177
Praktische informatie
7► Draai de blauwe dop van de AdBlue®-tank
linksom en verwijder de dop.
►
Met een verpakking
AdBlue
®: controleer eerst
de uiterste houdbaarheidsdatum en lees daarna
zorgvuldig de instructies op het etiket voordat u de
inhoud van de verpakking in het AdBlue-reservoir
van de auto giet.
►
Bij een
AdBlue®-pomp: steek het vulpistool in de
vulpijp en blijf tanken totdat het vulpistool afslaat.
Om te voorkomen dat u het AdBlue®-
reservoir met te veel vloeistof vult:
–
V
ul 10 tot 13 liter bij met behulp van
AdBlue
®-verpakkingen.
–
Stop met bijvullen als het vulpistool voor het
eerst afslaat als u bij een tankstation tankt.
Het systeem kan alleen hoeveelheden van 5 liter
AdBlue
® of meer bij tussentijds vullen registreren.
Als het AdBlue®-reservoir helemaal leeg is,
wat wordt bevestigd met de melding
" Vul
AdBlue
bij: Starten niet mogelijk", dan
moet u minimaal 10 liter bijvullen.
De bijvuldetectie is mogelijk niet meteen
zichtbaar na het toevoegen. Soms moet de
auto enkele minuten rijden voordat de getankte
hoeveelheid wordt gedetecteerd.
Vrijloop
In bepaalde situaties moet de auto in de
vrijloopstand worden gezet (bijvoorbeeld bij slepen,
op een testbank, in een automatische wasstraat
(wasstand), of bij transport per trein of over zee).
Laat de auto nooit onbeheerd achter als deze in de vrijloop staat.
/
Procedure voor het activeren van de vrijloop
Terwijl de auto met draaiende motor stilstaat:
► T rap het rempedaal in en houd het ingetrapt.
►
Houd de modus
N op de drukknop geselecteerd.
►
Druk ongeveer 1 seconde op de toets
START/
STOP om de motor uit te schakelen (ter bevestiging
gaan de controlelampjes P en N knipperen).
►
Laat het rempedaal los om het contact in te
schakelen en de elektrische parkeerrem vrij te
geven.
Er wordt een melding op het instrumentenpaneel weergegeven om te
bevestigen dat de wielen 15 minuten worden
vrijgezet.
In de vrijloop kan het audiosysteem niet worden
bijgewerkt (melding weergegeven op het
instrumentenpaneel).
Na 15 minuten of terug naar de normale
werking.
► Houd het rempedaal ingetrapt, start de motor en
selecteer stand P .
Sleutelloos instap- en startsysteem
Trap het rempedaal niet in terwijl u het
contact aan en weer uit zet. Als u dat wel doet,
start de motor waardoor u de procedure opnieuw
moet uitvoeren.
Onderhoudstips
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de volgende aanbevelingen om
beschadiging van de auto te voorkomen.
Buitenkant
Gebruik nooit een hogedrukspuit in de motorruimte - kans op schade aan
elektrische componenten!
Was de auto niet bij fel zonlicht of bij zeer lage
temperaturen.
Wanneer u de auto in een autowasstraat wast, vergrendel dan alle portieren en,
afhankelijk van de uitvoering, haal de
elektronische sleutel uit de detectiezone en
schakel de handsfree-functie (Handsfree toegang
achterklep) uit.
Wanneer u een hogedrukreiniger gebruikt,
houd de spuitmond dan op minimaal 30 cm
van de auto (vooral wanneer u gebieden met
beschadigde lak, sensoren of afdichtingen
reinigt).
224
Index
12V-accu 169, 173, 190, 190–194
A
Aanhanger 85, 165
Aanhangergewichten
198–201
Aanraakgevoelige leeslampjes
62
Aansluiting 12 V
59, 67
Aansteker
59
ABS
84
Accessoires
80, 168
Accessoires, elektrisch
80
Accu laden
190, 192, 194
Achterbank
51
Achterklep
37
Achterlichten
189
Achterruitverwarming
57
Achteruitrijcamera
117, 146–148
Achteruitrijlicht
189
Actieradius AdBlue®
20, 173
Actieve motorkap
90
Actieve vering
11 0
Active Safety Brake
135, 137
Active Suspension Control
11 0
Adaptieve cruise control met Stop-functie
122
Adaptieve LED-technologie
30
Adaptieve snelheidsregelaar
126–127
Adaptieve verlichting
73
AdBlue®
20, 175
AdBlue® bijvullen
176
AdBlue®-reservoir
176
Afmetingen 203
Afstandsbediening
27–32
Afstellen van de koplamphoogte
70
Afzetten van de motor
103
Airbags
88–90, 93
Airbags vóór
88–90, 93
Airconditioning
53–54, 56
Alarmknipperlichten
80, 180
Alarmsysteem
34–35
Allesdragers
167–168
Antiblokkeersysteem (ABS)
84
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
29
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling
84
Apps
24
Armleuning achter
63
Armleuning vóór
61
Audioversterker
61
Autogegevens
10, 221
Automatische airconditioning ~ Airconditioning,
automatische
57
Automatische airconditioning met gescheiden
regeling
54
Automatische ruitenwissers
78–79
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
107–110, 174, 190
Automatisch inschakelen verlichting
71
Automatisch noodremsysteem
135, 137
B
Bagageafdekking 64–65
Bagagenet voor hoge belading 66
Bagageruimte
37–39, 68
Banden
174, 204
Banden oppompen
174, 204
Bandenreparatieset
180–182
Bandenspanning
174, 182, 184, 204
Bandenspanningscontrole (met set)
182, 184
Bandenspanning te laag (detectie)
11 5
Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening,
batterij
33
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
33
Bekerhouder
59
Beladen
167–168
Benzinemotor
112, 171, 199
Bergingsauto of trailer (slepen)
196
Bijvullen AdBlue®
173, 176
Binnenspiegel
51
BlueHDi
20, 173, 180
Bluetooth (handsfree set)
213
Bluetooth (telefoon)
213–214
Bluetooth-verbinding
213–214
Boordcomputer
22–23
Boordgereedschap
68, 180–182
Brandstof
8, 152
Brandstofadditief
173–174
Brandstofniveaumeter
152
Brandstoftank
152–153, 152–154
Brandstof tanken
152–153
Brandstoftank leeg (diesel)
180
Brandstofverbruik
8, 21
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
152–153
225
Index
Buitenspiegels 50, 57, 142
Buitenverlichting
72
C
Carrosserie 178
Carrosserie-onderhoud
178
Centrale vergrendeling
30–31
CHECK
22
Claxon
81
Comfort-stand
11 2
Configuratie van de auto
10, 24
Connectiviteit
219
Contact
104, 219
Contact aangezet
104
Controlelampjes
11–12
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle
19
Controlepaneel
157–159, 163
Controles
171, 173–175
D
Dagteller 22
Dashboardkastje
59
Datum (instellen)
219
Detectie obstakels
144
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
115, 184
De tractiebatterij laden
159
Diagnoseaansluiting 80
Diagnose auto
22
Dieselmotor
152, 171, 180, 200
Digitaal instrumentenpaneel
10
Dimlicht
189
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)
22
Display instrumentenpaneel
10
Dodehoekbewaking
142
Draadloze lader
60
Drive Assist Plus
126
Dynamische noodrem
106–107
E
Eco-mode 169
Eco-mode ~ Eco-modus
169
Eco-rijden (adviezen)
8
ECO-stand
111
Electronic Stability Program (ESC)
84
Elektrisch bedienbare achterklep
38–39
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend
105–107, 174
Elektrische automatische transmissie
(hybride)
107
Elektrische ruitbediening
41
Elektrisch verstelbare stoelen
47–48
Elektromotor
111–112, 154, 201
Elektronische remdrukregelaar (REF)
84
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake Force Distribution (EBD)
84
Elektronische sleutel 29–30
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering,
elektronische
103
Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP)
84–85
Energiestromen
25
e-Save-functie (energiereserve)
25
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
84
Event Data Recorder
83
F
Favoriete rijfuncties 11 8
Fietsendrager
168
Flacon AdBlue®
176
Follow me home-verlichting
71
Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-
verlichting
71
Frequentie (radio)
217
G
Geheugen instellingen bestuurder 48
Geluidssignaal stil voertuig (plug-in hybride)
81
Geluidssignaal voor voetgangers
(plug-in hybride)
81
Geprogrammeerd laden
25, 164
Geprogrammeerd laden
(plug-in hybride)
25, 156, 162
Gereedschap
180–182
Gereedschapskist
68
227
Index
LED-verlichting 70, 188–189
Lekke band
182, 184
Lendensteun
47
Lendensteun, verstelling
47
Lichtschakelaar
69–70
Logboek waarschuwingsmeldingen
22
Lokaliseren van de auto
28
Luchtfilter
173
Luchtfilter (vervangen)
173
Luchtrecirculatie
56–57
Luidsprekers
61
M
Make-upspiegel 59
Massagefunctie
49
Massages op meerdere punten
49
Matten
61–62, 118
Mat verwijderen
61–62
Milieu
8, 33
Mistachterlicht
69, 189
Mobiele app
25, 58, 162, 164
Monteren allesdragers ~ Allesdragers
monteren
167–168
Motor
175
Motoren
198–201
Motorkap
170
Motorolie
171
Motorolieniveaumeter
19
N
Neerklappen stoelen achter 52
Netaansluiting (standaardstekker)
157–158
Night Vision
74
Niveau AdBlue®
173
Niveau brandstofadditief diesel ~
Brandstofaddititiefniveau
173–174
Niveau koelvloeistof ~
Koelvloeistofniveau
19, 172
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau
172
Niveau ruitensproeiervloeistof ~
Ruitensproeiervloeistofniveau
77, 172
Niveaus controleren
171–172
Niveaus en controles
171–172
Noodbediening achterklep
37
Noodbediening portieren
32
Noodoproep ~ Urgence-oproep
81–82
Noodprocedure afzetten van de motor
104–105
Noodprocedure starten
104, 191
Noodremassistentie ~ Brake Assist
System (BAS)
84, 137
Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist
System (BAS)
84
O
Oliefilter 173
Oliefilter (vervangen)
173
Olieniveau
19, 171
Oliepeilstok
19, 171
Olieverbruik 171
Onder de motorkap ~ Motorruimte
170–171
Onderhoud (adviezen)
155, 177
Onderhoudsadviezen
155, 177
Onderhoudscontroles
18, 173, 175
Onderhoudsindicator
18
Ontdooien
50, 57
Ontgrendelen
27, 29
Ontgrendelen achterklep
28, 30
Ontgrendelen bagageruimte ~ Bagageruimte
ontgrendelen
28, 30
Ontgrendelen portieren ~ Portieren
ontgrendelen
31
Ontgrendelen van binnenuit ~ Interieur
ontgrendelen
31
Ontluchten brandstofsysteem ~
Brandstofsysteem ontluchten
180
Ontwasemen
50, 57
Ontwasemen achter
57
Ontwasemen achter ~ Achterruitverwarming
57
Ontwasemen voor
57
Op afstand bedienbare functies
164
Op afstand bedienbare functies
(plug-in hybride)
25, 58
Opbergvak
59, 68
Opbergvakken
59–60, 61, 64–65, 68
Opbergvakken portieren
59
Openen bagageruimte ~ Bagageruimte
openen
29, 37
Openen motorkap ~ Motorkap, openen
170
Openen portieren ~ Portieren openen
29, 36