28
Met digitaal
instrumentenpaneel
Bluetooth-audiosysteem met
touchscreen
► Druk op het menu Instellingen.
► Selecteer Weergave.
► Stel de lichtsterkte in door op de toetsen te drukken.U kunt het scherm ook uitschakelen:► Selecteer Scherm uitschakelen.
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.► Druk nogmaals op het scherm (op een willekeurige plaats) om het te activeren.
Met TOYOTA Connect Radio
► Druk op deze toets om het menu Instellingen te selecteren.► Selecteer Helderheid.
► Stel de lichtsterkte in door op de pijlen te drukken of de cursor te verplaatsen.De instellingen worden onmiddellijk toegepast.► Druk op een plaats buiten het instellingenvenster op het scherm om dit venster af te sluiten.U kunt het scherm ook uitschakelen:► Druk op deze toets om het menu Instellingen te selecteren.
► Selecteer Donker.
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.► Druk nogmaals op het scherm (op een willekeurige plaats) om het in te schakelen.
Met TOYOTA Connect Nav
Met de verlichting ingeschakeld:► Druk op deze toets om het menu Instellingen te selecteren.► Selecteer OPTIES.► Selecteer Schermconfiguratie.
► Selecteer het tabblad Helderheid.► Stel de lichtsterkte van het instrumentenpaneel en het scherm in met de pijlen of door de cursor te verplaatsen.► Druk op deze toets om de instelling op te slaan en het venster af te sluiten.U kunt het scherm ook uitschakelen:► Druk op deze toets om het menu Instellingen te selecteren.► Selecteer Scherm uitschakelen.
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.► Druk nogmaals op het scherm (op een willekeurige plaats) om het in te schakelen.
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius, brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, enz.).
Weergave van informatie
De gegevens worden na elkaar weergegeven.– Dagteller.– Actieradius.– Actueel brandstofverbruik.– Gemiddelde rijsnelheid.– Teller Stop & Start– Informatie over de snelheidslimietherkenning.
► Druk op de toets op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar.
30
Touchscreen
Bluetooth-audiosysteem
Dit systeem toont de volgende zaken:
– Bedieningstoetsen audiosysteem en telefoon en weergave van bijbehorende informatie.– Instellingenmenu's voor de functies en voorzieningen van de auto.– Bedieningsfuncties voor de airconditioning (afhankelijk van de uitvoering).
WARNI NG
Breng om veiligheidsredenen de auto altijd eerst tot stilstand alvorens handelingen uit te voeren die uw constante aandacht vragen.Sommige functies zijn niet beschikbaar tijdens het rijden.
Aanbevelingen
Raak het touchscreen niet aan met scherpe voorwerpen.Raak het touchscreen niet aan met natte handen.Gebruik een schone, zachte doek om het touchscreen te reinigen.
Belangrijkste
bedieningsfuncties
Met het contact UIT: systeem inschakelenBij draaiende motor: geluid onderbrekenLinkerknop: volumeregeling (draaien)/rechtstreekse toegang tot het menu Media (indrukken)Rechterknop: luchtopbrengstregeling (draaien)/rechtstreekse toegang tot het menu Klimaat (indrukken)Toegang tot menu's
Terugkeren naar het vorige scherm of bevestigen
NOTIC E
Wanneer gedurende enkele ogenblikken geen handeling wordt uitgevoerd op de tweede pagina, wordt automatisch de eerste pagina weer weergegeven.
Menu's
Radio
Media
KlimaatInstellingen voor temperatuur, luchtstroom, enz.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de handmatig bediende airconditioning.Telefoon
RijdenInschakelen, uitschakelen en instellingen van bepaalde functies.InstellingenBelangrijkste systeeminstellingen.
NOTIC E
Raadpleeg voor meer informatie over de menu's de hoofdstukken over de audio- en telematicasystemen.
33
Instrumenten
1
Instellen van datum en tijd
Zonder audiosysteem
Stel de datum en tijd in via het display van het instrumentenpaneel.► Houd deze toets ingedrukt.
► Druk op een van deze toetsen om de te wijzigen instelling te selecteren.► Druk kort op deze toets om te bevestigen.► Druk op een van deze toetsen om de instelling te wijzigen en bevestig nogmaals om de wijziging op te slaan.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het instellen van de datum en tijd bij het Bluetooth®-audiosysteem, de TOYOTA Connect Radio of het TOYOTA Connect Nav-systeem.
219
Praktische informatie
7
vervolgens blijft alleen het controlelampje POWER groen branden.► Verwijder de beschermkap van de laadstekker.► Steek de laadstekker in de laadaansluiting.Wanneer het laden wordt gestart, wordt dit aangegeven door de knipperende groene controlelampjes CHARGE in de klep en vervolgens de lampjes op de regeleenheid.Als de lampjes niet gaan branden, is het laden niet begonnen. Start de procedure opnieuw en controleer of alles goed is aangesloten.Het rode controlelampje in de klep gaat branden om aan te geven dat de laadstekker is vergrendeld.
NOTIC E
Wanneer het laden is voltooid en de laadkabel nog is aangesloten, wordt na het openen van het bestuurdersportier gedurende 20 seconden het laadniveau op het instrumentenpaneel weergegeven.
Versneld laden, modus 3
► Volg de gebruiksaanwijzing van de unit voor versneld laden (Wallbox).► Verwijder de beschermkap van de laadstekker.
► Steek de laadstekker in de laadaansluiting.Het starten van het laden wordt bevestigd wanneer het controlelampje in de klep groen knippert.Als het lampje niet gaat branden, is het laden niet begonnen. Start de procedure opnieuw en controleer of alles goed is aangesloten.Het rode controlelampje in de klep gaat branden om aan te geven dat de laadstekker is vergrendeld.
Supersnel laden, modus 4
► Verwijder, afhankelijk van de uitvoering, de beschermkap van het onderste deel van de stekker.► Volg de gebruiksaanwijzing van de openbare snellader en sluit de kabel vanaf de openbare snellader aan op de aansluiting van de auto.Wanneer het laden wordt gestart, wordt dit aangegeven door het knipperende groene controlelampje in de klep.Als het lampje niet gaat branden, is het laden niet begonnen. Start de procedure opnieuw en controleer of alles goed is aangesloten.Het rode controlelampje in de klep gaat branden om aan te geven dat de laadstekker is vergrendeld.
Uitgesteld laden
Instellingen
Bij een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, met Bluetooth-audiosysteem met touchscreenStandaard staat de starttijd voor uitgesteld laden ingesteld op middernacht (tijd in de auto).De starttijd voor uitgesteld laden kan worden aangepast.Ga naar een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Op een smartphone of tabletU kunt de functie voor uitgesteld laden op elk moment programmeren via de app MyToyota (binnenkort beschikbaar).Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de op afstand bedienbare functies.In de auto, met TOYOTA Connect Nav
► Selecteer de pagina Laden in het touchscreenmenu Energie.► Stel de starttijd voor het laden in.► Druk op OK.De instelling wordt in het systeem opgeslagen.
231
Praktische informatie
7
Bijvullen
Dit additief moet op zeer korte termijn bijgevuld worden.Ga naar een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AdBlue® (dieselmotoren)
Wanneer het reserveniveau is bereikt, wordt een waarschuwing geactiveerd.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de indicatoren en met name de AdBlue®-actieradiusindicatoren.Om te voorkomen dat de auto conform de voorschriften niet meer kan worden gestart, moet u het AdBlue®-reservoir bijvullen.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over AdBlue® en met name het bijvullen van AdBlue®.
Controles
Controleer, tenzij anders aangegeven, deze onderdelen overeenkomstig het onderhoudsschema van de fabrikant en uw motor.Laat ze anders controleren door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Gebruik uitsluitend producten die worden aanbevolen door TOYOTA of producten van een vergelijkbare kwaliteit en met vergelijkbare specificaties.Om de werking van belangrijke onderdelen als die van het remsysteem te optimaliseren, heeft TOYOTA een selectie van zeer specifieke producten in haar aanbod.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.Niettemin is het raadzaam om regelmatig te controleren of de accupoolklemmen goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder snelsluiting voor de accupoolklemmen) en of de aansluitingen schoon zijn.
NOTIC E
Raadpleeg voordat u werkzaamheden uitvoert aan de 12V-accu het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
WARNI NG
Uitvoeringen met het Stop & Start-systeem zijn voorzien van een speciale 12V-loodzuuraccu.Deze accu mag uitsluitend worden vervangen door een TOYOTA-dealer of door een gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Als de omgeving en het gebruik (bijv. veel stof, veel stadsverkeer) daartoe aanleiding geven, moet het filter twee keer zo vaak worden vervangen.
NOTIC E
Een verstopt interieurfilter kan de prestaties van de airconditioning negatief beïnvloeden en onaangename geuren veroorzaken.
234
AdBlue® (dieselmotoren)
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en om aan de Euro 6-norm te voldoen, heeft TOYOTA ervoor gekozen zijn auto's met dieselmotor te voorzien van een systeem waarbij SCR (Selective Catalytic Reduction) wordt gecombineerd met een roetfilter (DPF) voor de nabehandeling van de uitlaatgassen zonder dat de prestaties verminderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van een vloeistof die AdBlue® wordt genoemd en ureum bevat, kan een katalysator tot 85% van de stikstofoxide (NOx) omzetten in stikstof en water (stoffen die niet schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu).De AdBlue® bevindt zich in een speciaal reservoir van ongeveer 17 liter.Hiermee is een actieradius van ongeveer 5.000 km mogelijk (zeer afhankelijk van uw rijstijl en het type auto). Wanneer u met de resterende hoeveelheid nog maximaal ongeveer 2.400 km kunt rijden,
oftewel wanneer het reserveniveau is bereikt, wordt automatisch een waarschuwingssysteem geactiveerd.Tijdens de resterende 2.400 km worden achtereenvolgens verschillende waarschuwingen weergegeven voordat het reservoir helemaal leeg is en de motor niet meer gestart kan worden.
NOTIC E
Zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer informatie over de waarschuwings- en controlelampjes en de bijbehorende waarschuwingsmeldingen, of de indicatoren.
WARNI NG
Als het AdBlue®-reservoir leeg is, zorgt een
wettelijk verplicht systeem ervoor dat de motor niet opnieuw kan worden gestart.Als het SCR-systeem niet goed werkt, stoot uw auto te veel schadelijke stoffen uit waardoor hij niet meer aan de Euro 6-emissienorm voldoet.Ga bij een bevestigde storing in het SCR-systeem zo snel mogelijk naar een erkende Toyota- dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Na 1.100 km wordt automatisch een systeem geactiveerd dat het starten van de motor blokkeert.In beide gevallen geeft een actieradiusindicator aan hoever u nog kunt rijden voordat de motor niet meer gestart kan worden.
NOTIC E
Bevriezen van AdBlue®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -11°C.Het SCR-systeem is voorzien van een voorverwarmingssysteem voor het AdBlue®-reservoir waardoor u ook in zeer koude omstandigheden kunt blijven rijden.
Bijvullen van AdBlue®
Het is raadzaam om zo snel mogelijk AdBlue® bij te vullen zodra de eerste waarschuwing wordt gegeven dat het reserveniveau is bereikt.
WARNI NG
Voor een juiste werking van het SCR-systeem:– Gebruik alleen AdBlue®-vloeistof die aan de ISO 22241-norm voldoet.– Giet nooit AdBlue® in een andere houder, anders verliest de vloeistof zijn zuiverheid.
– Verdun AdBlue® nooit met water.
AdBlue® is verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, en bij tankstations met een AdBlue®-pomp die speciaal is bedoeld voor personenauto's.
235
Praktische informatie
7
WARNI NG
Vul nooit bij vanuit een AdBlue®-dispenser die is bestemd voor vrachtwagens.
Adviezen voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -11°C en verliest aan kwaliteit bij temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam flacons en jerrycans koel en buiten direct zonlicht te bewaren.Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten minste één jaar houdbaar.Als de vloeistof bevroren is geweest, kan deze weer worden gebruikt na bij kamertemperatuur volledig te zijn ontdooid.
WARNI NG
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue® nooit in uw auto.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
AdBlue® is een oplossing op ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).Als de vloeistof in contact komt met de huid, moet u de huid wassen met kraanwater en zeep. Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de ogen dan onmiddellijk gedurende ten minste 15 minuten met grote hoeveelheden kraanwater of
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij een blijvend branderig gevoel of blijvende irritatie.Als de vloeistof wordt ingeslikt, spoel de mond dan met schoon water en drink vervolgens een ruime hoeveelheid water.Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het risico van het vrijkomen van ammoniakdampen niet worden uitgesloten: adem deze niet in. Ammoniakdampen werken irriterend op de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
WARNI NG
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van kinderen, in de originele flacon of jerrycan.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
AdBlue® is een oplossing op ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).Als de vloeistof in contact komt met de huid, moet u de huid wassen met kraanwater en zeep. Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de ogen dan onmiddellijk gedurende ten minste 15 minuten met grote hoeveelheden kraanwater of een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij een blijvend branderig gevoel of blijvende irritatie.Als de vloeistof wordt ingeslikt, spoel de mond dan met schoon water en drink vervolgens een ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het risico van het vrijkomen van ammoniakdampen niet worden uitgesloten: adem deze niet in. Ammoniakdampen werken irriterend op de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
WARNI NG
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van kinderen,
in de originele flacon of jerrycan.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto op een vlakke en horizontale ondergrond staat.Controleer 's winters of de omgevingstemperatuur van de auto hoger is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest AdBlue® waardoor u de vloeistof niet in het reservoir kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een warmere plaats staan en vul vervolgens het reservoir bij.
WARNI NG
Giet nooit AdBlue® in de brandstoftank.
236
WARNI NG
Als er AdBlue® op de zijkant van de auto of op een andere plaats is gemorst, spoel het dan onmiddellijk weg met koud water of veeg het weg met een vochtige doek.Gekristalliseerde vloeistof moet worden verwijderd met een spons en warm water.
WARNI NG
Belangrijk: als u AdBlue hebt bijgevuld nadat het reservoir leeg is geraakt, dient u ongeveer 5 minuten te wachten voordat u het contact weer AAN zet, zonder het bestuurdersportier te openen, de auto te ontgrendelen, de sleutel in het contactslot te steken of de “Smart entry-systeem met startknop”-sleutel in het interieur te brengen.Zet vervolgens het contact AAN en start na 10 seconden wachten de motor.
► Zet het contact UIT en verwijder de sleutel uit het contactslot om de motor uit te zetten.of► Druk bij een auto met Smart entry-systeem met startknop op de knop “START/STOP” om de motor uit te zetten.
► Zorg dat de auto is ontgrendeld en open de tankdopklep. Draai de blauwe dop van het AdBlue®-reservoir linksom en verwijder de dop.► Als u in het bezit bent van een flacon of jerrycan met AdBlue®: controleer eerst de houdbaarheidsdatum en lees vervolgens aandachtig de instructies op het etiket voordat u de inhoud van de flacon/jerrycan in het AdBlue-reservoir van uw auto giet.► Als u een AdBlue®-pomp gebruikt: steek het vulpistool in de vulopening en vul bij tot het vulpistool automatisch afslaat.
WARNI NG
Om te voorkomen dat het AdBlue®-reservoir overstroomt, wordt aanbevolen:– Om 10 tot 13 liter bij te vullen met behulp van de AdBlue®-flacons of jerrycans.– Om bij een tankstation bij te vullen tot het vulpistool voor de eerste keer automatisch afslaat.Alleen wanneer er ten minste 5 liter AdBlue® wordt bijgevuld, wordt dit door het systeem
geregistreerd.
WARNI NG
Als het AdBlue®-reservoir volledig leeg is, wat wordt bevestigd door de melding “Vul AdBlue bij: starten onmogelijk”, moet u minimaal 5 liter bijvullen.
Na het bijvullen
► Plaats de blauwe dop op de vulopening en draai de dop zo ver mogelijk rechtsom.► Sluit de tankdopklep.
Voer de flacons of jerrycans AdBlue® niet af als huishoudelijk afval.Deponeer ze in speciaal daarvoor bestemde containers of breng ze terug naar het bedrijf waar u ze gekocht hebt.