Page 217 of 458

215
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
en selecteer .
2 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer RCTA en houd
vervolgens ingedrukt.
3 Selecteer het volume en druk vervolgens
op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wijzigt
het volume tussen 1, 2 en 3.
■Tijdelijk dempen van het geluid van een
zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt een
toets MUTE weergegeven wanneer een voer-
tuig of object wordt gesignaleerd. Druk op
om het geluid van de zoemer te dem-
pen.
Het volume van de zoemers voor de Toyota
Parking Assist-sensor en de RCTA wordt
gelijktijdig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dempen
automatisch geannuleerd:
●Als de stand van de selectiehendel wordt
gewijzigd.
●Als de rijsnelheid hoger wordt dan een
bepaalde snelheid.
●Als er een storing in een sensor aanwezig
is of het systeem tijdelijk niet kan worden
gebruikt.
●Als de actieve functie handmatig wordt uit-
geschakeld.
●Als het contact UIT wordt gezet.
■Situaties waarin het systeem geen auto
signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de volgende
typen voertuigen en/of objecten te signale-
ren:
●Voertuigen die van direct achter de auto
naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een
parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van
obstakels
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
●De afstand tussen de sensor en de nade-
rende auto wordt te klein
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden signa-
leert de RCTA auto's mogelijk niet correct:
●Als de sensor niet goed is uitgelijnd door-
dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
●Wanneer de sensor of de omgeving ervan
op bovenstaande positie op de achterbum-
per is bedekt door modder, sneeuw of ijs of
wanneer er een sticker op is geplakt
●Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg
van slecht weer, zoals zware regenval,
sneeuw, of mist
●Wanneer meerdere auto's naderen met
slechts weinig ruimte tussen elke auto
●Wanneer een auto met hoge snelheid
nadert
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 215 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 218 of 458

216
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Bij het achteruitrijden op een helling met
een grote verandering in het hellingsper-
centage
●Bij het onder een scherpe hoek achteruit
uitrijden van een parkeerplaats
●Bij het rijden met een aanhangwagen
●Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen
uw auto en de auto die binnen het detectie-
gebied komt
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
●Als de wielophanging is gewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
●Wanneer u achteruitrijdend een bocht
maakt
●Wanneer een voertuig een bocht maakt in
het detectiegebied
■Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
Onder de volgende omstandigheden is de
kans dat de RCTA onnodig een voertuig en/of
object signaleert groter:
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 216 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 219 of 458

217
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerd voer-
tuig, die mogelijk elektrische golven rich-
ting de achterzijde van de auto reflecteren,
kort is
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
●Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals
een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
●In geval van bewegende objecten (vlag-
gen, uitlaatgassen, grote regendruppels of
sneeuwvlokken, plassen op het wegdek,
enz.)
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
●Roosters en goten
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
●Als de wielophanging is gewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 217 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 220 of 458

218
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
1NORMAL-modus
Biedt een optimale balans van dynamische
prestaties. Geschikt voor rijden in de stad.
Druk op de schakelaar om de rijmodus te
wijzigen in de Normal-modus als deze
modus nog niet is geactiveerd.
2SPORT-modus
Verdeelt de aandrijfkracht meer naar de ach-
terwielen, waardoor de auto krachtiger rea-
geert op de stuurwielbediening.
3TRACK-modus
Verdeelt de aandrijfkracht evenredig over de
4 wielen, wat zorgt voor optimale prestaties
van het Active Torque Split AWD-systeem.
Geschikt voor het rijden op circuits.
■Automatisch uitschakelen van de
SPORT-modus en de TRACK-modus.
Als het contact UIT wordt gezet nadat is
gereden in de SPORT-modus of de TRACK-
modus, wijzigt de rijmodus in de NORMAL-
modus.
■EXPERT-modus
Blz. 221Rijmodusselectie-
schakelaar AWD
De volgende modi kunnen worden
geselecteerd overeenkomstig de
rij- en wegomstandigheden door
de aandrijfkracht naar de voor- en
achterwielen te regelen.
Selecteren van de rijmodus
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 218 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 221 of 458

219
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■Als “Exhaust Filter Full See Owner’s
Manual” (Uitlaatgasfiltersysteem vol,
zie handleiding) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
●Deze melding wordt mogelijk weergegeven
wanneer de auto tijdens het rijden zwaar
wordt belast terwijl roetdeeltjes zich opho-
pen.
●Het motorvermogen (motortoerental) wordt
beperkt bij een bepaalde hoeveelheid roet-
deeltjes. Er kan echter nog met de auto
worden gereden, tenzij het motorcontrole-
lampje gaat branden.
●Roetdeeltjes hopen zich sneller op wan-
neer er regelmatig korte ritten worden
gereden met de auto, wanneer er met lage
snelheden wordt gereden of als de motor
regelmatig wordt gestart in een extreem
koude omgeving. Overmatige ophoping
van roetdeeltjes kan worden voorkomen
door periodiek lange afstanden te rijden
waarbij het gaspedaal af en toe wordt los-
gelaten, zoals bij het rijden op autowegen
en snelwegen.
■Als het motorcontrolelampje gaat bran-
den of “Engine Maintenance Required
Visit Your Dealer” (Motor moet worden
onderhouden, ga naar uw dealer) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display
De hoeveelheid opgehoopte roetdeeltjes
heeft een bepaald niveau overschreden. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
GPF-systeem
(benzineroetfilter)*
Het benzineroetfiltersysteem ver-
zamelt met behulp van een uitlaat-
gasfilter roetdeeltjes in de
uitlaatgassen.
Het systeem werkt om het filter
automatisch te regenereren,
afhankelijk van de voertuigcondi-
ties.
OPMERKING
■Voorkomen dat het benzineroetfilter-
systeem niet goed werkt
●Gebruik geen andere brandstof dan het
voorgeschreven type brandstof
●Breng geen wijzigingen aan de uitlaat-
pijp aan
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 219 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 222 of 458

220
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is ingetrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS, TRC,
VSC en EPS.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door het stuurge-
drag aan te passen.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■Active Torque Split AWD-systeem
Schakelt afhankelijk van de rijomstan-
digheden automatisch van voorwiel-
aandrijving naar permanente
vierwielaandrijving (AWD), wat bij-
draagt aan betrouwbaar rijgedrag en
stabiliteit. Voorbeelden van omstandig-
heden waaronder het systeem over-
schakelt op AWD zijn het nemen van
bochten, heuvelopwaarts rijden, wegrij-
den of accelereren en als het wegop-
pervlak glad is ten gevolge van
sneeuw, regen, enz.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties
tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er
echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op
deze systemen als u de auto
bedient.
Overzicht van de
ondersteunende systemen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 220 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 223 of 458

221
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als het TRC-/VSC-systeem in werking is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer het TRC-/VSC-systeem in werking
is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van de motor naar de wie-
len beperken. Als u op drukt om het
systeem uit te schakelen, kunt u de auto
waarschijnlijk gemakkeli jker los krijgen door
te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
Het controlelampje TRC OFF gaat branden.
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
■Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt
terwijl de auto stilstaat om de TRC en VSC uit
te schakelen.
De controlelampjes TRC OFF en VSC OFF
gaan branden.
*
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-sys- teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is
beschikbaar) Het waarschuwingslampje
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. ( Blz. 171)
■EXPERT-modus
Als de expertmodus wordt geselecteerd, kan
op een sportievere manier worden gereden
dan in andere rijmodi. In de expertmodus
worden het TRC- en VSC-systeem uitge-
schakeld. De motor en remmen worden
mogelijk echter wel geregeld, afhankelijk van
het gedrag van de auto.
Druk op wanneer de SPORT-modus of
de TRACK-modus is ingeschakeld om de
EXPERT-modus te selecteren.
Het controlelampje EXPERT gaat branden,
evenals de controlelampjes TRC OFF en
VSC OFF.
Druk op om de EXPERT-modus uit te
schakelen of gebruik de AWD-rijmodusselec-
tieschakelaar om de NORMAL-modus te
selecteren.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 221 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 224 of 458

222
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Hieronder staat de status van de TRC,
VSC en de EXPERT-modus wanneer op wordt gedrukt in elke rijmodus:
■Wanneer het controlelampje TRC OFF
zelfs gaat branden als niet is inge-
drukt
TRC is tijdelijk uitgeschakeld. Neem als het
controlelampje blijft branden contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Voorwaarden voor werking Hill Start
Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt
voldaan, werkt de Hill Start Assist Control:
●De selectiehendel staat in een andere
stand dan de achteruit wanneer vooruit
bergop wordt weggereden of in de achter-
uit wanneer achteruit bergop wordt wegge-
reden.
●De auto staat stil
●Het gaspedaal wordt niet ingetrapt
●De parkeerrem is niet geactiveerd
●Het contact wordt AAN gezet
■Automatisch uitschakelen van Hill Start
Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de vol-
gende situaties uitgeschakeld:
●De selectiehendel wordt in de achteruit
gezet wanneer vooruit bergop wordt weg-
gereden of in een andere stand dan de
achteruit gezet wanneer achteruit bergop
wordt weggereden.
●Het gaspedaal wordt ingetrapt
●De parkeerrem wordt geactiveerd
●Er zijn maximaal 2 seconden verstreken
nadat het rempedaal is losgelaten.
●Het contact wordt UIT gezet
■Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt
worden door de ABS-, BA-, VSC-, TRC-
en Hill Start Assist Control-systemen
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten van
de motor of bij het wegrijden een geluid in
de motorruimte hoort wanneer het rempe-
daal herhaaldelijk wordt ingetrapt. Dit duidt
niet op een storing in een van deze syste-
men.
●De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen als bovenstaande systemen in
werking zijn. Geen v an deze verschijnse-
len duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblokkeersysteem
geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar bene- den bewegen als het antiblokkeersysteem
geactiveerd is.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van
de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitge-
schakeld, worden deze automatisch opnieuw
ingeschakeld in de volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet
●Als alleen het TRC-systeem is uitgescha-
keld, wordt de TRC weer ingeschakeld
zodra de rijsnelheid toeneemt.
Rijmodus
NORMAL-
modusSPORT-modus of TRACK-modus
TRCUITUIT
VSCBedien-
bare statusUIT
EXPERT-
modusUITAAN
Controle-
lampjes—
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 222 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM