
286
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Wanneer de auto de verkeerde 
kant op rijdt doordat de verkeerde 
schakelstand is geselecteerd
→Blz. 262
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB 
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 106, 427) 
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt 
voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld. • De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of 
lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de  rijrichting van de auto, op een afstand van 
ongeveer 2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er  harder dan normaal moet worden geremd 
om een aanrijding te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het brandstof- celsysteem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er 
onmiddellijk moet worden geremd om een 
aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de 
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één 
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• Het systeem stelt vast dat de aanrijding  voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m 
van de auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken  nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de  auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m 
van de auto in de rijrichting van de auto.
■Detectiebereik van de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
Het detectiebereik van de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking Assist-
sensor. ( →Blz. 267) Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande 
objecten) mogelijk niet  geactiveerd, ook al 
signaleert de Toyota Parking Assist-sensor 
een obstakel en wordt er een waarschuwing 
gegeven.
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed 
werkt
→ Blz. 263
■Als de Parking Support Brake-functie 
(voor stilstaande objecten) onnodig 
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op 
een spoorwegovergang
→ Blz. 284
■Opmerkingen bij het wassen van de 
auto
→ Blz. 264
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 286  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

287
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Situaties waarin het systeem mogelijk 
niet goed werkt
→ Blz. 265
■Situaties waarin het systeem mogelijk 
werkt, zelfs als er geen kans op een 
aanrijding is
→ Blz. 266
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking in situa-
ties zoals hieronder aangegeven wan-
neer in de rijrichting van de auto een 
auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een 
auto en het rempedaal wordt niet 
of te laat ingetrapt
Parking Support Brake-
functie (voor voertuigen 
die achterlangs rijden)
*
Als een radarsensor achter een 
auto signaleert die van rechts of 
links achter nadert en het systeem 
bepaalt dat de kans op een aanrij-
ding groot is, acti veert deze func-
tie de remmen om de kans op een 
aanrijding met de naderende auto 
te verkleinen.
Voorbeelden van het in 
werking treden van de functie
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 287  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

288
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
→Blz. 258
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje PKSB 
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 106, 427) 
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt 
voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of  lager.
• Er naderen voertuigen de auto van rechts  of links achter met een snelheid van onge-
veer 8 km/h of meer.
• De selectiehendel staat in stand R.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er  harder dan normaal moet worden geremd 
om een aanrijding met een naderende auto 
te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het brandstof- celsysteem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat een  noodstop noodzakelijk is om een aanrijding 
met een naderende auto te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de 
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor voertuigen die achterlangs 
rijden)
De werking van de functie stopt als aan één 
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met  normaal remmen.
• Er nadert niet langer een auto van rechts  of links achter de auto.
●Remregeling• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de  auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Er nadert niet langer een auto van rechts  of links achter de auto.
■Detectiegebied van de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
Het detectiegebied van de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) verschilt van dat van de RCTA 
( → Blz. 274). Daardoor wordt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet geactiveerd, ook 
al signaleert de RCTA een auto en wordt er 
een waarschuwing gegeven.
■Situaties waarin het systeem mogelijk 
niet goed werkt
→ Blz. 275
■Situaties waarin het systeem mogelijk 
werkt, zelfs als er geen kans op een 
aanrijding is
→ Blz. 276
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed 
werkt
→ Blz. 258
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 288  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

289
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Wanneer tijdens het achteruitrijden een 
voetganger wordt gesignaleerd achter 
de auto of het rempedaal niet of te laat 
wordt ingetrapt.
Geeft een melding weer om de bestuur-
der aan te sporen om uit te wijken wan-
neer er een voetganger wordt gesigna-
leerd in het detectiegebied achter de 
auto. (Er wordt ook een melding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay en 
het head-up display [indien aanwezig].)
Voetgangerdetectie-icoon
Remherinnering
Parking Suppor t Brake-
functie (voor voetgangers 
die achterlangs lopen)
*
Wanneer de camerasensor achter 
tijdens het achteruitrijden een 
voetganger signaleert achter de 
auto en het systeem oordeelt dat 
de kans op een aanrijding met de 
gesignaleerde voetganger groot 
is, klinkt er een zoemer. Wanneer 
het systeem oordeelt dat de kans 
op een aanrijding met de gesigna-
leerde voetganger zeer groot is, 
worden de remmen automatisch 
bekrachtigd om de impact van een 
aanrijding te helpen verminderen.
Voorbeelden van de werking 
van het systeem
Multimedia-display
WAARSCHUWING
■Als de Parking Support Brake-functie 
(voor voetgangers die achterlangs 
lopen) onnodig in werking treedt
Trap het rempedaal direct in nadat de Par-
king Support Brake-functie (voor voetgan-
gers die achterlangs  lopen) in werking is 
getreden. (De werking van de functie 
wordt geannuleerd door het rempedaal in 
te trappen.)
■Correct gebruik van de Parking 
Support Brake-functie (voor voetgan-
gers die achterlangs lopen)
→ Blz. 277
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 289  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

290
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Voorwaarde voor werking van de 
Parking Support Brake-functie (voor 
voetgangers die achterlangs lopen)
De functie werkt als het controlelampje PKSB 
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 106, 427) 
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt 
voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• De selectiehendel staat in stand R.
• De camerasensor acht er signaleert tijdens 
het achteruitrijden een voetganger achter 
de auto en het systeem oordeelt dat de 
kans op een aanrijding met de gesigna-
leerde voetganger groot is.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het brandstof- celsysteem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat  een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een voetganger te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de 
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor voetgangers die achter-
langs lopen)
De werking van de functie stopt als aan één 
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• De aanrijding kan worden voorkomen met normaal remmen.
• De voetganger wordt niet langer achter de  auto gesignaleerd.
●Remregeling• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de  auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• De voetganger wordt niet langer achter de  auto gesignaleerd.
■Opnieuw inschakelen van de Parking 
Support Brake-functie (voor voetgan-
gers die achterlangs lopen)
→ Blz. 284
■Detectiegebied van de Parking Support 
Brake-functie (voor voetgangers die 
achterlangs lopen)
Het detectiegebied van de Parking Support 
Brake-functie (voor voetgangers die achter-
langs lopen) verschilt van dat van de RCD-
functie ( →Blz. 278). Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor voetgangers 
die achterlangs lopen) mogelijk niet geacti-
veerd, ook al signaleert de RCD-functie een 
voetganger en wordt er een waarschuwing 
gegeven.
■Situaties waarin het systeem mogelijk 
niet goed werkt
→ Blz. 279
■Situaties waarin het systeem mogelijk 
onverwacht ingeschakeld wordt
→ Blz. 279
OPMERKING
■Wanneer “Parking Support Brake 
Unavailable Remove the Dirt from 
Rear Camera” (Parking Support 
Brake niet beschikbaar, verwijder het 
vuil van de camera achter) wordt 
weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje PKSB 
OFF knippert
Als deze melding direct nadat het contact 
AAN is gezet wordt weergegeven, bedien 
de auto dan voorzichtig en let daarbij goed 
op de omgeving.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 290  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

322
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht 
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij 
het wegrijden met de auto of bij het 
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de 
buitenkant van de bocht uitwijkt door 
remregeling uit te oefenen op de wielen 
aan de binnenzijde wanneer tijdens het 
rijden in een bocht wordt geprobeerd te 
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische  stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om 
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■VDIM (Vehicle Dynamics Integra-
ted Management)
Zorgt voor een geïntegreerde regeling 
van de ABS-, BA-, TRC-, VSC-, Hill 
Start Assist Control- en EPS-systemen
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit 
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres 
op een glad wegdek door de remkracht, 
het vermogen van he t brandstofcelsys-
teem, de stuurbekrachtiging en de 
overbrengingsverhouding van de 
stuurinrichting aan te passen
■Automatisch knipperende alarm-
knipperlichten achter (indien aan-
wezig)
De radarsensoren opzij achter signale-
ren auto's achter u in dezelfde rijstrook. 
Wanneer het systeem oordeelt dat de 
kans op een aanrijding van achteren 
groot is, gaan de alarmknipperlichten 
snel knipperen om de bestuurder van 
de auto achter u te waarschuwen. 
Tegelijkertijd wordt er een melding 
weergegeven op het multi-informatie-
display om de bestuurder te informeren 
over de achteropkomende auto.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt 
ingetrapt, gaan de remlichten automa-
tisch knipperen om het achteropko-
mende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is, 
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te 
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een 
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is
Het controlelampje Traction Control knippert 
wanneer het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 322  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

324
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt 
worden door de ABS-, BA-, VSC-, TRC- 
en Hill Start Assist Control-systemen
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten van 
het brandstofcelsysteem of bij het wegrijden 
een geluid in de ruimte van de brandstofcel-
module hoort wanneer het rempedaal her-
haaldelijk wordt ingetrapt. Dit duidt niet op 
een storing in een van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich 
voordoen als bovenstaande systemen in 
werking zijn. Geen van deze verschijnse-
len duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de  carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen,  kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal  voelbaar zijn als het antiblokkeersysteem 
geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar bene- den bewegen als het antiblokkeersysteem 
geactiveerd is.
■Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk wer-
kingsgeluiden van de ECB te horen. Dit duidt 
echter niet op een storing.
●Werkingsgeluiden vanuit de ruimte van de 
brandstofcelmodule die zich voordoen 
wanneer het rempedaal wordt bediend.
●Wanneer het bestuurdersportier wordt 
geopend, kan aan de voorzijde van de 
auto een geluid hoorbaar zijn dat afkomstig 
is van het remsysteem.
●Werkingsgeluiden vanuit de ruimte van de 
brandstofcelmodule die zich voordoen 
wanneer na het uitschakelen van het 
brandstofcelsysteem een of twee minuten 
zijn verstreken.
■Geluiden en trillingen tijdens de wer-
king van de Active Cornering Assist
Tijdens de werking van de Active Cornering 
Assist kunnen geluiden  en trillingen vanuit 
het remsysteem worden waargenomen, maar 
deze duiden niet op een storing.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan 
het geluid van een elektromotor (zoemend 
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt 
niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van 
de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitge-
schakeld, worden deze automatisch opnieuw 
ingeschakeld in de  volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitge-
schakeld, wordt de TRC weer ingescha-
keld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem 
is uitgeschakeld, worden deze niet auto-
matisch weer ingeschakeld als de rijsnel-
heid toeneemt.
■Werkingsvoorwaarden van de Active 
Cornering Assist
Het systeem werkt wanneer het volgende 
zich voordoet.
●De TRC/VSC kan in werking treden
●De bestuurder probeert tijdens het rijden in 
een bocht te accelereren
●Het systeem signaleert dat de auto naar de 
buitenkant van de bocht uitwijkt
●Het rempedaal wordt losgelaten
■Gereduceerde bekrachtiging door het 
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-
systeem wordt gereduceerd om het systeem 
tegen oververhitting te beschermen als er 
gedurende langere tijd veel stuurbewegingen 
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bestu-
ring zwaar aanvoelen. Probeer als dat het 
geval is minder frequent te sturen of breng de 
auto tot stilstand en schakel het brandstofcel-
systeem UIT. Het EPS-systeem moet binnen 
10 minuten weer normaal werken.
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake
Het systeem werkt als de airbagsensor een 
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is. Het systeem werkt echter niet onder 
de volgende omstandigheden.
●Als wordt gereden met lage snelheid
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary 
Collision Brake
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid is gedaald tot een bepaalde 
snelheid
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 324  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

427
8
Handleiding_Europa_M62060_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) Toyota Parking Assist-sensor OFF
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) PKSB OFF
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) RCTA OFF
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is  in de Toyota Parking Assist-sensor
→Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Dit geeft aan dat het systeem tijdelij k niet beschikbaar is, doordat een 
sensor mogelijk vuil is of  is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 264)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PKSB-systeem (Parking 
Support Brake)
→Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijdelij k niet beschikbaar is, doordat een 
sensor mogelijk vuil is of  is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 284)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de RCTA (Rear Crossing Traffic 
Alert)
→Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat de achterbumper rondom de radarsensor vuil is, enz. 
( → Blz. 258)
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 272)
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 427  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM