6.1 Onderhoud en
verzorging
6.1.1 Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw auto
Reinig de onderdelen en materialen op de
daarvoor juiste wijze.
Reinigingsinstructies
• Spoel de auto van boven naar
beneden af met veel water en
verwijder zo vuil en stof van de
carrosserie, uit de wielkasten en van
de onderkant van de auto.
• Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
• Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
• Veeg overtollig water weg.
• Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak blijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de
carrosserie is afgekoeld.
Wassen in een autowasstraat
• Voordat u de wasstraat inrijdt:
– Klap de spiegels weg.
– Schakel de elektrisch bedienbare
achterklep uit (indien aanwezig).
Begin met wassen vanaf de voorzijde
van de auto. Klap de spiegels weer uit
voordat u gaat rijden.
• Sommige borstels in wasstraten
kunnen krassen veroorzaken op de
carrosserie en andere onderdelen
(velgen, enz.), waardoor de lak van uw
auto wordt beschadigd.
• In bepaalde automatische wasstraten
kan de werking van de wasstraat
nadelig worden beïnvloed door de
achterspoiler. Hierdoor kan het
gebeuren dat de auto niet goed wordt
gewassen of de achterspoiler
beschadigd raakt.• Als de parkeerrem moet worden
gedeactiveerd, schakel dan het Brake
Hold-systeem uit, zet de
selectiehendel in stand N, deactiveer
de parkeerrem en zet het contact in
stand ACC. (→Blz. 185)
Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van
de portieren of de ruiten en blijf er niet
langdurig op spuiten, omdat er anders
water in het interieur terecht kan
komen.
Bij gebruik van een wasstraat (auto's
met instapfunctie)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het
portier herhaaldelijk worden
vergrendeld en ontgrendeld. Volg in dat
geval de correctieprocedure hieronder
bij het wassen van de auto:
• Leg de sleutel op een afstand van ten
minste 2 m van de auto als u de auto
wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van
de elektronische sleutel in om het
Smart entry-systeem met startknop
uit te schakelen. (→Blz. 137)
Velgen en wieldoppen
• Verwijder vuil onmiddellijk met een
neutraal reinigingsmiddel.
• Spoel het reinigingsmiddel direct na
het gebruik weg met water.
• Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om de
lak tegen beschadiging te
beschermen.
– Gebruik geen zuurhoudende of
alkalische middelen of
schuurmiddelen
– Gebruik geen harde borstels
– Reinig de velgen niet met
reinigingsmiddelen als de velgen,
bijvoorbeeld na het rijden of
stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn
6.1 Onderhoud en verzorging
332
Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde
hoeveelheid motorolie verbruikt. In de
volgende situaties neemt het olieverbruik
mogelijk toe en moet er mogelijk tussen
de onderhoudsintervallen motorolie
worden bijgevuld.
• Als de motor nog nieuw is,
bijvoorbeeld direct na aanschaf van de
auto of nadat de motor is vervangen
• Als een lagere kwaliteit motorolie of
motorolie met een verkeerde
viscositeit wordt gebruikt
• Bij het rijden met hoge
motortoerentallen, met een zwaar
beladen auto, met een aanhangwagen
of bij veelvuldig optrekken en
afremmen
• Als de motor langdurig stationair
draait, of bij veelvuldig rijden in druk
verkeer
Na het verversen van de motorolie
Het indicatiesysteem motorolie
verversen moet worden gereset. Ga als
volgt te werk:
• 7 inch display
1. Parkeer de auto op een veilige plaats
en schakel vervolgens het
hybridesysteem in.
Het indicatiesysteem motorolie
verversen kan niet tijdens het rijden
worden gereset.
2. Selecteer
van het multi-
informatiedisplay en druk vervolgens
op
.
3. Druk op
ofom “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
4. Druk op
ofom “Oil
Maintenance” (verversen motorolie)
te selecteren en druk vervolgens op
.
5. Druk op
ofom “Yes” ( ja) te
selecteren en druk vervolgens op.
• 12,3 inch display1. Parkeer de auto op een veilige plaats
en schakel vervolgens het
hybridesysteem in.
Het indicatiesysteem motorolie
verversen kan niet tijdens het rijden
worden gereset.
2. Selecteer
van het multi-
informatiedisplay en druk vervolgens
op
.
3. Druk op
ofom “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
4. Druk op
ofom “Oil
Maintenance” (verversen motorolie)
te selecteren en druk vervolgens op
.
5. Druk op
ofom “Yes” ( ja) te
selecteren en druk vervolgens op.
Er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay wanneer de
resetprocedure is voltooid.
WAARSCHUWING!
Afgewerkte motorolie
• Afgewerkte motorolie bevat
schadelijke stoffen die
huidaandoeningen zoals ontsteking
of huidkanker kunnen veroorzaken.
Wees daarom voorzichtig en vermijd
langdurig en herhaaldelijk contact
met de huid. Verwijder afgewerkte
motorolie door goed met water en
zeep te wassen.
• Voer afgewerkte motorolie en
gebruikte oliefilters op een veilige en
acceptabele manier af. Gooi
afgewerkte motorolie en gebruikte
oliefilters nooit weg in de vuilnisbak,
in het riool of zomaar ergens. Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur, een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige, tankstation of een
automaterialenzaak voor meer
informatie over recycling of
afvoeren.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
345
6
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Auto's met een compact reservewiel
of een volwaardig reservewiel: Als,
nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje
opnieuw gaat branden, kan dit erop
duiden dat er een band lek is.
Controleer de banden. Vervang het
wiel met de lekke band door het
reservewiel en laat de band
repareren door de dichtstbijzijnde
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Auto's met bandenreparatieset: Als,
nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje
lage bandenspanning opnieuw gaat
branden, kan dit erop duiden dat er
een band lek is. Controleer de
banden. Repareer een lekke band
met de bandenreparatieset.
• Vermijd plotselinge
stuurbewegingen en hard remmen.
De banden kunnen beschadigd
raken, waardoor u de controle over
het stuurwiel of de remmen kunt
verliezen.
Als u een klapband krijgt of als er
plotseling een lek ontstaat
Het kan zijn dat het bandenspannings-
waarschuwingssysteem niet meteen in
werking treedt.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem goed werkt
Monteer geen banden met verschillende
specificaties of van verschillende
merken, anders werkt het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem mogelijk niet goed.
7.2.4 Als er een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven
Het multi-informatiedisplay waarschuwt
bij systeemstoringen en onjuist
uitgevoerde handelingen, of geeft
meldingen over noodzakelijk onderhoud
weer. Voer de juiste corrigerende
maatregelen uit wanneer er een melding
wordt weergegeven.
Als een waarschuwingsmelding weer
wordt weergegeven na het uitvoeren van
de volgende handelingen, neem dan
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Als tevens een waarschuwingslampje
gaat branden of knippert terwijl er een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, tref dan corrigerende
maatregelen overeenkomstig het
waarschuwingslampje. (→Blz. 392)
Waarschuwingsmeldingen
De hieronder uitgelegde
waarschuwingsmeldingen verschillen
mogelijk van de werkelijke meldingen
overeenkomstig de bedrijfscondities en
voertuigspecificaties.
Waarschuwingszoemer
Er klinkt mogelijk een zoemer wanneer er
een melding wordt weergegeven.
Mogelijk is de zoemer niet hoorbaar als de
auto zich in een lawaaierige omgeving
bevindt of als het volume van het
audiosysteem hard staat.
Als “Engine Oil Level Low Add or
Replace” (Motoroliepeil laag. Bijvullen
of verversen) wordt weergegeven
Het motoroliepeil is laag. Controleer het
oliepeil en vul indien nodig olie bij.
Deze melding kan verschijnen als de auto
op een helling stilstaat. Plaats de auto op
een horizontale ondergrond en
controleer of de melding verdwijnt.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
400
Als “Cruise Control Unavailable See
Owner’s Manual” (Cruise
Control-systeem niet beschikbaar, zie
handleiding) wordt weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• Dynamic Radar Cruise Control
• Cruise control
Er wordt een melding weergegeven als
er herhaaldelijk op de toets
rijondersteuning wordt gedrukt.
Druk de toets rijondersteuning snel en
stevig in.
Als “Speed Limiter Unavailable See
Owner's Manual” (Snelheidsbegrenzer
niet beschikbaar. Zie handleiding)
wordt weergegeven
Deze melding kan worden weergegeven
als de transmissie in stand R staat.
Selecteer stand D.
Er wordt een melding weergegeven als
er herhaaldelijk op de toets
rijondersteuning wordt gedrukt.
Druk de toets rijondersteuning snel en
stevig in.
Als “Oil Maintenance Required Soon”
(olie moet binnenkort worden
ververst) wordt weergegeven
Geeft aan dat de motorolie moet worden
ververst.
Controleer de motorolie en ververs
indien nodig. Zorg ervoor dat na het
verversen van de motorolie de melding
wordt gereset. (→Blz. 345)
Als “Oil Maintenance Required” (olie
moet worden ververst) wordt
weergegeven
Geeft aan dat de motorolie moet worden
ververst.
Laat de motorolie en het oliefilter door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgerustedeskundige controleren en/of
verversen/vervangen. Zorg ervoor dat
na het verversen van de motorolie de
melding wordt gereset. (→Blz. 345)
Als er een melding wordt weergegeven
dat u naar uw erkende Toyota-dealer
moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven, is defect. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als er een melding wordt weergegeven
dat de handleiding moet worden
geraadpleegd
• Volg de bijbehorende instructies als
“Engine Coolant Temp High”
(temperatuur koelvloeistof te hoog)
wordt weergegeven. (→Blz. 439)
• Volg de bijbehorende instructies als
“Exhaust Filter Full”
(uitlaatgasfiltersysteem vol) wordt
weergegeven. (→Blz. 287)
• Als een van de onderstaande
meldingen wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, kan dit
duiden op een storing. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
– “Smart Entry & Start System
Malfunction” (storing Smart
entry-systeem met startknop)
– “Hybrid System Malfunction”
(storing hybridesysteem)
– “Check Engine” (controleer motor)
– “Traction battery system
malfunction” (systeemstoring
tractiebatterij)
– “Accelerator System Malfunction”
(systeemstoring gaspedaal)
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
405
7
Bij problemen
• Als een van de onderstaande
meldingen wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, kan dit
duiden op een storing. Breng de auto
onmiddellijk tot stilstand en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
– “Braking Power Low” (remkracht
laag)
– “Charging System Malfunction”
(storing laadsysteem)
– “Oil Pressure Low” (oliedruk laag)
• Als een van de onderstaande
meldingen wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, kan de auto
zonder brandstof zijn komen te staan.
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en vul brandstof bij als het
brandstofniveau laag is. (→Blz. 69)
– “Hybrid System Stopped”
(hybridesysteem is gestopt)
– “Engine Stopped”
(verbrandingsmotor uitgeschakeld)
• Als “Maintenance Required for
Traction Battery Cooling Parts See
Owner's Manual” (Onderhoud vereist
voor koelonderdelen tractiebatterij,
raadpleeg handleiding) wordt
weergegeven, zitten de filters
mogelijk verstopt, zijn de
ventilatieopeningen mogelijk
geblokkeerd of zit er mogelijk een gat
in het kanaal. Voer daarom de
onderstaande correctieprocedure uit.
– Schoonmaken van de
ventilatieopeningen van het
batterijpakket (tractiebatterij)
blz. 372 Als de
waarschuwingsmelding ook na het
schoonmaken van de
ventilatieopeningen nog wordt
weergegeven, laat de auto dan
onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Als “High Power Consumption Power
to Climate Temporarily Limited” (Hoog
stroomverbruik. Werking A/C en
verwarming beperkt) veelvuldig wordt
weergegeven
Mogelijk is er een storing met betrekking
tot het laadsysteem of de 12V-accu kan
verouderd zijn. Laat de auto onmiddellijk
nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als “Maintenance Required For
Traction Battery At Your Dealer”
(Onderhoud bij dealer vereist voor
tractiebatterij) wordt weergegeven
Het batterijpakket (tractiebatterij) moet
worden nagekeken of vervangen. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Wanneer u door blijft rijden zonder
het batterijpakket (tractiebatterij) te
laten nakijken, kan het
hybridesysteem niet worden gestart.
• Raadpleeg onmiddellijk een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als het hybridesysteem
niet gestart kan worden.
7.2.5 Als uw auto een lekke band
heeft (auto's met een
bandenreparatieset)
Uw auto is niet uitgerust met een
reservewiel, maar wel met een
bandenreparatieset.
Een lek dat wordt veroorzaakt door een
spijker of schroef die door het loopvlak
van de band steekt, kan tijdelijk worden
gerepareerd met de bandenreparatieset.
(De set bestaat uit een fles met
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
406