20
ServiceBrandt tijdelijk in combinatie met de weergave van een melding.Er zijn één of meer kleine storingen gedetecteerd waarbij geen specifiek lampje gaat branden.Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van de melding op het instrumentenpaneel.Bepaalde problemen kunt u zelf verhelpen, zoals het vervangen van de batterij van de afstandsbediening.Voer (3) uit bij andere problemen, zoals een storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem.Blijft branden, in combinatie met de weergave van een melding.Er zijn één of meer ernstige storingen gedetecteerd waarbij geen specifiek lampje gaat branden.Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van de melding op het instrumentenpaneel en voer vervolgens (3) uit.Blijft branden, in combinatie met de melding “Storing parkeerrem”.De functie automatisch deactiveren van de elektrisch bedienbare parkeerrem is niet
beschikbaar.Voer (2) uit.Onderhoudswaarschuwingslampje blijft branden en onderhoudssleutel knippert en blijft vervolgens branden.Het onderhoudsinterval is overschreden.De auto moet zo snel mogelijk worden onderhouden.Alleen bij dieselmotoren.
MistachterlichtBlijft branden.De verlichting brandt.
Groene lampjes
Stop & StartBlijft branden.Wanneer de auto tot stilstand komt, zet het Stop & Start-systeem de motor in de STOP-stand.Knippert tijdelijk.De STOP-stand is momenteel niet beschikbaar of de START-stand wordt automatisch geactiveerd.Zie het hoofdstuk Rijden voor meer informatie.
Auto klaar om weg te rijden (elektrisch)Blijft branden, in combinatie met een geluidssignaal wanneer het lampje gaat branden.De auto is klaar om weg te rijden en de systemen voor thermisch comfort zijn beschikbaar.Het controlelampje dooft wanneer een snelheid van ongeveer 5 km/h wordt bereikt en gaat weer branden wanneer de auto wordt stilgezet.
Het lampje dooft wanneer u de motor uitzet en de auto verlaat.
Hill Assist Descent ControlBlijft branden.De functie is geactiveerd, maar er wordt niet voldaan aan alle voorwaarden voor de regeling (hellingspercentage, te hoge snelheid, ingeschakelde versnelling).Knippert.
De functie begint met regelen.
De auto wordt afgeremd; de remlichten gaan branden tijdens de afdaling.
ECO-modus (benzine of diesel)Blijft branden.De ECO-modus is actief.Bepaalde parameters worden ingesteld om brandstof te besparen.
Automatische ruitenwissersBlijft branden.De automatische stand van de ruitenwissers voor is geactiveerd.
Mistlampen voorBlijft branden.De mistlampen voor zijn ingeschakeld.
PositielichtBlijft branden.De verlichting brandt.
RichtingaanwijzersRichtingaanwijzers met geluidssignaal.De richtingaanwijzers zijn ingeschakeld.
Dimlicht
Blijft branden.De verlichting brandt.
Automatic High Beam-systeemBlijft branden.De functie is ingeschakeld via het touchscreen (menu Rijden/Auto).De lichtschakelaar staat in de stand AUTO.Zie het hoofdstuk Verlichting en zichtbaarheid voor meer informatie.
107
Veiligheid
5
Noodoproep of
pechhulpoproep
eCall (SOS)
Uw auto kan standaard of optioneel zijn uitgerust met het eCall (SOS)-systeem.Het eCall (SOS)-systeem kan u rechtstreeks met de hulpdiensten verbinden en is in de auto ingebouwd.Afhankelijk van het land van verkoop kan het eCall (SOS)-systeem functioneren via de systemen PE112, ERA-GLONASS, 999, enz.Het eCall (SOS)-systeem is standaard ingeschakeld.► Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze toets.Het branden van het controlelampje en een gesproken bericht bevestigen dat de oproep is verstuurd naar de alarmcentrale.*.
* Conform de algemene gebruiksvoorwaarden die u bij uw dealer kunt opvragen en afhankelijk \
van de technische beperkingen van het systeem.
** Afhankelijk van de geografische dekking van het eCall (SOS)-systeem.
De lijst van landen waar het systeem werkzaam is en de lijst van beschik\
bare telematicadiensten kunt u bij uw dealer opvragen of op toyota.nl be\
kijken.
Het eCall (SOS)-systeem lokaliseert onmiddellijk uw auto en brengt u in contact met de bevoegde hulpdiensten.**.► Door nogmaals op deze toets te drukken wordt de oproep onmiddellijk geannuleerd.Het controlelampje knippert als de voertuiggegevens worden verzonden en blijft vervolgens branden als de verbinding tot stand is gebracht.
WARNI NG
Als een aanrijding is gesignaleerd door de airbagmodule, wordt automatisch een noodoproep verzonden, ongeacht of de airbags zijn geactiveerd.
NOTIC E
Dit systeem is een publieke dienst die gratis beschikbaar is.
Werking van het systeem
– Bij het AAN zetten van het contact gaat het controlelampje eerst rood en dan groen branden om vervolgens te doven: het systeem werkt correct.– Als het controlelampje rood knippert: vervang de back-upbatterij.
– Als het controlelampje rood blijft branden: storing in het systeem. De noodoproep- en pechhulpoproepservice werkt mogelijk niet.– Als het controlelampje niet gaat branden als het contact AAN wordt gezet, duidt dat eveneens op een storing in het systeem.Neem, als het probleem aanhoudt, zo snel mogelijk contact op met een gekwalificeerde werkplaats.
NOTIC E
Bij een storing in het systeem kan er wel met de auto worden gereden.
NOTIC E
GegevensverwerkingDe verwerking van persoonsgegevens door het eCall (SOS)-systeem voldoet volledig aan de regels voor de bescherming van persoonsgegevens die voortvloeien uit Verordening 2016/679 (Algemene verordening gegevensbescherming - AVG) en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Europese Raad, en is in het bijzonder bedoeld om de vitale belangen van de betrokkene te beschermen, conform artikel 6 (1) d) van de AVG.
108
De verwerking van dergelijke gegevens dient strikt beperkt te blijven tot het doel van het behandelen van een eCall (SOS)-noodoproep via het Europese alarmnummer 112.Het eCall (SOS)-systeem kan alleen de volgende gegevens met betrekking tot de auto verzamelen en verwerken: voertuigidentificatienummer, voertuigtype (personenauto of lichte bestelwagen), type brandstof of aandrijving, laatste drie locaties en rijrichting, aantal inzittenden en logbestand van de automatische activering van het systeem inclusief tijdstip van activering.De ontvangers van de verwerkte gegevens zijn de callcenters voor noodoproepen die hiervoor door de relevante nationale autoriteiten van het land waarin ze zich bevinden zijn aangewezen. Deze gegevens maken een voorrangsbehandeling van 112-noodoproepen mogelijk.
NOTIC E
GegevensopslagDe in het geheugen van het systeem opgeslagen gegevens zijn pas van buitenaf toegankelijk als een noodoproep wordt verzonden. Het systeem is niet te traceren en wordt tijdens de normale werking niet continu gemonitord.
De gegevens in het interne geheugen van het systeem worden automatisch en continu gewist. Alleen de drie laatste locaties van de auto, benodigd voor het normale functioneren van het systeem, worden opgeslagen.Als een noodoproep wordt verzonden, worden de gegevens niet langer dan 13 uur bewaard.
NOTIC E
Toegang tot de gegevensU hebt het recht op inzage in de gegevens en, in voorkomende gevallen, het recht op rectificatie, wissen of beperking van de verwerking van persoonsgegevens die niet overeenkomstig de bepalingen van de AVG zijn verwerkt. Derden aan wie gegevens zijn doorgegeven, moeten worden ingelicht over de rectificatie of het wissen van de gegevens, of over de beperking van de verwerking van de gegevens conform de AVG, behalve als kan worden bewezen dat dit onmogelijk is of onevenredig veel inspanning vereist. U hebt ook het recht een klacht in te dienen bij de relevante autoriteit voor gegevensbescherming.Neem per e-mail contact met ons op (zie onderstaande tabel) indien u gebruik wilt maken van bovengenoemde rechten.Zie voor meer informatie over onze contactgegevens de Privacyverklaring en het Cookiebeleid op toyota.nl.
Klantenservice die verantwoordelijk is voor het behandelen van verzoeken om inzage
LandContactgegevens
[email protected]
België/[email protected]
Kroatië[email protected]
Tsjechië/Hongarije/Slowakije
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Groot-Brittannië[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Italië[email protected]
Nederlandwww.toyota.nl/klantenservice
284
Namen van nummers en de speelduur worden niet weergegeven op het audiostreamingscherm.Het Bluetooth-profiel staat de doorgifte van deze informatie niet toe.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon te koppelen.De Bluetooth-functie van uw telefoon kan zijn uitgeschakeld of de telefoon is niet zichtbaar.► Controleer of de Bluetooth-functie van uw telefoon is ingeschakeld.► Controleer bij de instellingen van uw telefoon of deze op “zichtbaar voor alle apparaten” staat.De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem.► Controleer de compatibiliteit van uw telefoon op toyota.nl (Service).Het geluid van de aangesloten Bluetooth-telefoon is niet hoorbaar.Het geluidsvolume is afhankelijk van het systeem en de telefoon.
Omgevingsgeluiden hebben invloed op de geluidskwaliteit van een telefoongesprek.► Verhoog het volume van het audiosysteem, indien nodig tot maximaal, en verhoog indien nodig het volume van de telefoon.► Beperk het omgevingsgeluid (ruiten sluiten, aanjager lager zetten, snelheid verminderen, enz.).De contacten worden niet in alfabetische volgorde weergegeven.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-opties. Afhankelijk van de instellingen kunnen contacten in een bepaalde volgorde worden overgenomen.► Verander de instellingen voor de weergave van contacten in de telefoon.
Instellingen
Na het instellen van de lage en hoge tonen wordt de geluidssfeer gedeselecteerd.Na het instellen van de geluidssfeer worden de instellingen voor de lage en hoge tonen gereset.Elke instelling van de geluidssfeer is gekoppeld aan een bepaalde instelling van de lage en hoge tonen en andersom.► Wijzig de instelling van de lage en hoge tonen of de geluidssfeer om de gewenste geluidskwaliteit te verkrijgen.Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de verschillende audiobronnen.Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen de geluidsinstellingen voor de verschillende
audiobronnen afzonderlijk worden aangepast. Dit leidt ertoe dat bij het veranderen van de audiobron verschillen hoorbaar kunnen zijn.► Controleer of de geluidsinstellingen zijn aangepast aan de audiobronnen waarnaar wordt geluisterd. Zet de geluidsinstellingen in de middelste stand.Wanneer de motor is uitgezet, wordt het systeem na enkele minuten uitgeschakeld.
Als de motor is uitgezet, werkt het systeem zolang de ladingstoestand van de accu dat toestaat.Het uitschakelen is normaal: het systeem schakelt automatisch over naar de spaarstand en wordt uitgeschakeld zodat de laadtoestand van de accu voldoende blijft.► Start de motor om de accu bij te laden.
299
TOYOTA Connect Radio
11
Het Bluetooth-profiel staat de doorgifte van deze informatie niet toe.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon te koppelen.De Bluetooth-functie van uw telefoon kan zijn uitgeschakeld of het apparaat is niet zichtbaar.► Controleer of de Bluetooth-functie van uw telefoon is ingeschakeld.► Controleer bij de instellingen van uw telefoon of deze op “zichtbaar voor alle apparaten” staat.De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem.► Controleer de compatibiliteit van uw telefoon op toyota.nl (Service).Android Auto en/of CarPlay werken niet.Android Auto en CarPlay werken mogelijk niet wanneer de USB-kabels van slechte kwaliteit zijn.► Gebruik originele USB-kabels om de compatibiliteit te waarborgen.Android Auto en/of CarPlay werken niet.Android Auto en CarPlay zijn niet in alle landen
beschikbaar.► Ga naar de website van Google Android Auto of Apple om te zien welke landen worden ondersteund.Het geluid van de aangesloten Bluetooth-telefoon is niet hoorbaar.Het geluidsvolume is afhankelijk van het systeem en de telefoon.
► Verhoog het volume van het audiosysteem, indien nodig tot maximaal, en verhoog indien nodig het volume van de telefoon.Omgevingsgeluiden hebben invloed op de geluidskwaliteit van een telefoongesprek.► Beperk het omgevingsgeluid (ruiten sluiten, aanjager lager zetten, snelheid minderen, enz.).De contacten worden niet in alfabetische volgorde weergegeven.Sommige telefoons hebben speciale weergave-opties. Afhankelijk van de instellingen kunnen contacten in een bepaalde volgorde worden overgenomen.► Verander de instellingen voor de weergave van contacten in de telefoon.
Instellingen
Na het instellen van de lage en hoge tonen wordt de geluidssfeer gedeselecteerd.Na het instellen van de geluidssfeer worden de instellingen voor de lage en hoge tonen gereset.Elke instelling van de geluidssfeer is gekoppeld
aan een bepaalde instelling van de lage en hoge tonen en andersom.► Wijzig de instelling van de lage en hoge tonen of de geluidssfeer om de gewenste geluidskwaliteit te verkrijgen.Na het instellen van de balans worden de instellingen van de geluidsverdeling gedeselecteerd.Na het instellen van de geluidsverdeling worden
de instellingen van de balans gedeselecteerd.
Elke instelling van de geluidsverdeling is gekoppeld aan een bepaalde instelling van de balans en andersom.► Wijzig de instelling van de balans of de geluidsverdeling om de gewenste geluidskwaliteit te verkrijgen.Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de verschillende audiobronnen.Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen de geluidsinstellingen voor de verschillende audiobronnen afzonderlijk worden aangepast. Dit leidt ertoe dat bij het veranderen van de audiobron verschillen hoorbaar kunnen zijn.► Controleer of de geluidsinstellingen zijn aangepast aan de audiobronnen waarnaar wordt geluisterd. Zet de geluidsinstellingen in de middelste stand.Wanneer de motor is uitgezet, wordt het systeem na enkele minuten uitgeschakeld.Als de motor is uitgezet, werkt het systeem zolang de ladingstoestand van de accu dat toestaat.Het uitschakelen is normaal: het systeem schakelt automatisch over naar de spaarstand en wordt
uitgeschakeld zodat de laadtoestand van de accu voldoende blijft.► Start de motor om de accu bij te laden.
308
NOTIC E
U kunt uitzoomen/inzoomen met de aanraaktoetsen of met twee vingers op het scherm.
Naar een recente bestemming
Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “MENU” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Mijn bestemmingen”.
Selecteer het tabblad “Recent”.Selecteer het adres in de lijst om de “Criteria voor routebegeleiding” weer te geven.Druk op “OK” om de navigatie te starten.
NOTIC E
Selecteer “Positie” om de bestemming op de kaart weer te geven.
Naar “Thuis” of “Mijn werk”
Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “MENU” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Mijn bestemmingen”.
Selecteer het tabblad “Aanbevolen”.Selecteer “Thuis”.
OfSelecteer “Mijn werk”.
OfSelecteer een vooraf ingestelde favoriete bestemming.
Naar een contact
Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “MENU” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Mijn bestemmingen”.
Selecteer het tabblad “Contact”.Selecteer een contact in de lijst om de navigatie te starten.
Naar nuttige adressen
(Nuttige adressen)
Geleide methode:De nuttige adressen (Nuttige adressen) zijn onderverdeeld in verschillende categorieën.Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “MENU” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “POI's”.
Selecteer het tabblad “Reizen”, “vrije tijd”, “Winkels”, “Openbaar” of "Geografisch”.OfSelecteer “Zoeken” om de naam en het adres van een Nuttige adressen in te voeren.Druk op “OK” om de route te berekenen.
OfIntuïtieve methode:
NOTIC E
U kunt voor het gebruik van de service deze methode alleen selecteren als het systeem via een smartphone een netwerkverbinding kan maken.In dat geval maakt het systeem automatisch verbinding met internet, afhankelijk van het netwerkbereik.
Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “MENU” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Zoeken”.
Druk op de modus rechts onder op het scherm (Aan boord of Verbonden) om “Database” te wijzigen.Selecteer de “Database” in de modus “Aan boord” (gegevens uit de kaartgegevens) of
314
Druk op “Auto apps” om de startpagina van de apps te openen.
Internet browser
Druk op Applicaties om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Connectiviteit” om naar de functie “Verbonden apps” te gaan.Druk op “Verbonden apps” om de startpagina van de browser te openen.Selecteer het land waar u woont.
Druk op “OK” om uw keuze op te slaan en de browser te starten.
NOTIC E
De internetverbinding komt tot stand via een van de netwerkverbindingen van de auto of van de gebruiker.
Bluetooth-verbinding®
WARNI NG
Welke diensten beschikbaar zijn, is afhankelijk van het netwerk, de simkaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de handleiding van de
smartphone en uw provider voor informatie over welke diensten beschikbaar zijn.
NOTIC E
De Bluetooth-functie moet zijn geactiveerd en de smartphone moet zijn geconfigureerd als “zichtbaar voor alle apparaten”.
Controleer bij het voltooien van de koppeling, ongeacht of dit vanaf de smartphone of het systeem wordt gedaan, of de code in het systeem gelijk is aan die in de smartphone.
NOTIC E
Als de koppelingsprocedure mislukt, raden we aan de Bluetooth-functie op de smartphone te deactiveren en vervolgens opnieuw te activeren.
Procedure via de smartphone
Selecteer de naam van het systeem in de lijst van gedetecteerde apparaten.Accepteer in het systeem het verbindingsverzoek van de smartphone.
Procedure via het systeem
Druk op Connect-app om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Bluetooth-verbinding”.
Selecteer “Zoeken”.
De lijst met gedetecteerde smartphones wordt weergegeven.Selecteer de naam van de gewenste smartphone in de lijst.
NOTIC E
Afhankelijk van het type smartphone wordt u mogelijk gevraagd om het overbrengen van contacten en berichten te accepteren.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de smartphone voor:– “Telefoon” (handsfree-set, uitsluitend telefoon),– “Streaming” (streaming: draadloos afspelen van audiobestanden op de smartphone),– “Mobiele internetgegevens”.
NOTIC E
Om gebruik te kunnen maken van onlinenavigatie moet het profiel “Mobiele internetgegevens” zijn geselecteerd (indien uw auto niet beschikt over noodoproep- en pechhulpoproepservice), nadat u het delen van de smartphoneverbinding hebt geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op “OK” om te bevestigen.
326
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-stick begint pas na lang wachten (ongeveer 2 tot 3 minuten).Door bepaalde bestanden die standaard op een USB-stick staan kan het erg lang duren tot de muziek op de USB-stick wordt afgespeeld (tot 10 keer de fabrieksopgave).► Wis de bestanden die standaard op de USB-stick staan en beperk het aantal submappen in de mappenstructuur van de USB-stick.Na het aansluiten van een USB-stick moet ik enige tijd wachten.Het systeem leest allerlei gegevens (directory, titel, artiest, enz.). Dit kan enkele seconden tot enkele minuten duren.Dit is volkomen normaal.Sommige karakters in de informatie over de op dat moment afgespeelde audiobron worden niet correct weergegeven.Het audiosysteem kan sommige karakters niet weergeven.
► Gebruik standaardkarakters voor de benaming van nummers en mappen.Het afspelen van streamingbestanden start niet.Het aangesloten apparaat begint niet automatisch met afspelen.► Start het afspelen op het apparaat.Namen van nummers en de speelduur worden niet weergegeven op het audiostreamingscherm.
Het Bluetooth-profiel staat de doorgifte van deze informatie niet toe.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon te koppelen.De Bluetooth-functie van uw telefoon kan zijn uitgeschakeld of het apparaat is niet zichtbaar.► Controleer of de Bluetooth-functie van uw telefoon is ingeschakeld.► Controleer bij de instellingen van uw telefoon of deze op “zichtbaar voor alle apparaten” staat.► Schakel de Bluetooth-functie van uw telefoon uit en vervolgens weer in.De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem.► U kunt de compatibiliteit van uw telefoon controleren op toyota.nl (Service).Android Auto en/of CarPlay werken niet.Android Auto en CarPlay werken mogelijk niet wanneer de USB-kabels van slechte kwaliteit zijn.► Gebruik originele USB-kabels om de compatibiliteit te waarborgen.
Android Auto en/of CarPlay werken niet.Android Auto en CarPlay zijn niet in alle landen beschikbaar.► Ga naar de website van Google Android Auto of Apple om te zien welke landen worden ondersteund.Het geluid van de aangesloten Bluetooth-telefoon is niet hoorbaar.Het geluidsvolume is afhankelijk van het systeem
en de telefoon.
► Verhoog het volume van het audiosysteem, indien nodig tot maximaal, en verhoog indien nodig het volume van de telefoon.Omgevingsgeluiden hebben invloed op de geluidskwaliteit van een telefoongesprek.► Beperk het omgevingsgeluid (ruiten sluiten, aanjager lager zetten, snelheid minderen, enz.).Sommige contacten komen dubbel voor in de lijst.Bij het synchroniseren van contacten zijn er drie opties: synchroniseren van de contacten op de simkaart, synchroniseren van de contacten in het telefoonboek en beide. In het laatste geval kan het voorkomen dat sommige contacten dubbel worden overgenomen.► Selecteer “Contacten van SIM-kaart weergeven” of “Contacten van telefoon weergeven”.De contacten worden niet in alfabetische volgorde weergegeven.Sommige telefoons hebben speciale weergave-opties. Afhankelijk van de instellingen kunnen contacten in een bepaalde volgorde worden overgenomen.
► Verander de instellingen voor de weergave van contacten in de telefoon.Het systeem ontvangt geen sms-berichten.In de Bluetooth-modus kunnen geen sms-tekstberichten naar het systeem worden gestuurd.