1.3 Noodoproep
1.3.1 ERA-GLONASS/EVAK*1, 2, 3
*1: Indien aanwezig
*2: Werkt in regio's waar
noodoproepdiensten worden
aangeboden. Neem voor meer informatie
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
*3: De systeemnaam kan per land
verschillend zijn.
Het noodoproepapparaat is een
apparaat dat in een auto is geplaatst om
(met behulp van GLONASS-signalen
[Global Navigation Satellite System] en
GPS-signalen [Global Positioning
System]) de locatie en rijrichting van de
auto te bepalen en om ervoor te zorgen
dat er bij verkeersongevallen en andere
incidenten op autowegen in de landen
waar noodoproepdiensten worden
aangeboden (niet-aanpasbare)
informatie over de auto wordt
verzameld en verzonden. Daarnaast
zorgt het apparaat via mobiele
netwerken (GSM) voor het verzenden
en ontvangen van gesproken
communicatie tussen de auto en de
ERA-GLONASS/EVAK-systeembeheerder.
Er zijn automatische noodoproepen
(automatische melding van een
aanrijding) en handmatige
noodoproepen (door het indrukken van
de toets SOS) mogelijk naar het
ERA-GLONASS/EVAK-controlecentrum.
Deze service is verplicht krachtens de
technische voorschriften van de
douane-unie.
Systeemonderdelen
1Microfoon
2Toets SOS*
3Controlelampjes
*: Deze toets is bestemd voor
communicatie met de
ERA-GLONASS/EVAK-systeembeheerder.
Andere SOS-toetsen van overige
systemen van een auto hebben geen
betrekking op het apparaat en zijn niet
bestemd voor communicatie met de
ERA-GLONASS/EVAK-systeembeheerder.
Noodoproepdiensten
Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt het
systeem automatisch het ERA-
GLONASS/EVAK-controlecentrum.
*De
medewerker van het controlecentrum
ontvangt de locatie van de auto, het
tijdstip waarop het ongeval plaatsvond
en het VIN van de auto, en probeert de
inzittenden van de auto te spreken om de
ernst van de situatie te beoordelen. Als
de inzittenden niet in staat zijn om te
communiceren, behandelt de
medewerker de oproep als een
noodgeval, neemt hij of zij contact op met
de dichtstbijzijnde hulpdiensten (112,
enz.) en verzoekt hij of zij om assistentie
ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen
oproep worden verzonden. (→50)
1 .3 Noodoproep
49
1
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING!(Vervolg)
een slechte ontvangst geen contact
kan worden gelegd met het ERA-
GLONASS/EVAK-controlecentrum,
kan het systeem mogelijk geen
contact maken met het mobiele
netwerk en wordt de noodoproep
beëindigd zonder dat er verbinding
is gemaakt. Het rode controlelampje
knippert gedurende ongeveer
30 seconden om aan te geven dat
de verbinding is verbroken.
– Het apparaat werkt mogelijk niet
wanneer er een kracht op wordt
uitgeoefend.
• Als de spanning van de 12V-accu
afneemt of als de accu is losgenomen,
kan het systeem mogelijk geen
verbinding maken met het ERA-
GLONASS/ EVAK-controlecentrum.
Als het noodoproepsysteem wordt
vervangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden
geregistreerd. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING!
Voor uw veiligheid
• Rijd voorzichtig. De functie van dit
systeem is om u te helpen bij het
plaatsen van een noodoproep bij
ongevallen, zoals een verkeerson-
geval of een plotseling medisch
noodgeval. Het systeem biedt de
bestuurder en de passagiers op geen
enkele wijze bescherming. Rijd
voorzichtig en doe voor uw veiligheid
altijd uw veiligheidsgordel om.
• Geef bij noodgevallen uw leven en de
levens van anderen topprioriteit.
• Wanneer u een branderige lucht of
anderszins een vreemde lucht ruikt,
verlaat dan de auto en zoek
onmiddellijk een veilige plek op.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Het systeem signaleert schokken,
waardoor de automatische
meldingen mogelijk niet altijd
overeenkomen met de werking van
het airbagsysteem. (Als de auto van
achteren wordt aangereden, enz.)
• Verstuur om veiligheidsredenen
geen noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan
het zijn dat u het stuurwiel niet goed
kunt bedienen, waardoor er een
ongeval kan ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en
controleer of de omgeving veilig is
alvorens een noodoproep te plaatsen.
• Vervang zekeringen altijd door de
voorgeschreven zekeringen. Als u
andere zekeringen gebruikt, kan er
kortsluiting in het circuit optreden en
kan er brand ontstaan.
•
Wanneer u het systeem gebruikt
terwijl er rook is of sprake is van een
ongewone geur, kan er brand ontstaan.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
het systeem en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel
van de toets SOS, enz. komt en sla er
niet tegenaan.
In geval van een storing in het paneel
van de toets SOS, de luidspreker of de
microfoon tijdens een noodoproep of
een handmatige onderhoudscontrole
Het is wellicht niet mogelijk om noodo-
proepen te doen, de systeemstatus te be-
vestigen of te communiceren met de me-
dewerker van het ERA-GLONASS/EVAK-
controlecentrum. Als de apparatuur be-
schadigd is, neem dan contact op met een
1 .3 Noodoproep
51
1
Veiligheid en beveiliging