Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-4
4
DAU66091
Schakelaar Pass/LAP “ /LAP”
Druk op deze schakelaar om een lichtsig-
naal te geven met de koplampen en om de
start van elke ronde te markeren bij gebruik
van de rondetimer.
DAU12402
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU66040
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU66061
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 6-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU88273
Schakelaar alarmverlichting “OFF/ ”
Met deze schakelaar wordt de alarmver-
lichting ingeschakeld (gelijktijdig knipperen
van alle richtingaanwijzers). De alarmver-
lichting wordt gebruikt in een noodgeval of
om andere verkeersdeelnemers te waar-
schuwen als uw machine stilstaat in een
mogelijk gevaarlijke verkeerssituatie.
De alarmverlichting kan alleen worden in-
of uitgeschakeld als het contactslot in de
stand “ON” staat. De ingeschakelde alarm-
verlichting blijft knipperen als u het contact-
slot naar de stand “OFF” of “LOCK” draait.
Om de alarmverlichting uit te schakelen, draait u het contactslot weer naar de stand
“ON” en bedient u opnieuw de schakelaar
van de alarmverlichting.
LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ont-
laden.
DAU88401
Modusschakelaar “MODE”
Gebruik de modusschakelaar om de YRC-
modus te wijzigen of om de PWR-, TCS-,
SCS- en EBM-instellingen te wijzigen in het
hoofdscherm. Deze schakelaar bestaat uit
drie toetsen.
Toets omhoog - druk op deze toets om de
geselecteerde YRC-instelling te verhogen.
Middelste toets
- druk op deze toets om
van links naar rechts door de MODE-,
PWR-, TCS-, SCS- en EBM-items te blade-
ren.
Toets omlaag - druk op deze toets om de
geselecteerde YRC-instelling te verlagen.OPMERKING De middelste toets wordt ook gebruikt
voor activering van het launch-con-
trolsysteem. Houd de middelste toets
ingedrukt wanneer het LCS-picto-
UB3LD1D0.book Page 4 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Periodiek onderhoud en afstelling
7-36
7
3. Draai de contactsleutel naar “ON” enschakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU67122
VoertuigverlichtingDit model is volledig uitgerust met lampen
van het LED-type.
De koplampen, parkeerlichten, richtingaan-
wijzers, het achterlicht/remlicht en de ken-
tekenverlichting zijn alle voorzien van
LED’s. Er zijn geen vervangbare gloeilam-
pen.
Als een lampje niet gaat branden, contro-
leer dan de zekeringen en laat vervolgens
een Yamaha dealer de machine controle-
ren.LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
Voorgeschreven zekeringen:Hoofdzekering:
50.0 A
Aansluitzekering 1: 2.0 A
Koplampzekering: 7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A
Zekering rubradiatorkoelvin:
10.0 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Circuitzekering alarmverlichtingssy-
steem: 7.5 A
Zekering ABS ECU: 7.5 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 15.0 A
Zekering SCU:
7.5 A (YZF1000D)
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
1. Parkeerlicht
2. Koplamp
12
UB3LD1D0.book Page 36 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
11-1
11
Index
AAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 7-28
ABS-waarschuwingslampje.................... 4-7
Accu ..................................................... 7-32
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 7-31
Achteruitkijkspiegels............................. 4-41BBanden ................................................. 7-19
Bougies, controleren ............................ 7-12
Brandstof .............................................. 4-35
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 6-4CCCU ...................................................... 4-39
Claxonschakelaar ................................... 4-4
Contactslot/stuurslot .............................. 4-2
Controlelampje grootlicht ....................... 4-6
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ........................ 4-5
Controlelampjes richtingaanwijzers........ 4-6
Controlelampje stabiliteitsregeling ......... 4-8
Controlelampje startblokkering .............. 4-7DDe motor starten..................................... 6-2
Diagnosestekker ................................... 10-2
Dimlichtschakelaar ................................. 4-4EEXUP-systeem ..................................... 4-48FFilterbus ................................................ 7-13GGasgreep controleren en smeren ......... 7-29
Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires ........................................ 4-48 Gereedschapsset ................................... 7-2
IIdentificatienummers............................ 10-1
Inrijperiode ............................................. 6-1KKabels, controleren en smeren ............ 7-28
Klepspeling .......................................... 7-18
Koelvloeistof......................................... 7-16
Koppelingshendel ................................ 4-32LLuchtfilterelement ................................ 7-18MMatkleur, let op ...................................... 8-1
Modelinformatiesticker......................... 10-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 7-13
Motor raakt oververhit .......................... 7-40OOnderhoud ............................................. 8-1
Onderhoud en smering, periodiek ......... 7-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem .... 7-3
Ondersteunen van de motorfiets ......... 7-37
Opbergruimte voor documenten.......... 4-40PParkeren ................................................. 6-4
Plaats van de onderdelen ...................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 7-37RRegistratie van gegevens, voertuig ...... 10-2
Reinigen, titanium uitlaatdemper ........... 8-3
Rem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ....................... 7-30
Remhendel ........................................... 4-33
Remlichtschakelaars ............................ 7-23
Rempedaal ........................................... 4-33 Rempedaal en schakelpedaal,
controleren en smeren ....................... 7-29
Remregelsysteem (BC) ......................... 4-33
Remvloeistofniveau, controleren .......... 7-24
Remvloeistof, verversen ....................... 7-26
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 4-4
SSchakelaar alarmverlichting.................... 4-4
Schakelaar Pass/LAP ............................. 4-4
Schakelcontrolelampje ........................... 4-7
Schakelen ............................................... 6-3
Schakelpedaal ...................................... 4-32
Schokdemperunit, afstellen .................. 4-44
Serienummer motorblok ....................... 10-1
Spanning aandrijfketting ....................... 7-26
Speciale kenmerken ............................... 3-1
Specificaties ........................................... 9-1
Stallen ..................................................... 8-4
Startblokkeersysteem ............................. 4-1
Startspersysteem.................................. 4-49
Stationair toerental, co ntroleren ........... 7-18
Stop/Run/Start-schakelaar ..................... 4-4
Storingsindicatielampje (MIL) ................. 4-6
Storingzoekschema .............................. 7-39
Stroomlijn- en framepanelen .................. 7-9
Stuurschakelaars .................................... 4-3
Stuursysteem, controleren ................... 7-32TTankdop................................................ 4-35
Tankoverloopslang ............................... 4-37UUitlaatkatalysator .................................. 4-37VVeiligheidsinformatie............................... 1-1
UB3LD1D0.book Page 1 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM