Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
Motorcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het hybridesysteem;
■Het elektronische motorregelsysteem;
■De elektronische smoorklepregeling; of
■Het emissieregelsysteem (indien aanwezig)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje SRS
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het SRS-airbagsysteem; of
■Het gordelspannersysteem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje ABS
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het ABS; of
■Het Brake Assist-systeem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Rood/geel)Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische
stuurbekrachtiging
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbekrachtiging
(EPS)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Knippert of brandt)
(indien aanwezig)Waarschuwingslampje PCS
■Wanneer er gelijktijdig een zoemer klinkt: Geeft aan dat er een
storing aanwezig is in het PCS (Pre-Crash Safety-systeem).
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Wanneer er geen zoemer klinkt: Het PCS (Pre-Crash
Safety-systeem) is tijdelijk niet beschikbaar, corrigerende
maatregelen kunnen noodzakelijk zijn.
Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 188, blz. 383)
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) of de VSC (Vehicle Stability
Control-systeem) wordt uitgeschakeld, gaat het
waarschuwingslampje PCS branden.
Blz. 196
(Oranje)
(indien aanwezig)Controlelampje (waarschuwingszoemer) LTA
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LTA (Lane Tracing
Assist)
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 205)
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
371
7
Bij problemen
Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het VSC-systeem;
■De TRC; of
■De Hill Start Assist Control
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het lampje gaat knipperen wanneer het ABS, VSC- of TRC-systeem
in werking is.
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur (auto's
zonder uitlaatgaswarmterecirculatiesysteem)
Geeft aan dat de koelvloeistoftemperatuur te hoog is. Verandert
van een knipperend lampje in een brandend lampje wanneer de
koelvloeistoftemperatuur toeneemt.
Breng de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stilstand.
(→Blz. 413)
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur (auto's
met uitlaatgaswarmterecirculatiesysteem)
■Wanneer het lampje knippert: Geeft aan dat de
koelvloeistoftemperatuur te hoog is. Het lampje verandert van
een knipperend lampje in een brandend lampje wanneer de
temperatuur verder toeneemt.
Breng de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stilstand.
(→Blz. 413)
■Als het lampje gaat branden zonder te knipperen: Geeft aan dat
er een storing aanwezig is in het
uitlaatgaswarmterecirculatiesysteem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Knippert)
(indien aanwezig)Controlelampje PKSB OFF
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Parking Support
Brake-functie
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Het waarschuwingslampje werkt als volgt, zelfs wanneer er geen
storing zit in het systeem:
■Het lampje gaat branden wanneer de Parking Support
Brake-functie wordt uitgeschakeld (→blz. 255)
■Het lampje gaat branden wanneer de Parking Support
Brake-functie in werking is (→blz. 258)
■Het lampje gaat knipperen wanneer het systeem tijdelijk niet
kan worden gebruikt (→blz. 259)
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) open portier/
achterklep*3
Geeft aan dat een van de portieren of de achterklep niet geheel
gesloten is
Controleer of alle portieren en de achterklep gesloten zijn.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
372
Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
Waarschuwingslampje onjuiste bediening pedaal*6(waarschu-
wingszoemer)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het Brake Override-systeem
■De wegrijregeling
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat de schakelstand is gewijzigd en de wegrijregeling is
geactiveerd terwijl het gaspedaal werd ingetrapt.
Laat het gaspedaal even los.
Geeft aan dat de Parking Support Brake-functie (indien aanwezig)
in werking is (→blz. 258)
Volg de instructie op het multi-informatiedisplay op.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Geeft aan dat het gaspedaal en rempedaal gelijktijdig worden
ingetrapt en het Brake Override-systeem in werking is.
Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
*1: Waarschuwingszoemer remsysteem: Als er zich een probleem voordoet dat de
remprestaties nadelig zou kunnen beïnvloeden, gaat het waarschuwingslampje branden
en klinkt er een waarschuwingszoemer.
*2: Waarschuwingszoemer lage oliedruk: De waarschuwingszoemer lage oliedruk klinkt
gedurende maximaal ongeveer 30 seconden wanneer het controlelampje READY brandt
en het waarschuwingslampje lage oliedruk brandt.
*3: Waarschuwingslampje open portier/achterklep: De waarschuwingszoemer open
portier/achterklep klinkt om aan te geven dat een of meerdere portieren/de achterklep
niet goed gesloten zijn (als de rijsnelheid 5 km/h of hoger is).
*4: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel bestuurder en voorpassagier: De
waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de bestuurder en de
voorpassagier eraan de veiligheidsgordel om te doen. Als de veiligheidsgordel wordt
losgemaakt klinkt de zoemer gedurende een bepaalde tijd met tussenpozen wanneer de
auto een bepaalde snelheid heeft bereikt.
*5: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel achterpassagiers: De waarschuwingszoemer
voor de veiligheidsgordel herinnert de achterpassagiers eraan de veiligheidsgordel om te
doen. Als de veiligheidsgordel wordt losgemaakt klinkt de zoemer gedurende een
bepaalde tijd met tussenpozen wanneer de veiligheidsgordel is vastgemaakt en
losgemaakt en de auto een bepaalde snelheid heeft bereikt.
*6: Dit symbool wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
374
Meldingen en waarschuwingen
De waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemers werken afhankelijk van de soort
melding. Als de melding aangeeft dat controle door een dealer noodzakelijk is, laat de auto
dan onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschu-
wingslampje
systeemWaarschu-
wingszoe-
mer
*Waarschuwing
Gaat
branden— KlinktDuidt op een belangrijke situatie, bijvoorbeeld
wanneer een rijsysteem defect is of wanneer er
gevaar ontstaat wanneer de herstelprocedure niet
wordt uitgevoerd
—Gaat branden
of knipperenKlinktDuidt op een belangrijke situatie, bijvoorbeeld
wanneer de systemen die worden aangegeven op
het multi-informatiedisplay defect zijn.
Knippert — KlinktGeeft een bepaalde situatie aan, bijvoorbeeld wan-
neer er schade aan de auto is, of wanneer er gevaar
bestaat
Gaat
branden— Klinkt nietGeeft een bepaalde conditie aan, bijvoorbeeld een
storing in de elektronische onderdelen, de staat
van de onderdelen, of wanneer er onderhoud ver-
eist is
Knippert — Klinkt nietGeeft een bepaalde situatie aan, bijvoorbeeld wan-
neer een handeling onjuist is uitgevoerd, of hoe
een handeling op juiste wijze moet worden
uitgevoerd
De werking van de waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemers kan afwijken van de
aangegeven werking. Voer in dit geval de correctieprocedure uit overeenkomstig de
weergegeven melding.
*: Een zoemer klinkt voor het eerst en er verschijnt een melding op het
multi-informatiedisplay.
Waarschuwingsmeldingen
De hieronder uitgelegde
waarschuwingsmeldingen verschillen
mogelijk van de werkelijke meldingen
overeenkomstig de bedrijfscondities en
voertuigspecificaties.
Waarschuwingslampjes systeem
Het centrale waarschuwingslampje gaat
in de volgende gevallen niet branden of
knipperen. In plaats daarvan gaat een
apart waarschuwingslampje van het
systeem branden terwijl er een melding
of afbeelding op het multi-
informatiedisplay verschijnt.• “Antilock Brake System Malfunction
Visit Your Dealer” (Storing in
antiblokkeersysteem. Ga naar uw
dealer): Het waarschuwingslampje
ABS gaat branden. (→Blz. 371)
• “Braking Power Low Visit Your Dealer”
(Lage remkracht. Ga naar uw dealer):
Het waarschuwingslampje van het
remsysteem (geel) gaat branden.
(→Blz. 370)
• Geeft aan dat een portier/de
achterklep niet geheel is gesloten
terwijl de auto stilstaat: Het
waarschuwingslampje open
portier/achterklep gaat branden.
(→Blz. 372)
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
378
Als “Visit Your Dealer” (ga naar uw
dealer) wordt weergegeven
Het systeem of onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven, is defect.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Als er een melding over een bediening
wordt weergegeven
• Als er een melding over de bediening
van het gaspedaal of rempedaal wordt
weergegeven
–
Er wordt mogelijk een waarschuwing-
smelding over de bediening van het
rempedaal weergegeven terwijl de
ondersteunende systemen zoals het
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig) of het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig) in werking zijn. Als een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, decelereer de auto dan
of volg de instructie op het
multi-informatiedisplay.
– Er wordt een
waarschuwingsmelding
weergegeven wanneer het Brake
Override-systeem in werking is.
(→Blz. 145, blz. 383)
– Er wordt een
waarschuwingsmelding
weergegeven wanneer de
wegrijregeling of de Parking
Support Brake-functie (indien
aanwezig) in werking is (→blz. 129,
blz. 258). Volg de instructies op het
multi-informatiedisplay.
• Als er een melding over de bediening
van de startknop wordt weergegeven
Er wordt een instructie voor de
bediening van de startknop
weergegeven wanneer een onjuiste
procedure voor het starten van het
hybridesysteem wordt uitgevoerd of
wanneer de startknop onjuist wordtbediend. Volg de op het multi-
informatiedisplay weergegeven
instructies om de startknop nogmaals
te bedienen.
• Als er een melding over een
schakelhandeling wordt weergegeven
Om te voorkomen dat de schakelstand
onjuist wordt geselecteerd of dat de
auto onverwachts in beweging komt,
kan de schakelstand automatisch
worden gewijzigd (→
blz. 163) of moet
een schakelhandeling worden
uitgevoerd. Wijzig in dit geval de
schakelstand aan de hand van de
instructies op het
multi-informatiedisplay.
•
Als er een melding of afbeelding met
betrekking tot een geopend/gesloten
onderdeel of het bijvullen van een
vloeistof wordt weergegeven
Controleer het onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt weer-
gegeven of dat door het waarschu-
wingslampje wordt aangegeven en los
het probleem op, bijvoorbeeld door
het geopende portier te sluiten of de
vloeistof bij te vullen.
Als “See Owner’s Manual” (Raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven
•
Als “Braking Power Low Stop in a Safe
Place See Owner’s Manual”
(Remvermogen laag. Breng auto op
veilige plaats tot stilstand. Raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven, duidt
dit mogelijk op een storing. Breng de
auto onmiddellijk op een veilige plaats
tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Doorrijden met
de auto kan gevaarlijk zijn.
• Als “Engine Oil Pressure Low” (Lage
motoroliedruk) wordt weergegeven,
duidt dit mogelijk op een storing.
Breng de auto onmiddellijk op een
veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
379
7
Bij problemen
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Als de onderstaande meldingen
worden weergegeven, is er mogelijk
sprake van een storing. Laat
onmiddellijk de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
– “Hybrid System Malfunction”
(storing hybridesysteem)
– “Check Engine” (controleer motor)
– “Hybrid Battery System
Malfunction” (storing
tractiebatterijsysteem)
– “Accelerator System Malfunction”
(systeemstoring gaspedaal)
– “Smart Entry & Start System
Malfunction See Owners Manual”
(storing Smart entry-systeem met
startknop. Zie handleiding)
• Auto's met benzineroetfiltersysteem:
Volg de instructies als “Exhaust Filter
Full See Owner’s Manual”
(uitlaatgasfiltersysteem vol, zie
handleiding) op het multi-
informatiedisplay wordt
weergegeven. (→Blz. 285)
Als “Shift System Not Active Apply
Parking Brake Securely While Parking
See Owner’s Manual” (Schakelsysteem
niet actief. Activeer parkeerrem goed
bij het parkeren. Zie handleiding)
wordt weergegeven
Geeft aan dat de schakelregeling tijdelijk
niet werkt of dat er een storing in zit.
Laat onmiddellijk de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Wanneer de melding wordt
weergegeven, kan het hybridesysteem
mogelijk niet worden gestart of kan de
schakelstand mogelijk niet normaal
worden gewijzigd. (Oplossing:
→blz. 383)Als “Shift System Malfunction Apply
Parking Brake Securely While Parking
See Owner’s Manual” (Storing in
schakelsysteem. Activeer parkeerrem
goed bij het parkeren. Zie handleiding)
wordt weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is
in de schakelregeling. Laat onmiddellijk
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Wanneer de melding wordt
weergegeven, kan het hybridesysteem
mogelijk niet worden gestart of kan de
schakelstand mogelijk niet normaal
worden gewijzigd.
Als “
Switch Malfunction Apply
Parking Brake Securely While Parking
See Owner’s Manual” (Storing in
schakelaar stand P. Activeer
parkeerrem goed bij het parkeren. Zie
handleiding) wordt weergegeven
De schakelaar stand P werkt mogelijk
niet. Laat onmiddellijk de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Parkeer de auto op een vlakke
ondergrond en activeer de parkeerrem
goed.
Als “Shift System Malfunction Shifting
Unavailable See Owner’s Manual”
(Storing in schakelsysteem. Schakelen
niet mogelijk. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is
in de schakelregeling. Laat onmiddellijk
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Mogelijk kan geen andere schakelstand
dan stand P worden ingeschakeld.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
380
Als “Shift System Malfunction Stop in
a Safe Place See Owner’s Manual”
(Storing in schakelsysteem. Breng
auto op veilige plaats tot stilstand. Zie
handleiding) wordt weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is
in de schakelregeling. Laat onmiddellijk
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Er kan geen andere schakelstand
worden ingeschakeld. Breng de auto op
een veilige plaats tot stilstand.
Als “Shift System Malfunction See
Owner’s Manual” (Storing in
schakelsysteem. Zie handleiding)
wordt weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is
in de schakelregeling. Laat onmiddellijk
het systeem nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Mogelijk werkt het systeem niet goed.
Als “Low 12-Volt Battery Apply
Parking Brake Securely While Parking
See Owner’s Manual” (12V-accu bijna
leeg. Activeer parkeerrem goed bij het
parkeren. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat de 12V-accu onvoldoende
geladen is. Laad de 12V-accu op of
vervang hem.
• Wanneer de melding wordt
weergegeven, kan het
hybridesysteem mogelijk niet worden
gestart of kan de schakelstand
mogelijk niet normaal worden
gewijzigd. (Oplossing:→blz. 383)
• Na het laden van de 12V-accu wordt
de melding mogelijk nog
weergegeven totdat een andere
schakelstand dan P wordt
geselecteerd.Als “Shifting Unavailable Low 12-Volt
Battery See Owner’s Manual”
(Schakelen niet mogelijk. 12V-accu
bijna leeg. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat de schakelstand niet kan
worden gewijzigd doordat de spanning
van de 12V-accu is gedaald. Laad de
12V-accu op of vervang hem.
(Oplossing wanneer de 12V-accu is
ontladen:→blz. 409)
Als “Hybrid System Overheated.
Reduced Output Power.”
(Hybridesysteem oververhit.
Gereduceerd uitgangsvermogen)
wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk
weergegeven tijdens het rijden onder
zware omstandigheden. (Bijvoorbeeld
wanneer u (achteruit) een lange steile
helling op rijdt.)
Oplossing:→blz. 413
Als “Maintenance Required for
Traction Battery Cooling Parts See
Owner's Manual” (onderhoud vereist
voor koelonderdelen tractiebatterij,
zie handleiding) wordt weergegeven
Het filter kan verstopt zitten, de
ventilatieopening kan geblokkeerd zijn
of er kan een gat in het kanaal zitten.
• Raadpleeg als de ventilatieopening
vuil is blz. 348 voor informatie over
het schoonmaken van de
ventilatieopening.
• Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de melding
wordt weergegeven en de
ventilatieopening niet vuil is.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
381
7
Bij problemen
Als “Traction Battery Needs to be
Protected Refrain from the Use of
Position” (Tractiebatterij moet
worden beschermd. Vermijd het
gebruik van stand N.) wordt
weergegeven
Deze melding kan worden weergegeven
als de transmissie in stand N staat.
Het batterijpakket (tractiebatterij) kan
niet worden geladen als schakelstand N
is geselecteerd. Selecteer daarom
schakelstand P als de auto stilstaat.
Als “Traction battery needs to be
protected. Shift into
to Restart”
(Tractiebatterij moet worden
beschermd. Zet selectiehendel in
stand P om opnieuw te starten.) wordt
weergegeven
Deze melding wordt weergegeven
wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) bijna leeg is, doordat de
auto een bepaalde periode in stand N
heeft stilgestaan.
Zet bij het bedienen van de auto de
selectiehendel in stand P en herstart het
hybridesysteem.
Als “Shifted into
Shift Again to
Start Vehicle” (zet selectiehendel
weer in stand P om de auto te starten)
wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven
wanneer de functie automatisch
selecteren van stand P in werking is.
(→Blz. 164)
Bedien de selectiehendel nogmaals om
weg te rijden nadat schakelstand P is
geselecteerd.
Als “Shift to
Before Exiting Vehicle”
(Zet selectiehendel in stand P voordat u
de auto verlaat) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven
wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl het contact niet UIT is
gezet en een andere schakelstand dan P
is geselecteerd.Selecteer schakelstand P.
Als “Shift is in
Release Accelerator
Before Shifting” (Selectiehendel staat
in stand N. Laat vóór het schakelen het
gaspedaal los) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven
wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt
en schakelstand N is geselecteerd.
Laat het gaspedaal los en selecteer
stand D of R.
Als “Depress Brake When Vehicle is
Stopped. Hybrid System may
Overheat.” (Trap rempedaal in
wanneer auto stilstaat.
Hybridesysteem is mogelijk
oververhit) wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk
weergegeven wanneer het gaspedaal
wordt ingetrapt om de auto op een
omhoog lopende helling op zijn plaats te
houden, enz.
Het hybridesysteem kan oververhit
raken. Laat het gaspedaal los en trap het
rempedaal in.
Als “Shifted to
Stop Vehicle to Shift
to” (Stand N is ingeschakeld. Breng
auto tot stilstand om stand P in te
schakelen) wordt weergegeven
Als schakelaar stand P tijdens het rijden
wordt ingedrukt, wordt de schakelstand
in stand N gewijzigd en wordt de
melding weergegeven. (→Blz. 163)
Als “Auto Power OFF to Conserve
Battery” (Automatische uitschakeling
contact om batterij te sparen) wordt
weergegeven
Het contact is UIT gezet door de Auto
power off-functie.
Bedien de volgende keer dat u het
hybridesysteem start het
hybridesysteem gedurende ongeveer
5 minuten om de 12V-accu op te laden.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
382