97
1
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij
alarmsysteem.
■Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties geac-
tiveerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt het
systeem gedeactiveerd.)
●De portieren worden ontgrendeld met de
mechanische sleutel.
●Iemand in de auto opent een portier, de
achterklep of de motorkap of ontgrendelt
de auto.
●De 12V-accu wordt opgeladen of vervan-
gen terwijl de auto is vergrendeld.
( Blz. 511)
■Door alarmsysteem bediende portier-
vergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhankelijk
van de situatie, de portieren automatisch ver-
grendeld om potentiële indringers buiten de
auto te houden:
●Wanneer een in de auto achtergebleven
persoon het portier ontgrendelt en het
alarm wordt geactiveerd.
●Terwijl het alarm is geactiveerd, ontgren-
delt een in de auto achtergebleven per-
soon het portier.
●Bij het bijladen of vervangen van de 12V-
accu
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden
gegarandeerd.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 97 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
1363-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen
dat het alarm onbedoeld wordt geactiveerd,
moet u de portieren ontgrendelen met de
afstandsbediening en een portier eenmaal
openen en sluiten als de instellingen zijn
gewijzigd. (Als er binnen 30 seconden nadat
op is gedrukt geen portier wordt
geopend, worden de portieren weer vergren-
deld en wordt het alarm automatisch inge-
schakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit
wordt geactiveerd. ( Blz. 96)
■Systeem voor crashportierontgrendeling
Als de auto aan een sterke schok wordt
blootgesteld, worden alle portieren ontgren-
deld. Of het systeem in werking treedt, is
afhankelijk van de kracht van de schok of het
type ongeval.
■Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te
geven dat de portieren zijn vergrendeld/ont-
grendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgren-
deld: tweemaal) Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de
ruiten en het schuifdak
* of het panoramadak*
bediend worden.
*: Indien aanwezig
■Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na
het ontgrendelen van de auto een portier
wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie
ervoor dat de auto weer automatisch wordt
vergrendeld.
■Wanneer het portier niet kan worden
vergrendeld met de vergrendelsensor
op het oppervlak van de voorportier-
greep
Als het portier niet kan worden vergrendeld,
zelfs niet wanneer het sensorgebied boven-
aan wordt aangeraakt, kunt u proberen de
sensorgebieden bovenaan en onderaan
tegelijkertijd aan te raken.
Wanneer u handschoenen draagt, trek deze
dan uit.
■Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te ver-
grendelen wanneer een portier niet geheel
gesloten is, klinkt er gedurende 5 seconden
een zoemer. Sluit het portier volledig om de
zoemer uit te schakelen en vergrendel de
portieren opnieuw.
■Het alarm inschakele n (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld,
wordt het alarmsysteem ingeschakeld.
( Blz. 96)
■Omstandigheden die de werking van
het Smart entry-systeem met startknop
en de afstandsbediening beïnvloeden
Blz. 151
■Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop of de afstandsbediening niet
goed werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de por-
tieren te vergrendelen en ontgrendelen.
( Blz. 507)
Multi-informatie-
display/piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse besturing)
(auto's met rechtse besturing)
Exterieur: 3 keer een piepsignaal
Interieur: Eén belsig- naal
Als u de portiergreep
van het bestuurders-
portier vasthoudt,
wordt alleen het
bestuurdersportier
ontgrendeld.
Als u de portiergreep
van het voorpassa-
giersportier vast-
houdt, worden alle
portieren ontgren-
deld.
Exterieur: Twee piep-signalen
Interieur: Eén belsig- naal
Als u een voorportier-
greep vasthoudt,
worden alle portieren
ontgrendeld.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 136 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
1443-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Als de voetbeweging wordt uitgevoerd terwijl
de achterklep wordt geopend/gesloten, stopt
de achterklep met bewegen. Door de achter-
klep nogmaals met een voetbeweging te
bedienen beweegt de achterklep in tegenge-
stelde richting.
■Sluitsysteem achterklep
Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de ach-
terklep deze automatisch volledig sluiten.
●Voor de werking van het sluitsysteem van
de achterklep maakt het niet uit in welke
stand het contact staat.
●De achterklep kan worden geopend met de
schakelaar achterklep openen, ook al is het
sluitsysteem van de achterklep in werking.
■Werkingsvoorwaarden elektrisch
bedienbare achterklep
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, kan de elektrisch bedienbare achterklep
automatisch worden geopend en gesloten.
●Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep is ingeschakeld. ( Blz. 531)
●Als het contact AAN staat, moet naast
bovenstaande voorwaarde aan een van de
onderstaande voorwaarden worden vol-
daan:
• De parkeerrem is geactiveerd.
• Het rempedaal is ingetrapt.
• De selectiehendel staat in stand P.
■Werking van de elektrisch bedienbare
achterklep
●Als de elektrisch bedienbare achterklep
begint te bewegen, klinkt er een zoemer.
Als de elektrisch bedienbare achterklep ver-
grendeld is, klinkt de zoemer mogelijk niet.
●Als de elektrisch bedienbare achterklep is
uitgeschakeld, werkt de elektrisch bedien-
bare achterklep niet, maar kan hij handma-
tig worden geopend en gesloten.
●Als de elektrisch bedienbare achterklep
aan het openen/sluiten is en een obstakel
raakt, wordt de werking onderbroken.
■Klembeveiliging
In de elektrisch bedienbare achterklep zijn
rechts en links sensoren geplaatst. Wanneer
de achterklep automatisch wordt gesloten en
de sensoren worden ingedrukt doordat bij-
voorbeeld een voorwerp bekneld raakt, treedt
de klembeveiliging in werking. Vanuit die positie beweegt de achterklep
automatisch een stukje in tegengestelde rich-
ting en stopt vervolgens.
■Uitgestelde vergrendelingsfunctie ach-
terklep
Deze functie stelt de vergrendeling van de
elektrisch bedienbare ac hterklep uit als de
elektrisch bedienbare achterklep open is. Als
de volgende handelingen worden uitgevoerd,
worden alle portieren vergrendeld, maar niet
de elektrisch bedienbare achterklep. Deze
wordt vergrendeld als hij volledig gesloten is.
1 Sluit alle portieren, maar sluit de achter-
klep niet.
2 Voer een automatische sluitprocedure
voor de elektrisch bedienbare achterklep
uit en vergrendel de portieren met de
afstandsbediening ( Blz. 135) of het
Smart entry-systeem met startknop
( Blz. 135) terwijl de elektrisch bedien-
bare achterklep sluit.
De alarmknipperlichten knipperen om aan te
geven dat alle portieren zijn gesloten en ver-
grendeld.
●Als de elektronische sleutel in de auto
wordt geplaatst nadat het sluiten is gestart
via de uitgestelde vergrendelingsfunctie
van de portieren, wordt de elektronische
sleutel mogelijk in de auto opgesloten.
●Als de achterklep niet geheel sluit door de
werking van de klembeveiliging, terwijl de
achterklep automatisch wordt gesloten
nadat een uitgestelde vergrendeling van
de portieren is uitgevoerd, wordt de uitge-
stelde vergrendelingsfunctie van de portie-
ren geannuleerd en worden alle portieren
ontgrendeld.
●Controleer voordat u de auto achterlaat of
alle portieren gesloten en vergrendeld zijn.
■Werkingsvoorwaarden sensor regeling
voetbediening (auto's met handsfree
elektrisch bedienbare achterklep)
●Als de sensor regeling voetbediening is
ingeschakeld ( Blz. 531) en het contact
UIT is gezet.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 144 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
1503-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd)Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen ongeveer
0,7 m van een van de portiergrepen van de
voorportieren of de achterklep bevindt.
(Alleen de portieren die de sleutel signaleren,
kunnen worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van het hybridesysteem of
veranderen van de standen van het con-
tact
Het systeem werkt als de elektronische sleutel
zich in de auto bevindt.
■Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Een combinatie van een in en buiten de auto
hoorbaar alarm en waarschuwingsmel-
dingen op het multi-informatiedisplay zorgen
ervoor dat diefstal van de auto en ongelukken
door een onjuiste bediening worden voorko-
men. Neem de juiste maatregelen als reactie
op de waarschuwingsmeldingen op het multi-
informatiedisplay. ( Blz. 486)
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●Wanneer het buiten de auto hoorbare
alarm gedurende 5 seconden één keer
klinkt
●Als het alarm in de auto continu klinkt
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de 12V-accu leeg
raken wanneer de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 10 minuten of langer op een afstand
van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt
is, kunnen de portieren alleen via het
bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuur-
dersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de
portieren te ontgrendelen.
■De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
Wanneer de energiebespaarmodus is inge-
schakeld, loopt de batterij veel minder snel
leeg omdat de ontvangst van radiogolven
door de elektronische sleutel wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u ingedrukt
houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
SituatieCorrectie-
procedure
Er is geprobeerd de auto
te vergrendelen terwijl er
nog een portier geopend
was.Sluit alle portie-
ren en vergren-
del ze opnieuw.
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in de
stand ACC gezet terwijl
het bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier werd
geopend terwijl het contact
in de stand ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het
bestuurders-
portier.
Het contact werd UIT
gezet terwijl het bestuur-
dersportier geopend was.Sluit het
bestuurders-
portier.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 150 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
1523-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dat geval de correctieproce-
dure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 150)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt
met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendel-
sensor en raak hem opnieuw aan of
gebruik de vergrendelsensor aan de
onderzijde van de portiergreep.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de ontgrendelsen-
sor van het portier aan en controleer of de
portieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
( Blz. 531)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektronische sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( Blz. 150)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd de
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto
als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct
door het systeem gesignaleerd, waardoor het
systeem wellicht niet juist functioneert. (Het
alarm kan per ongeluk afgaan of de functie die
voorkomt dat de portieren per ongeluk worden
vergrendeld, werkt mogelijk niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een
van de voorportiergrepen en activeer de
instapfunctie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden.
( Blz. 507)
Raadpleeg Blz. 508 als het hybridesysteem
niet kan worden gestart met het Smart entry-
systeem met startknop.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 531)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. ( Blz. 135, 507)
●Starten van het hybridesysteem en wijzi-
gen van de standen van het contact:
Blz. 508
●Uitschakelen van het hybridesysteem:
Blz. 239
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 152 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
239
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
1
Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem ( Blz. 246)
en zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Druk op de startknop.
Het hybridesysteem stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
4Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay. De standen kunnen worden gewijzigd
door op de startknop te drukken als het
rempedaal niet wordt ingetrapt. (De
stand verandert iedere keer dat op de
knop wordt gedrukt.)
1
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Als de selectiehendel niet in stand P staat
en het hybridesysteem wordt uitgezet,
wordt in plaats van de stand UIT de stand
ACC van het contact geselecteerd.
Uitschakelen van het
hybridesysteem
WAARSCHUWING
■Uitschakelen van het hybridesysteem
in noodgevallen
●Als u in een noodgeval het hybridesys-
teem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2
seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in.
( Blz. 468)
Raak de startknop echter tijdens het rij-
den niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het
hybridesysteem tijdens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel
of de remmen. De stuurbekrachtiging
werkt echter niet meer. Hierdoor zal het
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Zet om het hybridesysteem opnieuw te
starten nadat dit ten gevolge van een
noodsituatie tijdens het rijden is uitge-
schakeld de selectiehendel in stand N
en druk de startknop in.
Wijzigen van de standen van
het contact
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 239 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
357
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■E-Four (elektronisch on-demand
AWD-systeem)
Regelt automatisch het aandrijfsysteem
zoals voorwielaandrijving of AWD (vier-
wielaandrijving) overeenkomstig ver-
schillende rijomstandigheden, waaron-
der normaal rijden, het nemen van
bochten, op een helling, bij het wegrij-
den, tijdens accelereren of op door
sneeuw of regen gladde wegen en
draagt zo bij aan een stabiele bediening
en rijstabiliteit.
■VDIM (Vehicle Dynamics Integra-
ted Management)
Zorgt voor een geïntegreerde regeling
van de ABS-, BA-, TRC-, VSC-, Hill
Start Assist Control- en EPS-systemen
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de remkracht,
het vermogen van het hybridesysteem
en de mate van stuurbekrachtiging aan
te passen.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway Con-
trol in werking is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway
Control in werking is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van het hybridesysteem
naar de wielen beperken. Als u op de scha-
kelaar drukt om het systeem uit te scha-
kelen, kunt u de auto mogelijk gemakkelijker
loskrijgen door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door de scha-
kelaar snel in te drukken en weer los te
laten.
“Traction Control Turned OFF” (Traction Con-
trol uitgeschakeld) wordt op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op de schakelaar om
het systeem weer in te schakelen.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 357 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
359
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Gereduceerde bekrachtiging door het
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-
systeem wordt gereduceerd om het systeem
tegen oververhitting te beschermen als er
gedurende langere tijd veel stuurbewegingen
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bestu-
ring zwaar aanvoelen. Probeer als dat het
geval is minder frequent te sturen of breng de
auto tot stilstand en schakel het hybridesys-
teem UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
■Automatisch opnieuw inschakelen van
de TRC, de Trailer Sway Control en het
VSC-systeem
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitge-
schakeld, worden deze automatisch opnieuw
ingeschakeld in de volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitge-
schakeld, wordt de TRC weer ingescha-
keld zodra de rijsnelheid toeneemt
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem
is uitgeschakeld, worden deze niet auto-
matisch weer ingeschakeld als de rijsnel-
heid toeneemt.
■Werkingsvoorwaarden van de Active
Cornering Assist
Het systeem werkt wanneer het volgende
zich voordoet.
●De TRC/VSC kan in werking treden
●De bestuurder probeert tijdens het rijden in
een bocht te accelereren
●Het systeem signaleert dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt
●Het rempedaal wordt losgelaten
■Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan
55 km/h
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat
■Als er een melding over de AWD ver-
schijnt op het multi-informatiedisplay
Voer de volgende handelingen uit.
●“AWD System Overheated Switching to
2WD Mode.” (AWD-systeem oververhit,
overschakelen naar 2WD-modus) AWD-
systeem wordt te heet. Zet de auto op een
veilige plaats stil terwijl het hybridesysteem
in werking is. Als de melding na een tijdje
verdwijnt, is er geen probleem. Als de mel-
ding niet verdwijnt, laat dan de auto direct
nakijken door uw Toyota-dealer.
●“AWD System Overheated 2WD Mode
Engaged.” (AWD-systeem oververhit.
2WD-modus ingeschak eld) Ten gevolge
van oververhitting is het AWD-systeem tij-
delijk uitgeschakeld en is overgeschakeld
op voorwielaandrijving. Zet de auto op een
veilige plaats stil terwijl het hybridesysteem
in werking is. Als de melding na een tijdje
verdwijnt, wordt het AWD-systeem auto-
matisch weer ingesc hakeld. Als de mel-
ding niet verdwijnt, laat dan de auto direct
nakijken door uw Toyota-dealer.
●“AWD system Malfunction 2WD Mode
Engaged Visit Your Dealer.” (Storing AWD-
systeem, 2WD-modus ingeschakeld. Ga
naar uw dealer) Er is een storing opgetre-
den in het AWD-systeem. Laat de auto
direct nakijken door uw Toyota-dealer.
*: Schakel na het tot stilstand brengen van
de auto het hybridesysteem niet uit zolang
de melding nog weergegeven wordt.
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is.
Het systeem werkt echter niet wanneer
onderdelen beschadigd zijn.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 359 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM