Page 6 of 562
8. Voertuigspecificaties
8.1 Specificaties.................420
8.1.1 Onderhoudsgegevens (brandstof,
oliepeil, enz.).............420
8.1.2 Informatie over brandstof.....427
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen . . . 428
8.2.1 Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen.......428
8.3 Initialisatie..................437
8.3.1 Te initialiseren onderdelen....437
INDEX
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)..............440
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)...........440
Verklaringen....................443
INFORMATIE VOOR BIJ HET TANKSTATION . 553
4
Page 324 of 562

Wanneer moet uw auto worden
gerepareerd?
Wees attent op veranderingen in de
prestaties en geluiden en op zichtbare
tekenen die erop wijzen dat onderhoud
noodzakelijk is. Een paar belangrijke
aanwijzingen zijn:
• De motor hapert, stottert of slaat over
• Een merkbaar verlies aan trekkracht
• Vreemde motorgeluiden
• Sporen van lekkage onder de auto (na
gebruik van de airconditioning is
waterlekkage echter normaal)
• Verandering in het uitlaatgeluid (dit
kan wijzen op een zeer gevaarlijk
koolmonoxidelek. Rijd met alle ruiten
open en laat het uitlaatsysteem
onmiddellijk controleren).
• Abnormaal zachte banden, ongewoon
veel bandengepiep bij het nemen van
bochten of ongelijkmatige
bandenslijtage
• De auto trekt naar één kant, terwijl u
rechtuitrijdt op een vlakke weg
• Vreemde geluiden die kennelijk in
verband staan met de bewegingen
van de wielophanging
• Verlies van remkracht; “sponzig”
aanvoelend rempedaal; het pedaal
kan bijna tot op de vloer worden
ingetrapt; scheeftrekken van de auto
bij remmen
• Koelvloeistoftemperatuur
voortdurend hoger dan normaal
(→blz. 81)
Als u een van deze zaken merkt, laat dan
uw auto zo snel mogelijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Mogelijk moet uw auto
afgesteld of gerepareerd worden.6.3 Zelf uit te voeren
onderhoud
6.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij
zelf uit te voeren onderhoud
Als u controles en
onderhoudswerkzaamheden uitvoert,
dient u dit precies te doen zoals in dit
hoofdstuk wordt beschreven.
Onderhoud
Onderwerp Benodigdheden
Conditie
12V-accu
(→blz. 332)2ZR-FXE motor
■Warm water
■Zuiveringszout
■Vet
■Universele sleutel
(voor de bouten van de
accukabels)
■Gedestilleerd water
M20A-FXS motor
■Vet
■Universele sleutel
(voor de bouten van de
accukabels)
Koelvloei-
stofniveau
motor/
vermogens-
regeleenheid
(→blz. 330)■Toyota Super Long Life
Coolant of een
gelijkwaardige
hoogwaardige
koelvloeistof op basis
van ethyleenglycol en
organische zuren,
zonder silicaat, amine,
nitriet en boraat Toyota
Super Long Life
Coolant is voorgemixt
met 50% koelvloeistof
en 50% gedestilleerd
water.
■Trechter (uitsluitend
voor het bijvullen van
koelvloeistof )
Motoroliepeil
(→blz. 327)■Originele
Toyota-motorolie of
gelijkwaardig
■Doek of poetspapier
■Trechter (uitsluitend
voor het bijvullen van
motorolie)
6.2 Onderhoud
322
Page 328 of 562
6.3.4 Motorruimte
Onderdelen
2ZR-FXE motor
ASproeierreservoir (→blz. 334)
BKoelvloeistofreservoir (→blz. 330)
CZekeringenkast (→blz. 356)
DOliepeilstok (→blz. 327)
EMotorolievuldop (→blz. 329)
FKoelvloeistofreservoir
vermogensregeleenheid (→blz. 330)
G12V-accu (→blz. 332)
HRadiateur (→blz. 331)
ICondensor (→blz. 331)
JElektrische koelventilatoren
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
326
Page 329 of 562
M20A-FXS motor
ASproeierreservoir (→blz. 334)
BKoelvloeistofreservoir (→blz. 330)
CZekeringenkast (→blz. 356)
DMotorolievuldop (→blz. 329)
EOliepeilstok (→blz. 327)
FKoelvloeistofreservoir
vermogensregeleenheid (→blz. 330)
GRadiateur (→blz. 331)
HCondensor (→blz. 331)
IElektrische koelventilatoren
12V-accu (M20A-FXS motor)
→Blz. 334
Controle van motorolie
Controleer het oliepeil met behulp van de
peilstok bij bedrijfswarme, afgezette
motor.
1. Plaats de auto op een horizontale
ondergrond. Wacht, nadat de motor
op bedrijfstemperatuur is gekomen en
het hybridesysteem is uitgeschakeld,
ongeveer 5 minuten om de olie de
gelegenheid te geven naar het carter
terug te stromen.
2. Trek de peilstok uit de motor terwijl u
een doek onder het uiteinde houdt.2ZR-FXE motor
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
327
6
Onderhoud en verzorging
Page 330 of 562

M20A-FXS motor
3. Veeg de peilstok met een schone doek
af.
4. Steek de peilstok weer volledig in de
motor.
5. Trek de peilstok uit de motor en
controleer of het oliepeil zich boven
het onderste merkteken bevindt
terwijl u een doek onder het uiteinde
houdt.
AOnderste merkteken
De vorm van de peilstok is afhankelijk
van de uitvoering van de auto en het
motortype.
6. Veeg de peilstok af en steek deze
helemaal terug in de houder.
OPMERKING
Voorkomen van ernstige schade aan de
motor
Controleer regelmatig het oliepeil.Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde
hoeveelheid motorolie verbruikt. In de
volgende situaties neemt het olieverbruik
mogelijk toe en moet er mogelijk tussen
de onderhoudsintervallen motorolie
worden bijgevuld.
• Als de motor nog nieuw is,
bijvoorbeeld direct na aanschaf van de
auto of nadat de motor is vervangen
• Als een lagere kwaliteit motorolie of
motorolie met een verkeerde
viscositeit wordt gebruikt
• Bij het rijden met hoge
motortoerentallen, met een zwaar
beladen auto, met een aanhangwagen
of bij veelvuldig optrekken en
afremmen
• Als de motor langdurig stationair
draait, of bij veelvuldig rijden in druk
verkeer
Stijging motoroliepeil
Als herhaaldelijk met de auto wordt
gereden zonder dat de motor op
bedrijfstemperatuur komt, kan vocht
veroorzaakt door condensatie in de
motor of onverbrande brandstof
vermengd worden met de motorolie,
waardoor het motoroliepeil stijgt. Dit
duidt echter niet op een storing. In de
volgende situaties komt de motor
bijvoorbeeld moeilijk op
bedrijfstemperatuur.
• Bij het rijden van korte afstanden
• Als wordt gereden met lage snelheid
• Wanneer de buitentemperatuur laag is
Zorg er bij het controleren van het
motoroliepeil voor dat de motor op
bedrijfstemperatuur is. Neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als het motoroliepeil boven
het bovenste merkteken voor bijvullen
ligt.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
328
Page 331 of 562

Motorolie bijvullen
Oliesoort controleren en benodigdheden
klaarleggen
Controleer welke kwaliteit motorolie
wordt voorgeschreven en leg de
benodigdheden voor het bijvullen klaar.
• Keuze motorolie
→Blz. 423
• Hoeveelheid olie (onderste
merkteken→bovenste merkteken
voor bijvullen)
1,5 l (1,6 qt., 1,3 Imp.qt.)
• Onderwerp
Schone trechter
Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onderste
merkteken of er net boven ligt, moet u
olie bijvullen van het type zoals hierna is
vermeld, of van hetzelfde type als
waarmee de motor eerder werd gevuld.
2ZR-FXE motor
M20A-FXS motor1. Verwijder de olievuldop door deze
linksom te draaien.
2. Giet beetje voor beetje motorolie in
de vulopening en controleer
ondertussen het oliepeil steeds door
middel van de peilstok.
Zorg ervoor dat het oliepeil niet boven
het bovenste merkteken voor
bijvullen ligt en zich tussen het
onderste en bovenste merkteken
bevindt.
AOnderste merkteken
BBovenste merkteken voor
bijvullen
De vorm van de peilstok is afhankelijk
van het motortype.
3. Plaats de olievuldop door deze
rechtsom te draaien.
Na het verversen van de motorolie
Het indicatiesysteem motorolie
verversen moet worden gereset. Ga als
volgt te werk:
1. Selecteer
van het multi-
informatiedisplay en druk vervolgens
op
.
2. Druk op
ofom “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
3. Druk op
ofom “Oil
Maintenance” (verversen motorolie)
te selecteren en druk vervolgens op
.
4. Druk op
ofom “Yes” ( ja) te
selecteren en druk vervolgens op.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
329
6
Onderhoud en verzorging
Page 332 of 562

Er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay wanneer de
resetprocedure is voltooid.
WAARSCHUWING!
Afgewerkte motorolie
• Afgewerkte motorolie bevat
schadelijke stoffen die
huidaandoeningen zoals ontsteking
of huidkanker kunnen veroorzaken.
Wees daarom voorzichtig en vermijd
langdurig en herhaaldelijk contact
met de huid. Verwijder afgewerkte
motorolie door goed met water en
zeep te wassen.
• Voer afgewerkte motorolie en
gebruikte oliefilters op een veilige en
acceptabele manier af. Gooi
afgewerkte motorolie en gebruikte
oliefilters nooit weg in de vuilnisbak,
in het riool of zomaar ergens. Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur, een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige, tankstation of een
automaterialenzaak voor meer
informatie over recycling of
afvoeren.
• Houd motorolie buiten het bereik van
kinderen.
OPMERKING
Bij het olie verversen of bijvullen
• Let erop dat er geen motorolie op
onderdelen van de auto terechtkomt.
• Vul nooit te veel olie bij, anders kan de
motor beschadigd raken.
• Controleer na het olie verversen altijd
het oliepeil met de peilstok.
• Controleer of de olievuldop goed is
vastgedraaid.Koelvloeistof controleren
Koelvloeistofreservoir
Het koelvloeistofniveau is correct als het
zich tussen de streepjes MAX en MIN
bevindt als de motor koud is.
ADop reservoir
BBovenste streepje (MAX)
COnderste streepje (MIN)
Als het niveau zich op of onder het
onderste streepje (MIN) bevindt, moet
koelvloeistof worden bijgevuld tot aan
het bovenste streepje (MAX). (→Blz. 414)
Koelvloeistofreservoir
vermogensregeleenheid
2ZR-FXE motor
Het koelvloeistofniveau is correct als het
zich tussen de streepjes MAX en MIN
bevindt als het hybridesysteem koud is.
ADop reservoir
BBovenste streepje (MAX)
COnderste streepje (MIN)
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
330
Page 421 of 562
8.1 Specificaties...............420
8.1.1 Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.)......420
8.1.2 Informatie over brandstof.....427
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen . . .428
8.2.1 Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen.......428
8.3Initialisatie ...............437
8.3.1 Te initialiseren onderdelen.....437
Voertuigspecificaties8
419