269
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
“Stop & Start System Unavailable” (Stop
& Start-systeem niet beschikbaar)
• Het Stop & Start-systeem is tijdelijk uitge- schakeld.
Laat de motor gedurende enige tijd draaien.
• De motor is mogelijk herstart terwijl de motorkap was geopend.
Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start ver-
volgens de motor.
“Preparing to Operate” (in voorbereiding)
• De auto rijdt op grote hoogte.
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur hoog of laag is.
Het systeem treedt in werking wanneer het
verschil tussen de ingestelde temperatuur en
de temperatuur in het interieur te klein wordt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
●Wanneer de motor automatisch wordt her-
start terwijl hij was uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt ingeschakeld of gebruikt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
“Battery Charging” (accu aan het opladen)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
De motor wordt herstart om voorrang te
geven aan het laden van de accu. Nadat de
motor gedurende een bepaalde periode heeft
gedraaid, wordt het systeem weer geactiveerd.
●Wanneer de motor niet weer kan worden
gestart door het Stop & Start-systeem
“Shift to N and depress clutch” (schakel naar
N en trap koppeling in)
Terwijl de motor is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem, wordt de selectiehen-
del in een andere stand dan de neutraalstand
gezet zonder dat het koppelingspedaal is
ingetrapt.
■Beveiligingsfunctie van het Stop & Start-
systeem
●Als het volume van het audiosysteem hoog
staat, wordt het geluid van het audiosys-
teem mogelijk plotseli ng uitgeschakeld om
het stroomverbruik te beperken. Stel het
volume van het audiosysteem op een
gematigd niveau in om te voorkomen dat
het audiosysteem wordt uitgeschakeld.
Zet, als het audiosysteem wordt uitgescha-
keld, het contact UIT, wacht gedurende ten
minste 3 seconden en zet vervolgens het
contact in stand ACC of AAN om het
audiosysteem weer in te schakelen.
●Het audiosysteem wordt mogelijk niet inge-
schakeld wanneer de accukabels zijn los-
genomen en weer aangesloten. Zet als dit
gebeurt het contact UIT en herhaal de
onderstaande procedure tweemaal om het
audiosysteem normaal in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■Batterij vervangen
Blz. 442
■Als het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem continu knippert
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Stop & Start System Malfunction
Visit Your Dealer” (storing Stop & Start-
systeem, ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 269 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
279
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Het systeem kan worden geactiveerd
wanneer
●Het contact AAN staat.
●De Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
●De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10
km/h.
●De selectiehendel in een andere stand dan
P staat.
■Als “Clean Parking Assist Sensor” (rei-
nig Parking Assist-sensor) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld waterdruppels, ijs, sneeuw of
vuil. Verwijder dit van de sensor om te zorgen
dat het systeem weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogel ijk geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de sensor schoon is, is
er mogelijk een storing aanwezig in de sen-
sor. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand kor-
ter worden of kan detectie niet mogelijk zijn.
• Als het stilstaande object zich te dicht bij de sensor bevindt, is detectie wellicht niet
mogelijk.
• Tussen het signaleren van een statisch object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer).
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is.
• Het kan moeilijk zijn om de zoemer te horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
WAARSCHUWING
■Wanneer moet de functie uitgescha-
keld worden
Schakel in de volgende situaties de functie
uit, omdat deze anders mogelijk zelfs werkt
als er geen kans op een aanrijding is.
●Het niet in acht nemen van boven-
staande waarschuwingen.
●Als een niet-originele Toyota-wielophan-
ging (bijvoorbeeld verlaagde wielophan-
ging) is gemonteerd.
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met een
hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden dat
een sensor niet meer goed werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 279 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
300
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Telkens wanneer de schakelaar wordt
ingedrukt, wijzigt de rijmodus tussen de
POWER-modus, de normale modus en
de ECO-rijmodus.
1Normale modus
Biedt een optimale balans tussen brandstof-
verbruik, laag geluidsniveau en dynamische
prestaties. Geschikt voor normaal rijden.
2POWER-modus
Regelt de transmissie en de motor voor een
snelle en krachtige acce leratie. Deze modus
is geschikt voor wanneer wendbaarheid is
gewenst, bijvoorbeeld bij het rijden op zeer
bochtige wegen.
Wanneer de POWER-modus wordt geselec-
teerd, gaat de POWER-modusindicator
branden.
3 ECO-rijmodus
Helpt de bestuurder op milieuvriendelijke
wijze te accelereren en het brandstofver-
bruik te verlagen door een gematigde afstel-
ling van de smoorklep en door het regelen
van de werking van de airconditioning (ver-
warmen/koelen).
Wanneer de ECO-rijmodus wordt geselec-
teerd, gaat de ECO-rijmodusindicator
branden.
■Werking van de airconditioning in de
ECO-rijmodus
De ECO-rijmodus regelt het verwarmen/koe-
len en de aanjagersnelheid van het airconditi-
oningsysteem om brandstof te besparen.
Doe het volgende om de prestaties van de
airconditioning te verbeteren:
●Schakel de ECO-rijmodus van de aircondi-
tioning uit (auto's me t automatische aircon-
ditioning) ( Blz. 318)
●Wijzig de aanjagersnelheid ( Blz. 312,
317)
●Schakel de ECO-rijmodus uit
■Automatisch uitschakelen van de
POWER-modus
Als het contact UIT wordt gezet nadat is
gereden in de POWER-modus, wijzigt de
rijmodus in de normale modus.
Rijmodusselectie-
schakelaar*
De rijmodi kunnen worden
geselecteerd overeenkomstig de
rijomstandigheden.
Selecteren van een rijmodus
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 300 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
5
311
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
5
Voorzieningen in het interieur
Voorzieningen inhet interieur
5-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning ..................... 312
Automatische airconditioning ..................... 316
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming .................. 322
5-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ..324
5-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden .......... 326
Voorzieningen in de bagageruimte ...................... 329
5-4. Overige voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ......................... 333
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 311 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
312
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
5-1.Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
*: Indien aanwezig
Deze afbeeldingen hebben betrekking op een auto met linkse besturing.
De positie en vorm van toetsen kunnen iets afwijken bij auto's met rechtse besturing.
De positie van het display en de toetsen kunnen per systeem verschillend zijn.
Draaiknop temperatuurregeling
Draaiknop recirculatiemodus/buitenluchtmodus
Draaiknop luchtcirculatieregeling
Toets achterruit- en buitenspiegelverwarming
Knop regeling aanjagersnelheid
Toets A/C
■Wijzigen van de ingestelde tempe-
ratuur
Draai de draaiknop voor de tempera-
tuurregeling rechtsom (warm) of
linksom (koel) om de temperatuurinstel-
ling aan te passen.
Als de toets A/C niet is ingedrukt, blaast het
systeem lucht met de omgevingstempera-
tuur of verwarmde lucht in het interieur.
■Instellen van de aanjagersnelheid
Draai de knop voor de aanjagersnel-
heid rechtsom (hoger) of linksom
(lager) om de aanjagersnelheid aan te
passen.
Door de knop naar te draaien
wordt de aanjager uitgeschakeld.
Handmatig bediende airconditioning*
Bedieningspaneel airconditioning
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 312 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
313
5
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
■Wijzigen van de luchtcirculatie-
modus
Draai de knop voor de uitstroomope-
ning in de gewenste stand om de uit-
stroomopeningen te selecteren.
Met de standen voor de uitstroomopeningen
kan ook een verfijnde afstelling worden
geselecteerd.
1 Bovenlichaam
2 Bovenlichaam en voeten
3 Voeten
4 Voeten en voorruitontwaseming
5 De voorruitverwarming is in werking
■Schakelen tussen buitenlucht-
modus en recirculatiemodus
Zet de draaiknop voor de buitenlucht-/
recirculatiemodus in om de
recirculatiemodus in te schakelen.
Zet de draaiknop voor de buitenlucht-/
recirculatiemodus in om de
buitenluchtmodus in te schakelen.
■In-/uitschakelen van de koel- en
ontvochtigingsfunctie
Druk op de toets A/C.
Wanneer de functie is ingeschakeld, brandt
het controlelampje op de toets A/C.
■Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om
de voorruit en de zijruiten voor te ont-
wasemen.
Zet de draaiknop voor de buitenlucht-/recir-
culatiemodus in de stand .
Voer dienovereenkomstig de volgende han-
delingen uit:
Draai aan de knop voor de aanjager-
snelheid om de aanjagersnelheid
aan te passen.
Draai de draaiknop voor de tempera-
tuurregeling om de temperatuur te
wijzigen.
Als de ontvochtigingsfunctie niet
werkt, druk dan op de toets A/C om
de ontvochtigingsfunctie in te scha-
kelen.
Verhoog de aanjagersnelheid en de tempe-
ratuur om de voorruit en zijruiten sneller te
ontwasemen.
■Ontwasemen van de achterruit en
buitenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwar-
ming worden gebruikt om de achterruit
te ontwasemen en om regendruppels,
dauw en ijs van de buitenspiegels te
verwijderen.
Druk op de schakelaar voor de achter-
ruit- en buitenspiegelverwarming.
De achterruit- en buitenspiegelverwarming
wordt na een tijdje automatisch uitgescha-
keld.
Als de toets achterruit- en buitenspiegelver-
warming is ingeschakeld, brandt het contro-
lelampje op de toets achterruit- en buiten-
spiegelverwarming.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 313 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
314
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
■Beslaan van de ruiten
●Wanneer de luchtvochtigheid in de auto
hoog is, zullen de ruiten gemakkelijk
beslaan. Als u de toets A/C inschakelt,
wordt de lucht die via de uitstroomope-
ningen stroomt, ontvochtigd en wordt de
voorruit efficiënt ontwasemd.
●Als u de toets A/C uitschakelt, zullen de
ruiten mogelijk sneller beslaan.
●De ruiten zullen mogelijk beslaan als de
recirculatiemodus is ingeschakeld.
■Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de
ruiten nog altijd stof wordt aangezogen, zet
dan de luchttoevoerregeling in de buiten-
luchtmodus en schakel de aanjager in.
■Buitenlucht-/recirculatiemodus
●Het wordt aangeraden om de recirculatie-
modus tijdelijk in te schakelen om te voor-
komen dat er vuile lucht wordt aangevoerd
en om de auto te helpen koelen wanneer
het buiten warm is.
●Wanneer tijdens het k oelen de recirculatie-
modus wordt ingeschakeld, wordt ook het
interieur van de auto effectief gekoeld.
■Wanneer de buitentemperatuur tot bijna
0°C daalt
De ontvochtigingsfuncti e werkt mogelijk niet,
zelfs niet wanneer de toets A/C wordt inge-
drukt.
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende
geuren van binnen en buiten de auto in het
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit
de uitstroomopeningen komt niet lekker
ruikt.
●We raden u aan het airconditioningsys-
teem in de buitenluchtmodus te zetten
voordat u de motor uitschakelt.
■Interieurfilter
Blz. 377
Dit systeem wordt gebruikt om ijsvor-
ming op de voorruit en de ruitenwissers
te voorkomen.
Gebruik deze toets om het systeem in
en uit te schakelen.
Het controlelampje gaat branden als het sys-
teem is ingeschakeld.
De voorruitverwarming wordt na ongeveer
15 minuten automatisch uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele
lucht bij zeer vochtig weer. Het verschil
tussen de buitentemperatuur en de tempe-
ratuur van de voorruit zorgt ervoor dat de
buitenkant van de voorruit beslaat, waar-
door het zicht wordt belemmerd.
■Als de buitenspiegelverwarming
ingeschakeld is (indien aanwezig)
Raak het oppervlak van de buitenspiegels
niet aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de airconditioning niet langer inge-
schakeld dan noodzakelijk is als de motor
niet draait.
Voorruitverwarming (indien
aanwezig)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 314 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
315
5
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
■Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoe-
veelheid veranderen overeenkomstig
de geselecteerde luchtcirculatiemodus.
: Indien aanwezig
■Afstellen van de stand en de mate
van opening van de uitstroomope-
ningen
Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
Middelste uitstroomopeningen: Draai de
knop geheel naar links om de uitstroomope-
ning te sluiten.
Uitstroomopeningen opzij: Draai de knop
geheel naar de buitenzijde om de uitstroom-
opening te sluiten.WAARSCHUWING
■Voorkomen van brandwonden
Raak het onderste deel van de voorruit en
de gedeeltes bij de voorstijlen niet aan
wanneer de voorruitverwarming is inge-
schakeld.
Overzicht en bediening
uitstroomopeningenWAARSCHUWING
■Voorkomen van onjuiste werking van
de voorruitverwarming
Plaats geen voorwerpen op het dashboard
die de uitstroomopeningen kunnen bedek-
ken. Anders raakt de luchtstroom mogelijk
geblokkeerd, waardoor de voorruitverwar-
ming de voorruit niet kan ontwasemen.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 315 Monday, September 6, 2021 11:13 AM