Page 14 of 134
Veiligheidsinformatie
1-5
1
Schakel een versnelling in (bij model-
len met een handgeschakelde ver-
snellingsbak).
Zet de motorfiets vast met spanban-
den of andere geschikte banden aan
stevige delen van de motorfiets, zoals
het frame of de bovenste voorvork-
klem (en niet aan, bijvoorbeeld, het
stuur, de richtingaanwijzers of onder-
delen die kunnen afbreken). Kies de
plaats voor de spanbanden zorgvuldig
om te voorkomen dat deze tijdens het
transport schuurplekken op de lak
veroorzaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de motorfiets tijdens het trans-
port niet overmatig kan stuiteren.
UB3LD1D0.book Page 5 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 41 of 134

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-18
4
OPMERKINGStel QS in op 1 voor sportief rijden
of circuitgebruik.
Stel QS in op 2 voor toeren of
stadsverkeer.LIF
LIF kan worden ingesteld op 1, 2, 3 of OFF.
Instellingsniveau 3 vermindert het sterkst
het omhoog komen van het wiel en instel-
lingsniveau 1 oefent de minste systeemin-
terventie uit. OFF schakelt LIF uit en LCS
wordt gedeactiveerd voor de geselecteer-
de YRC-modus. EBM
Dit systeem heeft drie instellingen. Niveau
1 oefent de minste interventie van het mo-
torremsysteem uit, en daarmee de hoogste
motorremkracht. Niveau 3 oefent de mees-
te interventie van het motorremsysteem uit,
en daarmee de laagste motorremkracht.
BC
Selecteer BC1 als u alleen het standaard
ABS wilt gebruiken. Selecteer BC2 om het
remregelsysteem de remdruk te laten regu-
leren in de bochten om laterale wielslip te
beperken.
OPMERKINGVoor ervaren rijders en bij circuitgebruik
kan het BC2-remsysteem bij wisselende
omstandigheden vroeger ingrijpen dan ver-
wacht in relatie tot uw beoogde snelheid of
lijn in de bochten.Een YRC-modus op maat instellen of eenYRC-item aanpassen1. Selecteer “YRC Setting” op het
scherm MENU. 2. Het scherm “YRC Setting” wordt
weergegeven en het vak voor YRC-
modus “YRC” wordt gemarkeerd.
Druk kort op de wielschakelaar om
toegang te krijgen tot het vak en se-
lecteer vervolgens YRC-modus A, B,
C of D die u wilt aanpassen.
1. Systeeminterventie
2. Wiellift
1 3
2
1
LIF
2
YRC SettingLap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
10
:
00
UB3LD1D0.book Page 18 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 117 of 134

Periodiek onderhoud en afstelling
7-37
7
OPMERKINGDe rechterkoplamp gaat branden
wanneer de Pass/LAP-
schakelaar “ /LAP” wordt ingedrukt
of de dimlichtschakelaar op “ ”
(grootlicht) wordt gezet.
De parkeerlichten zijn ontworpen om
langzaam te doven als uw R1 over-
gaat in de slaapstand.
DAU67131
Ondersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, gebruik daarom onderhoudsstan-
daards bij het verwijderen van het voor- of
achterwiel of bij het uitvoeren van ander on-
derhoud waarbij de motorfiets rechtop
moet staan.
Controleer of de motorfiets stabiel en vlak
staat alvorens onderhoud te verrichten.
DAU25872
Problemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
1. Onderhoudsstandaard (voorbeeld)
1
UB3LD1D0.book Page 37 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM