325
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert (Blz. 85, 87) en
aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of
lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de
rijrichting van de auto, op een afstand van
ongeveer 2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er
harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling motorvermogen is
in werking
• De Parking Support Brake stelt vast dat er
onmiddellijk moet worden geremd om een
aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• Het systeem stelt vast dat de aanrijding
voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan-
ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken
nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de
auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan-
ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
■Detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking Assist-
sensor. (Blz. 306) Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk niet geactiveerd, ook al
signaleert de Toyota Parking Assist-sensor
een obstakel en wordt er een waarschuwing
gegeven.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
Blz. 305
■Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
Blz. 305
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 325 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
3264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in
de rijrichting van de auto een auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een auto en het rempedaal wordt niet of te laat
ingetrapt
Blz. 298
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert (Blz. 85, 87) en
aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of
lager.
• Voertuigen die de auto van rechts of links
achter naderen met een snelheid van
ongeveer 8 km/h of meer.
Parking Suppor t Brake-functie (voor voer tuigen die
achterlangs rijden)*
Als een radarsensor achter een auto signaleert die van rechts of links achter
nadert en het systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding groot is, acti-
veert deze functie de remmen om de kans op een aanrijding met de nade-
rende auto te verkleinen.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Blz. 298
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 326 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
327
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• De selectiehendel staat in stand R.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er
harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding met een naderende auto
te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling motorvermogen is
in werking
• De Parking Support Brake stelt vast dat
een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een naderende auto te voorko-
men.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor voertuigen die achterlangs
rijden)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• De aanrijding kan worden voorkomen met
normaal remmen.
• Er nadert niet langer een auto van rechts
of links achter de auto.
●Remregeling• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken
nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de
auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Er nadert niet langer een auto van rechts
of links achter de auto.
■Detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
Het detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) verschilt van dat van de RCTA
(Blz. 312). Daardoor wordt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet geactiveerd, ook
al signaleert de RCTA een auto en wordt er
een waarschuwing gegeven.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
Blz. 313
■Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
Blz. 314
*: Indien aanwezig
■Overzicht van functies
Het Simple Intelligent Parking Assist-
systeem bedient automatisch het stuur-
wiel voor ondersteuning bij het achter-
uitrijden in een gebied naast een
beoogde parkeerplaats en bij het weg-
rijden van een parkeerplaats na het file-
parkeren. (De bediening van de selec-
tiehendel en het aanpassen van de
snelheid bij het voor- of achteruitrijden
worden niet automatisch uitgevoerd.)
Het Simple Intelligent Parking
Assist-systeem parkeert de auto niet
automatisch. Het is een systeem dat
ondersteuning biedt bij het wegrijden
uit de parkeerplaats na het haaks
inparkeren of fileparkeren.
Het Simple Intelligent Parking
Assist-systeem biedt ondersteuning
bij de bediening van het stuurwiel
om de auto in de richting van de
gewenste parkeerplaats te begelei-
den. De gewenste parkeerplaats kan
mogelijk niet altijd worden bereikt,
afhankelijk van de weg- en voertui-
gomstandigheden op het moment
dat u wilt parkeren en de afstand tot
de gewenste parkeerplaats.
S-IPA (Simple Intelligent
Parking Assist-systeem)*
Simple Intelligent Parking
Assist-systeem
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 327 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
3284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Koppeling met PKSB (Parking
Support Brake-systeem) (indien
aanwezig)
Als het Simple Intelligent Parking
Assist-systeem in werking is en het sys-
teem een obstakel signaleert dat een
aanrijding kan veroorzaken, wordt er
een noodstop uitgevoerd, ongeacht of
de PKSB (Parking Support Brake) is in-
of uitgeschakeld. (Blz. 329)
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het Simple Intelligent
Parking Assist-systeem
●Controleer bij het achteruit- of vooruitrij-
den of het gebied achter, voor en
rondom de auto veilig is en rijd lang-
zaam achteruit of vooruit terwijl u de rij-
snelheid regelt met het rempedaal.
●Als de kans bestaat dat de auto een
voetganger, een andere auto of een
ander obstakel zal raken, breng de auto
dan tot stilstand door het rempedaal in
te trappen en druk op de S-IPA-schake-
laar (Blz. 330) om het systeem uit te
schakelen.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 328 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
329
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■PKSB (Parking Support Brake) terwijl
het Simple Intelligent Parking Assist-
systeem in werking is
Als het Simple Intelligent Parking Assist-sys-
teem in werking is en het systeem een obsta-
kel signaleert dat een aanrijding kan veroor-
zaken, treden de begrenzingsregeling van
het motorvermogen en de remregeling van
de PKSB (Parking Support Brake) in werking,
ongeacht of de PKSB (Parking Support
Brake) is in- of uitgeschakeld. (Blz. 317)
●Nadat de PKSB (Parking Support Brake) in
werking is getreden, wordt de werking van
het Simple Intelligent Parking Assist-sys-
teem tijdelijk gestopt en wordt de werking
van de PKSB (Parking Support Brake) op
het multi-informatiedisplay weergegeven.
(Blz. 318)
●Wanneer de werking van het Simple Intelli-
gent Parking Assist-systeem 3 keer is
gestopt als gevolg van de werking van de
PKSB (Parking Support Brake), wordt het
Simple Intelligent Parking Assist-systeem uitgeschakeld.
●Zodra het Simple Intelligent Parking
Assist-systeem beschikbaar is nadat de
PKSB (Parking Support Brake) in werking
is getreden, wordt er een melding op het
multi-informatiedisplay weergegeven die u
laat weten dat u moet schakelen. De wer-
king van het Simple Intelligent Parking
Assist-systeem kan worden hervat door te
schakelen overeenkomstig de aanwijzing
op het multi-informatiedisplay en door de
S-IPA-schakelaar (Blz. 330) nogmaals in
te drukken.
■Schakelen terwijl het Simple Intelligent
Parking Assist-systeem in werking is
Als het systeem vaststelt dat de bestuurder
van plan is om vooruit of achteruit te rijden,
blijft de ondersteuning werken, ook al heeft de
bestuurder geschakeld voordat dit door het
systeem werd aangegeven. Doordat de bedie-
ning door de bestuurder verschilt van de door
het systeem geboden ondersteuning, neemt
het aantal keermanoeuvres mogelijk toe.
Tabel met ondersteuningsmodi en functies van het Simple
Intelligent Parking Assist-systeem
OndersteuningsmodusWijze van
parkerenOverzicht van functiesZie bladzijde
Modus automatisch
fileparkerenFileparkeren
Begeleiding wordt geboden om de
beoogde parkeerplaats te signaleren
en een positie te bereiken van waaruit
achteruit kan worden gereden. Onder-
steuning wordt geboden vanaf het punt
waar de auto achteruit begint te rijden
tot het moment dat hij de beoogde par-
keerplaats bereikt.
Blz. 332
Modus parkeerplaats
fileparkeren verlatenParkeerplaats
fileparkeren
verlaten
De ondersteuning begint na het file-
parkeren van de auto. Ondersteuning
wordt geboden om de auto vanuit de
parkeerplaats te begeleiden naar een
positie van waaruit hij kan wegrijden.
Blz. 338
Modus automatisch
achteruit inparkeren
(met functie voor
begeleiding bij vooruit
rijden)
Achteruit
inparkeren
De ondersteuning begint nadat de auto
voor de beoogde parkeerplaats tot
stilstand is gebracht en helpt bij het
achteruit de parkeerplaats inrijden,
inclusief begeleiding om een positie te
bereiken van waaruit achteruit kan
worden gereden.
Blz. 342
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 329 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
331
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
van het stuurwiel
Geeft weer wanneer het stuurwiel automa-
tisch wordt bediend.
Adviesweergave
Volg de op het display getoonde aanwijzin-
gen op en voer de aangegeven handelingen
uit. In de afbeelding wordt als voorbeeld een
display getoond waarop staat aangegeven
dat het rempedaal moet worden ingetrapt
om de rijsnelheid te regelen en dat u moet
controleren of de omgeving veilig is.
■Controlelampje S-IPA in het instrumen-
tenpaneel (Blz. 87)
Dit controlelampje gaat branden wanneer het
stuurwiel automatisch wordt bediend door het
Simple Intelligent Parking Assist-systeem.
Nadat de regeling wordt beëindigd, knippert
het controlelampje korte tijd en dooft het ver-
volgens.
■Pop-updisplay Toyota Parking Assist-
sensor
Als het Simple Intelligent Parking Assist-sys-
teem in werking is en de PKSB (Parking Sup-
port Brake) een obstakel signaleert, ver-
schijnt automatisch een pop-updisplay van
de Toyota Parking Assist-sensor op het bege-
leidingsscherm (Blz. 302), ongeacht of de
PKSB (Parking Support Brake) is in- of uitge-
schakeld. (Blz. 302)
De ondersteuningsmodus wordt in de
volgende gevallen geannuleerd of
gestopt.
De ondersteuningsregeling wordt
geannuleerd wanneer
De functie voor het behoud van de
temperatuur van het systeem in wer-
king is
Er een systeemstoring is
Het systeem heeft bepaald dat de
omgeving van de parkeerplaats niet
geschikt is voor verdere ondersteu-
ning
Pak wanneer de ondersteuningsrege-
ling wordt geannuleerd het stuurwiel
stevig vast, trap het rempedaal in en
breng de auto tot stilstand.
Begin nogmaals vanaf het begin, aan-
gezien het systeem al geannuleerd is.
Wanneer u verdergaat met handmatig
parkeren, bedien dan het stuurwiel
zoals u dat normaal ook zou doen.
De ondersteuningsregeling wordt
gestopt wanneer
Het stuurwiel wordt bediend
De rijsnelheid wordt tijdens de
ondersteuningsregeling hoger dan
7 km/h
Het PKSB-systeem (Parking Support
Brake) werkt
Wanneer de ondersteuningsregeling
wordt gestopt, kan deze weer worden
hervat door de aanwijzingen op het
scherm te volgen.
Annuleren of stoppen van de
ondersteuningsmodus
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 331 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
3584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is ingetrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-,
TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de stuurcom-
mando's aan te passen.
■Trailer Sway Control
Helpt de bestuurder om de aanhangwa-
gen weer onder controle te krijgen door
op afzonderlijke wielen remdruk uit te
oefenen en het aandrijfkoppel te ver-
minderen wanneer wordt gesignaleerd
dat de aanhangwagen slingert.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties
tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er ech-
ter rekening mee dat dit aanvul-
lende systemen zijn en vertrouw
niet in al te sterke mate op deze
systemen als u de auto bedient.
Overzicht van de
ondersteunende systemen
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 358 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
359
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control in
werking is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer de TRC/VSC/Trailer Sway Control
in werking is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van de motor naar de wie-
len beperken. Als u op drukt om het
systeem uit te schakelen, kunt u de auto
waarschijnlijk gemakkelijker los krijgen door
te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (Traction Con-
trol UIT) wordt op het multi-informatiedisplay
weergegeven.Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
■Uitschakelen van de TRC, VSC en Trai-
ler Sway Control
Schakel de TRC, VSC en Trailer Sway Con-
trol uit door langer dan 3 seconden
ingedrukt te houden terwijl de auto stilstaat.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden
en “Traction Control Turned OFF” (Traction
Control UIT) wordt op het multi-informatiedis-
play weergegeven.
*
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is
beschikbaar) Het waarschuwingslampje
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. (Blz. 229)
■Wanneer de melding wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay dat
de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is
niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitgeschakeld. Als de melding
niet verdwijnt neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 359 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM