
3644-6. Rijtips
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn 
voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof motor/vermogensregeleen-
heid
• Ruitensproeiervloeistof
 Laat de toestand van de 12V-accu 
controleren door een monteur.
 Laat vier winterbanden onder uw 
auto monteren of schaf een set 
sneeuwkettingen voor de voorwielen 
aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat 
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn 
voor de bandenmaat van uw auto.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de 
winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde 
controles uit. Pas uw rijgedrag 
altijd aan de actuele weersomstan-
digheden aan.
Voorbereidingen voor de winter
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in 
acht. Als u dat niet doet, kunt u de macht 
over het stuur verliezen, waardoor ernstig 
letsel kan ontstaan.
●Gebruik winterbanden met de voorge-
schreven maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan 
de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet die 
geldt voor de gebruikte winterbanden.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in 
acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig 
letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte 
sneeuwkettingen of niet harder dan 50 
km/h, afhankelijk van welke snelheid de 
laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte 
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge 
motorremwerking veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht 
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet 
dat de auto bestuurbaar blijft.
●Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing 
Assist) niet.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen 
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige 
of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en 
-zenders.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book  Page 364  Wednesday, August 4, 2021  2:39 PM 

3664-6. Rijtips
Gebruik de juiste maat sneeuwkettingen.
De maat van de sneeuwkettingen is 
afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting (diameter 3 mm)
Zijketting (breedte 10 mm)
Zijketting (lengte 30 mm)
Dwarsketting (diameter 4 mm)
Dwarsketting (breedte 14 mm)
Dwarsketting: (lengte 25 mm)De wetgeving met betrekking tot het 
gebruik van sneeuwkettingen verschilt 
per land en per soort weg. Stel u op de 
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in 
acht bij het monteren en verwijderen van 
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen 
op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op 
de voorwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de achterwielen.
●Plaats de sneeuwkettingen zo strak moge-
lijk om de voorwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de 
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Kiezen van sneeuwkettingenWetgeving met betrekking tot 
het gebruik van 
sneeuwkettingen
OPMERKING
■Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, 
werken de bandenspanningssensoren en 
-zenders mogelijk niet goed.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book  Page 366  Wednesday, August 4, 2021  2:39 PM 

411
6
6-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
●Veeg daarna het resterende vocht van het 
leder af met een droge, schone doek.
●Gebruik met alcohol natgemaakte doekjes 
o.i.d. om olieresten te verwijderen.
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte 
komt. Anders kunnen de elektrische com-
ponenten, enz. vlam vatten.
■Bij het wassen van de voorruit
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand 
OFF.
Als de schakelaar in de stand AUTO staat, 
kunnen de ruitenwissers in de volgende 
gevallen onverwacht in werking treden. 
Hierdoor kunnen uw handen bekneld 
raken en kunt u ernstig letsel oplopen, en 
hierdoor kunnen de ruitenwisserbladen 
beschadigd raken.
Uit
AUTO
●Wanneer het bovenste deel van de 
voorruit waar de regensensor is 
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
●Wanneer een natte doek of iets derge-
lijks in de buurt van de regensensor 
wordt gehouden
●Als iets tegen de voorruit stoot
●Als u het regensensorhuis aanraakt of 
als iets in aanraking komt met de regen-
sensor
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaat-
pijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaat-
pijp niet aan totdat deze voldoende is 
afgekoeld, aangezien het aanraken van 
een hete uitlaatpijp brandwonden kan ver-
oorzaken.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de achterbumper met de 
Blind Spot Monitor
Als de lak van de achterbumper is geschil-
ferd of bekrast, kan een storing optreden 
in het systeem. Neem, als dit gebeurt, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
OPMERKING
■Aantasting van de lak en corrosie van 
de carrosserie en onderdelen (licht-
metalen velgen, enz.) voorkomen
●Was de auto zo spoedig mogelijk:
• Na het rijden in een kustgebied
• Na het rijden over gepekelde wegen
• Als er zich teer of boomsappen op de  lak bevinden
• Als er zich dode insecten, insecten- of  vogelpoep op de lak bevinden
• Na het rijden in gebieden waar sprake is  van veel rook, stof,  ijzerdeeltjes of che-
mische stoffen
• Als de auto erg vuil is geworden van stof  of modder
• Als er brandstof op de lak is gemorst
●Als de lak is geschilferd of bekrast, laat 
deze dan direct herstellen.
●Verwijder vuil van de velgen en berg ze 
op een droge plaats op om te voorko-
men dat de velgen tijdens de opslag 
gaan corroderen.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book  Page 411  Wednesday, August 4, 2021  2:39 PM 

429
6
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Wissel de banden zoals aangegeven in 
de afbeelding.
Auto's met een compact reservewiel
Vo o r
Auto's met een volwaardig reserve-
wiel Vo o r
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer 
elke 5.000 km van plaats te wisselen om een 
gelijkmatig slijtagepatroon en een langere 
levensduur van de banden te verkrijgen.
Vergeet niet na het wisselen van de banden 
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem te initialiseren.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschu
wingssysteem dat 
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage 
bandenspanning te signaleren voordat 
deze tot problemen leidt.
 De door het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem gesignaleerde 
bandenspanning kan op het multi-
informatiedisplay worden weergege-
ven. ( 107)
De getoonde afbeelding dient slechts als 
voorbeeld en verschilt mogelijk van het wer-
kelijke beeld op het multi-informatiedisplay.
Als de bandenspanning onder een 
bepaalde waarde komt, wordt de 
bestuurder gewaarschuwd door mid-
del van een melding op het scherm 
en een waarschuwingslampje. 
(Blz. 480)
OPMERKING
■Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig  bij het rijden over 
onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben moge-
lijk een verlaging van de bandenspanning 
tot gevolg, waardoor de verende werking 
van de banden vermindert. Bovendien 
kunnen de banden zelf en de velgen en 
carrosserie beschadigd raken bij het rijden 
over onverharde wegen.
■Als tijdens het rijden in elke band een 
te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te 
laag is, anders kunnen de banden en/of 
velgen ernstig beschadigd raken.
Wisselen van banden
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book  Page 429  Wednesday, August 4, 2021  2:39 PM 

4306-3. Zelf uit te voeren onderhoud
De getoonde afbeelding dient slechts als 
voorbeeld en verschilt  mogelijk van het wer-
kelijke beeld op het multi-informatiedisplay.
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de 
bandenspanning niet. Controleer daarom ook 
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet 
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt 
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn  gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet de voorgeschreven maat 
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu- nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating  die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs,  vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger  is dan de voorgeschreven waarde.
• Als het reservewiel zich op een plaats  bevindt waar een slechte ontvangst van 
radiosignalen is.
*
• Als er banden zonder bandenspannings-sensoren en -zenders zijn gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is 
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
*: Alleen auto's met een volwaardig reserve-
wiel
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast,  elektriciteitscentrale,  tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of elektromag-
netische velden aanwezig zijn
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander 
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
●Als de bandenpositiegegevens niet juist 
worden weergegeven als gevolg van 
slechte ontvangst van  de radiogolven, kan 
de weergave worden hersteld door verder 
te rijden en zo de ontvangst van de radio-
golven te veranderen.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het 
langer duren voordat de waarschuwing 
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt, 
zoals bij een klapband, dan verschijnt de 
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de omstandigheden waaronder het 
systeem geïnitialiseerd is. Daarom laat het 
systeem mogelijk zelfs een waarschuwing 
zien wanneer de bandenspanning niet laag 
genoeg is of wanneer de druk hoger is dan 
de druk die was ingesteld tijdens het initiali-
seren van het systeem.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book  Page 430  Wednesday, August 4, 2021  2:39 PM 

439
6
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Bij het vervangen van banden of velgen 
moeten de bandenspanningssensoren 
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden, 
moeten de identificatiecodes van deze 
componenten worden geregistreerd in 
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd. Laat de identifica-
tiecodes van de 
bandenspanningssensoren en -zenders 
registreren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige. (
Blz. 442)
■Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd, 
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje 
lage bandenspanning gedurende 1 minuut 
knipperen en het blijft daarna branden om 
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
Plaatsen van 
bandenspanningssensoren 
en -zendersOPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, 
velgen, bandenspanningssensoren, -
zenders en ventieldopjes
●Neem voor het verwijderen en plaatsen 
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en  -zenders contact op 
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en  -zenders beschadigd 
kunnen raken als er niet voorzichtig 
mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ven-
tielen aan te brengen. Als de ventieldop-
jes niet geplaatst worden, dan kan er 
water in de bandenspanningssensoren 
terechtkomen en kunnen ze vast gaan 
zitten.
●Vervang ventieldopjes alleen door het 
voorgeschreven type ventieldopje. De 
dop kan anders vast gaan zitten.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet 
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt  zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige. Vervang bij het repareren of 
vervangen van de band de bandenspan-
ningssensor en -zender. ( Blz. 439)
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book  Page 439  Wednesday, August 4, 2021  2:39 PM 

4426-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Elke bandenspanningssensor en -zen-
der is voorzien van een unieke identifi-
catiecode. Bij het vervangen van een 
bandenspanningssensor en -zender is 
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren. Ga als volgt te werk 
bij het registreren van de identificatie-
codes:
1 Parkeer de auto op een veilige 
plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer 
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( Blz. 526)
Breng de banden op de voorgeschreven 
spanning voor de banden in koude toestand. 
Deze spanning vormt de referentiespanning 
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN.
4 Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om   te selecteren.
5 Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer   en houd ver-
volgens  ingedrukt.
6 Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer TPWS en druk 
vervolgens op  . 7
Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer “Change Wheel” 
(wielen wijzigen) en druk vervol-
gens op   totdat het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning 
3 keer langzaam knippert.
De modus voor het wijzigen van de wielen-
set wordt geactiveerd en de registratie wordt 
gestart.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay. Als de 
registratie wordt uitgevoerd, gaat het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning 
gedurende ongeveer 1 minuut knipperen en 
blijft het vervolgens branden. “--” wordt op 
het multi-informatiedisplay weergegeven 
voor de bandenspanning van elke band.
8Rijd met een snelheid van ongeveer 
40 km/h of hoger gedurende 10 tot 
30 minuten.
Als de registratie is voltooid, dooft het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning en 
wordt de bandenspanning van elke band 
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
Zelfs als er niet wordt gereden met een snel-
heid van ongeveer 40 km/h of hoger, kan de 
registratie worden voltooid als er gedurende 
langere tijde met de auto wordt gereden. Als 
de registratie na ten minste een uur rijden 
niet is voltooid, herhaal dan de procedure 
vanaf het begin.
9Initialiseer het bandenspannings-
waarschuwingssysteem. 
(Blz. 440)
■Bij het registreren van identificatiecodes
●De identificatiecoderegistratie wordt uitge-
voerd als rijsnelheid ongeveer 40 km/h of 
hoger is.
●Controleer voordat u de identificatiecode-
registratie uitvoert of er zich geen velgen 
met bandenspanningssensoren en -zen-
ders in de buurt van de auto bevinden.
Registreren van 
identificatiecodes
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book  Page 442  Wednesday, August 4, 2021  2:39 PM 

443
6
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
●Initialiseer het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem nadat u de identificatieco-
des hebt geregistreerd. Als het systeem is 
geïnitialiseerd voordat de identificatieco-
des zijn geregistreerd, zijn de geïnitiali-
seerde waarden ongeldig.
●De identificatiecodes kunt u zelf registre-
ren maar afhankelijk van de rijomstandig-
heden en de rijomgeving kan het enige tijd 
duren voordat de registratie voltooid is.
■Annuleren van de identificatiecodere-
gistratie
●Zet, om de identificatiecoderegistratie te 
annuleren nadat deze is gestart, het con-
tact UIT voordat u gaat rijden. Als er met 
de auto wordt gereden nadat de identifica-
tiecoderegistratie is gestart, start dan de 
identificatiecoderegistratieprocedure nog-
maals om de registratie te annuleren en 
zet het contact vóór het rijden UIT.
●Als de identificatiecoderegistratie is gean-
nuleerd, knippert het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning gedurende 
ongeveer 1 minuut wanneer het contact 
AAN wordt gezet en blijft vervolgens bran-
den. Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem werkt wanneer het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning 
dooft.
●Als het waarschuwingslampje zelfs na 
enkele minuten niet uitgaat, is de identifi-
catiecoderegistratie mogelijk niet goed 
geannuleerd. Start de identificatiecodere-
gistratieprocedure nogmaals om de regis-
tratie te annuleren en zet het contact vóór 
het rijden UIT.
■Als identificatiecodes niet goed zijn 
geregistreerd
In de onderstaande situaties duurt de identifi-
catiecoderegistratie mogelijk langer dan 
gebruikelijk of is regist ratie niet mogelijk. Nor-
maliter duurt de registratie ongeveer 30 
minuten.
●De auto is niet geparkeerd gedurende ten 
minste ongeveer 20 minuten voordat er 
met de auto gereden wordt
●Er wordt niet gereden met een snelheid 
van ongeveer 40 km/h of hoger
●Er wordt gereden op een onverharde weg
●Er wordt gereden in de buurt van andere 
auto's en het systeem herkent de banden-
spanningssensoren en -zenders van uw 
auto niet tussen die van andere auto's
Er bevindt zich een wiel met bandenspan-
ningssensor en -zender in of in de buurt van 
de auto
Als de registratie na ten minste een uur rijden 
niet is voltooid, herhaal dan de identificatie-
coderegistratie vanaf het begin.
●Als er tijdens de registratie achteruit gere-
den wordt, worden de gegevens tot dat 
punt gereset. Herhaal de registratieproce-
dure in dat geval vanaf het begin.
●In de volgende situaties wordt de identifi-
catiecoderegistratie niet gestart of is de 
registratie niet goed voltooid en werkt het 
systeem niet goed. Voer de identificatieco-
deregistratieprocedure nogmaals uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning niet 3 keer langzaam knip-
pert wanneer wordt geprobeerd om de 
identificatiecoderegistratie te starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning gedurende ongeveer 1 
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de identificatiecodere-
gistratie gedurende ongeveer 10 minuten 
met de auto is gereden.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere 
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige als de identificatiecodes ook na 
het uitvoeren van de bovenstaande proce-
dure nog niet kunnen worden geregistreerd.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book  Page 443  Wednesday, August 4, 2021  2:39 PM