483
7 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Verwisselen van voor- en achterwie-
len met een verschillende banden-
spanning.
Als de bandenmaat wordt aange-
past.
Als de bandenspanning wordt gewij-
zigd (bijvoorbeeld wanneer de rij-
snelheid of de belading verandert).
Wisselen tussen twee sets geregis-
treerde wielen.
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet de motor uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. (Blz. 573)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN.
4Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren.
5Druk op of om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens inge-
drukt.
6Druk op of om TPWS te
selecteren en druk vervolgens op
.
7Druk op of om “Set Pres-
sure” (ingestelde druk) te selecte-
ren. Houd vervolgens inge-
drukt tot het waarschuwingslampje
lage bandenspanning 3 keer knip-
pert.
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het vervangen
van de band de bandenspanningssensor
en -zender. (Blz. 482)
Initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwings-
systeem (indien aanwezig)
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 483 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
529
8 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
10Verwijder de voedingsstekker van
de compressor.
11Sluit de voedingsstekker aan op de
accessoireaansluiting. (Blz. 452)
12Controleer de voorgeschreven ban-
denspanning.
De bandenspanning wordt aangegeven op
de sticker, zoals afgebeeld. (Blz. 573)
13Start de motor.14Zet de compressor aan om de ban-
denreparatievloeistof in te spuiten
en de band met lucht te vullen.
15Vul de band tot de voorgeschreven
bandenspanning bereikt is.
De bandenreparatievloeistof wordt
ingespoten, de druk loopt op en
daalt vervolgens geleidelijk.
De bandenspanningsmeter geeft
ongeveer 1 minuut (5 minuten bij
lage temperaturen) nadat de scha-
kelaar aan is gezet de werkelijke
bandenspanning weer.
Vul de band tot de voorgeschreven
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 529 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
531
8 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
23Rijd, om de bandenreparatievloeistof
gelijkmatig over de band te verdelen,
meteen ongeveer 5 km met een
snelheid van maximaal 80 km/h.
24Breng de auto na ongeveer 5 km tot
stilstand op een veilige plaats met
een stevige, vlakke ondergrond en
sluit de compressor weer aan.
25Controleer de bandenspanning.
Als de bandenspanning lager is dan
130 kPa (1,3 kg/cm
2 of bar, 19 psi):
De band kan niet worden gerepa-
reerd. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Als de bandenspanning 130 kPa
(1,3 kg/cm
2 of bar, 19 psi) of hoger
is, maar lager dan de voorgeschre-
ven spanning: Ga verder met stap
26.Als de bandenspanning juist is
(Blz. 573): Ga verder met stap
27.
26Zet de compressor aan om de band
op de voorgeschreven spanning te
brengen. Rijd ongeveer 5 km en
voer dan stap 24 uit.
27Hatchback: Berg de compressor op
in de bagageruimte.
Wagon: Plaats de compressor in de
originele tas en berg de reparatieset
op in de bagageruimte.
28Voorkom plotseling remmen, plotse-
ling accelereren en scherpe boch-
ten. Rijd voorzichtig met een snel-
heid van maximaal 80 km/h naar de
dichtstbijzijnde erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige
voor het repareren of vervangen
van de band.
Laat wanneer u de band laat repareren of
vervangen, de erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige weten dat er bandenreparatievloeistof
is ingespoten.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 531 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
5348-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
14Zet de compressor aan ( ) om de
bandenreparatievloeistof in te spui-
ten en de band met lucht te vullen.
15Vul de band tot de voorgeschreven
bandenspanning bereikt is.
De bandenreparatievloeistof wordt
ingespoten, de druk loopt op en
daalt vervolgens geleidelijk.
De bandenspanningsmeter geeft
ongeveer 1 minuut (5 minuten bij
lage temperaturen) nadat de scha-
kelaar aan ( ) is gezet de werke-
lijke bandenspanning weer.Vul de band tot de voorgeschreven
bandenspanning.
Als de bandenspanning nog steeds
lager is dan voorgeschreven nadat
de schakelaar 35 minuten aan ( )
staat, is de band te veel beschadigd
om nog gerepareerd te worden.
Schakel de compressor uit ( ) en
neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Laat wat lucht ontsnappen wanneer
de bandenspanning de voorgeschre-
ven waarde overschrijdt. (Blz. 537,
573)
16Schakel de compressor uit ( ).
17Haal de uitstroomopening van het
velgventiel en haal daarna de voe-
dingsstekker uit de accessoireaan-
sluiting.
Mogelijk ontsnapt er bij het verwijderen van
de slang wat bandenreparatievloeistof.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 534 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
5368-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als de bandenspanning juist is
(Blz. 573): Ga verder met stap
27.
26Zet de compressor aan ( ) om de
band op de voorgeschreven span-
ning te brengen. Rijd ongeveer 5
km en voer dan stap 24 uit.
27Hatchback: Berg de compressor op
in de bagageruimte.
Wagon: Plaats de compressor in de
originele tas en berg de reparatieset
op in de bagageruimte.
28Voorkom plotseling remmen, plotse-
ling accelereren en scherpe boch-
ten. Rijd voorzichtig met een snel-
heid van maximaal 80 km/h naar de
dichtstbijzijnde erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige
voor het repareren of vervangen
van de band.
Laat wanneer u de band laat repareren of
vervangen, de erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige weten dat er bandenreparatievloeistof
is ingespoten.
■Als de band te hard wordt opgepompt
1Druk op de knop om wat lucht te laten
ontsnappen.
Type A
Type B
2Controleer of de bandenspanningsmeter
de voorgeschreven spanning aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning
onder de voorgeschreven waarde ligt, zet de
compressor aan (type A) of zet hem in stand
(aan) (type B) en vul de band tot de
juiste spanning is bereikt.
■Het ventiel van een gerepareerde band
(auto's zonder bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Nadat de band met de bandenreparatieset is
gerepareerd, moet het ventiel bij een defini-
tieve reparatie worden vervangen.
■Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset (auto's met banden-
spanningswaarschuwingssysteem)
●Vervang de bandenspanningssensor en -
zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het voor-
geschreven niveau ligt, gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning branden/knipperen.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 536 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
5548-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met
startknop niet is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen. Is de func-
tie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 577)
●Controleer of de energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de functie ingeschakeld,
schakel hem dan uit. (Blz. 139)
Als u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige kan nieuwe
originele sleutels maken met
behulp van de andere sleutel
(auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop) of de mechani-
sche sleutel (auto's met Smart
entry-systeem en startknop) en
het sleutelnummer op uw plaatje
met sleutelnummer.
Bewaar het plaatje met het sleutel-
nummer op een veilige plaats bui-
ten de auto, bijvoorbeeld in uw
portemonnee.
OPMERKING
■Bij verlies van een elektronische
sleutel (auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop)
Als de elektronische sleutel zoek blijft,
wordt het risico aanzienlijk groter dat de
auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk met
alle overgebleven elektronische sleutels
die bij uw auto zijn geleverd naar een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt
(auto's met Smart entr y-
systeem en startknop)
Als de communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto is
verbroken (
Blz. 139) of de elek-
tronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is,
werken het Smart entry-systeem
met startknop en de afstandsbedie-
ning niet. In dat geval kunnen de
portieren worden geopend of kan
de motor worden gestart door de
onderstaande procedure te volgen.
OPMERKING
■In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische
sleutels die bij uw auto zijn geleverd, naar
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 554 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
5628-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
6Start de motor, schakel de aircondi-
tioning in en controleer of de koel-
ventilatoren van de radiateur
draaien en of er geen koelvloeistof
lekt uit de radiateur of de slangen.
De koelventilatoren gaan draaien als de air-
conditioning wordt ingeschakeld direct na
een koude start. Controleer of de ventilato-
ren draaien door ernaar te luisteren en te
voelen of er luchtstroom is. Schakel als u
hier niet zeker van bent de airconditioning
nog een aantal keer in en uit. (De ventilato-
ren werken mogelijk niet bij temperaturen
beneden het vriespunt.)
7Als de ventilatoren niet werken: Zet
de motor onmiddellijk uit en neem
contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als de ventilatoren draaien: Laat de
auto nakijken door de dichtstbij-
zijnde erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Bij controles in de motorruimte van
uw auto
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel,
zoals brandwonden, tot gevolg hebben.
●Als er stoom onder de motorkap van-
daan komt, open de motorkap dan niet
voordat de stoom is verdwenen. De
motorruimte kan zeer heet zijn.
●Houd uw handen en kleding (met name
stropdassen, sjaals en dassen) uit de
buurt van de ventilatoren en aandrijfrie-
men. Als u dit niet doet, kunnen uw han-
den of kleding bekneld raken, wat kan
leiden tot ernstig letsel.
●Draai de doppen van het koelvloeistof-
reservoir niet los als de motor en de
radiateur heet zijn.
Er kan hete stoom of koelvloeistof uit
spuiten.
OPMERKING
■Bij het bijvullen van koelvloeistof
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat de
motor voldoende is afgekoeld. Het te snel
bijvullen van koude koelvloeistof bij een
hete motor kan schade aan de motor ver-
oorzaken.
■Voorkomen van beschadigingen aan
het koelsysteem
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen:
●Zorg dat de koelvloeistof niet verontrei-
nigd raakt (bijvoorbeeld met zand of
stof).
●Gebruik geen koelvloeistofadditief.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 562 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
571
9 9-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
steld door API (American Petroleum Institute).
Middelste deel: SAE 0W-20 geeft de viscosi-
teit aan.
Onderste deel: In dit deel staat “Resource-
Conserving”, wat staat voor brandstofbespa-
rende en groene eigenschappen.ILSAC-symbool
Het ILSAC-symbool (International Lubricant
Standardization and Approval Committee)
staat op de voorzijde van de verpakking.
Koelsysteem
Inhoud (refe-
rentiewaarde)Benzinemotor
Multidrive CVT
6,6 l (7,0 qt., 5,8 Imp.qt.)
Handgeschakelde transmissie
6,4 l (6,8 qt., 5,6 Imp. qt.)
Intercooler1,9 l (2,0 qt., 1,7 Imp. qt.)
Soort koelvloeistof
Gebruik een van de volgende middelen:
Toyota Super Long Life Coolant
Of een gelijkwaardig product
Gebruik niet uitsluitend kraanwater.
Ontstekingssysteem (bougie)
MerkNGK DILKAR8J9G
Elektrodenafstand0,9 mm (0,035 in.)
OPMERKING
■Bougies met iridium elektroden
Gebruik alleen bougies met iridium elektroden. Wijzig de elektrodenafstand niet.
Elektrisch systeem (accu)
Klemspanning bij 20°C (68°F):
12,3 V of hoger
(Zet het contact UIT en schakel het grootlicht gedu-
rende 30 seconden in.)
Laadstroom
Snelladen
Druppelladen
Max. 15 A
Max. 5 A
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 571 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM