6
– Supersnel laden in Mode 4 m.b.v. een openbare snellader.Voor de 400V-tractiebatterij 2 wordt gebruikgemaakt van lithium-iontechnologie. De batterij slaat de energie op en levert de energie die nodig is voor de werking van de elektromotor, airconditioning en verwarming. Het laadniveau wordt weergegeven middels een controlelampje en een waarschuwingslampje voor reservevermogen op het instrumentenpaneel.De 12V-accu 3 drijft het conventionele elektrische systeem van de auto aan. Hij wordt automatisch via de oplader in de auto opgeladen door de tractiebatterij.Dankzij de oplader in de auto 4 kunt u de tractiebatterij opladen via het elektriciteitsnet thuis (Mode 2), versneld opladen (Mode 3) en de 12V-accu opladen.De elektromotor 5 zorgt voor de aandrijving overeenkomstig de geselecteerde rijmodus en de rijomstandigheden. Hij wint energie terug tijdens het remmen en decelereren.
Labels
Hoofdstuk “Toegang - Tweezitsbank voor” (Proace City):
Hoofdstuk “Ergonomie en comfort - Algemene adviezen voor de stoelen” (Proace City Verso):
Hoofdstuk “Ergonomie en comfort - Draadloze smartphonelader”:
Hoofdstuk “Ergonomie en comfort - Extenso-cabine” (Proace City):
Hoofdstuk “Ergonomie en comfort - Dubbele cabine” (Proace City):
Hoofdstuk “Ergonomie en comfort - Extra verwarming/ventilatie”:
Hoofdstukken “Verlichting en zichtbaarheid - Lichtschakelaar”, “In geval van pech - Vervangen van een lamp”:
Hoofdstuk “Veiligheid - Uitschakelen van de voorpassagiersairbag”:
Hoofdstuk “Veiligheid - ISOFIX-kinderzitjes” (Proace City Verso):
i-SizeTOP TETHER
Hoofdstuk “Veiligheid - Handbediend kinderslot”:
70
De bestuurder moet ervoor zorgen dat passagiers het zonnescherm correct gebruiken.Let extra goed op kinderen bij het bedienen van het zonnescherm.
12V-accessoirea-
ansluiting(en)
► Gebruik een geschikte adapter om een 12V-accessoire (met een maximaal vermogen van 120 W) aan te sluiten.
WARNI NG
Houd rekening met het maximale vermogen om schade aan uw accessoire te voorkomen.
* Alleen bij de Proace City Verso
WARNI NG
Het aansluiten van een elektrisch apparaat dat niet is goedgekeurd door TOYOTA, zoals een lader met een USB-aansluiting, kan een negatieve invloed hebben op de werking van de elektrische systemen van de auto, waardoor er storingen kunnen optreden in de vorm van een slechte radio-ontvangst of storing op de beeldschermen.
USB-aansluiting(en)
Via aansluiting 1 kunt u audiobestanden afspelen via de luidsprekers van de auto.
NOTIC E
Tijdens het gebruik van de USB-aansluiting wordt het draagbare apparaat automatisch opgeladen.Tijdens het laden wordt er een melding weergegeven als het stroomverbruik van het draagbare apparaat hoger is dan de door de auto geleverde stroomsterkte.Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van deze uitrusting de hoofdstukken over de audio- en telematicasystemen.
Aansluiting 1 kan ook worden gebruikt om een smartphone via Android Auto® of CarPlay® te verbinden, zodat u bepaalde apps van uw smartphone via het touchscreen kunt gebruiken.Aansluiting 1 en 2* zijn geschikt voor het opladen van een erop aangesloten draagbaar apparaat.
Om de beste resultaten te bereiken, moet u de kabel van de fabrikant gebruiken of een kabel die door de fabrikant is goedgekeurd.Deze apps kunnen worden beheerd met de toetsen op het stuurwiel of van het audiosysteem.
71
Ergonomie en comfort
3
220V/50Hz-aansluiting
AC 220V
50Hz 120W
Bevindt zich op de zijkant van het middelste opbergvak.Deze aansluiting (max. vermogen: 150 W) werkt als de motor draait, maar ook in de STOP-stand bij auto's met een Stop & Start-systeem.► Verwijder het deksel.► Controleer of het groene lampje brandt.► Sluit uw elektrische apparaat (telefoonlader, laptop, CD/DVD-speler, flessenwarmer, enz.) aan.Bij een storing in de aansluiting gaat het groene lampje knipperen.Laat het systeem controleren door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
WARNI NG
Sluit altijd maar één apparaat aan op de aansluiting (verlengsnoeren of verdeelstekkers zijn niet toegestaan).
Sluit alleen apparaten aan die voldoen aan isolatieklasse II (op het apparaat aangegeven).Gebruik geen apparaten met een metalen behuizing (zoals een elektrisch scheerapparaat).
NOTIC E
Om veiligheidsredenen wordt de stroomtoevoer naar deze aansluiting bij overbelasting automatisch onderbroken; dit gebeurt ook als er andere omstandigheden zijn die daar aanleiding toe geven (bijzondere weersomstandigheden, zware belasting van de elektrische installatie van de auto, enz.). Het groene lampje gaat dan uit.
Draadloze smartphonelader
Met dit systeem kan externe apparatuur, zoals een smartphone, door middel van magnetische inductie draadloos worden opgeladen. Het systeem voldoet aan de norm Qi 1.1.Het op te laden apparaat moet zelf compatibel zijn met de Qi-norm of moet zijn voorzien van een compatibele hoes of houder.Het laadgedeelte kan ook zijn voorzien van een mat, mits deze is goedgekeurd door de fabrikant.Het laadgedeelte is te herkennen aan het symbool Qi.
De lader werkt als de motor draait en in de STOP-stand van het Stop & Start-systeem.Het opladen wordt aangestuurd door de smartphone.Bij uitvoeringen met Smart entry-systeem met startknop kan de werking van de lader tijdelijk worden onderbroken bij het openen van een portier of bij het uitzetten van het contact.
Laden
► Zorg ervoor dat het laadgebied vrij is en plaats een apparaat in het midden ervan.
Zodra het apparaat wordt gedetecteerd, gaat het lampje van de lader groen branden. Het lampje blijft branden zolang de batterij wordt opgeladen.
WARNI NG
Het systeem kan niet meerdere apparaten tegelijkertijd opladen.
94
Voorgeprogrammeerde
airco (elektrisch)
Met deze functie kunt u de temperatuur in het passagierscompartiment zo programmeren dat deze een vooraf gedefinieerde, niet-wijzigbare temperatuur (ongeveer 21°C) bereikt voordat u in de auto stapt, op de dagen en tijden van uw keuze.De functie is zowel beschikbaar wanneer de auto is aangesloten als wanneer deze niet is aangesloten.
Programmeren
Het programmeren kan worden uitgevoerd vanaf een smartphone met behulp van de app MyToyota (binnenkort beschikbaar).Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de op afstand bedienbare functies.
Met TOYOTA Connect Nav
Via het menu Applicaties.Druk op Auto apps om de startpagina van de apps te openen.
Selecteer Airconditioning.► Druk op + om een programma toe te voegen.► Selecteer het tijdstip waarop u in de auto stapt en de gewenste dagen. Druk op OK.► Druk op ON om dit programma te activeren.De voorverwarming/-koeling word ongeveer 45 minuten voor de geprogrammeerde tijd geactiveerd wanneer de auto is aangesloten (20 minuten
wanneer de auto niet is aangesloten) en wordt daarna 10 minuten aangehouden.
NOTIC E
U kunt meerdere programma's instellen.Elk programma wordt in het systeem opgeslagen.Voor het optimaliseren van de actieradius raden we u aan om een programma te starten terwijl
de auto is aangesloten.
NOTIC E
Het ventilatorgeluid dat u hoort tijdens de voorverwarming/-koeling is volkomen normaal.
Voorwaarden voor werking
– De functie wordt alleen geactiveerd wanneer het contact UIT staat en de auto is vergrendeld.– Wanneer de auto niet is aangesloten, wordt de functie alleen geactiveerd als het laadniveau van het batterijpakket meer dan 50% bedraagt.– Als de auto niet is aangesloten en een terugkerend programma actief is (bijv. van maandag t/m vrijdag), wordt het programma gedeactiveerd als er twee sequenties voor de temperatuurinstelling worden uitgevoerd zonder dat
de auto wordt gebruikt.
Instapverlichting
Automatisch in-/uitschakelen
De instapverlichting voor gaat branden als de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd.Alle instapverlichting gaat branden als de auto wordt ontgrendeld, als een van de desbetreffende portieren wordt geopend en als de auto wordt gelokaliseerd met de afstandsbediening. De instapverlichting dooft langzaam nadat het contact AAN is gezet en als de auto wordt vergrendeld.
W ARNI NG
Zorg ervoor dat objecten niet in contact komen met de instapverlichting.
Type 1
Altijd AAN, contact AAN.
219
Praktische informatie
7
vervolgens blijft alleen het controlelampje POWER groen branden.► Verwijder de beschermkap van de laadstekker.► Steek de laadstekker in de laadaansluiting.Wanneer het laden wordt gestart, wordt dit aangegeven door de knipperende groene controlelampjes CHARGE in de klep en vervolgens de lampjes op de regeleenheid.Als de lampjes niet gaan branden, is het laden niet begonnen. Start de procedure opnieuw en controleer of alles goed is aangesloten.Het rode controlelampje in de klep gaat branden om aan te geven dat de laadstekker is vergrendeld.
NOTIC E
Wanneer het laden is voltooid en de laadkabel nog is aangesloten, wordt na het openen van het bestuurdersportier gedurende 20 seconden het laadniveau op het instrumentenpaneel weergegeven.
Versneld laden, modus 3
► Volg de gebruiksaanwijzing van de unit voor versneld laden (Wallbox).► Verwijder de beschermkap van de laadstekker.
► Steek de laadstekker in de laadaansluiting.Het starten van het laden wordt bevestigd wanneer het controlelampje in de klep groen knippert.Als het lampje niet gaat branden, is het laden niet begonnen. Start de procedure opnieuw en controleer of alles goed is aangesloten.Het rode controlelampje in de klep gaat branden om aan te geven dat de laadstekker is vergrendeld.
Supersnel laden, modus 4
► Verwijder, afhankelijk van de uitvoering, de beschermkap van het onderste deel van de stekker.► Volg de gebruiksaanwijzing van de openbare snellader en sluit de kabel vanaf de openbare snellader aan op de aansluiting van de auto.Wanneer het laden wordt gestart, wordt dit aangegeven door het knipperende groene controlelampje in de klep.Als het lampje niet gaat branden, is het laden niet begonnen. Start de procedure opnieuw en controleer of alles goed is aangesloten.Het rode controlelampje in de klep gaat branden om aan te geven dat de laadstekker is vergrendeld.
Uitgesteld laden
Instellingen
Bij een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, met Bluetooth-audiosysteem met touchscreenStandaard staat de starttijd voor uitgesteld laden ingesteld op middernacht (tijd in de auto).De starttijd voor uitgesteld laden kan worden aangepast.Ga naar een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Op een smartphone of tabletU kunt de functie voor uitgesteld laden op elk moment programmeren via de app MyToyota (binnenkort beschikbaar).Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de op afstand bedienbare functies.In de auto, met TOYOTA Connect Nav
► Selecteer de pagina Laden in het touchscreenmenu Energie.► Stel de starttijd voor het laden in.► Druk op OK.De instelling wordt in het systeem opgeslagen.
274
Touchscreen
Bluetooth-audiosysteem
Multimedia-audiosysteem
- Bluetooth®-telefoon
NOTIC E
De beschreven functies en instellingen variëren
afhankelijk van de uitvoering en de configuratie van de auto.
WARNI NG
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die de volle aandacht vragen, zoals de onderstaande, uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto met het contact AAN:– Het koppelen van een smartphone met het systeem in de Bluetooth-modus.– Het gebruiken van de smartphone.– Wijzigen van de systeeminstellingen en -configuratie.
NOTIC E
Het systeem is zodanig beveiligd dat het uitsluitend in uw auto functioneert.De melding van de spaarmodus wordt weergegeven wanneer het systeem overgaat naar de desbetreffende modus.
Eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets drukt, wordt het geluid onderbroken.Als u op de toets drukt terwijl het contact UIT staat, wordt het systeem ingeschakeld.Verhoog of verlaag het volume met de draaiknop links.Druk om de menu's te openen op deze knop op het touchscreen.Druk op de pijl “Terug” om een niveau terug te gaan.
WARNI NG
Gebruik voor het schoonmaken van het scherm een zachte, niet-schurende doek (bijvoorbeeld een brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen.Raak het scherm niet aan met natte handen.
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven in de bovenste balk van het touchscreen:– Informatie airconditioning (afhankelijk van de uitvoering).– Bluetooth-verbinding.– Aanduiding van het delen van de locatie.Geselecteerde audiobron:– FM/AM/DAB-radiozenders (afhankelijk van de uitvoering).– Telefoon verbonden via Bluetooth en Bluetooth-multimedia-uitzending (streaming).– USB-stick.– Mediaspeler verbonden via de AUX-aansluiting (afhankelijk van de uitrusting).
NOTIC E
In zeer warme omstandigheden wordt het volume mogelijk beperkt om het systeem te beschermen. Het systeem wordt mogelijk gedurende ten minste 5 minuten in de stand-bymodus gezet (met het scherm en het geluid uit).Het systeem keert weer terug naar de normale werking wanneer de temperatuur in het passagierscompartiment is gedaald.
275
Touchscreen Bluetooth-audiosysteem
10
Stuurkolomschakelaars
Stuurkolomschakelaars -
Type 1
Radio:Selecteren van de vorige/volgende voorkeuzezender.Selecteren van het vorige/volgende item uit een menu of lijst.Media:Selecteren van het vorige/volgende nummer.Selecteren van het vorige/volgende item uit een menu of lijst.Radio:Kort indrukken: weergeven van de lijst met radiozenders.Lang indrukken: bijwerken van de lijst.Media:Kort indrukken: weergeven van de lijst met
mappen.Lang indrukken: weergeven van de verschillende sorteeropties.Kort indrukken: wijzigen van de audiobron (radio, USB, AUX (mits apparatuur is aangesloten), CD, streaming).Lang indrukken: weergeven van de oproepenlijst.
Kort indrukken bij een binnenkomend gesprek: het gesprek accepteren.
Kort indrukken tijdens een gesprek: het gesprek beëindigen.Bevestigen van een selectie.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.
Onderbreken/weer inschakelen van het geluid door gelijktijdig indrukken van de volumetoetsen.
Stuurkolomschakelaars -
Type 2
Spraakcommando's:Deze toets bevindt zich op het stuurwiel of op het uiteinde van de lichtschakelaar (afhankelijk van de uitrusting).Kort indrukken, gesproken commando's smartphone via het systeem.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.Geluidsweergave onderbreken door tegelijkertijd op de toetsen voor het verhogen en verlagen van het geluidsvolume te drukken (afhankelijk van de uitrusting).Geluidsweergave weer inschakelen door op een van de twee volumetoetsen te drukken.
Wijzigen van de multimediabron.
Kort indrukken: weergeven van de oproepenlijst.Kort indrukken bij een binnenkomend gesprek: het gesprek accepteren.Lang indrukken bij een binnenkomend gesprek: het gesprek weigeren.Kort indrukken tijdens een gesprek: het gesprek beëindigen.Radio (draaien): vorige/volgende voorkeuzezender.Media (draaien): vorige/volgende nummer, door een lijst scrollen.Kort indrukken: een selectie bevestigen; indien niets is geselecteerd, toegang tot voorkeuzezenders.Radio: weergeven van de zenderlijst.Media: weergeven van de lijst met nummers.
279
Touchscreen Bluetooth-audiosysteem
10
AUX-aansluiting
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (MP3-speler enz.) met een audiokabel (niet meegeleverd) aan op de AUX-aansluiting.Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar als Versterking AUX is geselecteerd in de audio-instellingen.Stel eerst het volume van het draagbare apparaat af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het volume van het audiosysteem af.De bediening gebeurt via het draagbare apparaat.
Bluetooth®-audiostreaming
Met Streaming kunt u muziek op de smartphone via het audiosysteem in de auto afspelen.Activeer eerst het Bluetooth-profiel en stel het volume van het draagbare apparaat in (hoog geluidsniveau).Stel vervolgens het volume van het systeem in.Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de
smartphone.Bediening verloopt via het draagbare apparaat of via de aanraaktoetsen van het systeem.
WARNI NG
Als de Streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een mediabron beschouwd.
Aansluiten van een
Apple®-speler
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.Het afspelen begint automatisch.De bediening gebeurt via het audiosysteem van de auto.
NOTIC E
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten/albums/genres/afspeellijsten/audioboeken/podcasts). U kunt ook een gestructureerde indeling in bibliotheekvorm gebruiken.De standaardindeling is de indeling per artiest. Ga om de indeling te wijzigen terug naar het eerste niveau van het menu, selecteer de gewenste indeling (bijvoorbeeld afspeellijsten) en bevestig om in het menu naar het gewenste nummer te scrollen.
De softwareversie van het audiosysteem kan incompatibel zijn met de generatie van de Apple®-speler.
Media-instellingen
Druk op de toets Media-instellingen.
Activeren/deactiveren van afspeelopties en toegang tot de audio-instellingen.
NOTIC E
De audio-instellingen zijn gelijk aan die voor de radio. Zie het desbetreffende hoofdstuk voor
meer informatie over de Audio-instellingen.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor USB-geheugens, BlackBerry®-apparaten of spelers van Apple® die op de USB-aansluiting kunnen worden aangesloten. De adapterkabel is niet meegeleverd.Het apparaatbeheer vindt plaats met de bedieningsorganen van het audiosysteem.Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem wordt herkend, moet met een kabel (niet meegeleverd) op de AUX-aansluiting worden aangesloten of via Bluetooth-streaming worden gekoppeld (indien compatibel).
WARNI NG
Gebruik om beschadiging van het systeem te voorkomen geen USB-verdeelstekker.
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden af met de extensie “.wav”, “.wma”, “.aac”, “.mp3”\
,