14
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
■Dashboard (auto's met linkse besturing)
Contactslot............................................................................................... Blz. 136
Starten van de motor/wijzigen van de stand van het contact .................... Blz. 136
Noodstop van de motor ............................................................................. Blz. 306
Wanneer de motor niet wil aanslaan ......................................................... Blz. 336
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 323
Selectiehendel ......................................................................................... Blz. 139
Wijzigen van de schakelstand ................................................................... Blz. 139
Voorzorgsmaatregelen bij slepen .............................................................. Blz. 309
Tellers ......................................................................................................... Blz. 83
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van
het instrumentenpaneel ............................................................................... Blz. 83
Waarschuwingslampjes/controlelampjes..................................................... Blz. 80
Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden................................... Blz. 314
Multi-informatiedisplay ............................................................................. Blz. 86
Weergave .................................................................................................... Blz. 86
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 14 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
20
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
■Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Contactslot............................................................................................... Blz. 136
Starten van de motor/wijzigen van de stand van het contact .................... Blz. 136
Noodstop van de motor ............................................................................. Blz. 306
Wanneer de motor niet wil aanslaan ......................................................... Blz. 336
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 323
Selectiehendel ......................................................................................... Blz. 139
Wijzigen van de schakelstand ................................................................... Blz. 139
Voorzorgsmaatregelen bij slepen .............................................................. Blz. 309
Tellers ......................................................................................................... Blz. 83
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van
het instrumentenpaneel ............................................................................... Blz. 83
Waarschuwingslampjes/controlelampjes..................................................... Blz. 80
Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden................................... Blz. 314
Multi-informatiedisplay ............................................................................. Blz. 86
Weergave .................................................................................................... Blz. 86
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 20 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
38
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
●Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omliggende
gebied, wanneer er een gat in is gemaakt
of bij een ongeval dat niet van zodanige
aard was dat de side airbags en curtain air-
bags werden geactiveerd.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen in het middelste deel van het stuur-
wiel of het dashboard bij de
voorpassagiersairbag.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen aan de zijkant van de leuning van
een voorstoel met een side airbag.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen in het deel van de voor- en achter-
stijl en de daklijstbekleding met de curtain
airbags.
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem de onderstaande voorschriften in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorschrif-
ten kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
●Alle inzittenden dienen hun veiligheids-
gordels op de juiste manier te dragen.
De airbags vormen een aanvullend vei-
ligheidssysteem, dat gebruikt moet wor-
den in combinatie met de
veiligheidsgordels.
●De bestuurdersairbag wordt met een
aanzienlijke kracht geactiveerd, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan, vooral
wanneer de bestuurder zich erg dicht bij
de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de
airbag zijn de eerste 50 - 75 mm; door een
afstand van minimaal 250 mm tot het
stuurwiel aan te houden, hanteert u een
veilige marge. Dit is de afstand gemeten
vanaf het midden van het stuurwiel tot aan
uw borstbeen. Als u nu minder dan 250
mm van de airbag zit, kunt u uw zitpositie
op verschillende manieren wijzigen:
• Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog goed
kunnen worden bediend.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 38 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
39
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
• Zet de rugleuning van de stoel iets ver-der naar achteren.
Hoewel auto's verschillen, verkrijgen
veel bestuurders, zelfs met de bestuur-
dersstoel helemaal naar voren, de
afstand van 250 mm door simpelweg de
rugleuning iets achterover te zetten. Als
u door het achterover zetten van uw
stoel de weg niet goed meer kunt zien,
kunt u een stevig, niet-glad kussen
gebruiken om hoger te zitten, of uw
stoel hoger zetten wanneer uw auto
deze mogelijkheid biedt.
• Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor wijst de
airbag naar uw borst in plaats van naar
uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals
hierboven aanbevolen, terwijl de pedalen
en het stuurwiel nog steeds goed bediend
kunnen worden en u het instrumentenpa-
neel nog goed kunt zien.
●De voorpassagiersairbag wordt ook met
een aanzienlijke kracht geactiveerd
waardoor ernstig letsel kan ontstaan,
vooral wanneer de voorpassagier zich
erg dicht bij de airbag bevindt. De voor-
passagiersstoel dient zo ver mogelijk
van de airbag af te staan, met de rug-
leuning rechtop.
●Kinderen die niet goed op de stoel zitten
en/of niet goed vastzitten, kunnen ern-
stig letsel oplopen door een geacti-
veerde airbag. Gebruik de
veiligheidsgordels nooi t voor baby's of
kleine kinderen, maar zet hen goed vast
in een baby- of kinderzitje. Toyota
beveelt ten zeerste aan dat alle kinde-
ren op de achterstoelen plaatsnemen en
op de juiste wijze vastzitten. Achterin
zitten kinderen veiliger dan op de voor-
passagiersstoel. ( Blz. 45)
●Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
●Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassagier
op schoot zitten.
●Sta niet toe dat voorpassagiers voorwer-
pen op hun knieën vasthouden.
●Leun niet tegen het portier, de dakzijrail
en de voor-, midden- en achterstijl.
●Laat niemand knielen op de passagiers-
stoel in de richting van het portier of
hoofd en handen buiten de auto steken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 39 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
40
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
●Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen componenten als het dashboard
of het stuurwielkussen.
Alles wat op deze componenten beves-
tigd is of er tegenaan rust, kan als een
projectiel worden gelanceerd als de air-
bag voor de bestuurder, de airbag voor
de voorpassagier en de knie-airbag wor-
den geactiveerd.
●Bevestig niets aan het portier, de voor-
ruit, de zijruit, de voor- en achterstijl, de
dakzijrail of de handgreep. (Behalve het
label voor de snelheidsbeperking
Blz. 329)
●Gebruik geen accessoires op de stoelen
die het gedeelte van de stoel waarin de
side airbags aanwezig zijn afdekken
omdat dat een negatieve invloed kan
hebben op een juiste werking van de
side airbags. Dergelijke accessoires
kunnen tot resultaat hebben dat de side
airbags niet op de juiste wijze geacti-
veerd worden, helemaal niet geacti-
veerd worden of per ongeluk
geactiveerd worden, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
●Oefen geen overmatige kracht uit op
delen waarin onderdelen van het air-
bagsysteem aanwezig zijn of op de por-
tieren.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen
aan de airbags ontstaan.
●Raak onderdelen van het airbagsys-
teem niet aan direct nadat de airbags
geactiveerd zijn, omdat deze heet kun-
nen zijn.
●Als u na het activeren van de airbags
moeilijkheden met de ademhaling
ondervindt, open dan een portier of
zijruit om frisse lucht binnen te laten of
verlaat de auto als u dat op een veilige
manier kunt doen. Als er poederdeeltjes
op uw huid zijn terechtgekomen, was
deze er dan zo snel mogelijk af om huid-
irritatie te voorkomen.
●Als de delen van de auto waarin airbags
ondergebracht zijn, zoals het stuurwiel-
kussen en de bekleding van de voor- en
achterstijlen, beschadigd of gescheurd
zijn, laat deze dan vervangen door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Wijzigingen aan en afvoeren van
onderdelen van het airbagsysteem
Voer uw auto niet af en voer geen van
onderstaande veranderingen uit zonder
eerst een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige te raadplegen. De airbags
kunnen defect raken of per ongeluk wor-
den geactiveerd (opgeblazen), waardoor
ernstig letsel kan ontstaan.
●Plaatsen, verwijderen, demonteren en
repareren van de airbags
●Reparaties, wijzigingen, verwijderen of
vervangen van stuurwiel, instrumenten-
paneel, dashboard, stoelen of stoelbe-
kleding, voor-, midden- en achterstijlen,
dakzijrails, portierpanelen, portierbekle-
ding of luidsprekers in de portieren
●Wijzigingen aan het portierpaneel (bij-
voorbeeld een gat erin maken)
●Reparaties of wijzigingen aan het voor-
spatbord, de voorbumper of de zijkant
van het passagierscompartiment
●Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg
of lier
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 40 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
85
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Geef om een dagteller te resetten de
gewenste dagteller weer en houd vervol-
gens de knop voor het wijzigen van de weer-
gave ingedrukt.
■De minuten instellen op “00”
1 Druk op of om van het
multi-informatiedisplay te selecte-
ren.
2 Druk op of om “Clock : 00”
(klok : 00) te selecteren.
Druk op om de klok in te stellen op
het begin van het dichtstbijzijnde uur.
bijv.
1:00 - 1:29 1:00
1:30 - 1:59 2:00
■Wijzigen van de klok
1 Druk op of om van het
multi-informatiedisplay te selecte-
ren.
2 Druk op of om “Clock : 00”
(klok : 00) te selecteren.
3 Houd ingedrukt.
4 Druk op of om het item te
selecteren dat gewijzigd moet wor-
den.
5 Druk op of om de instelling
te wijzigen. De volgende functies kunnen worden
gewijzigd:
12-uurs/24-uurs weergave
Uur
Minuut
De klokken van onderstaande onderde-
len kunnen worden ingesteld via het
scherm van het audiosysteem.
Multi-informatiedisplay
Scherm audiosysteem
Raadpleeg de handleiding voor het
navigatie- en multimediasysteem voor
meer informatie.
■Scherm klokinstellingen (auto's met
navigatie-/multimediasysteem)
Als “Clock : 00” (klok : 00) wordt weergege-
ven wanneer wordt geselecteerd op het
multi-informatiedisplay, is er mogelijk een sto-
ring aanwezig in het systeem. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
De helderheid van de dashboardver-
lichting kan worden ingesteld door
te selecteren op het multi-informatiedis-
play.
De helderheid van de dashboardverlichting
kan apart worden ingesteld voor wel en niet
brandende achterlichten.
Instellen van de klok (auto's
zonder navigatie-
/multimediasysteem)
Instellen van de klok (auto's
met navigatie-
/multimediasysteem)
Dimmer dashboardverlichting
regelen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 85 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
111
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• De elektronische sleutel of een afstands-bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een
van de portiergrepen en activeer de instap-
functie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden.
( Blz. 339)
Raadpleeg Blz. 339 als de motor niet kan
worden gestart met het Smart entry-systeem
met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisch e sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 110)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 111 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
131
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
Alleen voorremmen: Een beperkte mate
van slijtage van de remblokken en rem-
schijven maakt een grotere remkracht vóór
mogelijk. Daardoor kunnen de remschij-
ven iets sneller slijten dan de remschijven
bij een conventioneel remsysteem. Toyota
adviseert daarom bij het vervangen van de
remblokken tevens de dikte van de rem-
schijven op te meten. Het rijden met een
auto waarvan de remblokken en/of de
remschijven de slijtagelimiet hebben over-
schreden, is gevaarlijk.
■Bij stilstaande auto
●Laat de motor niet met een hoog toeren-
tal draaien.
Als de transmissie in een andere stand
dan N staat, kan de auto onverwacht in
beweging komen, waardoor er een aan-
rijding kan ontstaan.
●Voorkom voor- of achteruitrollen van de
auto bij stoppen op een helling, waar-
door een ongeval kan ontstaan: trap
altijd het rempedaal in en activeer de
parkeerrem indien nodig.
●Voorkom dat de motor met een te hoog
toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental
draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, het-
geen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbus-
sen of blikken frisdrank in de auto liggen
als deze in de zon geparkeerd staat.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot het
volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen
of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof
kortsluiting in de elektrische componen-
ten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de auto.
Als een aansteker in het dashboard-
kastje of op de vloer ligt, kan deze per
ongeluk gaan branden als er bagage
wordt geplaatst of een stoel wordt afge-
steld en brand veroorzaken.
●Plak geen parkeerschijven op de voor-
ruit of andere ruiten. Plaats geen reser-
voirs zoals luchtverfrissers op het
instrumentenpaneel of dashboard. Deze
parkeerschijven of reservoirs kunnen
als een lens werken en brand veroorza-
ken in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het
gebogen glas van naastliggende gebou-
wen voorzien is van een gemetalli-
seerde film, bijvoorbeeld een
zilverkleurige folie. Weerkaatst zonlicht
kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
●Activeer altijd de parkeerrem, schakel
de motor uit en sluit de auto af.
Laat de auto niet zonder toezicht achter
als de motor draait.
●Raak de uitlaatpijpen niet aan als de
motor draait en ook niet net na het uit-
zetten van de motor.
Dit kan brandwonden veroorzaken.
■Als u even gaat slapen in de auto
Zet de motor altijd uit. Anders zou u per
ongeluk de selectiehendel kunnen ver-
plaatsen of het gaspedaal in kunnen trap-
pen, waardoor een ongeval zou kunnen
ontstaan of de motor oververhit zou kun-
nen raken en brand kan ontstaan. Verder
kunnen uitlaatgassen in een slecht geven-
tileerde omgeving in de auto terechtko-
men, hetgeen zeer schadelijk is voor de
gezondheid.
■Bij het remmen
Wanneer de remmen nat zijn, rijd dan voorzichtiger.
De remweg is langer als de remmen nat
zijn en bovendien kan het vocht ertoe
leiden dat de ene zijde van de auto ster-
ker afgeremd wordt dan de andere
zijde. Ook de werking van de parkeer-
rem kan door vocht in negatieve zin
beïnvloed worden.
●
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 131 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM