403
5 5-7. Menu SETUP (instellingen)
Audiosysteem
5Selecteer het gewenste contact met
de knop
Druk op (All) (alle) om alle favorieten te
verwijderen.
6Selecteer (Yes) (Ja) wanneer
het bevestigingsscherm verschijnt.
1Selecteer “HF sound setting”
(geluidsinstelling HF) met de knop
TUNE•SELECT.
2Selecteer “Call volume” (gespreks-
volume) met de knop.
3Wijzigen van het gespreksvolume.
Verlagen van het volume: Draai de knop
linksom.
Verhogen van het volume: Draai de knop
rechtsom.
Druk op (Back) (terug) om het volume in
te stellen.
1Selecteer “HF sound setting”
(geluidsinstelling HF) met de knop
TUNE•SELECT.
2Selecteer “Ringtone volume” (bel-
toonvolume) met de knop.
3Wijzigen van het beltoonvolume.
Verlagen van het volume: Draai de knop
linksom.
Verhogen van het volume: Draai de knop
rechtsom.
Druk op (Back) (terug) om het volume in
te stellen.
1Selecteer “HF sound setting”
(geluidsinstelling HF) met de knop
TUNE•SELECT.
2Selecteer “Ringtone” (beltoon) met
de knop.
3Selecteer een beltoon (1 - 3 of
“From phone” (van de telefoon))
met de knop. Druk op (Back)
(terug) om de geselecteerde bel-
toon in te stellen.
■Telefoonnummer
Er kunnen maximaal 5.000 namen (maximaal
1.000 namen per apparaat) worden opgesla-
gen.
■Oproepgeschiedenis
In de oproepgeschiedenis kunnen maximaal
10 nummers van uitgaande gesprekken,
inkomende gesprekken en gemiste oproepen
worden opgeslagen.
■Beperking van het aantal cijfers
Een telefoonnummer met meer dan 24 cijfers
kan niet worden opgeslagen.
■Systeemfuncties Bluetooth®-telefoon
Sommige functies zijn tijdens het rijden
mogelijk niet beschikbaar.
Instellen van het
gespreksvolume
Instellen van het
geluidsvolume van een beltoon
Instellen van de beltoon
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 403 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
4065-9. Bluetooth®-telefoon
5-9.Bluetooth®-telefoon
1Selecteer “Phonebook” (telefoon-
boek) met de knop TUNE•SELECT.
2Selecteer de gewenste naam met
de knop en druk op de toets
gesprek aannemen.
Druk op (A-Z) om de geregis-
treerde namen in alfabetische volgorde
van de beginletter weer te geven.
1Selecteer “Favourites” (favorieten)
met de knop TUNE•SELECT.
2Selecteer de gewenste naam met
de knop en druk op de toets
gesprek aannemen.
1Selecteer “Dial by number” (via
nummer bellen) met de knop
TUNE•SELECT.
2Voer het telefoonnummer in en druk
op de toets gesprek aannemen.1Selecteer “All calls” (alle oproepen),
“Missed calls” (gemiste oproepen),
“Incoming calls” (inkomende
gesprekken) of “Outgoing calls” (uit-
gaande gesprekken) met de knop
TUNE•SELECT.
2Selecteer het gewenste nummer
met de knop en druk op de toets
gesprek aannemen.
De volgende handelingen kunnen wor-
den uitgevoerd:
Een nummer registreren als favoriet
Blz. 402
Verwijderen van het geselecteerde
nummer
Druk op (Delete) (verwijderen) en ver-
volgens op (Yes) (ja).
Bellen
Druk op de toets gesprek aanne-
men om de TEL-modus te selecte-
ren.
Bellen vanuit het telefoonboek
Bellen vanuit favorieten
Bellen door een nummer in te
voeren
Bellen vanuit de
oproepgeschiedenis
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 406 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
4105-10. Bluetooth®
Profielen:
• HFP (Handsfree-profiel) versie 1.0 of
hoger (aanbevolen: versie 1.7)
Dit is een profiel dat handsfree-telefoonge-
sprekken mogelijk maakt via de mobiele
telefoon of headset. Het heeft een functie
voor uitgaande en inkomende gesprekken.
• OPP (Object Push-profiel) versie 1.1 of
hoger (aanbevolen: versie 1.2)
Dit is een profiel voor het overzetten van
telefoonboekgegevens. Als een mobiele
telefoon met Bluetooth
®-ondersteuning
PBAP en OPP heeft, kan OPP niet worden
gebruikt.
• PBAP (Phone Book Access-profiel) versie
1.0 of hoger (aanbevolen: versie 1.2)
Dit is een profiel voor het overzetten van
telefoonboekgegevens.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 410 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
453
6 6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
U kunt een draagbaar apparaat, zoals
een smartphone of mobiele telefoon,
opladen door het simpelweg op het
laadgebied te plaatsen, mits het appa-
raat compatibel is met de Qi draadloze-
laadstandaard van het Wireless Power
Consortium.
De draadloze lader kan niet worden
gebruikt met een draagbaar apparaat
dat groter is dan het laadgebied. Ook
werkt de draadloze lader afhankelijk
van het draagbare apparaat mogelijk
niet goed. Raadpleeg de handleiding
van het draagbare apparaat.
■Symbool “Qi”
Het symbool “Qi” is een handelsmerk
van het Wireless Power Consortium.
■Namen van alle onderdelen
Voedingsschakelaar
WerkingsindicatorLaadgebied
■Gebruik van de draadloze lader
1Druk op de voedingsschakelaar van
de draadloze lader.
Door nogmaals op de schakelaar te drukken
wordt de draadloze lader uitgeschakeld.
Wanneer de schakelaar aan is, gaat de wer-
kingsindicator (groen) branden.
Als het contact UIT wordt gezet, wordt de
aan-/uitstatus van de draadloze lader in het
geheugen opgeslagen.
2Plaats een draagbaar apparaat op
het laadgebied met het laadopper-
vlak omlaag gericht
Tijdens het laden gaat de werkingsindicator
(oranje) branden.
Wanneer het laden niet begint, plaats dan
het draagbare apparaat zo dicht mogelijk bij
het midden van het laadgebied.
Wanneer het laden is voltooid, gaat de wer-
kingsindicator (groen) branden.
Draadloze lader (indien
aanwezig)
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 453 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
455
6 6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
■De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
■Draagbare apparaten die kunnen wor-
den geladen
●Draagbare apparaten die compatibel zijn
met de Qi draadloze-laadstandaard kun-
nen worden geladen met de draadloze
lader. Compatibiliteit met alle apparaten
die aan de Qi draadloze-laadstandaard
voldoen is echter niet gegarandeerd.
●De draadloze lader is ontworpen voor het
leveren van een laag vermogen (5 W of
lager) aan een mobiele telefoon, smart-
phone of ander draagbaar apparaat.
■Wanneer er een hoesje om het draag-
bare apparaat zit of wanneer er een
accessoire aan is bevestigd
Laad het draagbare apparaat niet wanneer er
een hoesje om het draagbare apparaat zit of
wanneer er een accessoire aan is bevestigd
die niet Qi-compatibel is. Afhankelijk van het
type hoesje en/of accessoire kan het zijn dat
het laden van het draagbare apparaat niet
mogelijk is. Als het draagbare apparaat op
het laadgebied is geplaatst en niet wordt
geladen, verwijder dan het hoesje en/of het
accessoire.
■Als er tijdens het laden ruis is te horen
bij AM-radio-uitzendingen
Schakel de draadloze lader uit en controleer
of de ruis is afgenomen. Als de ruis is afge-
nomen, druk dan gedurende 2 seconden op
de voedingsschakelaar van de draadloze
lader. De frequentie van de draadloze lader
wordt gewijzigd en de ruis neemt mogelijk af.
Wanneer de frequentie wordt gewijzigd, knip-
pert de werkingsindicator (oranje) 2 maal.
■Voorzorgsmaatregelen bij opladen
●Als de elektronische sleutel niet in het inte-
rieur kan worden gesignaleerd, kan er niet
worden geladen. Wanneer een portier
wordt geopend en gesloten, wordt het
laden mogelijk tijdelijk onderbroken.
●Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat warm.
Dit duidt niet op een storing. Wanneer een
draagbaar apparaat tijdens het laden warm
wordt en het laden stopt als gevolg van de
beschermingsfunctie van het draagbare
apparaat, wacht dan tot het draagbare
apparaat is afgekoeld en laad dan opnieuw.
■Geluid gegenereerd tijdens de bediening
Wanneer de voedingsschakelaar wordt inge-
schakeld of tijdens het identificeren van een
draagbaar apparaat, zijn er mogelijk werkings-
geluiden te horen. Dit duidt niet op een storing.
■Schoonmaken van de draadloze lader
Blz. 463
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Wanneer een draagbaar apparaat wordt
opgeladen, dient de bestuurder uit veilig-
heidsoverwegingen het draagbare appa-
raat niet te bedienen tijdens het rijden.
■Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische appa-
ratuur
Mensen met geïmplanteerde pacemakers,
CRT-pacemakers, geïmplanteerde hartdefi-
brillatoren of andere elektrische medische
apparaten dienen hun arts te raadplegen
m.b.t. het gebruik van de draadloze lader.
De werking van de draadloze lader heeft
mogelijk invloed op de medische apparaten.
■Voorkomen van schade en brand-
wonden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kan er brand of een storing of
schade ontstaan in de apparatuur en kun-
nen brandwonden ontstaan als gevolg van
hitte.
●Plaats tijdens het laden geen metalen
voorwerpen tussen het laadgebied en
het draagbare apparaat.
●Breng geen metaalhoudende voorwer-
pen, zoals aluminium stickers, aan op
het laadgebied.
●Dek de draadloze lader tijdens het laden
niet af met een doek of ander voorwerp.
●Probeer draagbare apparaten die niet
compatibel zijn met de Qi draadloze-
laadstandaard niet op te laden.
●Breng geen wijzigingen aan de draad-
loze lader aan en wijzig of verwijder
hem niet.
●Stel de draadloze lader niet bloot aan
stoten en oefen er geen kracht op uit.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 455 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM