
265
5 5-1. Gebruik van de airconditioning
Voorzieningen in het interieur
Toets luchtcirculatieregeling
Toets achterruit- en buitenspiegelverwarming
Toets ON/OFF
Toets voorruitverwarming
Toets automatische modus
■Wijzigen van de ingestelde tempe-
ratuur
Draai de draaiknop voor de tempera-
tuurregeling rechtsom (warm) of 
linksom (koel) om de temperatuurinstel-
ling aan te passen.
Als de toets A/C niet is ingedrukt, blaast het 
systeem lucht met de omgevingstempera-
tuur of verwarmde lucht in het interieur.
De functies van de toetsen van de airconditi-
oning wijzigen van gescheiden naar 
gemeenschappelijke bediening en omge-
keerd als de toets SYNC wordt ingedrukt.
Gemeenschappelijke bediening (controle-
lampje aan):
De toets voor de temperatuurregeling links 
kan worden gebruikt om de temperatuur aan 
de bestuurders- en voorpassagierszijde in te 
stellen. Bedien de toets voor de tempera-
tuurregeling rechts om de gescheiden bedie-
ning te activeren.
Gescheiden bediening (controlelampje uit):
De temperatuur aan de bestuurders- en 
voorpassagierszijde kan afzonderlijk worden 
ingesteld.
■Instellen van de aanjagersnelheid
Draai de knop voor de aanjagersnel-
heid rechtsom (hoger) of linksom 
(lager) om de aanjagersnelheid aan te 
passen.
Door op de toets ON/OFF te drukken wordt 
de aanjager uitgeschakeld.
■Wijzigen van de luchtcirculatie-
modus
Druk op de toets voor de luchtcirculatie-
regeling.
De luchtcirculatiemodus verandert telkens 
wanneer de toets wordt ingedrukt als volgt:
1Bovenlichaam
2Bovenlichaam en enigszins naar de 
voeten
3Bovenlichaam en voeten
4Vo e te n
5Voeten en voorruitontwaseming
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 265  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

2665-1. Gebruik van de airconditioning
■Schakelen tussen buitenluchtmo-
dus en recirculatiemodus
Druk op de schakelaar buiten-
lucht-/recirculatiemodus.
Iedere keer dat de schakelaar wordt 
bediend, wijzigt de modus tussen buiten-
luchtmodus en recirculatiemodus.
Wanneer de recirculatiemodus is geselec-
teerd, brandt het controlelampje op de toets 
buitenlucht-/recirculatiemodus.
■In-/uitschakelen van de koel- en 
ontvochtigingsfunctie
Druk op de aircoschakelaar.
Wanneer de functie is ingeschakeld, brandt 
het controlelampje in de toets A/C.
■Snelkoelfunctie
Druk op de toets MAX A/C.
Als deze functie wordt ingeschakeld, wordt 
de airconditioning ingeschakeld, wordt de 
temperatuur ingesteld op LO, wordt de aan-
jagersnelheid ingesteld op MAX, worden de 
uitstroomopeningen op het bovenlichaam 
gericht en wijzigt de aircomodus automa-
tisch in de recirculatiemodus.
Druk nogmaals op de toets MAX A/C om de 
snelkoelfunctie uit te schakelen en terug te 
keren naar de vorige instelling.
■Functie “onderbreken”
Druk op de toets ON/OFF.
Als op de toets ON/OFF wordt gedrukt terwijl 
de airconditioning wordt gebruikt, stopt het 
airconditioningsysteem en worden de weer-
gave van de temperatuurinstelling, enz. uit-
geschakeld.
Als nogmaals op de toets ON/OFF wordt 
gedrukt, werkt het airconditioningsysteem in 
de bedrijfsstatus die het had toen het werd 
uitgeschakeld. Als echter de snelkoelfunctie 
was ingeschakeld toen het airconditio-
ningsysteem werd uitgeschakeld, werkt het 
in de bedrijfsstatus die het had voordat de 
snelkoelfunctie werd ingeschakeld.
■Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om 
de voorruit en de zijruiten voor te ont-
wasemen.
Druk op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming.
Zet, als de recirculatiemodus is ingescha-
keld, de schakelaar voor de buiten-
lucht-/recirculatiemodus in de buitenlucht-
modus. (Mogelijk gaat dit automatisch.)
Verhoog de aanjagersnelheid en de tempe-
ratuur om de voorruit en zijruiten snel te ont-
wasemen.
Druk wanneer de voorruit is ontwasemd 
nogmaals op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming om terug te keren naar de 
vorige modus.
Als de voorruitverwarming is ingeschakeld, 
brandt het controlelampje op de schakelaar 
voorruitontwaseming.
■Ontwasemen van de achterruit en 
buitenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwar-
ming worden gebruikt om de achterruit 
te ontwasemen en om regendruppels, 
dauw en ijs van de buitenspiegels te 
verwijderen.
Druk op de toets voor de achterruit- en 
buitenspiegelverwarming.
De achterruitverwarming en de buitenspie-
gelverwarming worden na ongeveer 15 
minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de achterruit- en buitenspiegelverwar-
ming is ingeschakeld, brandt het controle-
lampje op de toets voor de achterruit- en bui-
tenspiegelverwarming.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 266  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

267
5 5-1. Gebruik van de airconditioning
Voorzieningen in het interieur
■Beslaan van de ruiten
●Wanneer de luchtvochtigheid in de auto 
hoog is, zullen de ruiten gemakkelijk 
beslaan. Als u A/C inschakelt, wordt de 
lucht die via de uitstroomopeningen 
stroomt, ontvochtigd en wordt de voorruit 
efficiënt ontwasemd.
●Als u A/C uitschakelt, zullen de ruiten 
mogelijk sneller beslaan.
●De ruiten zullen mogelijk beslaan als de 
recirculatiemodus is ingeschakeld.
■Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de 
ruiten nog altijd stof wordt aangezogen, zet 
dan de luchttoevoerregeling in de buiten-
luchtmodus en schakel de aanjager in.
■Buitenlucht-/recirculatiemodus
●Het wordt aangeraden om de recirculatie-
modus tijdelijk in te schakelen om te voor-
komen dat er vuile lucht wordt aangevoerd 
en om de auto te helpen koelen wanneer 
het buiten warm is.
●Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recir-
culatiemodus automatisch ingeschakeld 
afhankelijk van de ingestelde temperatuur 
of de temperatuur in de auto.
■Wanneer de buitentemperatuur tot bijna 
0°C daalt
De ontvochtigingsfunctie werkt mogelijk niet, 
zelfs niet nadat de toets A/C is ingedrukt.
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende 
geuren van binnen en buiten de auto in het 
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit 
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit 
de uitstroomopeningen komt niet lekker 
ruikt.
●Het voorkomen van mogelijke geuren:
• We raden u aan het airconditioningsys-
teem in de buitenluchtmodus te zetten 
voordat u de motor uitschakelt.
• Mogelijk wordt het inschakelen van de 
aanjager direct nadat de airconditioning in 
de automatische modus wordt ingescha-
keld even vertraagd.
■Interieurfilter
→Blz. 314
■Wanneer constante werking is inge-
schakeld
Tijdens de constante werking werkt de ach-
terruitverwarming gedurende 15 minuten 
onafgebroken en stopt hij daarna 2 minuten. 
Het lampje blijft ook tijdens de 2 minuten dat 
de bediening is gestopt branden. De achter-
ruitverwarming blijft in deze cyclus werken 
totdat hij wordt uitgeschakeld.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. (→Blz. 377)
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele 
lucht bij zeer vochtig weer. Het verschil 
tussen de buitentemperatuur en de tempe-
ratuur van de voorruit zorgt ervoor dat de 
buitenkant van de voorruit beslaat, waar-
door het zicht wordt belemmerd.
■Als de buitenspiegelverwarming 
ingeschakeld is
Raak het oppervlak van de buitenspiegels 
niet aan, omdat dit heet kan worden en 
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 
accu
Laat, als de motor niet draait, de airconditi-
oning niet langer ingeschakeld dan nood-
zakelijk is.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 267  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

2685-1. Gebruik van de airconditioning
1Druk op de schakelaar voor de 
automatische modus.
2Wijzig de ingestelde temperatuur.
3Druk op de toets ON/OFF om de 
werking te beëindigen.
Als de instelling van de aanjagersnel-
heid of de luchtcirculatiemodi worden 
bediend, dooft het controlelampje van 
de automatische modus. De automati-
sche modus blijft echter ingeschakeld 
voor de andere functies dan die worden 
bediend.
■Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch 
geregeld op basis van de gekozen tempera-
tuur en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van de schakelaar 
voor de automatische modus kan de aanja-
ger even worden uitgeschakeld tot er vol-
doende warme of koude lucht voorhanden is.
■Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoe-
veelheid veranderen overeenkomstig 
de geselecteerde luchtcirculatiemodus.
■Afstellen van de stand en de mate 
van opening van de uitstroomope-
ningen
Midden
1Richt de luchtstroom naar links of 
rechts, boven of beneden
2Draai de knop om de uitstroomope-
ning te openen of te sluiten
Zijkant
1Richt de luchtstroom naar links of 
rechts, boven of beneden
2De uitstroomopening openen
3De uitstroomopening sluiten
Gebruik van de automatische 
modus
Overzicht en bediening 
uitstroomopeningen
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 268  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

269
5 5-1. Gebruik van de airconditioning
Voorzieningen in het interieur
*: Indien aanwezig
WAARSCHUWING
■Voorkomen van onjuiste werking van 
de voorruitverwarming
Plaats geen voorwerpen op het dashboard 
die de uitstroomopeningen kunnen bedek-
ken. Anders raakt de luchtstroom mogelijk 
geblokkeerd, waardoor de voorruitverwar-
ming de voorruit niet kan ontwasemen.
Stoelverwarming*
Verwarmen van de stoelbekleding.
WAARSCHUWING
■Voorkomen van lichte brandwonden
Wees voorzichtig wanneer iemand uit 
onderstaande categorieën in contact komt 
met de stoelen wanneer de stoelverwar-
ming is ingeschakeld:
●Baby's, kleine kinderen, oudere perso-
nen, zieken en gehandicapten
●Personen met een gevoelige huid
●Personen die oververmoeid zijn
●Personen die alcohol hebben gedron-
ken of personen die rustgevende medi-
cijnen (slaapmiddel, middel tegen ver-
koudheid, enz.) hebben gebruikt
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de stoel-
verwarming
Plaats geen zware voorwerpen met een 
ongelijkmatig oppervlak op de stoel en leg 
geen scherpe voorwerpen (naalden, 
punaises, enz.) op de stoel.
■Voorkomen van ontlading van de 
accu
Gebruik de functies niet wanneer de motor 
uitgeschakeld is.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 269  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

2705-1. Gebruik van de airconditioning
■Stoelverwarming
Druk op de schakelaar om de stoelen te 
verwarmen.
Wanneer een stoelverwarming wordt inge-
schakeld, gaat het controlelampje branden.
1Snel verwarmen
2Normaal verwarmen
Zet de schakelaar in de neutrale stand wan-
neer de stoelverwarming niet wordt gebruikt. 
Het controlelampje dooft.
■De stoelverwarming kan worden 
gebruikt als
Het contact AAN staat.
■Indien niet in gebruik
Schakel de stoelverwarming uit. Het controle-
lampje gaat uit.
Bedieningsinstructies
WAARSCHUWING
■Voorkomen van oververhitting en 
lichte brandwonden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht bij het gebruik van de stoelverwar-
ming:
●Bedek de stoel niet met een kleed of 
kussen als de stoelverwarming in 
gebruik is.
●Gebruik de stoelverwarming niet langer 
dan noodzakelijk is.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 270  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

2846-1. Onderhoud en verzorging
OPMERKING
■Beschermende laag voor stootlijsten 
opzij (indien aanwezig)
Pas op dat de beschermende laag niet 
wordt verwijderd. Anders kan, afhankelijk 
van de omstandigheden, roest ontstaan.
■Schoonmaken van de verlichting aan 
de buitenzijde
●Was deze met de nodige voorzichtig-
heid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af met 
een harde borstel. Dit kan het oppervlak 
van de lampen beschadigen.
●Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
■Voorkomen van beschadiging van de 
ruitenwisserarmen voor
Trek eerst de ruitenwisserarm aan de 
bestuurderszijde omhoog en daarna die 
aan de passagierszijde. Begin, als u de 
ruitenwisserarmen weer in hun oorspron-
kelijke stand terugzet, aan de passagiers-
zijde.
■Reinigen met een hogedrukreiniger
●Stel de camera of de omgeving ervan 
tijdens het wassen van de auto niet 
bloot aan sterke waterstralen uit een 
hogedrukreiniger. Door de kracht van de 
waterstralen werkt het apparaat moge-
lijk niet goed meer.
●Houd de sproeierkop uit de buurt van 
hoezen (rubberen of kunststof afdekkin-
gen), stekkers of de volgende onderde-
len. Wanneer onderdelen in aanraking 
komen met sterke waterstralen, kunnen 
ze beschadigd raken.
• Aan tractie gerelateerde onderdelen
• Onderdelen wielophanging
• Onderdelen stuurinrichting
• Onderdelen remsysteem
●Houd de sproeierkop op ten minste 30 
cm van de carrosserie. Anders kunnen 
kunststof delen, zoals lijsten en bum-
pers, vervormd of beschadigd raken.
Houd de sproeierkop ook niet de hele tijd 
op dezelfde plek.
●Spuit niet continu met water op het 
onderste gedeelte van de voorruit.
Daar bevindt zich de luchtinlaatopening 
voor de airconditioning en als daar water 
doorheen komt, werkt de airconditioning 
mogelijk niet goed.
●Reinig de onderzijde van de auto niet 
met een hogedrukreiniger.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 284  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

2866-1. Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger.
Veeg overtollig vuil en stof weg met 
een zachte doek die is bevochtigd 
met een verdund reinigingsmiddel.
Gebruik sop met ongeveer 5% wolreini-
gingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel grondig met een 
schone, vochtige doek.
Veeg daarna het resterende vocht 
van het leder af met een droge, 
schone doek.
Laat de lederen bekleding drogen in 
een geventileerde ruimte in de scha-
duw.
OPMERKING
●Gebruik bij het reinigen van elektrische 
onderdelen, zoals de airconditioning, 
alle schakelaars en toetsen en de 
omgeving ervan geen chemisch reini-
gingsmiddel dat siliconen bevat (uiterst 
gepolymeriseerde siliciumverbinding).
Als silicium (uiterst gepolymeriseerde 
siliciumverbinding) in aanraking komt 
met deze onderdelen, kunnen er storin-
gen optreden in de elektrische onderde-
len.
■Voorkomen van beschadiging van 
lederen bekleding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht om beschadiging en vroegtijdige 
slijtage van lederen bekleding te voorko-
men:
●Verwijder stof en vuil onmiddellijk van 
de bekleding.
●Stel de auto niet langdurig bloot aan 
direct zonlicht. Parkeer uw auto in de 
schaduw, vooral bij warm weer.
●Leg geen vinyl of plastic voorwerpen of 
artikelen die was bevatten op de bekle-
ding, aangezien ze bij hoge temperatu-
ren in het interieur mogelijk aan het leer 
vast blijven kleven.
■Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet 
met water.
Water dat in contact komt met elektrische 
onderdelen boven of onder de vloerbedek-
king, kan schade aan de verschillende 
systemen van de auto veroorzaken, bij-
voorbeeld aan het audiosysteem. Water 
kan bovendien roest aan de carrosserie 
veroorzaken.
■Bij het schoonmaken van de binnen-
zijde van de voorruit
Zorg ervoor dat er geen glasreiniger op de 
lens terechtkomt. Raak de lens ook niet 
aan. (→Blz. 169)
■Schoonmaken van de binnenzijde 
van de achterruit
●Maak de achterruit niet schoon met een 
ruitenreiniger; een dergelijk middel kan 
de verwarmingsdraden beschadigen. 
Veeg de ruit voorzichtig schoon met een 
doek en lauw water. Maak de ruit in hori-
zontale richting schoon, evenwijdig aan 
de verwarmingsdraden.
●Voorkom beschadiging van de verwar-
mingsdraden.
■Reinigen van het dashboard
Wanneer er kleine zandkorreltjes e.d. in 
het oppervlak van het dashboard zijn 
terechtgekomen en niet met een doek 
kunnen worden weggeveegd, gebruik dan 
een reinigingsgom. Voeg geen water toe. 
Wanneer u met veel kracht het oppervlak 
probeert schoon te vegen met een borstel 
of spons kunnen er krassen ontstaan of 
kunnen er stukken van het doek in het 
oppervlak achterblijven.
Schoonmaken van lederen 
bekleding
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 286  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM