Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-31
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
13
JA NEE JA NEE JA NEE
WAARSCHUWING
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Zet de noodstopschakelaar in de stand “run”.
3. Zet het contactslot aan.
4. Zet de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Zet de versnellingsbak in een versnelling.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startknop.
Start de motor? De sperschakelaar van de koppelingshendel
werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. Laat als een storing wordt aangetroffen de
machine nakijken alvorens te gaan rijden.
BEA-9-D0.book 31 ページ 2021年12月20日 月曜日 午後3時49分
Gebruik en belangrijke rij-informatie
6-2
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
13
DAU91411
De motor startenHet startspersysteem staat starten toe wan-
neer:
de versnellingsbak in de vrijstand staat
of
de versnellingsbak in een versnelling
is geschakeld, de zijstandaard is opge-
klapt en de koppelingshendel is inge-
trokken.
Om de motor te starten
1. Draai het contactslot naar ON en zet de noodstopschakelaar in de stand
“run”.
2. Controleer of de indicator en het/de waarschuwingslampje(s) enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. (Zie
pagina 4-5.)OPMERKING
Start de motor niet als het waarschu-
wingslampje motorstoring blijft bran-
den.
Het waarschuwingslampje oliedruk en
koelvloeistoftemperatuur moet gaan
branden en blijven branden totdat de
motor is gestart.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven tot de
machine een snelheid van 5 km/h (3
mi/h) bereikt.
LET OP
DCA24110
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet werkt zoals hierboven be-
schreven, vraag dan uw Yamaha dealerom de machine te controleren.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand.
4. Start de motor door de startknop in te drukken.
5. Laat de startknop los als de motor
start, of na 5 seconden. Wacht 10 se-
conden voordat u opnieuw op de knop
drukt om de accuspanning weer te la-
ten opbouwen.OPMERKINGAls de motor niet wil starten, opnieuw pro-
beren met de gasgreep 1/4 slag (20 graden)opengedraaid.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van demotor!1. 1/4 slag (20 graden)
111
BEA-9-D0.book 2 ページ 2021年12月20日 月曜日 午後3時49分
Gebruik en belangrijke rij-informatie6-3
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
13
DAU68221
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een inertiële meeteenheid (IMU).
Deze meeteenheid stopt de motor als
de machine kantelt. Schakel het con-
tactslot uit en weer in voordat u pro-
beert de motor opnieuw te starten.
Wanneer u dit niet, doet zal de motor
niet aanslaan, ook al probeert de start-
motor de motor op gang te brengen na
het indrukken van de startknop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de start-knop om de motor opnieuw te starten.
DAU91542
SchakelenDoor te schakelen tussen de verschillende
versnellingen kunt u het beschikbare motor-
vermogen doseren voor wegrijden, accele-
reren, klimmen etc. De schakelstanden
worden getoond in de afbeelding.OPMERKING
Om de versnellingsbak in de vrijstand
( ) te schakelen, drukt u het schakel-
pedaal enkele malen in totdat het ein-
de van de slag is bereikt, en trekt u het
vervolgens iets omhoog.
Dit model is uitgerust met een snel-schakelsysteem. (Zie pagina 3-5.)
LET OP
DCA22523
Oefen bij het schakelen stevige
druk uit op het schakelpedaal totdat
u voelt dat de schakelactie is vol-
tooid.
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnellings-
bak in de vrijstand, en sleep de mo-
torfiets niet over lange afstanden.
De versnellingsbak wordt alleen af-
doende gesmeerd terwijl de motor
draait. Door onvoldoende smering
kan de versnellingsbak worden be-
schadigd.
Knijp bij het schakelen altijd de kop-
pelingshendel in om schade aan de
motor, versnellingsbak en aandrijf-
lijn te voorkomen, tenzij het snel-schakelsysteem wordt gebruikt.
DAU85370
Wegrijden en optrekken 1. Trek de koppelingshendel in om de koppeling te ontkoppelen.
2. Schakel de versnellingsbak in de eer- ste versnelling. Het vrijstandcontrole-
lampje moet uitgaan.
3. Draai geleidelijk de gasgreep open en laat tegelijkertijd langzaam de koppe-
lingshendel los.
1. Schakelstanden
2. Schakelpedaal
222
11
1
N 2 3
4
5
6
BEA-9-D0.book 3 ページ 2021年12月20日 月曜日 午後3時49分
Periodiek onderhoud en afstelling
7-38
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
13
DAU86420
Motor raakt oververhit
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koel vloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen
de aanslag zodat de nog aanwezige druk ka n ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze links-om en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag uw Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
BEA-9-D0.book 38 ページ 2021年12月20日 月曜日 午後3時49分
11-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
101112
13
Index
AAandrijfketting, reinigen en smeren ......... 7-25
ABS-waarschuwingslampje ....................... 4-7
Accu......................................................... 7-30
Achterbrugscharnierpunten, smeren ....... 7-28BBanden .................................................... 7-17
BC.............................................................. 3-5
Bougies, controleren................................ 7-12
Brandstof ................................................. 4-22
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ..... 6-4CClaxonschakelaar ...................................... 4-4
Contactslot/stuurslot .................................. 4-2
Controlelampje grootlicht ........................... 4-6
Controlelampjes cruise control .................. 4-6
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................... 4-5
Controlelampjes richtingaanwijzers ........... 4-6
Controlelampje stabiliteitsregeling ............. 4-7
Controlelampje startblokkering .................. 4-7
Cruise control ............................................ 3-1
Cruise-controlschakelaars ......................... 4-4DDe motor starten ........................................ 6-2
Diagnosestekker ...................................... 10-2
Dimlichtschakelaar/ lichtsignaalschakelaar ............................. 4-3
Display ....................................................... 4-9
Display, menuscherm .............................. 4-15
D-MODE .................................................... 3-3FFilterbus ................................................... 7-13
GGasgreep controleren en smeren ........... 7-26
Gelijkstroom kabel stekkers voor
accessoires ........................................... 4-30
Gereedschapsset ...................................... 7-2IIdentificatienummers ............................... 10-1
Inrijperiode ................................................ 6-1KKabels, controleren en smeren ............... 7-26
Kentekenverlichting ................................. 7-35
Klepspeling.............................................. 7-16
Koelvloeistof ............................................ 7-14
Koppelingshendel.................................... 4-19LLuchtfilterelement .................................... 7-16MMatkleur, let op.......................................... 8-1
Modelinformatiesticker ............................ 10-2
Motorolie ................................................. 7-13
Motor raakt oververhit ............................. 7-38OOnderhoud ................................................ 8-1
Onderhoud en smering, periodiek ............. 7-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem ........ 7-3
Ondersteunen van de motorfiets ............. 7-35PParkeren.................................................... 6-5
Plaats van de onderdelen ......................... 2-1
Positie bestuurdersvoetsteunen,
afstellen................................................. 4-25
Problemen oplossen ............................... 7-35RRegistratie van gegevens, voertuig ......... 10-2 Rem- en schakelpedalen, controleren en
smeren...................................................7-27
Remhendel ..............................................4-20
Remhendel en koppelingshendel,
controleren en smeren...........................7-27
Remlichtschakelaars................................ 7-21
Rempedaal ..............................................4-20
Remregelsysteem (BC) ...........................4-20
Remvloeistofniveau, controleren ............. 7-22
Remvloeistof, verversen ..........................7-23
Richtingaanwijzerschakelaar .....................4-3
SSchakelaar alarmverlichting .......................4-4
Schakelen ..................................................6-3
Schakelpedaal ......................................... 4-19
Schokdemperunit, afstellen ..................... 4-28
Serienummer motorblok ..........................10-1
Snelschakelsysteem ..................................3-5
Spanning aandrijfke tting ..........................7-23
Speciale kenmerken ..................................3-1
Specificaties...............................................9-1
Stallen ........................................................8-3
Stand van het stuur, afstellen .................. 4-26
Startblokkeersysteem ................................4-1
Startspersysteem ..................................... 4-30
Stationair toerental, controleren............... 7-16
Stop/Run/Start-schakelaar .........................4-4
Storingsindicatielampje (MIL) ....................4-6
Storingzoekschema ................................. 7-37
Stuurschakelaars .......................................4-3
Stuursysteem, controleren .......................7-29TTankdop ...................................................4-22
Tankoverloopslang .................................. 4-24
BEA-9-D0.book 1 ページ 2021年12月20日 月曜日 午後3時49分