Ze gaan uit nadat het hybridesysteem is
ingeschakeld of na enkele seconden. Er
kan een storing in een systeem aanwezig
zijn als een lampje niet gaat branden of
uitgaat. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*2Dit lampje brandt op het
multi-informatiedisplay.
*3Dit lampje brandt in het centrale
paneel.
WAARSCHUWING!
Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een
veiligheidssysteem zoals het
waarschuwingslampje ABS of SRS niet
gaat branden als u het hybridesysteem
start, kan dat betekenen dat deze
systemen niet beschikbaar zijn om u te
beschermen bij een ongeval, waardoor
dodelijk of ernstig letsel zou kunnen
ontstaan. Laat, als dit gebeurt, de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Controlelampjes
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van de
verschillende systemen van de auto.
Controlelampje richting-
aanwijzers (→blz. 180)
Controlelampje achterlicht
(→blz. 185)
Controlelampje grootlicht
(→blz. 187)
Controlelampje Automatic
High Beam-systeem
(→blz. 188)
Controlelampje mistlampen
voor (→blz. 190)
Controlelampje mistachter-
licht (→blz. 190)
Waarschuwingslampje
PCS*1, 2(→blz. 200)
Controlelampje cruise con-
trol (→blz. 220)
Controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control
(→blz. 220)
Controlelampje cruise con-
trol SET (→blz. 220)
*7
Controlelampje LTA
(→blz. 201, blz. 216)
BSM-indicatoren in de bui-
tenspiegel*2, 3(→blz. 236,
blz. 248)
Controlelampje BSM OFF*1,
2
(→blz. 236)
Controlelampje Toyota Par-
king Assist-sensor OFF*1, 2
(indien aanwezig)
(→blz. 241)
Controlelampje RCTA OFF*1,
2
(→blz. 248)
2.1 Instrumentenpaneel
72
Controlelampje PKSB OFF*1,
2
(indien aanwezig)
(→blz. 255)
(knippert)Controlelampje Traction
Control
*2(→blz. 266)
Controlelampje VSC OFF*1, 2
(→blz. 267)
Controlelampje Smart
entry-systeem met start-
knop
*4(→blz. 171)
Controlelampje READY
(→blz. 171)
Controlelampje EV MODE
(→blz. 175)
Waarschuwingslampje par-
keerrem*2(→blz. 181)
Controlelampje stand-
bystand Brake Hold-
systeem
*2(→blz. 184)
Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking*2
(→blz. 184)
EV-controlelampje
(→blz. 60)
Controlelampje lage buiten-
temperatuur*6(→blz. 74)
Controlelampje antidief-
stalsysteem*5(→blz. 66,
blz. 67)
Controlelampje
PASS AIR BAG
ON/OFF
*2, 5
(→blz. 37)
• Controlelampjes rijmodus
Controlelampje ECO-
rijmodus (→blz. 262)
Controlelampje SPORT-
modus (→blz. 262)
Controlelampje TRAIL-
modus (→blz. 264)
*1Dit lampje gaat branden wanneer het
systeem wordt uitgeschakeld.
*2Deze lampjes gaan branden als het
contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt
uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het
hybridesysteem is ingeschakeld of na
enkele seconden. Er kan een storing in
een systeem aanwezig zijn als een lampje
niet gaat branden of uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*3Dit lampje gaat branden in de
buitenspiegels.
*4Dit lampje brandt op het
multi-informatiedisplay.
*5Dit lampje brandt in het centrale
paneel.
*6Wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 3°C of lager is, gaat dit
controlelampje gedurende ongeveer
10 seconden knipperen en blijft daarna
branden.
*7Afhankelijk van de bedrijfsconditie
wijzigen de kleur en de manier waarop
het controlelampje brandt/knippert.
2.1 Instrumentenpaneel
73
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
2.1.2 Meters en tellers (7 inch display)
Weergave instrumentenpaneel
Plaats van meters en tellers
AHybridesysteemindicator
Geeft het vermogen of het
regeneratieniveau van het
hybridesysteem weer (→blz. 75)
BMulti-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens
met betrekking tot de auto (→blz. 82)
Geeft bij een storing
waarschuwingsmeldingen weer
(→blz. 373)
CKlok (→blz. 76)
DSnelheidsmeter
EBrandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is
FWeergave kilometerteller en
dagteller (→blz. 76)
GWeergave schakelstand (→blz. 176)
HBuitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 50°C.
Het controlelampje lage
buitentemperatuur gaat branden als
de buitentemperatuur 3°C of lager is.
IKoelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
weer
De eenheden die voor de tellers worden gebruikt, kunnen per regio verschillen.
2.1 Instrumentenpaneel
74
Tellers en display worden verlicht als
Het contact AAN staat.
Hybridesysteemindicator
AREADY OFF-gebied
Geeft weer dat het hybridesysteem
niet in werking is.
BLaadgebied
Laat de regeneratiestatus*zien.
De geregenereerde energie wordt
gebruikt om het batterijpakket
(tractiebatterij) te laden.
CHybride eco-gebied
Laat zien dat er niet vaak gebruik
wordt gemaakt van het vermogen van
de benzinemotor.
De benzinemotor wordt automatisch
gestopt en opnieuw gestart onder
verschillende omstandigheden.
DEco-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk
wordt gereden.
Als u probeert om de naald tijdens het
rijden in het Eco-gebied te houden,
rijdt u milieuvriendelijker.
EPWR-gebied
Laat zien dat de grens van een bereik
voor milieuvriendelijk rijden wordt
overschreden (bij rijden op vol
vermogen en dergelijke).
*Met “regenereren” wordt in deze
handleiding het omzetten van
bewegingsenergie van de auto in
elektrische energie bedoeld.Weergave buitentemperatuur
• Onder de volgende omstandigheden
wordt mogelijk niet de juiste
buitentemperatuur weergegeven of
duurt het langer voordat de weergave
wordt gewijzigd:
– Wanneer de auto stilstaat of met
lage snelheid rijdt (lager dan
20 km/h)
– Wanneer de buitentemperatuur
plotseling verandert (bijvoorbeeld
bij het in- of uitrijden van een
garage of tunnel)
• Wanneer -- of E wordt weergegeven,
zit er mogelijk een storing in het
systeem. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of
lichte puntjes verschijnen. Dit
verschijnsel is kenmerkend voor
LCD-schermen en u kunt het scherm
zonder problemen blijven gebruiken.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De tellers kunnen worden aangepast aan
de persoonlijke voorkeur via
op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 89)
WAARSCHUWING!
Informatiedisplay bij lage
temperaturen
Laat het interieur van de auto op
temperatuur komen alvorens het
informatiedisplay te gebruiken. Bij
extreem lage temperaturen kan het
informatiedisplay trager reageren en
worden wijzigingen mogelijk met enige
vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging
ontstaan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de
ingeschakelde versnelling op het
display.
2.1 Instrumentenpaneel
75
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
2.1.3 Meters en tellers (12,3 inch display)
Weergave instrumentenpaneel
Plaats van meters en tellers
Display met 2 meters
AHybridesysteemindicator
Geeft het vermogen of het
regeneratieniveau van het
hybridesysteem weer (→blz. 79)
BBuitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 60°C.
CSnelheidsmeter
DKlok (→blz. 82)
ESnelheidsmeter
FKoelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
weer
GWeergave kilometerteller en
dagteller (→blz. 81)
HMulti-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens
met betrekking tot de auto (→blz. 90)
Geeft waarschuwingsmeldingen weer
als er zich een storing voordoet
(→blz. 373)
ISchakelstandindicator (→blz. 176)
JBrandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is
KActieradius
Geeft de actieradius weer met de
resterende hoeveelheid brandstof.
De eenheden die voor de tellers worden gebruikt, kunnen per regio verschillen.
2.1 Instrumentenpaneel
77
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Display met 1 meter
AMulti-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens
met betrekking tot de auto (→blz. 90)
Geeft waarschuwingsmeldingen weer
als er zich een storing voordoet
(→blz. 373)
BBuitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 60°C.
CHybridesysteemindicator/
snelheidsmeter
Hybridesysteemindicator: Geeft het
vermogen of het regeneratieniveau
van het hybridesysteem weer
(→blz. 79)
Deze instelling kan worden gewijzigd
op het instelscherm. (→Blz. 92)
DKlok (→blz. 82)
EKoelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
weer
FWeergave kilometerteller en
dagteller (→blz. 81)
GSnelheidsmeter
HSchakelstandindicator (→blz. 176)
IBrandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is
JActieradius
Geeft de actieradius weer met de
resterende hoeveelheid brandstof.
De eenheden die voor de tellers worden gebruikt, kunnen per regio verschillen.
2.1 Instrumentenpaneel
78
Display zonder meters
AMulti-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens
met betrekking tot de auto (→blz. 90)
Geeft waarschuwingsmeldingen weer
als er zich een storing voordoet
(→blz. 373)
BBuitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 60°C.
CSnelheidsmeter
DKlok (→blz. 82)
EKoelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
weer
FWeergave kilometerteller en
dagteller (→blz. 81)
GSchakelstandindicator (→blz. 176)
HBrandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is
IActieradius
Geeft de actieradius weer met de
resterende hoeveelheid brandstof.
HybridesysteemindicatorALaadgebied
Laat de regeneratiestatus*zien.
De geregenereerde energie wordt
gebruikt om het batterijpakket
(tractiebatterij) te laden.
BHybride eco-gebied
Laat zien dat er niet vaak gebruik
wordt gemaakt van het vermogen van
de benzinemotor.
De benzinemotor wordt automatisch
gestopt en opnieuw gestart onder
verschillende omstandigheden.
De eenheden die voor de tellers worden gebruikt, kunnen per regio verschillen.
2.1 Instrumentenpaneel
79
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
CEco-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk
wordt gereden.
Door de staafjes tijdens het rijden in
het ECO-gebied te houden, rijdt u
milieuvriendelijker.
DPower-gebied
Laat zien dat de grens van een bereik
voor milieuvriendelijk rijden wordt
overschreden (bij rijden op vol
vermogen en dergelijke).
*Met “regenereren” wordt in deze
handleiding het omzetten van
bewegingsenergie van de auto in
elektrische energie bedoeld.
Motortoerental
Bij hybrideauto's wordt het motortoerental
nauwkeurig aangestuurd, vooral om het
brandstofverbruik te verlagen en de uitstoot
van schadelijke stoffen te beperken.
Het kan voorkomen dat het weergegeven
motortoerental varieert, terwijl de
rijomstandigheden gelijk blijven.
Weergave buitentemperatuur
• Onder de volgende omstandigheden
wordt mogelijk niet de juiste
buitentemperatuur weergegeven of
duurt het langer voordat de weergave
wordt gewijzigd:
– Wanneer de auto stilstaat of met
lage snelheid rijdt (lager dan
20 km/h)
– Wanneer de buitentemperatuur
plotseling verandert (bijvoorbeeld
bij het in- of uitrijden van een
garage of tunnel)
• Wanneer -- of E wordt weergegeven,
zit er mogelijk een storing in het
systeem. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of
lichte puntjes verschijnen. Dit
verschijnsel is kenmerkend voor
LCD-schermen en u kunt het scherm
zonder problemen blijven gebruiken.
Vrije software en opensourcesoftware
Dit product bevat vrije software/
opensourcesoftware (FOSS).
Licentie-informatie en/of de broncode
van FOSS is beschikbaar op de volgende
URL:
https://www.denso.com/global/en/
opensource/meter/toyota/
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De meters en tellers kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur
via
op het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 415)
WAARSCHUWING!
Informatiedisplay bij lage
temperaturen
Laat het interieur van de auto op
temperatuur komen alvorens het
informatiedisplay te gebruiken. Bij
extreem lage temperaturen kan het
informatiedisplay trager reageren en
worden wijzigingen mogelijk met enige
vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging
ontstaan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de
ingeschakelde versnelling op het
display. Deze vertraging kan de
bestuurder doen besluiten nogmaals
terug te schakelen, waardoor er snel en
te sterk op de motor wordt afgeremd en
er een aanrijding kan ontstaan,
mogelijk met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
2.1 Instrumentenpaneel
80