279
4
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55
km/h
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat.
■Uitschakelen werking Secondary Colli-
sion Brake
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is.
Het systeem werkt echter niet wanneer
onderdelen beschadigd zijn.
■Automatisch uitschakelen Secondary
Collision Brake
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid daalt tot ongeveer 0 km/h.
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met
sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Corne-
ring Assist. De Active Cornering Assist
werkt mogelijk niet effectief bij het acce-
lereren op een helling of bij het rijden op
een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelijk tijdelijk gestopt
om een goede werking van de remmen,
TRC en VSC te garanderen.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 279 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
280
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de
Hill Start Assist Control niet bedoeld om
de auto gedurende langere tijd op zijn
plaats te houden. Gebruik de Hill Start
Assist Control niet om de auto op een
helling op zijn plaats te houden omdat
dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de TRC/het ABS/de VSC is geacti-
veerd
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzi chtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitge-
schakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid
aan de conditie van het wegdek aan.
Schakel de TRC en de VSC alleen in
geval van nood uit, aangezien deze syste-
men zorgdragen voor de voertuigstabiliteit
en het aandrijfvermogen.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben, van hetzelfde merk zijn en het-
zelfde profiel en draagvermogen hebben.
Controleer verder of alle banden de aan-
bevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken
niet goed als er verschillende banden
onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voor meer informa-
tie over het vervangen van de wielen of
banden.
■Omgaan met banden en wielophan-
ging
Problemen met de banden of wijzigingen
aan de wielophanging hebben een nega-
tief effect op de ondersteunende systemen
en kunnen een storing veroorzaken.
■Secondary Collision Brake
Vertrouw niet uitsluitend op de Secondary
Collision Brake. Dit systeem is ontworpen
om te helpen de kans op verdere schade
ten gevolge van een tweede aanrijding te
verkleinen, maar het effect is afhankelijk
van diverse omstandigheden. Te veel ver-
trouwen op het systeem kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 280 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
376
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) SRS
■Waarschuwingslampje ABS
■Waarschuwingslampje onjuiste bediening pedaal* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Waarschuwings-lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het SRS-airbagsysteem; of
Het gordelspannersysteem
Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het ABS; of
Het Brake Assist-systeem
Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing is in:
Het Brake Override-systeem
De wegrijregeling
Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat de schakelstand is gewijz igd en de wegrijregeling is geacti-
veerd terwijl het gaspedaal werd ingetrapt.
Laat het gaspedaal even los.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Geeft aan dat het gaspedaal en rempedaal gelijktijdig worden ingetrapt en
het Brake Override-systeem in werking is.
Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 376 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
382
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
het reservewiel. Vervang het reservewiel
door het wiel met de gerepareerde band en
breng de band op de juiste spanning. Het
waarschuwingslampje lage bandenspanning
zal na een paar minuten uitgaan.
Auto's met volwaardig reservewiel: Ook het
volwaardige reservewiel is voorzien van een
bandenspanningssensor en -zender. Als de
bandenspanning van het reservewiel te laag
is, zal het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaan branden. Bij een lekke
band zal het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning niet uitgaan , ook al is het wiel
met de lekke band vervangen door het reser-
vewiel. Vervang het reservewiel door het wiel
met de gerepareerde band en breng de band
op de juiste spanning. Het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning zal na een paar
minuten uitgaan.
■Omstandigheden waaronder het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem
mogelijk niet juist werkt
Blz. 334
WAARSCHUWING
■Als de waarschuwingslampjes van
het ABS en het remsysteem blijven
branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De auto kan tijdens het remmen extreem
onstabiel worden en het ABS-systeem
treedt mogelijk niet in werking, waardoor
een aanrijding en dodelijk of ernstig letsel
kunnen ontstaan.
■Als het waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging gaat branden
Als het lampje geel gaat branden, wordt de
stuurbekrachtiging beperkt. Als het lampje
rood gaat branden, werkt de stuurbekrach-
tiging niet meer en gaat het draaien van
het stuurwiel zeer zwaar.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan
gebruikelijk, houd het dan stevig vast en
oefen meer kracht uit dan anders.
■Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor dodelijk of
ernstig letsel kan ontstaan.
●Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats. Breng de banden meteen
op spanning.
●Auto's met een compact reservewiel of
een volwaardig reservewiel: Als, nadat
de banden op spanning zijn gebracht,
het waarschuwingslampje opnieuw gaat
branden, kan dit erop duiden dat er een
band lek is. Controleer de banden. Ver-
vang het wiel met de lekke band door
het reservewiel en laat de band repare-
ren door de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Auto's met bandenreparatieset: Als,
nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje
lage bandenspanning opnieuw gaat
branden, kan dit erop duiden dat er een
band lek is. Controleer de banden.
Repareer een lekke band met de ban-
denreparatieset.
●Vermijd plotselinge stuurbewegingen en
hard remmen.
De banden kunnen beschadigd raken,
waardoor u de controle over het stuur-
wiel of de remmen kunt verliezen.
■Als u een klapband krijgt of als er
plotseling een lek ontstaat
Het kan zijn dat het bandenspannings-
waarschuwingssysteem niet meteen in
werking treedt.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem goed
werkt
Monteer geen banden met verschillende
specificaties of van verschillende merken,
anders werkt het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem mogelijk niet goed.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 382 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
403
7
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Monteren wieldop (stalen velgen,
behalve compact reservewiel)
Breng de uitsparing in de wieldop in lijn met
het ventieldopje zoals aangegeven in de
afbeelding.
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het volwaardige
reservewiel (indien aanwezig)
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Gebruik van het compacte reserve-
wiel (indien aanwezig)
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• EPS
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en dodelijk
of ernstig letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat
een van deze voorwerpen bij een aanrijding
of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 403 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
575
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
Alfabetische index
Alfabetische index
A
Aan audiosysteem gekoppelde weergave ............... 107, 114
Aan navigatiesysteem gekoppelde weergave ....... 107, 113, 116
Aan/uit-schakelaar airbag...................... 45
ABS (antiblokkeersysteem) ................. 276 Waarschuwingslampje ...................... 376
ACA (Active Cornering Assist) ............ 276
Accessoireaansluiting ......................... 303
Accu (12V-accu).................................... 329 Accu controleren ............................... 329
Als de 12V-accu is ontladen .............. 408
Voorbereidingen en controles bij rijden in de winter ....................... 283
Waarschuwingslampje ...................... 375
Achterklep ............................................. 136
Achterlichten Lampen vervangen ........................... 358
Lichtschakelaar ................................. 189
Achterruitenwisser ............................... 200
Achterruitverwarming .......................... 290 Achterruit ........................................... 290
Buitenspiegels ................................... 290
Voorruit .............................................. 290
Achterstoelen ....................................... 145
Hoofdsteunen .................................... 147
Achteruitrijlicht Lampen vervangen ........................... 358
Actieradius .................................... 105, 111
Active Cornering Assist (ACA)............ 276
Actueel brandstofverbruik........... 105, 111
Afdekplaat ............................................. 299
Afdekscherm bagageruimte ................ 302
Afmetingen............................................ 420
Afstand .......................................... 108, 114
Afstand tot de motorolie moet worden ververst ........................... 97, 101
Afstandsbediening ............................... 130 Batterij vervangen ............................. 350
Energiebesparende functie ............... 140
Vergrendelen/ontgrendelen ............... 130
AHB (Automatic High Beam) ............... 193 Airbags.................................................... 36
Aan/uit-schakelaar airbag ................... 45
Airbags................................................ 36
Algemene voorzorgsmaatregelen airbags ............................................. 41
De juiste houding achter het stuur ...... 31
Plaats van airbags .............................. 36
Voorwaarden voor activering curtain airbags .................................. 38
Voorwaarden voor activering side airbags ...................................... 38
Voorwaarden voor activering
van airbags ....................................... 38
Voorwaarden voor activering van de side airbags en curtain airbags ... 38
Voorzorgsmaatregelen airbag voor kinderen ................................... 41
Voorzorgsmaatregelen curtain airbags .................................. 41
Voorzorgsmaatregelen
side airbags ...................................... 41
Voorzorgsmaatregelen side airbags en curtain airbags ............................. 41
Waarschuwingslampje SRS.............. 376
Wijzigingen aan en afvoeren van airbags ....................................... 43
Airbags middenvoor .............................. 36
Airco Automatische airconditioning ............ 288
Interieurfilter ...................................... 345
Airconditioning Automatische airconditioning ............ 288
Interieurfilter ...................................... 345
Akoestisch voertuigwaarschuwingssysteem ....... 78
Alarm ....................................................... 86 Alarm .................................................. 86
Waarschuwingszoemer..................... 374
Alarmknipperlichten ............................ 366
Antennes (Smart entry-systeem met startknop) ................................... 139
Antiblokkeersysteem (ABS) ................ 276 Waarschuwingslampje ...................... 376
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 575 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
586
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
Alfabetische index
Vervangen Banden .............................................. 396
Batterij afstandsbediening ................. 350
Batterij elektronische sleutel ............. 350
Lampen ............................................. 357
Zekeringen ........................................ 353
Ve r w a r mi ng Automatische airconditioning ............ 288
Buitenspiegels ................................... 290
Stoelverwarming ............................... 293
Stuurwielverwarming ......................... 293
Vloeistof
Hybridetransmissie ............................ 425
Remsysteem ..................................... 426
Sproeiers ........................................... 328
Vloermatten............................................. 30
Voertuigidentificatienummer ............... 420
Voorstoelen ........................................... 144 De juiste houding achter het stuur ...... 31
Hoofdsteunen .................................... 147
Schoonmaken ................................... 315
Stoelverwarming ............................... 293
Verstellen .......................................... 144
Voorzieningen in de bagageruimte ..... 299 Afdekplaat ......................................... 299
Afdekscherm bagageruimte .............. 302
Extra opbergvak ................................ 301
VSC (Vehicle Stability Control) ........... 276
VSC+ (Vehicle Stability Control+) ....... 276
W
Waarschuwingen voor het geval de auto bij een ongeval
betrokken raakt .................................... 80
Waarschuwingslabel .............................. 79 Waarschuwingslampjes ................ 91, 374
ABS................................................... 376
Bandenspanning ............................... 378
Brake Override-systeem ................... 376
Controlelampje Brake Hold-systeem in werking ....................................... 381
Controlelampje LTA........................... 378
Controlelampje PKSB OFF ............... 379
Controlelampje RCTA OFF ............... 379
Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF.......................... 379
Controlelampje Traction Control ....... 380
Controlelampje veiligheidsgordel ...... 377
Elektrische stuurbekrachtiging .......... 377
Hoge koelvloeistoftemperatuur ......... 374
Hybridesysteem oververhit ............... 375
Laadsysteem .................................... 375
Laag brandstofniveau ....................... 377
Lage motoroliedruk ........................... 375
Motorcontrolelampje ......................... 375
Pre-Crash Safety-systeem................ 380
Remsysteem ..................................... 374
SRS-airbag ....................................... 376
Waarschuwingslampje parkeerrem... 380
Wegrijregeling ................................... 376
Waarschuwingsmeldingen .................. 383
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 586 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM