproces.
Als het apparaat al via
Bluetooth
® met het systeem
verbonden is, selecteert u de apparaatinstellingen
in de lijst van bekende apparaten en kiest u Android
Auto als de modus voor draadloze verbinding.
Wanneer u wilt dat uw smartphone een volgende
keer automatisch verbinding maakt, moet Bluetooth
®
op uw apparaat zijn ingeschakeld.
Zodra de verbinding tot stand is gekomen, drukt u op deze toets om de "Android
Auto"-interface weer te geven.
Houd de toets op het stuurwiel ingedrukt om de gesproken commando's van de
smartphone in te schakelen.
Media
De bron wijzigen
Druk op de "Media"-app.
Druk op deze toets om de bron (radio,
audiostreaming via een USB-aansluiting,
Bluetooth
® of Mirror Screen®) te wijzigen.
Een radiozender selecteren
Druk op de "Media"-app.
Selecteer het "Afspelen"-tabblad in de lijst.
Druk op een van de toetsen om automatisch naar radiozenders te
zoeken.
Of
Verplaats de schuifbalk om handmatig naar andere frequenties te zoeken.
Of
Druk op deze toets.
Voer de frequentie in via het virtuele
toetsenbord.
Druk op deze knop om te bevestigen.
Wanneer u op het "Zenders"-tabblad drukt, wordt
een lijst met zenders weergegeven.
250
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
Druk op "Dempen" om het geluid in te schakelen/uit te schakelen.
De radio-ontvangst kan worden verstoord door het gebruik van elektrische apparatuur
die niet door het merk is goedgekeurd, zoals een
lader met USB-aansluiting die is aangesloten op
de 12V-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een
normaal verschijnsel voor radiogolven en kan in
geen enkel opzicht worden gezien als een defect
van het systeem.
Een radiozender opslaan
Selecteer een zender.Druk op de "Media"-app.
Selecteer het "Afspelen"-tabblad in de lijst.
Druk op de toets "Favoriete radiozenders".
Het opslaan vindt plaats door kort of lang op
een van deze toetsen te drukken, of lang te
drukken op een al opgeslagen favoriete radiozender
die vervolgens vervangen wordt.
Druk op deze toets om terug te keren naar de vorige pagina.
Radiozenders automatisch
opzoeken
Via de toepassing "Media".Druk op de "Media"-app.
Selecteer het "Zenders"-tabblad in de lijst.
Er wordt automatisch gezocht.
Wanneer u de schakelaars op of rondom het stuurwiel gebruikt, houdt
u op deze toets ingedrukt.
Er wordt automatisch gezocht.
Radiozender volgen
inschakelen
Voor een betere ontvangst wijzigt het systeem
automatisch de frequentie.
Druk op de "Media"-app.
Selecteer het "Instellingen"-tabblad in de lijst.
Schakel "Radiozender volgen" in.
Het oplichten van de schuifbalk bevestigt dat de
functie is geactiveerd.
De frequentieband wijzigen
Druk op de "Media"-app.
Selecteer het "Afspelen"-tabblad in de lijst.
Druk op deze toets om de frequentieband (FM - AM - DAB) te wijzigen, afhankelijk van
het land van verkoop.
Verkeersinformatieberichten
inschakelen
Deze functie geeft prioriteit aan de
waarschuwingsmeldingen van de
Verkeersinformatieberichten. Voor een correcte
werking van deze functie is een goede ontvangst
van een radiozender nodig die deze berichten
uitzendt. Zodra een verkeersinformatiebericht
wordt uitgezonden, wordt de radiozender waar
op dat moment naar wordt geluisterd automatisch
onderbroken voor het verkeersinformatiebericht.
Zodra het bericht is afgelopen, wordt de normale
radiouitzending hervat.
Druk op de "Media"-app.
Selecteer het "Instellingen"-tabblad in de lijst.
Schakel "Verkeersbericht" in.
Het oplichten van de schuifbalk bevestigt dat de
functie is geactiveerd.
Audio streamen
Met de streamingfunctie kunt u naar de audiostream
luisteren die afkomstig is van de smartphone(s) die
is (zijn) verbonden via Bluetooth
®, USB (iPod®-type)
of Mirror Screen®.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat af
(op een hoog geluidsniveau).
Stel dan het geluidsvolume van het systeem in.
Als het afspelen niet start, kan het zijn dat u
het afspelen van de audio moet starten via de
smartphone.
251
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10Bediening verloopt via het externe apparaat of via de
aanraaktoetsen van het systeem.
Als streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een geluidsbron
beschouwd.
Een nummer afspelen
Druk op de "Media"-app.
Druk wanneer er meerdere apparaten zijn
verbonden op deze toets om een apparaat te
selecteren.
Wanneer het apparaat is verbonden, kunt u door de
bestanden bladeren door op de toets "Afspeellijst"
of "Bibliotheek" te drukken.
Kort indrukken: naar het vorige / volgende nummer gaan.
Lang indrukken: snel vooruit / achteruit spoelen in
een nummer.
De huidige titel of de lijst met geselecteerde titels herhalen.
Willekeurig nummers afspelen.
Geluid uitschakelen / weer inschakelen.
Instellingen voor audio en
radio configureren
De audio-instellingen kunnen op 2 manieren worden
geopend.
Via de toepassing Media
Druk op de "Media"-app.
Selecteer het "Instellingen"-tabblad in de lijst.
Of
Via de toepassing Instellingen
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer het "Audio en radio"-tabblad in de lijst.
Het volgende kan worden geconfigureerd:
–
Audio-instellingen.
–
Radio-instellingen.
–
Volume-instellingen.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-
massaopslagapparaten of Apple®-apparaten via
de
USB-aansluitingen. De adapterkabel wordt niet
meegeleverd.
U beheert de apparaten met de bedieningstoetsen
van het audiosysteem.
Het systeem speelt alleen audiobestanden af met de
bestandsextensie ".wma", ".aac", ".flac", ".ogg" en
".mp3" met een bitrate tussen 32 kbps en 320 kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (".mp4", enz.) kunnen
niet worden afgespeeld.
Bestanden met de extensie ".wma" moeten van de
WMA 9-standaard zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) zijn 32, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te
voorkomen, raden wij aan om bestandsnamen te
kiezen van maximaal 20 tekens die geen speciale
tekens bevatten (zoals, " ? . ; ù).
Gebruik uitsluitend USB-geheugensticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Wij raden aan om de originele USB-kabel voor het draagbare apparaat te gebruiken.
Telefoon
Een gesprek ontvangen
Als u wordt gebeld, klinkt een beltoon en verschijnt
een extra venster op het scherm.
Het gesprek aannemen:
Druk kort op de telefoontoets op het stuurwiel om een inkomend gesprek aan te
nemen.
Of
Druk op deze toets op het touchscreen.
Het gesprek beëindigen:
Houd...
... de telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt
om het gesprek te weigeren.
Of
Druk op deze toets op het touchscreen.
Druk op deze toets op het touchscreen om
een automatisch bericht te verzenden waarin
wordt gemeld dat u aan het rijden bent.
259
Index
C
Carrosserie 205
Carrosserie-onderhoud
205
Centrale vergrendeling
35
CHECK
25
Claxon
84
Configuratie van de auto
12, 28
Connectiviteit
252
Contact
106, 252
Contact aangezet
106
Controlelampjes
12–13
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle
21
Controlepaneel
172, 175, 177, 179, 182
Controles
197, 199–201
D
Dagteller 25
Dashboardkastje
63
Datum (instellen)
253
Detectie obstakels
158
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
123, 210
De tractiebatterij laden
172
Diagnoseaansluiting
83
Diagnose auto
25
Dieselmotor
167, 197, 207, 230
Digitaal instrumentenpaneel
11
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)
26
Display instrumentenpaneel
12
Dodehoekbewaking met groot bereik
157
Draadloze lader
64
Drive Assist Plus
135–136
Dynamische noodrem
107–109
E
Eco-mode 195
Eco-mode ~ Eco-modus
195
Eco-rijden (adviezen)
9
ECO-stand
118–119
Electronic Stability Program (ESC)
88
Elektrisch bedienbare achterklep
39–41
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend
106–109, 201
Elektrisch verstelbare stoelen
50–51
Elektromotor
7, 105, 119, 170, 174, 181,
188, 197, 218, 226, 232, 235
Elektronische remdrukregelaar (REF)
87
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake Force Distribution (EBD)
87
Elektronische sleutel
34–35
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering,
elektronische
104
Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP)
87–88
Energiestromen
28
e-Save-functie (energiereserve)
29
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
87
Event Data Recorder 86
F
Favoriete rijfuncties 126
Flacon AdBlue®
202
Follow me home-verlichting
75
Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-
verlichting
75
Frequentie (radio)
250
G
Geheugen instellingen bestuurder 51
Geluidssignaal stil voertuig (elektrische auto)
103
Geluidssignaal voor voetgangers
(elektrische auto)
103
Geprogrammeerd laden
29, 179, 186
Geprogrammeerd laden
(elektrische auto)
181, 184
Geprogrammeerd laden (plug-in hybride)
28, 30,
175, 178
Gereedschap
207–209
Gereedschapskist
71
Gevarendriehoek
207
Gewichten
228, 231, 235
Grootlicht
76
Grootlichtassistent
76
262
Index
Opbergvakken portieren 63
Openbaar snellaadpunt
182, 186
Openen bagageruimte ~ Bagageruimte
openen
34, 38
Openen motorkap ~ Motorkap, openen
196
Openen portieren ~ Portieren openen
34, 38
Oplaadbaar hybridemotor
28, 226, 232
Oplaadbaar hybridesysteem
6, 28, 105, 119, 174
Opladen via normaal stopcontact
(elektrische auto)
185–187
Opladen via normaal stopcontact
(plug-in hybride)
179–180
Opschakelindicator
120
Overzicht motoren ~ Motorenoverzicht
229–232, 235
Overzicht van het verbruik
29–30
P
Parkeerhulp 158
Parkeerhulp achter
158
Parkeerhulp achter met grafische weergave en
geluidssignalen
158
Parkeerhulpsystemen (algemene adviezen)
124
Parkeerhulp vóór
159
Parkeerlichten
73, 216
Persoonlijke instellingen
12, 30
Plafonniers
67–68
Portieren
38
Portieren sluiten
34–35, 38
Post Collision Safety Brake
88
Profielen 239
Programmeerbare verwarming
30, 62
Proximity Keyless Entry and Start
33
Pyrotechnische gordelspanners
91
R
Radar (waarschuwingen) 125
Radio
249–250
Radiozender
249–250
Rear Traffic Alert
164
Recuperatief remmen (vertragen door
remmen op de motor)
115, 117
Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager,
regeling
58–60
Regeling luchtverdeling ~ Luchtverdeling
58–60
Regelmatige controles ~ Controles
199–201
Regelmatig onderhoud
126, 199, 201
Regeneratie roetfilter
200
Registratie van voertuigdata en privacy
255
Reinigen (adviezen)
170–171, 204–206
Rembekrachtigingsysteem
87
Remblokken
200
Remlichten
216
Remmen
115, 117, 200
Remschijven
200
Remvloeistof
198
Reservewiel
201, 208–209, 212
Reservoir ruitensproeiers ~
Ruitensproeierreservoir
199
Resetten bandenspanningscontrolesysteem
124
Resetten van het traject 26
Richtingaanwijzers
73, 216
Rijadviezen
9, 102–103
Rijden
48–49, 102–103, 126
Rijhulpcamera (waarschuwingen)
125
Rijhulpsystemen (algemene adviezen)
124
Rijmodi (elektrische auto)
11 9
Rijstanden
11 8
Rijstrookcontrolesystemen
87
Rijverlichting
72, 75
Roetfilter
199–200
Ruitbediening
44
Ruitensproeier achter
79
Ruitensproeiers
79
Ruitensproeiers vóór
79
Ruitenwisser achter
79
Ruitenwisserbladen (vervangen)
81
Ruitenwisserbladen vervangen
81
Ruitenwissers
78
Ruitenwisserschakelaar
78–80
Ruitenwissers vóór
78, 80
S
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars
51–52
Schuif-/kanteldak
45–46
SCR (Selective Catalytic Reduction)
23, 201
SCR-systeem
23, 201
Selectiehendel
109–113, 116, 120
Selectiehendel (elektrische auto)
11 7