Page 327 of 602

USB-laadaansluitingen type C (indien
aanwezig)
De USB-laadaansluitingen type C worden
gebruikt om externe apparaten bij 5 V van
3 A aan stroom te voorzien. De
USB-laadaansluitingen type C zijn
uitsluitend bedoeld voor opladen. Ze zijn
niet ontworpen voor het overbrengen
van gegevens of andere doeleinden.
Afhankelijk van het draagbare apparaat
wordt er mogelijk niet goed opgeladen.
Raadpleeg de handleiding van het
apparaat voordat u de laadaansluiting
gebruikt.
Gebruik van de USB-laadaansluitingen
type C
Consolevak
Achter
Open het klepje.
De USB-laadaansluitingen type C
kunnen worden gebruikt als
Het contact in stand ACC of AAN staat.Situaties waarin de USB-
laadaansluitingen type C mogelijk niet
goed werken
• Als er een apparaat dat meer dan 3 A
bij 5 V verbruikt, wordt aangesloten
• Als er een apparaat dat is ontworpen
voor communicatie met een pc, zoals
een USB-geheugen, wordt
aangesloten
• Als het aangesloten externe apparaat
wordt uitgeschakeld (afhankelijk van
het apparaat)
• Als de temperatuur in de auto hoog is,
bijvoorbeeld nadat de auto in de zon
heeft gestaan
Over aangesloten externe apparaten
Afhankelijk van het aangesloten externe
apparaat wordt het opladen mogelijk
een enkele keer onderbroken en
vervolgens weer gestart. Dit wijst niet
op een storing.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de
USB-laadaansluitingen type C
• Steek geen vreemde voorwerpen in de
aansluitingen.
• Mors geen water of andere
vloeistoffen in de aansluitingen.
• Sluit de klepjes als de USB-
laadaansluitingen type C niet worden
gebruikt. Vreemde voorwerpen of
vloeistoffen die in een aansluiting
terechtkomen, kunnen kortsluiting
veroorzaken.
• Oefen geen overmatige kracht uit op
de USB-laadaansluitingen type C en
stel ze niet bloot aan hevige schokken.
• Demonteer of wijzig de
USB-laadaansluitingen type C niet.
Voorkomen van schade aan externe
apparaten
• Laat externe apparaten niet achter in
de auto. De temperatuur in de auto
kan hoog oplopen, waardoor het
externe apparaat beschadigd kan
raken.
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
325
5
Voorzieningen in het interieur
Page 328 of 602

OPMERKING(Vervolgd)
• Druk niet op een extern apparaat of de
kabel ervan en oefen er geen
onnodige druk op uit terwijl het
apparaat is aangesloten.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Gebruik de USB-laadaansluitingen type
C niet gedurende lange tijd wanneer het
hybridesysteem is uitgeschakeld.
Draadloze lader (indien aanwezig)
U kunt een draagbaar apparaat opladen
door een standaard Wireless Qi-lader die
compatibel is met draagbare apparaten,
bijvoorbeeld smartphones en accu's voor
mobiele telefoons, op het laadgebied te
plaatsen overeenkomstig de
voorschriften van het Wireless Power
Consortium.
Deze functie kan niet worden gebruikt
met draagbare apparaten die groter zijn
dan het oplaadvak. Ook werkt de functie
mogelijk niet normaal, afhankelijk van het
draagbare apparaat. Lees de handleiding
van de te gebruiken draagbare apparaten.
Het “Qi”-logo
Het “Qi”-logo is een handelsmerk van het
Wireless Power Consortium.
Namen van alle onderdelen
ALaadgebied*
BOplaadvak
CVoedingsschakelaar
DWerkingsindicator
*Draagbare apparaten en draadloze
laders hebben een laadspoel. De
laadspoel in de draadloze lader kan zich
binnen het laadgebied in de buurt van het
midden van het oplaadvak begeven. Als
de laadspoel in een draagbaar apparaat in
het laadgebied wordt gesignaleerd, zal de
spoel in de draadloze lader zich in de
richting van de andere spoel begeven en
wordt het laden gestart. Als de laadspoel
in een draagbaar apparaat zich buiten het
laadgebied begeeft, wordt het laden
automatisch gestopt. Als er 2 of meer
draagbare apparaten op het oplaadvak
worden gelegd, worden de laadspoelen
ervan mogelijk niet goed gesignaleerd en
worden de apparaten wellicht niet
opgeladen.
Gebruik van de draadloze lader
1. Druk op de voedingsschakelaar van de
draadloze lader.
Wordt met iedere druk op de
voedingsschakelaar aan- en
uitgeschakeld.
Wanneer de schakelaar aan is, gaat de
werkingsindicator (groen) branden.
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
326
Page 593 of 602

Gebruik van de overige voorzieningen
in het interieur..............322
Accessoireaansluiting........323
Armsteun...............332
Draadloze lader (indien
aanwezig)...............326
Handgrepen..............332
Kledinghaakjes............332
Make-upspiegels...........323
Overige voorzieningen in het
interieur................322
Uitneembare asbak (indien
aanwezig)...............323
USB-laadaansluitingen type C (indien
aanwezig)...............325
Zonnekleppen.............322
H
Hybridesysteem..............64
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem . .67
Kenmerken hybridesysteem.....64
Systeemonderdelen.......64
,68
Uitschakelsysteem voor
noodgevallen..............72
Ventilatieopening batterijpakket
(tractiebatterij).............71
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem............68
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem............73
I
Informatie over sleutels........112
Afstandsbediening..........114
Gebruik van de mechanische
sleutel.................114
Sleutels.................112
Soorten sleutels...........112
Initialisatie................456
Overzicht van te initialiseren
onderdelen..............456
Te initialiseren onderdelen.....456Instrumentenpaneel...........80
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig). . . .100
Afstellen van de klok.......88
,94
Comfortvoorzieningen
(suggestiefunctie)..........105
Controlelampjes............83
De weergave wijzigen.........96
Energiemonitor............106
Energiemonitor/
verbruiksscherm...........106
Gebruik van de toets ODO
TRIP.................88
,93
Informatie op display.........95
Instrumentenpaneel..........80
Menu-iconen..............97
Meters en tellers (4,2 inch
display)..................86
Meters en tellers (7 inch display) . .90
Multi-informatiedisplay........95
Systeemonderdelen.........106
Verbruik................108
Waarschuwingslampjes........82
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes............80
Weergave informatie ondersteunend
systeem................100
Weergave instellingen........101
Weergave
instrumentenpaneel.......86
,90
Weergave rij-informatie.......97
Weergave voertuiginformatie . . .100
Weergave
waarschuwingsmelding.......105
N
Noodoproep................54
Controlelampjes............55
eCall*1,2 ................54
Noodoproepdiensten.........55
Overzicht systeem van toegevoegde
diensten.................58
Systeemonderdelen..........54
Uitvoeren van de regelgeving....59
Index
591