Page 25 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-8
3
4. Gebruik de schakelaar “TRIP” om de
minuten in te stellen.
5. Druk op de schakelaar “INFO” om de instellingen te bevestigen.
DAU87391
Aan dui din g in geschakel de versnellin g
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt
aangegeven door “–” en door het vrijstand-
controlelampje.
DAU92211
Multifunctioneel display
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen: een kilometerteller (ODO)
twee rittellers (TRIP 1 en TRIP 2)
een brandstofreserve-ritteller (TRIP F)
een weergave van het huidige brand-
stofverbruik (km/L, L/100 km of MPG)
een weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik (AVE_ _._ km/L,
AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _ _._ MPG)
een weergave koelvloeistoftempera-
tuur (_ _ °C)
een weergave luchttemperatuur (Air_
_ °C)
Druk op de schakelaar “TRIP” om de weer-
gave te wisselen in de onderstaande volg-
orde: ODO
TRIP 1 TRIP 2 TRIP F km/L
of L/100 km of MPG AVE_ _._ km/L of
AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _._ MPG _ _
°C Air_ _ °C ODO
OPMERKING De brandstofreserve-ritteller wordt al-
leen weergegeven wanneer het
brandstofniveau laag is.
Druk op de schakelaar “INFO” om de
weergave in de omgekeerde volgorde
te wisselen.
DAU86890
Kilometerteller
De kilometerteller toon t de totale afstand
die door de machine is afgelegd.OPMERKINGDe kilometerteller wordt vergrendeld bij
999999 en kan niet worden teruggesteld.
DAU92221
Rittellers
De rittellers tonen de afgelegde afstand
sinds de tellers voor het laatst werden te-
ruggesteld.
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
1
1. Multifunctioneel display
1
UBATD1D0.book Page 8 Thursday, September 2, 2021 8:46 AM
Page 26 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-9
3
Stel om een ritteller terug te stellen het dis-
play in op de betreffende ritteller en houd
terwijl de cijfers knipperen de schakelaar
“INFO” ingedrukt totdat de terugstelling
plaatsvindt.OPMERKINGDe rittellers worden te ruggesteld en blijven
tellen nadat 9999.9 is bereikt.
DAU92231
Bran dstofreserve-ritteller
Als het laatste segment van de brandstofni-
veaumeter begint te knipperen, wisselt de
weergave automatisch naar de brandstof-
reserve-ritteller “TRIP F” en wordt de afge-
legde afstand vanaf dat punt aangegeven.
Om de brandstofreserve-ritteller terug te
stellen, wisselt u naar de weergave van de
brandstofreserve-ritteller en houdt u terwijl
de cijfers knipperen de schakelaar “INFO”
ingedrukt totdat de terugstelling plaats-
vindt.OPMERKINGAls u de brandstofreserve-ritteller niet
handmatig terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld en verdwijnt deze van
het display zodra u na het tanken 5 km
(3 mi) hebt gereden.
DAU92241
Weer gave hui dig b ran dstofver bruik
Deze weergave toont het brandstofverbruik
onder de huidige rijomstandigheden. De
weergave kan worden ingesteld op “km/L”
of “L/100 km”, of “MPG” wanneer mijlen
worden gebruikt. Houd om te wisselen tus-
sen de eenheden voor het brandstofver-
bruik de schakelaar “TRIP” ingedrukt totdat
de eenheid wordt gewijzigd. “km/L”: de afstand die kan worden af-
gelegd op 1.0 L brandstof.
“L/100 km”: de hoeveelheid brandstof
die nodig is om 100 km af te leggen.
“MPG”: de afstand die kan worden af-
gelegd op 1.0 Imp.gal brandstof.
OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h) wordt
DAU87790
OPMERKINGHet huidige verbruik dient alleen gebruikt te
worden als algemene referentie. Gebruik
dit getal niet om de afstand te schatten die
met de huidige brandstoftank kan worden
afgelegd.
DAU92251
Weer gave gemi ddel d b ran dstofver bruik
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op
nul is teruggezet. De weergave van het ge-
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
1
UBATD1D0.book Page 9 Thursday, September 2, 2021 8:46 AM
Page 27 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-10
3
middelde brandstofverbruik kan worden in-
gesteld op “AVE_ _._ km/L” of “AVE_ _._
L/100 km”, of “AVE_ _._ MPG” wanneer
mijlen worden gebruikt. Houd om te wisse-
len tussen de eenheden voor het brand-
stofverbruik de schakelaar “TRIP”
ingedrukt totdat de eenheid wordt gewij-
zigd.
“AVE_ _._ km/L”: de gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op 1.0
L brandstof.
“AVE_ _._ L/100 km”: de gemiddelde
hoeveelheid brandstof die nodig is om
100 km af te leggen.
“AVE_ _._ MPG”: de gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op
1.0 Imp.gal brandstof.OPMERKINGOm de weergave terug te stellen, wis-
selt u naar de weergave voor het ge-
middelde brandstofverbruik en houdt
u terwijl de cijfers knipperen de scha-
kelaar “INFO” ingedrukt totdat de te-
rugstelling plaatsvindt.
Nadat de weergave is teruggesteld,
wordt “_ _._” weergegeven totdat eni-
ge afstand met de machine is gere-
den.
DAU90900
Weer gave koelvloeistoftemperatuur
Deze weergave toont de koelvloeistoftem-
peratuur van 40 °C tot 116 °C in stappen
van 1 °C.
Als de melding “Hi” knippert, stop dan het
voertuig, stop vervolgens de motor en laat
de motor afkoelen. (Zie pagina 6-36.)OPMERKING Als de koelvloeistoftemperatuur lager
is dan 40 °C, wordt “Lo” weergege-
ven.
De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden
en de motorbelasting.
DAU90923
Weer gave luchttemperatuur
Deze weergave toont de luchttemperatuur
van –9 °C tot 99 °C in stappen van 1 °C. De
weergegeven temperatuur kan afwijken
van de werkelijke omgevingstemperatuur.OPMERKING
weergegeven.
1. Weergave koelvloeistoftemperatuur
1
1. Luchttemperatuurweergave
1
UBATD1D0.book Page 10 Thursday, September 2, 2021 8:46 AM
Page 28 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-11
3
DAU92261
Hel derhei dsre gelin g
De weergavehelderheid van de multifuncti-
onele meter kan worden ingesteld.
Om de helderheid in te stellen1. Schakel de machinevoeding uit.
2. Houd de schakelaar “INFO” inge- drukt.
3. Schakel de machinevoeding in en blijf de schakelaar “INFO” ingedrukt hou-
den totdat de weergave wisselt naar
de helderheidsregeling.
4. Druk op de schakelaar “TRIP” om het
helderheidsniveau in te stellen.
5. Druk op de schakelaar “INFO” om het geselecteerde helderheidsniveau te
bevestigen en de helderheidsregeling
te verlaten.
OPMERKINGEr zijn 4 helderheidsniveaus.
DAU1234R
StuurschakelaarsLinks
Rechts
1. Weergave helderheidsniveau
1
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. “TRIP/INFO”-schakelaar
3. Dimlichtschakelaar “ / ”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
5. Claxonschakelaar “ ”
1. Schakelaar Stop/Aan/Start “ / / ”
2. Schakelaar alarmverlichting “OFF/ ”1
2
3
4
5
1
2
UBATD1D0.book Page 11 Thursday, September 2, 2021 8:46 AM
Page 29 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-12
3
DAU12352
Lichtsi gnaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld
op Ž, heeft de lichtsignaalschakelaar
geen effect.
DAU12402
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU54213
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 5-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU88273
Schakelaar alarmverlichtin g “OFF/ ”
Met deze schakelaar wordt de alarmver-
lichting ingeschakeld (gelijktijdig knipperen
van alle richtingaanwijzers). De alarmver-
lichting wordt gebruikt in een noodgeval of
om andere verkeersdeelnemers te waar-
schuwen als uw machine stilstaat in een
mogelijk gevaarlijke verkeerssituatie.
De alarmverlichting kan alleen worden in-
of uitgeschakeld als het contactslot in de
stand “ON” staat. De ingeschakelde alarm-
verlichting blijft knipperen als u het contact-
slot naar de stand “OFF” of “LOCK” draait.
Om de alarmverlichting uit te schakelen,
draait u het contactslot weer naar de stand
“ON” en bedient u opnieuw de schakelaar
van de alarmverlichting.
LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU78491
Schakelaar “TRIP/INFO”
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen en weergaven te wijzigen in de mul-
tifunctionele meter. Zie pagina 3-6 voor
meer informatie.
Als u de schakelaar “TRIP” wilt gebruiken,
draait u de schakelaar “TRIP/INFO” in de
richting (a). Als u de schakelaar “INFO” wilt
gebruiken, draait u de schakelaar “TRIP/IN-
FO” in de richting (b).1. “TRIP/INFO”-schakelaar
1 (b) (b)
(a) (a)
(b)
(a)
UBATD1D0.book Page 12 Thursday, September 2, 2021 8:46 AM
Page 30 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-13
3
DAU12823
Koppelin gshen delTrek om de aandrijflijn te ontkoppelen van
de motor, bijvoorbeeld om te schakelen, de
koppelingshendel in. Laat de hendel los om
de koppeling te laten aangrijpen, zodat ver-
mogen wordt overgebracht op het achter-
wiel.OPMERKINGVoor soepel schakelen moet de hendel snel
worden ingetrokken en langzaam worden
losgelaten. (Zie pagina 5-3.)
DAU12876
Schakelpe daalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor. Beweeg het scha-
kelpedaal omhoog om te schakelen naar
een hogere versnelling. Beweeg het scha-
kelpedaal omlaag om te schakelen naar
een lagere versnelling. (Zie pagina 5-3.)
DAU26827
Remhen delDe remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
greep af te stellen, drukt u de remhendel
iets van de gasgreep af en draait u het stel-
wiel. Zorg dat het nummer van de instelling
op het stelwiel is uitgelijnd met het merkte-
ken op de remhendel.
1. Koppelingshendel
1
1. Schakelpedaal
1 1 1
1. Remhendel
2. Afstand
3. Stelwiel afstelpositie remhendel
4. Referentiemerkteken
1
2
4
3
UBATD1D0.book Page 13 Thursday, September 2, 2021 8:46 AM
Page 31 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-14
3
DAU12944
Rempe daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU63041
ABSHet Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
“pompend” remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Hou d altij d een veili ge afstan d tot voor-
li ggers, zelfs als uw voertui g is uit gerust
met ABS. Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lan ge remweg en.
Op bepaal de oppervlakken, zoals
slechte we gen of grin dweg en, kan
d e remafstan d met het ABS-sy-
steem lan ger zijn dan zon der ABS-
systeem.Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en de machine een
rijsnelheid bereikt van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid van de hydraulische
regeleenheid en wanneer u de rem-
hendel of het rempedaal licht bedient,
kan een trilling in de hendel of het pe-
daal voelbaar zijn. Dit duidt niet op een
storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-
tact op met uw Yamaha dealer.LET OP
DCA20100
Let op d at de wielsensor en d e rotor van
d e wielsensor niet b eschadigd raken,
an ders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
1. Rempedaal
1 1 1
UBATD1D0.book Page 14 Thursday, September 2, 2021 8:46 AM
Page 32 of 98
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-15
3
DAU13077
Tank dopOpenen van de tank dop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in en draai deze dan 1/4 slag
rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld en de
tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van d e tankdop
Duw de brandstoftankdop omlaag met de
sleutel nog ingestoken. Draai de sleutel 1/4
slag linksom, neem de sleutel uit en sluit
dan het slotplaatje.
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de tank-
dop niet correct gesloten en vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet d e tankdop goe d
wor den aan ged raai d. Door bran dstof-
lekka ge ontstaat bran dgevaar.
1. Voorwielsensor
2. Opneemring voorwielsensor
1. Achterwielsensor
2. Opneemring achterwielsensor
1 1 1
2 2
111
222
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
111
22
UBATD1D0.book Page 15 Thursday, September 2, 2021 8:46 AM