7.1 Onderhoud en
verzorging
7.1.1 Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw auto
Voer het volgende uit om uw auto te
beschermen en in perfecte staat te
houden:
• Spoel de auto van boven naar
beneden af met veel water en
verwijder zo vuil en stof van de
carrosserie, uit de wielkasten en van
de onderkant van de auto.
• Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
• Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
• Veeg overtollig water weg.
• Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak blijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de
carrosserie is afgekoeld.
Vóór het wassen van de auto
Controleer of de tankdopklep en het
klepje van de laadaansluiting van uw
auto goed zijn gesloten.
Wassen in de wasstraat
• Zorg ervoor dat de buitenspiegels zijn
ingeklapt voordat u van een wasstraat
gebruikmaakt. Begin met wassen
vanaf de voorzijde van de auto. Klap
de spiegels weer uit voordat u gaat
rijden.
• Sommige borstels in wasstraten
kunnen krassen veroorzaken op de
carrosserie en andere onderdelen
(velgen, enz.), waardoor de lak van uw
auto wordt beschadigd.
• In sommige autowasserettes wordt de
achterspoiler mogelijk niet gereinigd.Ook bestaat er mogelijk een
verhoogde kans op schade aan de
auto.
Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van
de portieren of de ruiten en blijf er niet
langdurig op spuiten, omdat er anders
water in het interieur terecht kan
komen.
Opmerkingen voor auto's met Smart
entry-systeem en startknop
Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het
portier herhaaldelijk worden
vergrendeld en ontgrendeld. Volg in dat
geval de correctieprocedure hieronder
bij het wassen van de auto:
• Leg de sleutel op een afstand van ten
minste 2 m van de auto als u de auto
wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van
de elektronische sleutel in om het
Smart entry-systeem met startknop
uit te schakelen.
Velgen en wieldoppen
• Verwijder vuil onmiddellijk met een
neutraal reinigingsmiddel.
• Spoel het reinigingsmiddel direct na
het gebruik weg met water.
• Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om de
lak tegen beschadiging te
beschermen.
– Gebruik geen zuurhoudende of
alkalische middelen of
schuurmiddelen
– Gebruik geen harde borstels
– Reinig de velgen niet met
reinigingsmiddelen als de velgen,
bijvoorbeeld na het rijden of
stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn
7.1 Onderhoud en verzorging
378
– Er wordt een
waarschuwingsmelding
weergegeven wanneer de
wegrijregeling of de Parking
Support Brake-functie (indien
aanwezig) in werking is (→blz. 200,
blz. 317). Volg de instructies op het
multi-informatiedisplay.
• Als er een melding over de bediening
van de startknop wordt weergegeven
Er wordt een instructie voor de
bediening van de startknop
weergegeven wanneer een onjuiste
procedure voor het starten van het
hybridesysteem wordt uitgevoerd of
wanneer de startknop onjuist wordt
bediend. Volg de op het multi-
informatiedisplay weergegeven
instructies om de startknop nogmaals te
bedienen.
• Als er een melding over een
schakelhandeling wordt weergegeven
Om te voorkomen dat de schakelstand
onjuist wordt geselecteerd of dat de
auto onverwachts in beweging komt,
kan de schakelstand automatisch
worden gewijzigd (→
blz. 225) of moet
een schakelhandeling worden
uitgevoerd. Wijzig in dit geval de
schakelstand aan de hand van de
instructies op het
multi-informatiedisplay.
• Als er een melding of afbeelding met
betrekking tot een geopend/gesloten
onderdeel of het bijvullen van een
vloeistof wordt weergegeven
Controleer het onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven of dat door het
waarschuwingslampje wordt
aangegeven en los het probleem op,
bijvoorbeeld door het geopende portier
te sluiten of de vloeistof bij te vullen.
Als “See Owner’s Manual” (Raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven
• Als “Braking Power Low Stop in a Safe
Place See Owner’s Manual”
(Remvermogen laag. Breng auto opveilige plaats tot stilstand. Raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven,
duidt dit mogelijk op een storing.
Breng de auto onmiddellijk op een
veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Doorrijden met de auto
kan gevaarlijk zijn.
• Als “Engine Oil Pressure Low” (Lage
motoroliedruk) wordt weergegeven,
duidt dit mogelijk op een storing.
Breng de auto onmiddellijk op een
veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Als de onderstaande meldingen
worden weergegeven, is er mogelijk
sprake van een storing. Laat
onmiddellijk de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
– “Plug-in charging system
malfunction.” (storing
plugin-laadsysteem)
– “Hybrid System Malfunction”
(storing hybridesysteem)
– “Check Engine” (controleer motor)
– “Hybrid Battery System
Malfunction” (storing
tractiebatterijsysteem)
– “Accelerator System Malfunction”
(systeemstoring gaspedaal)
– “Smart Entry & Start System
Malfunction See Owners Manual”
(Storing Smart entry-systeem met
startknop. Zie handleiding)
• Volg de instructies als “Exhaust Filter
Full See Owner’s Manual”
(uitlaatgasfiltersysteem vol, zie
handleiding) op het multi-
informatiedisplay wordt
weergegeven. (→Blz. 344)
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
444
Als “Shifted intoShift Again to
Start Vehicle” (zet selectiehendel
weer in stand P om de auto te starten)
wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven
wanneer de functie automatisch
selecteren van stand P in werking is.
(→Blz. 226)
Bedien de selectiehendel nogmaals om
weg te rijden nadat schakelstand P is
geselecteerd.
Als “Shift to
Before Exiting Vehicle”
(Zet selectiehendel in stand P voordat
u de auto verlaat) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven
wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl het contact niet UIT is
gezet en een andere schakelstand dan P
is geselecteerd.
Zet de selectiehendel in stand P.
Als “Shift is in
Release Accelerator
Before Shifting” (Selectiehendel staat
in stand N. Laat vóór het schakelen het
gaspedaal los) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven
wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt
en schakelstand N is geselecteerd.
Laat het gaspedaal los en zet de
selectiehendel in stand D of R.
Als “Depress Brake When Vehicle is
Stopped. Hybrid System may
Overheat.” (Trap rempedaal in
wanneer auto stilstaat.
Hybridesysteem is mogelijk
oververhit) wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk
weergegeven wanneer het gaspedaal
wordt ingetrapt om de auto op een
omhoog lopende helling op zijn plaats te
houden, enz.
Het hybridesysteem kan oververhit
raken. Laat het gaspedaal los en trap het
rempedaal in.Als “Shifted to
Stop Vehicle to Shift
to” (Stand N is ingeschakeld. Breng
auto tot stilstand om stand P in te
schakelen) wordt weergegeven
Als schakelaar stand P tijdens het rijden
wordt ingedrukt, wordt de schakelstand
in stand N gewijzigd en wordt de
melding weergegeven. (→Blz. 225)
Als “Auto Power OFF to Conserve
Battery” (Automatische uitschakeling
contact om batterij te sparen) wordt
weergegeven
Het contact is UIT gezet door de Auto
power off-functie.
Bedien de volgende keer dat u het
hybridesysteem start het
hybridesysteem gedurende ongeveer
5 minuten om de 12V-accu op te laden.
Als “Engine Oil Level Low Add or
Replace” (Motoroliepeil laag. Bijvullen
of verversen) wordt weergegeven
Het motoroliepeil is mogelijk te laag.
Controleer het oliepeil en vul indien nodig
olie bij. Deze waarschuwingsmelding
verschijnt mogelijk wanneer de auto op
een helling stilstaat. Plaats de auto op een
horizontale ondergrond en controleer of
de melding verdwijnt.
Als “Accelerator and Brake Pedals
Pressed Simultaneously” (gaspedaal
en rempedaal gelijktijdig ingetrapt) op
het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Het gaspedaal en rempedaal worden
gelijktijdig ingetrapt. (→Blz. 213)
Laat het gaspedaal los en trap het
rempedaal in.
Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de camera voor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld tot het in
de melding aangegeven probleem is
opgelost. (→Blz. 249, blz. 436)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
447
8
Bij problemen