244
WARNI NG
Wanneer de bandenspanning van een of meer banden is aangepast, moet het bandenspanningswaarschuwingssysteem opnieuw worden geïnitialiseerd.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Reservewiel
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de gereedschapsset.
► Parkeer de auto zonder het verkeer te belemmeren en activeer de parkeerrem.► Volg de veiligheidsinstructies (alarmknipperlichten, gevarendriehoek, het dragen
van een veiligheidsvest, enz.) overeenkomstig de geldende wetgeving in het land waar u rijdt.► Zet het contact UIT.
Toegang tot het reservewiel
► Het reservewiel is bereikbaar vanaf de achterzijde van de auto.
► Als de auto is uitgerust met een trekhaak, krik dan de auto aan de achterzijde op (bij krikpunt B) tot er voldoende ruimte is om het reservewiel te kunnen verwijderen.
Het reservewiel verwijderen uit de
houder
► Open de achterklep of achterdeuren (afhankelijk van de uitvoering).
► U hebt nu toegang tot de in de dorpel geplaatste bout van de reservewielhouder.
► Draai de bout los met behulp van de wielsleutel, tot de reservewielhouder laag genoeg hangt om de haak van de reservewielhouder los te maken.
► Haal de reservewielhouder los van de haak en leg het reservewiel in de buurt van het te vervangen wiel.
247
In geval van pech
8
► Draai de slotbout (indien aanwezig) met wielsleutel 5 en dop 8 vast.► Draai de overige wielbouten vast met alleen wielsleutel 5.► Berg het gereedschap op.
NOTIC E
Bevestiging van een stalen reservewiel
Indien uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen is het normaal dat bij het monteren van het reservewiel de ringen van de bouten A de stalen velg niet raken. Als de bouten volledig zijn aangedraaid, zorgt het conische contactvlak B van de bouten dat het wiel stevig vastzit.
Na het verwisselen van een
wiel
Berg het wiel met de lekke band op in de houder.
WARNI NG
Bij een niet-volwaardig reservewiel
Bepaalde rijhulpsystemen moeten worden uitgeschakeld (bijvoorbeeld Active Safety Brake en de Adaptive Cruise Control).Rijd niet sneller dan 80 km/h en niet verder dan 80 km.Het rijden met meer dan één reservewiel van dit type is niet toegestaan.Monteer de wieldop van het vervangen wiel niet op het reservewiel.
WARNI NG
Ga naar een Toyota-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.Laat controleren of de bouten van het reservewiel goed zijn vastgezet en of de band de juiste spanning heeft.Laat de lekke band nakijken. Na controle kan de monteur u vertellen of de band kan worden gerepareerd of moet worden vervangen.
NOTIC E
Wiel met wieldopPlaats bij het monteren van het wiel de wieldop door eerst de inkeping uit te lijnen met het ventiel. Druk de wieldop vervolgens over de hele omtrek met de palm van uw hand op zijn plaats.
NOTIC E
Op dit label zijn de bandenspanningen aangegeven.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de identificatie van uw auto en met name dit label.
273
Technische gegevens
9
Identificatie van uw auto
De auto is voorzien van verschillende zichtbare merktekens voor de identificatie en registratie van de auto.
A. Voertuigidentificatienummer (VIN) onder de motorkap. Dit nummer is ingeslagen in het chassis, bij de rechter voorwielkast.B. Voertuigidentificatienummer (VIN) op het dashboard.Dit nummer staat op een sticker en is zichtbaar door de voorruit.
C. Typeplaatje.Het typeplaatje is op de linker of rechter middenstijl aangebracht.Het bevat de volgende informatie:– De naam van de fabrikant.– Het Europese typegoedkeuringsnummer.– Het voertuigidentificatienummer (VIN).– Het maximaal toelaatbare voertuiggewicht (GVW).– Het maximaal toelaatbare treingewicht (GTW).– Het maximale gewicht op de vooras.– Het maximale gewicht op de achteras.D. Sticker bandenspanning/kleurcode van de lak.
Op het bestuurdersportier aangebracht.De sticker vermeldt de volgende informatie over de banden:– de bandenspanning, onbeladen en met volle belading.– de bandenmaat (inclusief het type band, de belastingsindex en het snelheidssymbool).– de bandenspanning van het reservewiel.De sticker vermeldt ook de kleurcode van de lak.
NOTIC E
De auto kan bij levering zijn voorzien van banden met een andere aanduiding voor belasting en snelheid dan vermeld op de sticker: dit maakt voor de bandenspanning (bij koude banden) geen verschil.Neem bij wijziging van het type band contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het type banden dat geschikt is voor uw auto.
328
12V-accu 221, 231, 254–255, 254–257
A
Aanhanger 111, 223Aanhangergewichten 267–268, 270–272Aansluiting 12 V 68, 70Aansluiting 220 V 71ABS 11 0Accessoires 106Accu 254Accu laden 256–257Achterbank 64, 66Achterdeuren 41–42Achterklep 41, 44Achterlichten 252Achterportierruiten 55Achterruitverwarming 60, 91Achteruitrijcamera 167, 195, 200Achteruitrijlicht 252Actieradius AdBlue 231
Active Safety Brake 182–184Adaptieve cruise control met Stop-functie 170–171Adaptieve snelheidsregelaar 177AdBlue® 234AdBlue® bijvullen 235AdBlue®-reservoir 235Afmetingen 261Afstandsbediening 34–38, 40, 42, 140Afstellen van de koplamphoogte 101
Afzetten van de motor 141, 143–144Airbags 11 9–120, 122–123, 125Airbags vóór 120, 122, 126Airconditioning 84, 88Airconditioning (handbediend) 86Airconditioning met gescheiden regeling 90Alarmknipperlichten 77, 109Alarmsysteem 51–52Algemeen menu 31Allesdragers 225–226Android Auto verbinding 293, 313Antiblokkeersysteem (ABS) 11 0Antidiefstalsysteem/Startblokkering 36Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling 11 0, 11 2–11 3Apple®-speler 279, 292, 318Apple CarPlay verbinding 293, 313Apps 313Armleuning 58Armleuning vóór 68Audiokabel 318Automatische airconditioning (met display) 91
Automatische airconditioning met gescheiden regeling 87Automatische ruitenwissers 105Automatische transmissie ~ Versnellingsbak, automatische 150–157, 161, 232, 256Automatisch inschakelen verlichting 98–99Automatisch noodremsysteem 182–184AUX-aansluiting 279, 292, 318
B
Bagageafdekking 75Bagageafdekscherm 75–76Bagagenet voor hoge belading 73Banden 233, 273Banden oppompen 233, 273Bandenreparatieset 240Bandenspanning 233, 244, 247, 273Bandenspanningscontrole (met set) 242–243Bandenspanning te laag (detectie) 162Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening, batterij 44, 93Batterij afstandsbediening vervangen ~ Afstandsbediening, batterij vervangen 44Bediening autoradio aan stuurkolom ~ Autoradio, bedieningen aan stuurkolom 275, 286, 301Bekerhouder 68Beladen 77, 225Benzinemotor 228, 268Bijvullen AdBlue® 231, 235Binnenspiegel 61
Bluetooth (handsfree set) 280–281, 294–295, 319–320Bluetooth (telefoon) 280–281, 294–295, 319–320Bluetooth- verbinding 280–281, 294–295, 314, 319–320Boordcomputer 28–29Boordgereedschap 240–241Brandstof 8, 206Brandstofadditief 230, 232Brandstofniveaumeter 206–208
329
Alfabetische index
Brandstoftank 206, 206–208, 208Brandstof tanken 207–208Brandstoftank leeg (diesel) 240Brandstofverbruik 8Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop 207–208Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep 207–208Buitenspiegels 60–61, 91, 190
C
Carrosserie 239Carrosserie-onderhoud 239CD 278CD MP3 278Centrale vergrendeling 34, 41Claxon 109Configuratie van de auto 31–32Connectiviteit 313Contact 143, 145, 321Contact aangezet 145Controlelampjes 14–15
Controlepaneel 2 11, 213Controles 228, 231–233
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio 278, 291, 317Dak 69Dakklep 50
Dashboardkastje 68Datum (instellen) 298, 323Datum instellen 298, 323Detectie obstakels 193Detectie te lage bandenspanning ~ Bandenspanning, detectie 162–163, 244De tractiebatterij laden 213Dieselmotor 206, 228, 240, 270–271Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) 278, 291, 317Dimlicht 96, 249–250Dodehoekbewaking 190Draadloze lader 71Dynamische noodrem 147–149
E
Eco-mode ~ Eco-modus 221Eco-rijden (adviezen) 8ECO-stand 159Eendelige vaste bank 66
Electronic Stability Program (ESC) 11 0, 11 2–11 3Elektrisch bedienbare schuifdeur 41, 49Elektrisch bediende handrem ~ Handrem, elektrisch bediend 146–149, 233Elektrische ruitbediening 53–54Elektromotor 5, 9, 32, 144, 208, 224, 228, 255, 259, 272Elektronische remdrukregelaar (REF) 11 0Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake Force Distribution (EBD) 11 0
Elektronische sleutel 34–35, 145Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische 140Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP) 111Energiestromen 32Etiketten 6, 66Extra verwarming 51, 91–93
F
Flacon AdBlue® 235Flessenhouder 68Follow me home-verlichting 36Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting 99Frequentie (radio) 316Functie snelweg (richtingaanwijzers) 98
G
Gekoppeld navigatiesysteem 310–312Geluidssignaal stil voertuig (elektrische auto) 109, 139Geluidssignaal voor voetgangers (elektrische auto) 109, 139Geprogrammeerd laden 32, 219Geprogrammeerd laden (elektrische auto) 32, 210, 217Gereedschap 240
332
Opbergvakken 68–69, 72Openbaar snellaadpunt 2 11, 218Openen bagageruimte ~ Bagageruimte openen 34–35Openen motorkap ~ Motorkap, openen 226–227Openen portieren ~ Portieren openen 34–35Opladen via normaal stopcontact (elektrische auto) 218, 220, 272Opschakelindicator 160Overzicht motoren ~ Motorenoverzicht 272Overzicht van het verbruik 32
P
Park Assist 202Parkeerhulp achter 193Parkeerhulp achter met grafische weergave en geluidssignalen 193Parkeerhulpsystemen (algemene adviezen) 166Parkeerhulp vóór 194Parkeerhulp zijkant 194
Parkeerlichten 96, 98, 98–99, 249–250Plafonnier 94–95Plafonnier achter 95Plafonniers 95Plafonnier voor 95Portieren sluiten 34, 41Profielen 296, 322Programmeerbare snelheidsregelaar 175Programmeerbare verwarming 51, 91–94Pyrotechnische gordelspanners 11 8
R
Radar (waarschuwingen) 166Radio 277–278, 289, 315–316Radiozender 277, 289, 315–316RDS 277, 289, 316Recuperatief remmen (vertragen door remmen op de motor) 158Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager, regeling 87Regeling luchtverdeling ~ Luchtverdeling 87Regelmatige controles ~ Controles 231–233Regelmatig onderhoud 21, 167, 231Regeneratie roetfilter 232Reinigen (adviezen) 209, 238–239Rembekrachtigingsysteem 11 0Remblokken 232–233Remlichten 252Remmen 232–233Remmen 158Remschijven 233Remvloeistof 230Reservewiel 163, 233, 240–241, 244–245, 247
Reservoir ruitensproeiers ~ Ruitensproeierreservoir 230Resetten bandenspanningscontrolesysteem 163Richtingaanwijzers 97, 97–98, 249, 251–252, 252Rijadviezen 8, 138–139Rijden 138–139Rijhulpcamera (waarschuwingen) 166Rijhulpsystemen (algemene adviezen) 166Rijstanden 159
Rijstrookcontrolesystemen 11 0Rijverlichting 96, 100Roetfilter 230, 232Ruitensproeier achter 103Ruitensproeiers 103Ruitensproeiers vóór 102Ruitenwisser achter 103Ruitenwisserbladen (vervangen) 103–104Ruitenwisserbladen vervangen 103–104Ruitenwissers 102, 105Ruitenwisserschakelaar 102–103, 105Ruitenwissers vóór 102, 105
S
Schakelaars stoelverwarming ~ Stoelverwarming, schakelaars 59Schakel sneeuwketting 222Schuifdeuren 49SCR (Selective Catalytic Reduction) 234SCR-systeem 234
Selectiehendel 155, 157Selectiehendel automatische transmissie ~ Schakelen automatische versnellingsbak 151–154Selectiehendel (elektrische auto) 158, 232Selectiehendel handgeschakelde versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak 150–151Selectieve ontgrendeling 37–38Sensoren (waarschuwingen) 167Serienummer auto 273
333
Alfabetische index
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~ Bandreparatieset 240, 242–244Sierdeel 247Signalering onoplettendheid 191–192Sjorogen 76Sleepoog 260Slepen 258Slepen van een auto 258, 260Sleutel 34–38, 40, 42–43Sleutel met afstandsbediening 40–41Sleutel niet herkend 145SMS 321Sneeuwkettingen 163, 221–222Snelheidsbegrenzer 170–173, 181–182Snelheidslimietherkenning 168–169Snelheidsregelaar 170–171, 174, 176–177, 181–182Snelheidsregeling met snelheidslimietherkenning 170–171Snelmenu's 31Soort lamp 249Spaarfase 221
Spiegel naar achterpassagiers 62Sport-stand 159Sproeiers, verwarmd 90Starten 255Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten 206Starten van de auto 142, 145, 151–154, 157Starten van de motor 141, 144Steunstang voor lange voorwerpen 50Stickers 239Stickerset 239
Stilzetten van de auto 143, 145, 151–154, 157Stoelen achter ~ Achterbank 56, 62, 64–66, 124Stoelen verstellen 57, 66Stoelverwarming 59Stop & Start 29, 85, 90, 160–162, 207, 226, 231, 258Streaming audio Bluetooth 278–279, 292, 318Stuurwiel (verstellen) 60Supersnel laden (elektrische auto) 218, 220, 272Supervergrendeling 41–42Surround Rear Vision 197Synchroniseren afstandsbediening 45Synchroniseren van de afstandsbediening ~ Afstandsbediening synchroniseren 45
T
Tankbeveiliging 208Technische gegevens 268, 270–272Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau 206–208
Telefoon 71, 280–282, 294–296, 319–322Teller 12, 167Temperatuurregeling 87Terugwinnen van energie 158Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden, noodreparatie 242–243Tijd instellen 282, 297, 324TMC (verkeersinformatie) 309Toegang tot de 3e zitrij 66Toegang tot het reservewiel 244–245
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening) 87Top Rear Vision 200Touchscreen 30–32, 94Tractiebatterij (elektrische auto) 32, 208, 210, 272Tractiebatterij opladen (elektrische auto) 208, 217–218, 220Trailer Stability Management (TSM) 111Trekhaak 111, 223Tweepersoons voorbank 62–64, 11 6Tweezitsbank vóór 62–63
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 171Uitneembaar luik 79Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen 120, 125–126Uitschakelen ASR/CDS (ESC) 111USB 278, 291, 293, 312, 317
USB-aansluiting 70, 278, 291, 293, 312, 317USB-poort 278, 291, 317
V
Veiligheidsgordels 11 5–11 8, 127Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen 120, 123–126, 128, 134–135, 136